ID.nl logo
Lucratieve tips: hoe verbruik je zelf meer van je eigen zonnestroom?
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Energie

Lucratieve tips: hoe verbruik je zelf meer van je eigen zonnestroom?

Slechts 30 procent van de elektriciteit afkomstig van je zonnepanelen verbruik je meteen zelf. De rest lever je aan het elektriciteitsnet. Zonnepanelen produceren vooral tussen 11.00 en 15.00 uur elektriciteit. Die momenten vallen meestal niet samen met de uren waarop je de meeste stroom verbruikt. Hoe gebruik je zo veel mogelijk van je eigen zonnestroom? Met onze tips vergroot je je verbruik tot 50 of wel 80 procent.

Dit artikel in het kort:

  • De vergoeding voor terugleveren van stroom zal waarschijnlijk dalen

  • Het is aantrekkelijk om zelf je eigen zonne-energie zo veel mogelijk te gebruiken

  • Door je apparaten slim te programmeren of in te schakelen, verbruik je meer van je eigen zonne-energie

  • Een energiebeheersysteem helpt je je opbrengsten te maximaliseren

  • Lees ook: Verhuizen naar een huis mét zonnepanelen? Hier moet je op letten

Op dit moment maakt het – althans in Nederland – niet uit of je de zonne-energie zelf gebruikt of aan het net levert om later te gebruiken. De waarde van de geproduceerde zonne-energie blijft gelijk aan de kilowattuur-prijs die je betaalt voor de afgenomen elektriciteit. De huidige afspraken (de zogenaamde salderingsregeling) lopen nog tot 1 januari 2025.

In België ontvang je een veel lager bedrag voor de stroom die je teruglevert dan voor de stroom die je van het net afneemt. Ook in Nederland verwachten we dat de vergoeding voor stroom die je aanlevert vanaf 2025 zal dalen. Daarom wordt het belangrijk om zo veel mogelijk van je zonnestroom zelf te verbruiken. 

Programmeer wasmachine en vaatwasser

Gebruik de programmeerfunctie van de wasmachine en de vaatwasser, zodat die hun werk doen op het moment dat je zonnepanelen stroom opwekken. Laat deze huishoudtoestellen dus liefst draaien tussen 12.00 en 15.00 uur. Op die manier drijf je het zelfverbruik met 10 procent op.

Heeft jouw toestel geen programmeerfunctie, dan kun je wel een slimme timer gebruiken, zodat je ze via een smartphone op afstand kunt aanzetten. Vooral het startmoment is belangrijk, omdat wasprogramma’s het eerste uur de meeste stroom vragen. Je kunt beide toestellen met een gerust hart aanzetten als je niet thuis bent. De wasmachine en vaatwasser leveren geen brandgevaar op en hebben bovendien een beveiliging tegen waterschade.

Wasdroger alleen als je thuis bent

Ook de wasdroger zet je pas aan als de zonnepanelen stroom opwekken. Dat regel je niet in met een timer, want een wasdroger gebruik je idealiter alleen wanneer je thuis bent. Dat is overigens een terecht advies van Brandweer Nederland en Consumentenbond.nl. Wasdrogers trekken stof aan en worden vaak onvoldoende schoongehouden. De combinatie van een gloeiend verwarmingselement, een afgesloten ventilator en stof kan helaas tot brand leiden, en als je daar niet op tijd bij bent, zijn de gevolgen niet te overzien.

Was drogen zonder stroomverbruik?

Het ouderwetse droogrek doet het elke keer weer!

Warm het water overdag op

Heb je een elektrische boiler, dan slaat die meestal ’s nachts aan. Je kunt hem herprogrammeren om dat voortaan overdag te doen, waardoor je meer gebruikmaakt van de zonne-energie.

Combineer met een warmtepomp

De warmtepomp haalt twee derde van de energie die hij levert uit de omgeving en slechts een derde uit de elektriciteit die het apparaat verbruikt. Als je deze elektriciteit zelf kunt produceren, vergroot je het zelfverbruik. Maar dat is geen allesomvattende oplossing, omdat de warmtepomp vooral 's winters hard moet werken, tijdens de donkere dagen waarop de zonnepanelen het minst productief zijn. 

Installeer een thuisbatterij

Thuisbatterijen zijn nog altijd enorm kostbaar. Reken op een kostprijs tussen de 4000 en 5000 euro, oplopend tot ruim 10.000 euro of meer. Toch is dit een van de meest doeltreffende manieren om je zelfverbruik te vergroten. Met zo’n batterij sla je ongebruikte energie op en kun je 's avonds gebruikmaken van de stroom die overdag werd geproduceerd.

Een thuisbatterij kan het zelfverbruik tot zelfs 80 procent opdrijven. Maak je echter geen illusies, met een thuisbatterij zul je nog niet zelfvoorzienend worden. De meeste batterijen zijn te klein om voldoende stroom te leveren op momenten dat de zonnepanelen geen stroom produceren, en gedurende de wintermaanden leveren de zonnepanelen te weinig elektriciteit om de thuisbatterij helemaal op te laden. Het blijft bovendien twijfelachtig of je de huidige aanschafprijs van een thuisbatterij überhaupt kunt terugverdienen. 

Ook interessant: Maximaliseer de opbrengst van je zonnepanelen: 6 tips voor meer rendement

Laad je elektrische auto op

Heb je een elektrische auto dan is een laadpaal een interessante aanvulling op de zonnepaneleninstallatie. Door je elektrische auto op te laden met zonnestroom stijgt het zelfverbruik van 30 naar 60 procent. In de toekomst kunnen elektrische auto's de thuisbatterij ondersteunen en zelfs vervangen als je auto overdag thuis geparkeerd staat.

De batterij zal dan overdag opladen, om 's avonds vervolgens – wanneer het verbruik van de woning toeneemt – energie terug te geven. Dat heet bidirectioneel laden. Zo gebruik je de elektrische auto als thuisaccu en zelfs als noodstroomvoorziening.  De eerste auto’s waarmee dit kan, zijn de Hyundai IONIQ 5 en Kia EV6. Het systeem heet ook wel Vehicle to Home of V2H.

Niet alleen de auto, maar ook de laadpaal moet V2H ondersteunen. Het stroomnet levert immers wisselstroom. Dat wordt omgezet naar gelijkstroom om het voertuig op te laden. Stroom van de auto naar het net moet weer worden omgezet naar wisselstroom. 

©Volodymyr Skurtul

Met V2H wordt je elektrische auto een mobiele thuisbatterij. 

Plaats zonnepanelen op oost-west in plaats van zuid Deze tip geldt uiteraard alleen voor wie van plan is zonnepanelen te laten plaatsen. Rekenmodellen hebben uitgewezen dat als je zonnepanelen op het westen en/of het oosten richt, dat het piekmoment van de zonnestroom in de ochtend en avond valt. Op dat moment gebruik je zelf ook de meeste stroom. Wanneer je de panelen op het zuiden richt, is de opbrengst van de zonnepanelen hoger, maar je verbruikt er zelf minder van. Een zuidgerichte oriëntatie blijft interessant wanneer je veel van huis uit werkt of van plan bent om te investeren in een thuisbatterij. De opbrengst van zuidgeoriënteerde panelen ligt op jaarbasis nog altijd zo’n 20 procent hoger.

Slimme sturing: PV-vermogensregelaar

Een PV-vermogenswisselaar zorgt dat het overschot van de zonne-energie rechtstreeks wordt gebruikt voor de aanmaak van warm water. Het is een slimme sturing die continu meet of je zonnepanelen meer fotovoltaïsche energie aanmaken dan wat je op het moment verbruikt. Hiervoor maakt die de verbinding tussen de elektrische boiler en de digitale elektriciteitsmeter. Is er een overschot, dan wordt die elektriciteit automatisch naar de elektrische weerstand van de boiler gestuurd.

Zo’n vermogenswisselaar kost geïnstalleerd ongeveer 1000 euro. De PV-vermogenswisselaar werkt samen met een klassieke boiler en een warmtepompboiler van 200 à 250 liter. De terugverdientijd ligt rond de drie jaar. 

©Kontiki Solar

Een PV-vermogensregelaar is een klein elektrisch kastje dat rechtstreeks naar de boiler kan sturen.

Gebruik een buffervat als thermische batterij

Een voorraadvat met water kan worden ingezet als buffervat. Dat is niet hetzelfde als een boilervat. Een boilervat is bedoeld om warm water te leveren voor huishoudelijk gebruik, terwijl een buffervat de energie opslaat voor verwarmingssystemen. Zo’n buffervat is dus een thermische batterij.

Moderne buffervaten zijn supergeïsoleerd en thermisch gelaagd. Dat wil zeggen dat de warmte is opgeslagen in temperatuurlagen. Hoe hoger in het vat, hoe hoger de temperatuur. Bovendien heeft zo’n buffer doorgaans een groter volume dan een boiler. Zo’n buffervat kan worden verwarmd met stroom van het elektriciteitsnet of van de warmtepomp, maar ook met zonne-energie. Zonnepanelen renderen het meest overdag en met een buffervat leg je een voorraad thermische energie aan die je ook kunt gebruiken als de zon niet schijnt. Op die manier haal je een hoger rendement uit je PV-installatie.

Energiebeheersysteem

Het EMS (Energy Management System) is een slim systeem om de opbrengst van de zonnepanelen te maximaliseren. Hiervoor gaat het systeem af op de actuele energieprijs, je verbruikspatroon en het weer.

Een EMS is bedoeld om samen te werken met een thuisbatterij en het dynamisch energietarief. In dit tarief hangt de energieprijs voortdurend af van de marktvraag: hoe groter de vraag, hoe duurder. Het systeem zal elektriciteit aankopen en opslaan in de thuisbatterij wanneer de prijs laag is.

Hebben je zonnepanelen meer stroom opgewekt dan je nodig hebt, dan zal het EMS de overschot verkopen op de drukke momenten waarbij de prijs hoog is. Als er een overaanbod aan elektriciteit op het net is kunnen de energieprijzen zelfs negatief zijn en krijg je dus geld wanneer je energie afneemt.

Het EMS houdt dit in de gaten. Het EMS is software die in een compacte modem zit. Dit apparaat is verbonden met de omvormer van het zonnesysteem, de thuisbatterij, de digitale elektriciteitsmeter en de cloudserver. Er zit een interne simkaart met dataplan in, zodat je niet afhankelijk bent van wifi. De analyses en het denkwerk worden door deze software gemonitord en uitgevoerd. Zo’n aansturingspakket met modem kost 680 euro en daar hoort een maandelijks abonnement van 7 euro bij. Je zou er volgens de installateur tussen de 42 en 124 euro per maand mee winnen. 

Via de modem haalt het EMS de informatie van de server om de energie op het optimale moment te kopen en te verkopen. (Foto: )
☀️Ook interesse in zonnepanelen? Vraag dan snel en simpel een offerte aan!👇🏻

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen