ID.nl logo
Haard of houtkachel aan? Zo verbeter je de trek in de schoorsteen
© ([None] (Photographer) - [None]
Energie

Haard of houtkachel aan? Zo verbeter je de trek in de schoorsteen

Weinig dingen zijn zo gezellig als op een herfstdag met de haard of houtkachel de eerste koude uit het huis te verjagen. Maar vooral in het tussenseizoen kan het gebeuren dat het lijkt alsof de schoorsteen te weinig trekt. Dat is knap vervelend, want hierdoor komt er rook in de kamer en wil het vuur niet echt aanslaan. Als dit regelmatig voorvalt, is het tijd om stappen te ondernemen.

🔥 Nu we binnenkort de kachel en de haard aansteken, merken we soms dat er weinig trek in de schoorsteen zit. Hoe komt dat? En vooral, hoe kun je dat verbeteren?

Lees ook: Een rookkanaal voor de houtkachel of haard, doe het meteen goed!

Wat is trek?

Lucht verplaatst zich altijd van hogedruk naar lagedruk. Deze natuurwet geldt zowel voor de windstromen op de meteorologische kaart van de weerman als voor de trek in de schoorsteen. Hier wordt deze beweging – die we dus trek noemen – veroorzaakt door het drukverschil tussen de lucht/gassen in het rookkanaal en de buitenlucht. De lichte warme lucht heeft de neiging om op te stijgen, waardoor de uitlaatgassen van de kachel of haard naar buiten worden getrokken. Terwijl de gassen de schoorsteen verlaten, wordt er verse lucht voor verbranding de kachel in gezogen.  

Gevolgen van slechte trek

Wanneer er weinig trek is, blijven de rookgassen in het rookkanaal hangen. Als er ook nog te weinig aanvoer is van verse lucht kan dit zorgen voor een erg vervelende rookterugslag. Dit komt vaak voor bij een schoorsteenkanaal dat buiten langs tegen de muur loopt, omdat dat eerst op temperatuur moet komen.  Bijkomende vervelende gevolgen van te weinig trek zijn dat er veel roetvorming op de kachelruiten aanslaat en dat de verbranding onvolledig is. 

Oorzaken

Wanneer een schoorsteen slecht trekt, kan verschillende oorzaken hebben. Dit zijn de meest voorkomende:

• Een schoorsteen trekt slecht wanneer de buitenlucht warmer is dan de lucht in de schoorsteen.

• Misschien is het rookkanaal te kort. Als het uiteinde niet hoog genoeg boven de nok of boven de naastgelegen gebouwen uitsteekt, kan er slechte trek ontstaan.

• De trek van de schoorsteen kan worden beïnvloed door het tracé. Een rechte pijp zorgt voor een betere trek dan een pijp met bochten.

• Wanneer er hoge gebouwen of bomen in de buurt van de eindkap staan, is de kans groot  dat dit de trek in de kachelpijp tegenhoudt. Als de wind precies uit de richting van het gebouw of de bomen komt, dan blaast er geen wind door de eindkap. Op die manier kan er geen lucht aangezogen worden.

• Het rookkanaal kan belemmerd zijn. Respecteer de diameter van de rookuitgang van de kachel. Als de rookuitgang van de kachel 20 cm is en je monteert een rookkanaal van 15 cm, dan verhoog je het risico dat de rook zich zal ophopen. Versmal dus nooit de diameter van de rookuitgang.

• Er moet ook voldoende luchttoevoer zijn. Een open haard heeft ongeveer 300 m³ lucht per uur nodig, een gesloten haard of een houtkachel minstens 30 m³ per uur. Woningen zijn tegen tegenwoordig supergeïsoleerd, waardoor een afzuigkap meer lucht aanzuigt dan de kachel of haard. Dit kan leiden tot terugslag en dat veroorzaakt rook in de kamer.

• Wanneer heb je de schoorsteen voor het laatst laten vegen? Als er veel roet in de schoorsteen zit, dan kan dit ervoor zorgen dat de rookgassen slechter hun weg naar buiten vinden. Vaak is niet de volledige schoorsteen vervuild, maar een verbindingsstuk.

Lees ook: Laat je schoorsteen vegen: zo voorkom je brand!

Het schoorsteeneffect van je huis Soms kan de luchtbeweging in huis de trek in de schoorsteen hinderen. Stel je voor dat de kachel op de begane grond brandt, maar dat op de bovenverdieping de ramen openstaan. Hierdoor ontsnapt de warme lucht in huis via de ramen naar buiten. Terwijl de lucht via de bovenverdieping naar buiten stroomt, wordt er lucht van beneden aangezogen om deze te vervangen. Dit noemen we het schoorsteeneffect, omdat het hele huis zich gedraagt als een schoorsteen. Er kunnen daarnaast nog andere oorzaken van het schoorsteeneffectprobleem zijn, zoals een slecht geïsoleerd dak, een tochtige zolder of een hoog trappenhuis. Wanneer het schoorsteeneffect sterk is, kan het de opwaartse trek van de echte schoorsteen overtroeven, waardoor de vervangende lucht en rook via de schoorsteen het huis in trekken.

Tips om de trek te verbeteren

• In negentig procent van de gevallen zal de trek opmerkelijk verbeteren door de schoorsteen een meter te verlengen. Hierdoor komt de eindkap meer in de open lucht en dit zal de trek verhogen.

• Plaats een trekkende kap om de tegendruk en rookterugslag door de wind te voorkomen. Zo'n trekkende kap is zo ontworpen dat de wind niet in het rookkanaal kan slaan en er geen regen in de pijp kan komen. Het standaard model heeft bovenop een lichte bolle vorm om de regen tegen te houden en aan de zijkant zijn er ruime openingen om de rook door te laten. De wind blaast door de eindkap heen en daardoor wordt de rook extra omhoog gezogen. Verderop lees je meer over de populairste soorten eindkappen.

• De diameter van de schoorsteen mag nooit kleiner zijn dan de diameter van de afvoeraansluiting aan de kachel.

• Bochten in de pijp verkleinen de trek. Moet je toch bochten gebruiken, dan kun je beter kiezen voor twee bochtstukken van 45° dan voor eentje van 90°.

• Soms slaat de rook terug omdat de schoorsteen nog niet opgewarmd is. De schoorsteen trekt alleen als hij van binnen warmer is dan de buitenlucht. Verwarm de schoorsteen dus door krantenpapier op te rollen tot een fakkel. Houd deze fakkel in de kachel tot de trek de juiste kant op gaat.

• Een rookgasafvoer die geïsoleerd is, zorgt dat de warme lucht in het rookkanaal zijn warmte beter behoudt en op die manier worden de rookgassen vlot naar buiten gezogen. 

©Michaela Bechinie

De trek verbetert onmiddellijk door het rookgaskanaal te verhogen. 

Houd rekening met het bouwbesluit In sommige gevallen is het niet mogelijk om de schoorsteen boven de nok te laten uitsteken. Dan zijn er andere oplossingen die beschreven staan in het Nederlandse Bouwbesluit, maar hiermee komen we op het terrein van de technische specialist. In grote lijnen komt het erop neer dat hoe dichter de uitmonding van de schoorsteen bij de nok zit, hoe minder hoog de pijp hoeft te zijn.  

Maak je haard aan met goede kwaliteit haardhout

Sla je hout in het groot in, dat is ook nog eens voordeliger

Populaire eindkappen

De trekkap met bovenaan een veegluik verhindert dat er regenwater in het kanaal kan komen. De open zijkanten zorgen dat de trek in de schoorsteen toeneemt. 

De gek heeft het voordeel dat hij met de achterkant altijd in de richting draait van waaruit de wind komt. Hierdoor kan er geen wind terugslaan in het kanaal. 

De draaiende kap, of de aspiromatic, heeft lamellen die voortdurend draaien. Hierdoor zuigt deze kap de rook als het ware uit het kanaal. Voor veel mensen die problemen hebben met de trek in de schouw is dit vaak de oplossing.  

©Kachels&Zo

Van links naar rechts achtereenvolgens: de trekkap, de gek en de draaiende kap of aspiromatic. Foto: Kachels&Zo

Weersomstandigheden

De natuurlijke trek is geen constante. De kracht van de trek varieert het hele jaar door en wordt beïnvloed door de buitentemperatuur, de wind en de luchtvochtigheid. De weersomstandigheden hebben een belangrijke invloed hebben op de trek: wanneer het windstil is, zal de trek minder zijn en vooral dikke mist werkt nadelig. 

Brute kracht om trek te verbeteren

Om de trek te verbeteren, kun je ook een rookgasventilator installeren. In theorie heb je dan geen lang rookkanaal nodig, maar dat neemt niet weg dat de schoorsteen toch aan de eisen van het bouwbesluit moet voldoen. Zo'n toestel wordt dan bovenop het rookkanaal gemonteerd en blaast de rook de lucht in, weg van je huis. Dit verbetert niet alleen de trek, maar het toestel verkleint ook de kans op rookoverlast in de omgeving. Zo'n toestel is niet goedkoop. De prijs varieert van 400 tot meer dan 2500 euro.

©Haardenimport.nl

Een rookgasventilator trekt de rook geforceerd uit de rookafvoer. Foto: Haardenimport.nl


Vraag een offerte aan voor brandbeveiliging :

▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.