ID.nl logo
Klimaatneutraal: wat betekent dat precies?
© Doidam10
Energie

Klimaatneutraal: wat betekent dat precies?

Merken, transporteurs en bedrijven claimen steeds vaker klimaatneutraal te zijn. Bijvoorbeeld Bol.com, terwijl dat bedrijf met veel busjes rondrijdt om pakketjes te bezorgen. En hoe komt die term klimaatneutraal steeds vaker op jouw levensmiddelen te staan? Je leest het hier!

Na het lezen van dit artikel weet je alles over:

  • Broeikasgassen en het klimaat
  • Het begrip klimaatneutraal en het verschil met CO₂-neutraal
  • Wanneer de term klimaatneutraal gebruikt mag worden
  • Duurzaamheidsclaims en communicatie

Ook interessant: 24 uur per dag schone stroom: dit moet je weten over geothermische energie

Tijdens het inladen van de wekelijkse boodschappen in de supermarkt, ontkom je er niet aan: kies je voor de klimaatneutrale tandpasta, of ga je voor de tandpasta zonder keurmerk? Het klinkt als een goede reden, dus misschien kies je wel voor klimaatneutraal. Die term zie je tegenwoordig overal, vooral op cosmetica en levensmiddelen. Maar wat betekent het eigenlijk? En hoe weet je of het echt klimaatneutraal is? Om het antwoord op die vragen te vinden, beginnen we bij het klimaat zelf.

Ons klimaat in een notendop 

Om de aarde heen zit een beschermde laag: de atmosfeer. Ook wel dampkring genoemd. De atmosfeer beschermt ons bijvoorbeeld tegen schadelijk zonlicht. Een deel van de zonnestraling en warmte wordt namelijk geabsorbeerd, verstrooid of gereflecteerd door de atmosfeer voordat die het aardoppervlak bereikt. Een ander deel wordt wel doorgelaten en de aarde kaatst de warmte daarvan weer terug. De broeikasgassen in de dampkring vangen die warmte vervolgens weer op. Dit natuurlijke broeikaseffect fungeert als een soort thermostaat voor onze planeet: het tempert de extremen en maakt de planeet leefbaar voor ons als mens. Zonder dit effect zouden de temperaturen hier namelijk vergelijkbaar zijn met die van de maan: overdag tot wel 120 graden Celsius en 's nachts tot wel 250 graden Celsius onder nul.

Wanneer er verstoringen optreden in de atmosfeer, heeft dit directe gevolgen voor het weer dat we ervaren. Denk aan neerslag, temperatuur, luchtvochtigheid, wind en bewolking. Al deze elementen samen vormen het weer van dag tot dag. Maar als we kijken naar een langere tijdsperiode, bijvoorbeeld over meerdere jaren, dan spreken we over het klimaat. Het klimaat is dus eigenlijk het gemiddelde weerpatroon dat we in een bepaalde regio gedurende een langere periode zien.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Broeikasgassen: wat doen ze? 

Broeikasgassen houden de aarde op de juiste temperatuur: niet te koud en niet te warm. Ze komen van nature in de lucht voor en zijn dus niet per definitie slecht. Doordat we ademen komt er bijvoorbeeld koolstofdioxide (CO₂) vrij. Andere bekende broeikasgassen zijn methaan en distikstofoxide. Bomen en planten halen de CO₂ weer uit de lucht (atmosfeer) via het proces van fotosynthese. Dit proces zet zonlicht om in energie voor de planten en als bijproduct zuurstof voor ons.

©Studio023

Als we dit gebalanceerde systeem vergelijken met het menselijk lichaam, dan zien we eenzelfde soort balans. Te veel suiker is bijvoorbeeld niet goed voor het lichaam, net als te veel broeikasgassen in de dampkring niet goed zijn voor de aarde. Het huidige teveel aan broeikasgassen komt vooral door menselijke activiteiten. 

Broeikasgassen komen namelijk ook vrij tijdens de energieproductie door het verbranden van steenkool, hout, aardgas en aardolie. Daardoor nemen de broeikasgassen in de atmosfeer alsmaar toe. Hoe meer we verbranden, hoe meer CO₂ en andere gassen er in de dampkring blijven hangen. Daardoor stijgt de gemiddelde temperatuur, smelt het pool- en gletsjerijs en stijgt de zeespiegel. Het systeem is uit balans, waardoor er meer hittegolven en overstromingen plaatsvinden en de hoeveelheid regen- en sneeuwval verandert. 

Klimaatneutraal: wat betekent dat precies?  

Volgens de Dikke Van Dale betekent klimaatneutraal dat het productieproces van een product, zoals douchegel, niet de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer vergroot. Het productieproces kan dus wel gassen uitstoten, maar bij een klimaatneutraal proces, haal je die weer uit de lucht. Op die manier verandert de balans in de atmosfeer niet en blijft de gemiddelde temperatuur hetzelfde. Klimaatneutraal betekent dus niet dat er helemaal geen broeikasgassen in de lucht komen, maar dat een bedrijf de uitgestoten broeikasgassen weer compenseert door eenzelfde hoeveelheid eruit te halen. 

Klimaatneutraal is anders dan CO₂-neutraal

Heb je het over klimaatneutraal, dan gaat dat over alle soorten broeikasgassen. Bij CO₂-neutraal draait het juist specifiek om CO₂. Staat er op een product 'CO₂-neutraal'? Dan kan dat alsnog betekenen dat er andere broeikasgassen en fijnstofdeeltjes in de lucht komen die ze niet compenseren. Zoals vaker gebeurt in de veeteelt, afvalverwerking en de fossiele brandstoffenindustrie. Daar wordt de methaanuitstoot alsmaar groter. Stoot een bedrijf nog veel methaan uit, maar geen CO₂? Dan is het dus wel CO₂-neutraal, maar niet klimaatneutraal. 

Is klimaatneutraal de oplossing? 

Een organisatie kan dus alleen klimaatneutraal zijn wanneer ze actief de stoffen uit de lucht halen die ze erin blazen. Dit wordt ook wel negatieve emissie genoemd. Dit kunnen ze doen door de natuurlijke processen te versterken die bijvoorbeeld CO₂ uit de lucht halen. Bijvoorbeeld door bomen te planten. Dat biedt nog een ander voordeel: het vergroot namelijk de wateropslag. Bij het begrip klimaatneutraal staat een schone lucht dus voorop. Maar voor sommige processen is het nog niet mogelijk om dat helemaal te bereiken. In dat geval zijn er vervangende oplossingen nodig om de uitstoot volledig te stoppen. 

©Malp

Hoe werken bedrijven aan klimaatneutraliteit? 

Inmiddels begrijp je hoe de broeikasgassen functioneren, en dat bedrijven eraan werken om klimaatneutraal te zijn. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? De Climate Neutral Group (CNG) heeft hiervoor een aantal criteria opgesteld. Organisaties die hieraan voldoen, krijgen van hen het klimaatneutrale keurmerk. Die criteria gaan uit van het Parijs Akkoord om in 2050 de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius. Beter nog: 1,5 graden Celsius. 

Laten we een voorbeeld bekijken. Bol.com heeft het keurmerk van CNG ontvangen, maar dat krijgt het bedrijf niet zomaar. Hiervoor zijn vier stappen vereist:
1) Meten – de organisatie meet eerst de eigen ecologische voetafdruk. 
2) Reduceren – het bedrijf gaat aan de slag om uitstoot te verminderen. Bijvoorbeeld door het transport- of productieproces te optimaliseren. 
3) Compenseren – de resterende uitstoot compenseert het bedrijf door te investeren in gecertificeerde klimaatprojecten. 
4) Certificering – zodra de vermindering en compensatie is gerealiseerd, krijgt de organisatie het Klimaatneutrale Keurmerk. 

Verwarrende claims over het klimaat 

Als goede burger die wil bijdragen aan het klimaat, kies je in de supermarkt misschien voor een flesje van gerecycled plastic – of het gerecycled is, kun je zien op de verpakking. Maar zodra je het flesje openmaakt, blijkt het dopje niet van gerecycled plastic. Wat bedrijven claimen op hun verpakking, moeten ze wel kraakhelder kunnen toelichten. In de bovenstaande situatie, waarbij een flesje wel van gerecycled plastic is gemaakt, maar de dop niet, moet er daarom een specifieke disclaimer op het etiket staan. Zo kun je als bewuste consument betere keuzes maken.

De informatie die op de producten staat moet dus specifiek zijn, maar sommige termen zijn zo vaag dat je er niet veel wijzer van wordt. Neem bijvoorbeeld de term 'duurzaam'. Dat is zo'n breed begrip dat het eigenlijk met van alles te maken kan hebben. Bijvoorbeeld het verbeteren van de productie, innovatieve energieopwekking, dierenwelzijn of arbeidsomstandigheden. Dat kan verwarrend zijn. 

©Tanaonte

Gelukkig komen er steeds meer regels voor het gebruik van deze duurzaamheidsclaims. Bedrijven die zeggen dat ze duurzaam zijn, moeten dat ook kunnen aantonen. In 2023 is er bijvoorbeeld een nieuwe Code voor Duurzaamheidsreclame uitgekomen, ter vervanging van de Milieu Reclame Code. Bedrijven mogen niet meer zomaar claimen dat ze klimaatneutraal zijn, maar alleen wanneer ze voldoen aan de eisen. Wanneer bedrijven dit niet kunnen onderbouwen en klanten misleiden, noemen we dat ook wel greenwashing. Ze doen zich daarbij groener of meer maatschappelijk verantwoordelijk voor dan dat ze daadwerkelijk zijn. Dat soort misleiding is strafbaar. 

Lees ook: Statiegeldblikjes handig (én hygiënisch) bewaren: zo doe je dat

Denk je na over zonnepanelen? Lees je goed in en vergelijk offertes.

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips