ID.nl logo
Zo maak je in 5 stappen bezwaar tegen de WOZ-waarde van je huis
© ER | ID.nl
Zekerheid & gemak

Zo maak je in 5 stappen bezwaar tegen de WOZ-waarde van je huis

Heb je de jaarlijkse brief met de nieuwe WOZ-waarde van je huis ontvangen? Je doet er goed aan om deze waarde goed te controleren en zo nodig bezwaar te maken. Want een te hoge WOZ-waarde zorgt ervoor dat je te veel belasting en heffingen betaalt. Wil je bezwaar aantekenen? Volg dan ons stappenplan.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen.

• Hoe bepaal je of de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld? • Welke argumenten kun je aanvoeren als je bezwaar maakt? • Is het handig om een bureau in te schakelen bij een WOZ-bezwaar?

Wil je bezwaar maken? Volg dan de 5 stappen uit ons stappenplan:

1: Gegevens controleren 2: Referentiepand controleren 3: Nadelen woning inventariseren 4: Bewijsmateriaal verzamelen 5: Bezwaar indienen

Lees ook: Waarom ook huurders de WOZ-waarde moeten controleren

WOZ staat voor Wet Waardering Onroerende Zaken. Woningeigenaren moeten aan de gemeente onroerendezaakbelasting betalen volgens deze wet. Hoe hoger de WOZ-waarde van een eigen huis, hoe hoger de belasting. Maar ook andere belastingen en heffingen zijn op deze waarde gebaseerd, zoals de inkomstenbelasting (over het eigenwoningforfait), de watersysteemheffing en soms ook de rioolheffing. Bij een erfenis is de WOZ-waarde bepalend voor de erfbelasting. Bij huurwoningen speelt de WOZ-waarde een rol voor de maximale huur. Het is dus belangrijk om de WOZ-waarde te controleren en zo nodig te laten corrigeren. 

©Nicole

HOGE WOZ-WAARDE HEEFT OOK VOORDELEN Ga je binnenkort je huis verkopen? Dan kan het ook voordelen hebben als je WOZ-waarde te hoog is vastgesteld. Dit kan een positieve invloed hebben op het bod dat potentiële kopers gaan doen. Daarnaast kan een hoge WOZ-waarde ook gunstig zijn voor je hypotheekrente. Banken kunnen een risico-opslag in rekening brengen als je een groot deel van de waarde van je woning hebt geleend, bijvoorbeeld meer dan 60 procent. Een hoge WOZ-waarde kan helpen om deze risico-opslag te beperken.

Stap 1: de gegevens in de brief controleren

In de brief van de gemeente staat hoe de gemeente de WOZ-waarde heeft bepaald. Begin met het controleren van de juistheid van deze gegevens.

🞅 Klopt het adres?
🞅 Klopt het bouwjaar?
🞅 Kloppen de afmetingen en het aantal kamers?
🞅 Klopt het aantal en de afmetingen van de bijgebouwen?

©khwanchai

Stap 2: het referentiepand controleren

Vaak staan in de brief één of meer andere woningen genoemd, de zogenoemde referentiepanden. De gemeente leidt de waarde van jouw woning af van de waarde van deze panden. Maar heeft jouw woning wel dezelfde eigenschappen als de in de brief genoemde woning(en)? Woon je bijvoorbeeld in een tussenwoning, dan moet je huis ook vergeleken worden met een tussenwoningwoning en niet met een hoekwoning of vrijstaande woning bijvoorbeeld. Heeft jouw woning een zolder zonder ramen, dan is de waarde niet hetzelfde als die van een zelfde soort woning met een dakkapel. Let bij het controleren van referentiepanden op de volgende eigenschappen.

🞅 Soort woning. Is het een tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-een-kap-woning, vrijstaand huis, appartement, bungalow?
🞅 Staat van onderhoud. Is het onderhoud van het referentiepand beter dan van jouw woning? Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de kozijnen en deuren van jouw woning nodig geschilderd moeten worden of als je keuken of badkamer hopeloos verouderd is.
🞅 Ligging. Heeft de referentiewoning uitzicht en jouw woning niet? Staat de referentiewoning in de buurt van een park of winkels en jouw woning niet?
🞅 Energielabel. Heeft de referentiewoning een hoger energielabel, dan kan de verkoopprijs gemiddeld 7 procent hoger liggen.
🞅 Verkoopdatum. Wijkt de verkoopdatum van een referentiepand meer dan 6 maanden af van de waardepeildatum van jouw woning? Dan gaat de vergelijking mank.

Je kunt je bezwaar versterken door zelf een beter vergelijkbaar referentiepand aan te dragen. Om te beginnen kun je gratis WOZ-waarden vergelijken bij het WOZ-waardeloket. Daarmee krijg je een indruk van de WOZ-waarde van vergelijkbare woningen. Als bewijsmateriaal is dit alleen niet genoeg, want de WOZ-waarde wordt gebaseerd op de verkoopprijs van recent verkochte woningen. Hiervoor kun je Koopsominformatie opvragen bij het kadaster. Je betaalt hiervoor een paar euro. Je kunt ook een referentierapport aanvragen bij Calcasa. Dat kost twee tientjes. Een referentierapport geeft niet alleen de verkoopprijs van recent verkochte woningen, maar ook de kenmerken, zoals het woningtype, het bouwjaar en het oppervlak. 

Lees ook: Welke invloed hebben zonnepanelen op het energielabel van je huis?

©Roman Möbius

Stap 3: de nadelen van jouw woning inventariseren

Heeft jouw woning bepaalde nadelen, zoals overlast door lawaai (van bijvoorbeeld autowegen of een vliegveld), overlast van horeca of ernstig achterstallig onderhoud? Dat zijn allemaal dingen die van invloed zijn op de WOZ-waarde – en dus moet de gemeente daar rekening mee houden. Dit zijn punten die de WOZ-waarde verminderen:

🞅 Schade aan de woning, zoals scheuren in de muren.
🞅 Ernstige overlast door een autoweg, spoorlijn, lawaai van vliegverkeer of een fabriek.
🞅 Buurt met veel huizen die in slechte staat zijn, bijvoorbeeld door leegstand of sloop.
🞅 Aanwezigheid van asbest.
🞅 Overlast van stadsvernieuwingsactiviteiten.
🞅 Overlast van bodem- of luchtverontreiniging in de directe omgeving.
🞅 Parkeeroverlast omdat er niet genoeg parkeerplaatsen zijn.
🞅 Overlast door het ontbreken van bestrating in een nieuwbouwwijk.
🞅 Overlast door grote bomen. 

©Alex Polo

Stap 4: argumenten en bewijsmateriaal verzamelen

Klopt de WOZ-waarde niet volgens jou? Dan is het belangrijk dat je binnen zes weken bezwaar maakt. Zet hiervoor je bezwaarreden(en) op een rij, compleet met argumenten. Zorg dat je goed op de hoogte bent van de informatie waar de gemeente van uitgaat. Je kunt hiervoor het taxatieverslag bekijken dat bij je WOZ-beschikking hoort. Je kunt dit taxatieverslag inzien via MijnOverheid of opvragen bij de gemeente.

Verzamel zo nodig bewijsmateriaal, zoals foto’s, een bouwkundig rapport of onderzoeksrapport. Bepaal ook wat volgens jou de WOZ-waarde zou moeten zijn, bijvoorbeeld aan de hand van een referentiepand dat beter vergelijkbaar is met jouw woning. 

Stap 5: je bezwaar indienen

In de brief van de gemeente staat hoe je bezwaar kunt maken tegen de vastgestelde WOZ-waarde. Vaak kan dat online via het WOZ-portaal van de gemeente. Het kan ook zijn dat je een brief moet sturen. Met de argumenten en het bewijsmateriaal (allemaal verzameld in stap 4) kun je het bezwaar nu snel indienen. Moet je een brief schrijven? Dan kun je een voorbeeldbrief van de Vereniging Eigen Huis of van de Woonbond gebruiken. Vraag in je brief om het opnieuw vaststellen van de WOZ-waarde. Je kunt ook vragen om gehoord te worden als de gemeente het bezwaar afwijst. 

Je bezwaar is ingediend, hoe nu verder?

De gemeente moet een beslissing nemen over je bezwaar in hetzelfde kalenderjaar waarin je het bezwaar hebt ingediend. Als je je bezwaar in de laatste zes weken van het jaar hebt ingediend, dan heeft de gemeente uitloop naar het volgend jaar.

Wijst de gemeente je bezwaar af? Dan moet in de afwijzing staan waarom je bezwaar wordt afgewezen. Je kunt overwegen om in beroep te gaan bij de sector bestuursrecht van de rechtbank. In de brief van de gemeente staat bij welke rechtbank je het beroepschrift moet indienen. Om je beroepschrift te laten behandelen, moet je griffierecht betalen. Als je bij de rechtbank ook geen gelijk krijgt, kun je nog in hoger beroep. 

BEZWAAR MAKEN MET OF ZONDER BUREAU? Als je bezwaar maakt tegen een besluit van de gemeente, kun je je laten bijstaan door een bureau. Het bureau dient dan namens jou het bezwaar in. Als je gelijk krijgt, moet de gemeente de kosten van het bureau betalen (proceskostenvergoeding). Sinds 2024 wordt deze vergoeding niet meer rechtstreeks aan het bureau betaald, maar op jouw rekening gestort. Jij moet het dan doorbetalen aan het bureau. Krijg je geen gelijk, dan draagt het bureau de kosten. Voor jou zijn de diensten van het bureau dus gratis.

In 2023 ging de vergoeding nog direct naar de bureaus. Gemeenten werden toen overspoeld met bezwaarschriften via deze bureaus, waardoor veel bezwaarschriften te laat werden afgehandeld. Om gemeenten te ontlasten heeft de overheid in 2024 de regels veranderd: de vergoeding is verlaagd en gaat niet meer rechtstreeks naar de bureaus.

Overweeg je een bureau in te schakelen? Bedenk dan wel dat je een deel van het werk toch zelf moet doen. Zo moet je zelf het bezwaarformulier invullen.

Betaalbaar én goed!

De populairste smartphones tot 700 euro

Powered by Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch
© amazing studio - stock.adobe.com
Huis

Meer netwerkpoorten nodig? Kies de perfecte switch

De meeste routers hebben slechts vier netwerkaansluitingen en dat kan al snel te weinig zijn. Gelukkig kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Switches zijn in allerlei soorten en maten te koop, en de goedkoopste exemplaren heb je al voor minder dan twee tientjes in huis.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste netwerkswitch kiest. Ga je voor een:

  • Unmanaged of managed switch?
  • Gigabit- of multigigabitswitch?
  • Switch met Power over Ethernet (PoE)?
  • Switch met 8, 16, 24 of 38 poorten?

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Tip 1 Wat is een switch?

Een switch zorgt ervoor dat je meerdere netwerkapparaten met netwerkkabels met elkaar kunt verbinden en vormt dan ook de basis van je netwerk. Zonder switch heb je geen thuisnetwerk. Iedere consumentenrouter is daarom voorzien van een ingebouwde switch met doorgaans vier aansluitingen. Als je daar niet genoeg aan hebt, dan kun je kiezen voor een (extra) losse switch.

Switches zijn er in allerlei soorten en maten. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen unmanaged (onbeheerde) en managed (beheerde) switches. Er zijn compacte modellen met slechts vijf poorten voor thuis tot grote, professionele apparaten die in een serverrack thuishoren met wel 48 poorten. En alles ertussenin.

De keuze voor een switch is dus logisch als je netwerkaansluitingen tekort komt, maar kan ook handig zijn als je hooguit vier bedrade netwerkapparaten hebt die niet bij je router in de buurt staan. In plaats van vier lange kabels op je router aan te sluiten, heb je slechts één lange kabel nodig die je aansluit op je switch. Op die switch sluit je dan met kortere kabels je apparaten aan. Handig voor in je werkkamer of bij de televisie.

©metelevan - stock.adobe.com

De meeste routers zijn voorzien van een switch met slechts vier netwerkaansluitingen.

Betere wifi

Hoewel wifi handig is, kunnen de prestaties afnemen als er veel apparaten tegelijkertijd gebruikt worden. Door zo veel mogelijk apparaten via een netwerkkabel aan te sluiten, kun je de druk op je wifi-netwerk aanzienlijk verlagen. Zo reserveer je de wifi-bandbreedte voor apparaten die je alleen draadloos kunt gebruiken, zoals smartphones en tablets. Dit zorgt voor stabielere verbindingen en betere prestaties voor die draadloze apparaten.

Tip 2 Plug and play

De meeste switches voor thuisgebruik zijn unmanaged, wat betekent dat je ze zonder configuratie kunt gebruiken. Je sluit je apparaten aan en de switch doet de rest. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor wie geen zin heeft in ingewikkelde instellingen of technische aanpassingen. De switch verdeelt het netwerkverkeer automatisch en zorgt ervoor dat alles soepel blijft werken, of je nu aan het streamen, werken of gamen bent. Het is letterlijk een kwestie van aansluiten en al je apparaten zijn verbonden met je netwerk.

©leungchopan - stock.adobe.com

Switches zijn plug and play: sluit je apparaten aan en ze zijn met elkaar verbonden.

Tip 3 Managed switch

De tegenhanger van de unmanaged ofwel onbeheerde switch is de managed ofwel beheerde switch. Een managed switch heeft een webinterface en soms een configuratietool waarmee je instellingen van de switch kunt veranderen. Voor thuisgebruik heeft dat vooral nut voor het creëren van VLAN’s: virtuele netwerken waarmee je verkeer op je netwerk kunt scheiden. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld IoT-apparaten die je niet vertrouwt, maar veel routers en wifi-apparatuur voor consumenten bieden geen ondersteuning voor VLAN, waardoor je er dan alsnog weinig aan hebt.

Om je netwerk volledig te kunnen scheiden, moeten ook je router en eventuele extra wifi-accesspoints met VLAN kunnen omgaan. Wil je niet werken met VLAN’s, dan heb je een managed switch meestal niet nodig en kun je zonder problemen kiezen voor een unmanaged switch.

Wil je overigens werken met PoE (zie tip 5), dan raden we je ook als je geen VLAN wilt gebruiken juist toch een managed exemplaar aan. Je kunt dan namelijk in de webinterface aflezen hoeveel energie je PoE-apparaten gebruiken en dat kan handige informatie zijn om te weten. In de praktijk zijn veel goedkopere PoE-switches tot acht poorten ook managed, waardoor deze combinatie een logische aanschaf is. De meeste managed switches werken uit de doos hetzelfde als een unmanaged switch en kun je daarom zonder configuratie gebruiken.

Een managed switch heeft een webinterface waarmee je onder meer VLAN’s kunt beheren.

Tip 4 Multi-gigabit?

Switches zijn er in verschillende snelheidsklassen. Voor de meeste toepassingen is gigabit-ethernet nog steeds snel genoeg, zeker als je thuis nog geen multi-gigabitapparatuur of zelfs een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s hebt.

Er zijn wel steeds meer apparaten met multi-gigabitaansluitingen te koop, dus wellicht heb je al snellere apparatuur in huis. Zo zijn veel nieuwe moederborden en pc’s voorzien van netwerkaansluitingen met een snelheid van 2,5 Gbit/s en ook op NAS-apparaten zien we steeds vaker een snelle netwerkaansluiting.

Je hebt natuurlijk pas echt een multi-gigabitswitch nodig als je meerdere apparaten met een multi-gigabitaansluiting hebt die je daadwerkelijk op een hogere snelheid met elkaar wilt laten communiceren, denk aan een pc en een NAS. Vergeleken met gigabitswitches zijn multi-gigabitswitches nog altijd flink duurder. Volledig overstappen naar multi-gigabit kan in de papieren lopen, maar dat hoeft gelukkig niet. Je kunt prima switches met verschillende snelheden in één netwerk gebruiken. Zo kun je in een deel van je netwerk overstappen op multi-gigabitswitches, terwijl je in de rest van je netwerk gigabitswitches gebruikt. Wel moet je tussen twee apparaten met multi-gigabitaansluiting ervoor zorgen dat alle switches om kunnen gaan met de gewenste multi-gigabitsnelheid.

Multi-gigabitaansluitingen worden steeds normaler, zo is de QNAP TS216G NAS voorzien van een 2,5Gbit/s-aansluiting.

Tip 5 Power over Ethernet

Er is nog een eigenschap waar je op kunt letten als je een switch wilt kopen en dat is Power over Ethernet (PoE). De benodigde energie voor de voeding van een netwerkapparaat gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints of beveiligingscamera’s. TP-Link verkoopt in de vorm van de Deco X50-PoE een wifi-mesh-set die je kunt voeden via PoE die de eenvoud van een mesh-systeem combineert met de voordelen van een netwerkkabel.

Uiteraard zorgt de toevoeging van PoE wel voor een hogere prijs, al hangt dat ook af van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn PoE of 802.3af, dat zo’n 15 watt per poort kan leveren, en Poe+ of 802.3at dat tot 30 watt per poort kan leveren. Nog hoger kan ook, zo kan PoE++ of 802.3bt minimaal 60 watt per poort leveren. Dat laatste is voor thuis echter zelden nodig en zulke switches zijn behalve prijzig doorgaans ook actief gekoeld.

Overigens hebben de meeste switches daarnaast ook een totaal maximaal vermogen voor alle poorten samen en dat kan (flink) lager liggen dan bijvoorbeeld vier keer 30 watt. Dat is niet heel erg, want veel PoE gevoede apparaten vragen veel minder dan 30 watt. Bij een gering aantal PoE-apparaten is een PoE-switch soms niet per se nodig. Bij sommige PoE-geschikte netwerkapparaten krijg je een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan kunt doorlussen naar een switch zonder PoE. Heb je meerdere PoE-apparaten in gebruik, dan wordt dat wel al snel rommelig, al is het maar omdat iedere injector een stopcontact vereist, waardoor een PoE-switch dan een goede investering is.

©nikaz - stock.adobe.com

Met een PoE-switch kun je wifi-accesspoints of ip-camera’s vanaf een centraal punt voorzien van data én voeding.

Tip 6 Aantal poorten

Het aantal poorten op een netwerkswitch is een van de belangrijkste dingen om in gedachten te houden bij de aanschaf. Switches beginnen bij vijf poorten, maar we raden aan om minimaal een model met acht poorten te kiezen. Je hebt altijd één poort nodig om de switch aan te sluiten op je netwerk, meestal via je router. Een switch met vijf poorten geeft je dus eigenlijk maar vier bruikbare extra aansluitingen. Omdat een achtpoorts-switch vaak nauwelijks duurder is, krijg je voor een kleine meerprijs veel meer flexibiliteit.

Verwacht je groei of heb je al een groter netwerk? Dan is een switch met 16, 24 of zelfs 48 poorten een betere keuze. Dit voorkomt dat je later meerdere switches moet inzetten, wat het netwerk overzichtelijker en efficiënter maakt. Voor thuisgebruik zijn de normale RJ45-poorten goed genoeg. Sommige duurdere switches zijn daarnaast ook voorzien van SFP+-sloten waarin je SFP+-modules kunt schuiven. Zulke aansluitingen worden vaak gebruikt voor glasvezelnetwerken of om twee snelle switches met elkaar te verbinden. Voor normaal gebruik heb je geen SFP+ nodig.

©Daria Sol - stock.adobe.com

Er zijn switches met vijf poorten te koop, maar een switch met acht poorten geeft je meer flexibiliteit.

Muurmontage

Desktopswitches kun je meestal aan de muur bevestigen doordat er op de onderkant twee montagegaten aangebracht zijn. Handig om een switch in bijvoorbeeld de meterkast te hangen. Als er geen boormal wordt meegeleverd, kun je er zelf een maken. Leg hiervoor een vel papier op de achterkant en strijk met de zijkant van een potloodpunt de plek van de gaten heen. De positie van de gaten staan nu duidelijk op het vel papier.

Veel desktopswitches zijn voorzien van bevestigingsgaten waarmee je de switch op de muur kunt bevestigen.

Tip 7 IGMP-snooping

De meeste internetproviders leveren televisiezenders tegenwoordig via een eigen settopbox, die je het best bedraad kunt aansluiten. Omdat je bij de televisie waarschijnlijk nog wel meer apparaten hebt die je bedraad kunt aansluiten, zoals een spelcomputer of andere mediaspeler, is een switch een handige toevoeging aan je televisiemeubel. Let er vooral op dat als je een settopbox van een provider gebruikt dat je eigen switch de functie IGMP-snooping ondersteunt. Dit voorkomt dat je switch en netwerk vertraagt wordt als je internetprovider multicast-verkeer gebruikt voor de televisiestreams.

IGMP-snooping is een functie die ervoor zorgt dat multicast-verkeer binnen je netwerk alleen wordt doorgestuurd naar apparaten die hierom vragen. Zonder IGMP-snooping wordt al het multicast-verkeer naar elk apparaat in het netwerk gestuurd, wat kan leiden tot onnodige belasting en verminderde prestaties.

Dit is vooral handig bij het gebruik van diensten zoals ip-televisie (IPTV) via een settopbox. Televisie-apps op Android TV maken gebruik van unicast-verkeer en vereisen daarom geen IGMP-snooping voor een goede werking. Overigens kan als je IGMP-snooping nodig hebt een managed switch handiger zijn, omdat je dan controle hebt om de functionaliteit daadwerkelijk in te schakelen. KPN verkoopt bijvoorbeeld managed switches met vijf poorten in de vorm van de Netgear GS105E en TP-Link TL-SG105E die goed samenwerken met hun ip-televisieplatform.

Op managed switches kun je IGMP-snooping doorgaans specifiek inschakelen.

Tip 8 Opbouw

Bij het werken met meerdere switches moet je rekening houden met de prestaties van je netwerk. Daarbij is het handig om te weten dat verkeer van apparaten die op dezelfde switch zijn aangesloten, binnen de switch blijft. Hierdoor kunnen deze apparaten op volledige snelheid met elkaar communiceren. Wanneer je switches op elkaar aansluit, dan gaat al het verkeer tussen die switches meestal over één aansluiting; thuis is dat doorgaans een gigabitverbinding en dat zou bij zwaar gebruik een bottleneck kunnen vormen.

Werk bij de opbouw van je netwerk daarom met zo min mogelijk switches en zo veel als mogelijk met één centrale switch. Apparaten die voor het hele netwerk op de optimale snelheid bereikbaar moeten zijn, kun je het best op de centrale switch aansluiten. Denk dan bijvoorbeeld aan een NAS. Je kunt uiteraard wel switches aansluiten achter je centrale switch, bijvoorbeeld een switch in het kastje bij je televisie voor zaken als je spelcomputer, mediaspeler of smart-tv.

Iets waar je je bewust van moet zijn bij het werken met meerdere switches, is dat ieder onderdeel in theorie de betrouwbaarheid van je netwerk verlaagt. Als de eerder genoemde switch in je televisiekastje kapot gaat, zijn in één keer al die apparaten onbereikbaar. En als je nog verder gelaagd gaat werken, dus bijvoorbeeld drie switches achter elkaar, dan wordt die kans natuurlijk alleen maar groter. Daarom is drie achter elkaar aangesloten switches het maximum wat we je voor thuis adviseren.

De switch is idealiter het middelpunt van je netwerk.

Tip 9 Beheerd systeem

Een stap verder dan een managed switch is een switch die onderdeel is van een beheerd netwerksysteem, zoals TP-Link Omada of Ubiquiti Unifi. Zowel de Omada- als de Unifi-productreeks omvatten behalve switches ook andere netwerkapparaten, zoals accesspoints en routers. Als je van plan was om een via PoE gevoed accesspoint in huis te installeren en dat accesspoint valt in bijvoorbeeld de Omada-reeks, dan is het handig om ook te kiezen voor een managed switch die in dezelfde reeks valt, zodat je alles centraal kunt instellen.

De genoemde systemen zijn eigenlijk wel bedoeld voor kleine bedrijven en daarom relatief ingewikkeld in te stellen. Het zijn dus wellicht niet direct geschikte producten voor jou, maar het is handig om van het bestaan te weten als je op zoek bent naar een PoE-switch. Een alternatief voor kleinzakelijke en centraal beheerde via PoE gevoede accesspoints is de eerdergenoemde TP-Link Deco X50-PoE. Dit wifi-mesh-systeem werkt net zo eenvoudig als andere Deco-systemen, maar kun je wel centraal voeden via een PoE-switch.

In een beheerd systeem als TP-Link Omada beheer je onder meer switches en accesspoints vanuit één interface.

Kooptips

Heb je niet genoeg aansluitingen en meer netwerkpoorten nodig? Wij hebben drie switches voor je uitgezocht

Managed met PoE: TP-Link TL-SG108PE

TP-link biedt met de TL-SG108PE veel functionaliteit voor een scherpe prijs. Deze switch met acht gigabitaansluitingen is niet alleen managed en te configureren via een webinterface, maar biedt ook vier poorten met PoE+ (maximaal 30 watt per poort) met een totaal vermogen van 64 watt. Dat is genoeg voor een paar camera’s of accesspoints. Deze switch ondersteunt IGMP-snooping en is dus te gebruiken in combinatie met IP-televisie. De voeding is extern en er is geen ventilator ingebouwd waardoor de TL-SG108PE geruisloos zijn werk doet. De switch zelf heeft een compacte metalen behuizing en is netjes gebouwd. Je kunt de switch eventueel ook aan de muur monteren.

Simpel met acht poorten: Netgear ProSafe GS108

Ben je op zoek naar een simpele, onbeheerde gigabitswitch met acht poorten? Dan is de Netgear ProSafe al jarenlang een populair model. Niet voor niets, want deze energiezuinige switch werkt prima en heeft een bijzonder stevige metalen behuizing die volgens Netgear zelf gebouwd is als een tank. Je sluit hem aan en je hebt er verder geen omkijken naar want configureren is niet nodig. Dankzij montagegaten aan de achterkant kun je hem eventueel ook aan de muur bevestigen. Netgear biedt levenslange garantie op deze switch, maar helaas is de voedingsadapter hierbij uitgesloten en dat is uit ervaring het kwetsbaarste onderdeel.

Multi-gigabit: TP-Link TL-SG108-M2

We zien steeds vaker multi-gigabit-aansluitingen op nieuwe apparaten, maar daar heb je niks aan zonder een geschikte switch. Multi-gigabitswitches zijn nog een flink stuk duurder dan de gewone 1Gbit/s-versies. De managed varianten zijn voor thuis wat ons betreft nog te duur, maar de unmanaged modellen beginnen wel in het bereik van de thuisgebruiker te komen. Zo heeft deze TP-Link TL-SG108.M2 maar liefst acht netwerkaansluitingen met ondersteuning voor 2,5 Gbit/s, de multi-gigabitstandaard die je op veel nieuwere pc’s en NAS-apparaten aantreft. Je kunt nog wat geld besparen door te kiezen voor een model met vijf aansluitingen, zoals de TP-Link TL-SG105-M2.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de snoerloze Philips 5000 Series XC5041/01 steelstofzuiger
© Philips
Huis

Consumenten testen: de snoerloze Philips 5000 Series XC5041/01 steelstofzuiger

De Philips 5000 Series XC5041/01 is een snoerloze steelstofzuiger met een geïntegreerde dweilfunctie. Met een batterijduur tot 60 minuten, een LED-mondstuk voor beter zicht op vuil en een lichtgewicht ontwerp maak je er eenvoudig en grondig mee schoon. Maar hoe bevalt hij in de praktijk? Lees hier wat het Review.nl Testpanel van de Philips 5000 Series XC5041/01 vond.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips 5000 Series XC5041/01 combineert stofzuigen en dweilen in één handeling, dankzij de Aqua-module. De PowerCyclone 10-technologie zorgt voor een krachtige zuigprestatie, terwijl de LED-verlichting verborgen stof zichtbaar maakt. De stofzuiger heeft een accuduur tot 60 minuten in de zuinige modus en beschikt over een intuïtief scherm waarop de batterijstatus en zuigkrachtmodus worden weergegeven.

De Philips 5000 Series XC5041/01 heeft van de testers een gemiddelde reviewscore van 7,6 gekregen. Vooral de wendbaarheid, de LED-verlichting en het snoerloze gemak worden geprezen. Hieronder worden de ervaringen van de testers uitgebreid besproken.

Wendbaar, licht en makkelijk in gebruik

Veel testers zijn enthousiast over hoe makkelijk de stofzuiger in gebruik is. Tester M. zegt: "Hij is erg wendbaar en het licht op de zuigmond maakt dat het stof goed zichtbaar is." Ook Testertje99 merkt op: "Het is een mooie stofzuiger die licht van gewicht is, waardoor hij fijn en flexibel in gebruik is." Dat hij snoerloos is, wordt als een grote pre gezien. Mysteriewoman zegt: "Doordat hij draadloos is en makkelijk te pakken is, zul je ook sneller even een rondje stofzuigen." CleanExpert voegt toe: "Met een hond in huis die standaard elke dag een modderboeltje meebrengt, is het fijn om snel en zonder snoer te kunnen stofzuigen."

©Philips

Batterijduur en laadtijd

Over de batterijduur zijn de meningen verdeeld. Sommige testers ervaren geen problemen. Mariel6 zegt: "Voor mijn compacte appartement is het perfect." Ook SYak is tevreden: "Met de batterij kun je makkelijk twee verdiepingen schoonzuigen en dweilen tegelijk, drie verdiepingen haalt hij helaas niet." Anderen vinden de accuduur te kort. AVD merkt op: "Zelfs op de middelste stand is het niet mogelijk heel ons huis, ca. 100 m², in één keer schoon te maken. Zodra de batterij aan de oplader hangt duurt het ook erg lang voor deze weer vol is, meer dan vijf uur."

©Philips

Zuigkracht en prestaties

Testers zijn tevreden over hoe deze stofzuiger zijn werk doet. Capes68 zegt: "Wat echt heel goed is, is de zuigkracht. Of het nu een harde vloer is of een karpet, hij zuigt alles prima op." Toch zijn er enkele testers die de zuigkracht op bepaalde standen minder vinden. Stimsle zegt: "Als ik het vloerkleed in de woonkamer goed wil zuigen, is stand 3 wel nodig. Maar dan is de accu in 10 minuten leeg." Ook de LED-verlichting op de zuigmond wordt door meerdere testers als positief ervaren. JeroenS zegt: "De verlichting op de zuigmond laat goed zien waar nog stof ligt, vooral handig onder meubels." En CleanExpert merkt nog op: "Vooral die handstofzuiger is ideaal; gewoon loskoppelen en klaar ben je voor al die pootafdrukken en kruimels."

©Philips

Dweilfunctie: handig, maar niet perfect

De dweilfunctie wordt wisselend beoordeeld. Sommige testers vinden het een handige toevoeging. SYak zegt: "Dweilen en stofzuigen in één was altijd al mijn droom, ik ben nu twee keer sneller klaar dan voorheen." Capes68 merkt op: "De dweilfunctie met microvezel doek is een mooi extraatje. Naast dat dit super efficiënt is en je veel tijd gaat schelen hebben wij ook ervaren dat het huis veel minder stof rond dwarrelt wat zeker scheelt als je een allergie hebt voor stof. Dit in combi met de zuigkracht is voor ons de grootste plus van deze steelstofzuiger." Niet alle testers delen dit enthousiasme. Zo vindt Mariel6 het bijvoorbeeld een nadeel dat je de waterhoeveelheid bij het dweilen niet kunt regelen. En Mysteriewoman zegt: "Het is geen vervanging van het normale dweilen, want het doekje is klein. Maar," voegt ze eraan toe, "om even tussendoor wat vlekken van de vloer te verwijderen is het erg handig."

"Wat echt heel goed is, is de zuigkracht. Of het nu een harde vloer is of een karpet, hij zuigt alles prima op."

- Capes68

Onderhoud en gebruiksgemak

Het schoonmaken van de stofzuiger vinden de meeste testers eenvoudig. Stimsle zegt: "Je kunt het stofreservoir makkelijk losmaken." Capes68 voegt toe: "Het reinigen van de verschillende componenten is een fluitje van een cent." Wienkie vond wel het legen van de stofbak terwijl hij hangt lastig: "Je kunt er net met je vingers bij om hem los te maken."

©Philips

✅ Pluspunten

  • Licht en wendbaar

  • Snoerloos

  • LED-verlichting

  • Dweilfunctie als extra toevoeging

❌ Minpunten

  • Lange oplaadtijd

  • Waterafgifte bij dweilen niet regelbaar

Eindoordeel

De Philips 5000 Series XC5041/01 is een lichte, wendbare en snoerloze stofzuiger die ideaal is voor snelle schoonmaakbeurten. Testers waarderen vooral de LED-verlichting, het lichte gewicht en het gebruiksgemak. De batterijduur is voor kleinere woningen prima, maar voor grotere huishoudens kan hij tekortschieten. De dweilfunctie is een handige toevoeging, maar vervangt niet het reguliere dweilen. Al met al beoordelen de testers deze stofzuiger met een nette 7,6.

Philips 5000 Series XC5041/01 snoerloze steelstofzuiger

Op Kieskeurig.nl