ID.nl logo
Zo kun je programmeren in Python - Deel 5
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kun je programmeren in Python - Deel 5

In de href="https://computertotaal.nl/artikelen/pc/zo-kun-je-programmeren-in-python-deel-4/" rel="noopener noreferrer" target="_blank">vorige les</a> toonden we allerlei manieren om de uitvoer van tekst op het scherm aan te passen. In deze les zetten we de stap van je scherm naar bestanden: we gaan gegevens uit bestanden lezen en naar bestanden schrijven. Daarnaast leer je reageren op exceptions: foutmeldingen die Python je geeft als er iets misgaat.

Twee lessen geleden gebruikte je de functie input om wat de gebruiker op zijn toetsenbord intypt te registreren. En in de vorige les toonden we je hoe je met de functie print uitvoer op het scherm toont. Maar in- en uitvoer kan ook via bestanden verlopen. Laten we eens kijken hoe dat gaat.

Hier kun je les vier bekijken.

We beperken ons in deze les tot het lezen en schrijven van tekstbestanden. Je kunt ook met binaire bestanden werken, die willekeurige data in een andere vorm dan tekst kunnen bevatten, maar dat is wat meer werk omdat je de data nog moet interpreteren. Voor de rest werkt dit hetzelfde.

Een tekstbestand lezen

We tonen hier in een voorbeeld hoe je op een Linux-machine zoals een Raspberry Pi met Raspberry Pi OS (tot voor kort Raspbian geheten) het bestand met de lijst van gebruikers uitleest. Ook op macOS werkt dit voorbeeld. Gebruik je Windows, maak dan zelf een bestand aan met de inhoud die we in ons voorbeeld tonen en pas de locatie van het te openen bestand aan in je Python-code.

De eenvoudigste manier om een volledig tekstbestand uit te lezen en op het scherm te tonen, heeft maar twee regels nodig:

with open('/etc/passwd', 'rt') as bestand:

print(bestand.read())

In de eerste regel openen we het bestand met de functie open. Het eerste argument is het bestand dat we willen openen. We hebben hier een volledig pad gebruikt: '/etc/passwd'. Als je een bestand wilt lezen dat in dezelfde directory staat als waarin je de Python-interpreter hebt opgestart, hoef je geen volledig pad door te geven: de bestandsnaam volstaat dan. Met het tweede argument 'rt' geven we aan dat we het bestand willen lezen en dat het om een tekstbestand gaat.

De constructie met with is wat Python een ‘context manager’ noemt. In het with-blok heb je toegang tot het object bestand dat het geopende bestand voorstelt. Na het with-blok wordt het bestand automatisch gesloten, zodat je het niet meer kunt lezen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet: ook zonder with kun je bestanden openen, maar als je dan het bestand na gebruik vergeet te sluiten, kan dit tot problemen leiden. Werk dus nooit met bestanden zonder with.

In de tweede regel roepen we de functie read op het object bestand aan. Deze functie geeft de volledige inhoud van het tekstbestand terug als een string, die we dan met print op het scherm tonen. Op een typisch Linux-systeem ziet de uitvoer er als volgt uit (we tonen hier maar enkele regels):

root:x:0:0:root:/root:/bin/bash

daemon:x:1:1:daemon:/usr/sbin:/usr/sbin/nologin

bin:x:2:2:bin:/bin:/usr/sbin/nologin

Enzovoort

Een tekstbestand regel voor regel lezen

Maar wat als we niet het hele bestand in één keer willen inlezen, maar regel voor regel, bijvoorbeeld omdat we willen testen of de regels aan specifieke voorwaarden voldoen? Geen probleem, ook dat is in Python heel eenvoudig. In plaats van de functie read op je bestand toe te passen, ga je dan met een for-lus door de elementen van het bestand. Het tekstbestand dat je van de functie open terugkrijgt, gedraagt zich immers als een lijst met als elementen de opeenvolgende regels in het bestand.

Een string splitsen

Maar als we die regels een voor een gaan inlezen, moeten we er ook iets mee doen. Zoals je ziet, bevat het bestand /etc/passwd op elke regel allerlei informatie over de gebruiker, telkens afgescheiden door een dubbele punt. We willen elk van die gegevens afzonderlijk uitlezen. Dat gaat eenvoudig met de functie split die we op een string kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld:

>>> 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

['root', 'x', '0', '0', 'root', '/root', '/bin/bash']

Je ziet hier dat we aan de functie split het teken meegeven dat de verschillende componenten van de string afscheidt: ':'. Het resultaat is een lijst met strings die onderdeel uitmaken van onze lange string, zonder de afscheidingstekens ':'.

De opeenvolgende componenten in de regels van het bestand /etc/passwd hebben overigens de volgende betekenis: gebruikersnaam, ongebruikt, ID van de gebruiker, ID van de groep, volledige gebruikersnaam, persoonlijke map van de gebruiker, shell van de gebruiker.

Een lijst uitpakken

Je kunt nu naar de elementen in de gesplitste string verwijzen met een index, bijvoorbeeld:

>>> informatie = 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

>>> informatie[0]

'root'

>>> informatie[6]

'/bin/bash'

Maar dat is niet heel duidelijk. Zo willen we informatie[0] eigenlijk gebruiker noemen en informatie[6] de naam shell geven. Gelukkig kun je in Python de elementen van een lijst eenvoudig in één keer aan enkele variabelen toekennen. Dat heet unpacking. In ons voorbeeld gaat dat als volgt:

>>> gebruiker, *_, naam, directory, shell = 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

>>> gebruiker

'root'

>>> _

['x', '0', '0']

>>> naam

'root'

>>> directory

'/root'

>>> shell

'/bin/bash'

De notatie * gebruik je om een willekeurig aantal elementen uit te pakken. Omdat we in dit geval niet in deze elementen geïnteresseerd zijn, kennen we ze toe aan de variabele met de naam _, vandaar dat we bij het uitpakken *_ gebruiken. We konden dit hier ook vervangen door gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell.

Gegevens uit een tekstbestand filteren

Dan weet je nu genoeg om de volgende opdracht uit te voeren: lees het bestand met wachtwoorden regel per regel in en als de shell geen '/usr/sbin/nologin' of '/bin/false' is, toon je de gebruikersnaam, volledige gebruikersnaam en persoonlijke map.

De code ziet er als volgt uit:

with open('/etc/passwd', 'rt') as bestand:

for regel in bestand:

gebruiker, *_, naam, directory, shell = regel.strip().split(':')

if shell not in ['/bin/false', '/usr/sbin/nologin']:

print(' {1} ({0}): {2} ({3})'.format(gebruiker, naam, directory, shell))

We openen dus het bestand /etc/passwd als tekstbestand om te lezen. Voor elke regel in het bestand pakken we de verschillende elementen uit in enkele variabelen. We kijken dan of de shell niet gelijk is aan de twee eerdergenoemde shells. Als aan die voorwaarde is voldaan, tonen we de gebruiker, zijn volledige naam, zijn persoonlijke map en zijn shell.

Er is slechts één nieuwigheid in deze code: de functie strip. Die verwijdert witruimte en nieuwe regels aan het begin en het einde van een string. Dat hebben we hier nodig omdat de shell op het einde van de regel staat en er daar dus een teken voor een nieuwe regel komt. Zonder die aanroep van strip zou de vergelijking in de regel erna niet werken.

Naar een tekstbestand schrijven

Naar een tekstbestand schrijven, verloopt op een vergelijkbare manier als een tekstbestand lezen. We beginnen een with-blok waarin we het bestand openen en daarin schrijven we naar het bestand:

with open('bestand.txt', 'wt') as bestand:

bestand.write('Dit is de eerste regel.\n')

bestand.write('Dit is de tweede regel.\n')

bestand.write('Dit is de derde regel.\n')

Op het einde van elke regel moet je zelf een teken voor een nieuwe regel toevoegen: \n. Een andere manier om een regel naar een tekstbestand te schrijven, is met de functie print, die automatisch een nieuwe regel toevoegt:

print('Dit is de eerste regel.', file=bestand)

Merk op dat we het bestand openen met als tweede argument 'wt', waarmee we aangeven dat we naar het bestand willen schrijven. Op deze manier overschrijven we alle al bestaande inhoud van het bestand, dus let hiermee op!

Als je deze situatie wilt vermijden, kun je open aanroepen met de bestandsmodus 'xt'. Als het bestand nog niet bestaat, doet die hetzelfde als 'wt': je kunt naar het bestand schrijven. Maar als het bestand al bestaat, krijg je een foutmelding:

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is een test.', file=bestand)

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is nog een test.', file=bestand)

Traceback (most recent call last):

File "<pyshell>", line 1, in <module>

FileExistsError: [Errno 17] File exists: 'bestand.txt'

Een andere interessante bestandsmodus is 'at' (van ‘append’): hiermee voeg je aan het einde van een bestaand tekstbestand regels toe.

Exceptions afhandelen

In het voorbeeld hierboven zou je waarschijnlijk de foutmelding dat het bestand al bestaat op een nettere manier willen afhandelen. Wat we tot nu toe een foutmelding genoemd hebben, heet in Python een exception. Er bestaan verschillende types exceptions en in je Python-code kun je eenvoudig het optreden van exceptions afvangen. Dat gaat als volgt:

try:

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is nog een test.', file=bestand)

except FileExistsError:

print('FOUT: Het bestand bestaat al.')

De code binnen het try-blok wordt uitgevoerd zoals normaal. Maar als er binnen dit blok een exception voorkomt, gaat het programma door naar het except-blok. Daarin hebben we aangegeven dat we alleen in de exceptions van het type FileExistsError geïnteresseerd zijn. In het geval er zo een voorkomt, tonen we onze eigen foutmelding. Daarna gaat het programma verder na het except-blok.

Als je meerdere types exceptions wilt afvangen, voeg je meerdere except-blokken toe met elk het andere type exception. Als je voor meerdere types exceptions dezelfde code wilt uitvoeren, dan zet je die exceptions tussen haakjes, zoals hier:

except (ZeroDivisionError, ValueError):

En als je op alle mogelijke exceptions hetzelfde wilt reageren, voeg je gewoon een except-blok zonder de naam van een exception toe, al is dat niet zo vaak zinvol.

Samenvatting

In deze les hebben we geleerd hoe we tekstbestanden kunnen inlezen en strings in onderdelen kunnen splitsen. Ook in de andere richting kun je nu met tekstbestanden werken: je kunt willekeurige tekst naar een bestand schrijven. En doordat je hebt geleerd hoe je exceptions kunt afvangen, hoeven de gebruikers van je programma geen cryptische foutmeldingen van Python meer te krijgen. Omdat je met deze kennis al complexere Python-programma’s kunt schrijven, leer je in de volgende les hoe je je programma meer kunt structureren in functies en modules.

Opdracht

Vraag de gebruiker om een regel zoals root:x:0:0:root:/root:/bin/bash voor gebruik in een wachtwoordbestand op te geven. Schrijf de belangrijkste elementen van de regel naar een afzonderlijke regel in een bestand, in de vorm: Gebruiker: root Naam: root Directory: /root Shell: /bin/bash Zorg dat je programma een heldere foutmelding geeft als de regel niet de correcte vorm voor een wachtwoordbestand heeft.

Uitwerking

regel = input('Voer een regel voor het wachtwoordbestand in: ') try: gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell = regel.strip().split(':') with open('wachtwoordbestand', 'wt') as bestand: print('Gebruiker: {}'.format(gebruiker), file=bestand) print('Naam: {}'.format(naam), file=bestand) print('Directory: {}'.format(directory), file=bestand) print('Shell: {}'.format(shell), file=bestand) except ValueError: print('Voer de regel in de volgende vorm in:') print('gebruiker:x:0:0:naam:directory:shell') Dit is een rechtstreekse combinatie van alles wat je in deze les geleerd hebt. Let op: we hebben hier wel gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell nodig en niet de kortere versie gebruiker, *_, naam, directory, shell. Met die laatste regel garanderen we immers niet dat de regel uit exact zeven elementen bestaat.

Cheatsheet

exception: een foutmelding in Python pad: de locatie van een bestand, met alle bovenliggende directorynamen erbij

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen