ID.nl logo
Zo kun je programmeren in Python - Deel 5
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kun je programmeren in Python - Deel 5

In de href="https://computertotaal.nl/artikelen/pc/zo-kun-je-programmeren-in-python-deel-4/" rel="noopener noreferrer" target="_blank">vorige les</a> toonden we allerlei manieren om de uitvoer van tekst op het scherm aan te passen. In deze les zetten we de stap van je scherm naar bestanden: we gaan gegevens uit bestanden lezen en naar bestanden schrijven. Daarnaast leer je reageren op exceptions: foutmeldingen die Python je geeft als er iets misgaat.

Twee lessen geleden gebruikte je de functie input om wat de gebruiker op zijn toetsenbord intypt te registreren. En in de vorige les toonden we je hoe je met de functie print uitvoer op het scherm toont. Maar in- en uitvoer kan ook via bestanden verlopen. Laten we eens kijken hoe dat gaat.

Hier kun je les vier bekijken.

We beperken ons in deze les tot het lezen en schrijven van tekstbestanden. Je kunt ook met binaire bestanden werken, die willekeurige data in een andere vorm dan tekst kunnen bevatten, maar dat is wat meer werk omdat je de data nog moet interpreteren. Voor de rest werkt dit hetzelfde.

Een tekstbestand lezen

We tonen hier in een voorbeeld hoe je op een Linux-machine zoals een Raspberry Pi met Raspberry Pi OS (tot voor kort Raspbian geheten) het bestand met de lijst van gebruikers uitleest. Ook op macOS werkt dit voorbeeld. Gebruik je Windows, maak dan zelf een bestand aan met de inhoud die we in ons voorbeeld tonen en pas de locatie van het te openen bestand aan in je Python-code.

De eenvoudigste manier om een volledig tekstbestand uit te lezen en op het scherm te tonen, heeft maar twee regels nodig:

with open('/etc/passwd', 'rt') as bestand:

print(bestand.read())

In de eerste regel openen we het bestand met de functie open. Het eerste argument is het bestand dat we willen openen. We hebben hier een volledig pad gebruikt: '/etc/passwd'. Als je een bestand wilt lezen dat in dezelfde directory staat als waarin je de Python-interpreter hebt opgestart, hoef je geen volledig pad door te geven: de bestandsnaam volstaat dan. Met het tweede argument 'rt' geven we aan dat we het bestand willen lezen en dat het om een tekstbestand gaat.

De constructie met with is wat Python een ‘context manager’ noemt. In het with-blok heb je toegang tot het object bestand dat het geopende bestand voorstelt. Na het with-blok wordt het bestand automatisch gesloten, zodat je het niet meer kunt lezen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet: ook zonder with kun je bestanden openen, maar als je dan het bestand na gebruik vergeet te sluiten, kan dit tot problemen leiden. Werk dus nooit met bestanden zonder with.

In de tweede regel roepen we de functie read op het object bestand aan. Deze functie geeft de volledige inhoud van het tekstbestand terug als een string, die we dan met print op het scherm tonen. Op een typisch Linux-systeem ziet de uitvoer er als volgt uit (we tonen hier maar enkele regels):

root:x:0:0:root:/root:/bin/bash

daemon:x:1:1:daemon:/usr/sbin:/usr/sbin/nologin

bin:x:2:2:bin:/bin:/usr/sbin/nologin

Enzovoort

Een tekstbestand regel voor regel lezen

Maar wat als we niet het hele bestand in één keer willen inlezen, maar regel voor regel, bijvoorbeeld omdat we willen testen of de regels aan specifieke voorwaarden voldoen? Geen probleem, ook dat is in Python heel eenvoudig. In plaats van de functie read op je bestand toe te passen, ga je dan met een for-lus door de elementen van het bestand. Het tekstbestand dat je van de functie open terugkrijgt, gedraagt zich immers als een lijst met als elementen de opeenvolgende regels in het bestand.

Een string splitsen

Maar als we die regels een voor een gaan inlezen, moeten we er ook iets mee doen. Zoals je ziet, bevat het bestand /etc/passwd op elke regel allerlei informatie over de gebruiker, telkens afgescheiden door een dubbele punt. We willen elk van die gegevens afzonderlijk uitlezen. Dat gaat eenvoudig met de functie split die we op een string kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld:

>>> 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

['root', 'x', '0', '0', 'root', '/root', '/bin/bash']

Je ziet hier dat we aan de functie split het teken meegeven dat de verschillende componenten van de string afscheidt: ':'. Het resultaat is een lijst met strings die onderdeel uitmaken van onze lange string, zonder de afscheidingstekens ':'.

De opeenvolgende componenten in de regels van het bestand /etc/passwd hebben overigens de volgende betekenis: gebruikersnaam, ongebruikt, ID van de gebruiker, ID van de groep, volledige gebruikersnaam, persoonlijke map van de gebruiker, shell van de gebruiker.

Een lijst uitpakken

Je kunt nu naar de elementen in de gesplitste string verwijzen met een index, bijvoorbeeld:

>>> informatie = 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

>>> informatie[0]

'root'

>>> informatie[6]

'/bin/bash'

Maar dat is niet heel duidelijk. Zo willen we informatie[0] eigenlijk gebruiker noemen en informatie[6] de naam shell geven. Gelukkig kun je in Python de elementen van een lijst eenvoudig in één keer aan enkele variabelen toekennen. Dat heet unpacking. In ons voorbeeld gaat dat als volgt:

>>> gebruiker, *_, naam, directory, shell = 'root:x:0:0:root:/root:/bin/bash'.split(':')

>>> gebruiker

'root'

>>> _

['x', '0', '0']

>>> naam

'root'

>>> directory

'/root'

>>> shell

'/bin/bash'

De notatie * gebruik je om een willekeurig aantal elementen uit te pakken. Omdat we in dit geval niet in deze elementen geïnteresseerd zijn, kennen we ze toe aan de variabele met de naam _, vandaar dat we bij het uitpakken *_ gebruiken. We konden dit hier ook vervangen door gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell.

Gegevens uit een tekstbestand filteren

Dan weet je nu genoeg om de volgende opdracht uit te voeren: lees het bestand met wachtwoorden regel per regel in en als de shell geen '/usr/sbin/nologin' of '/bin/false' is, toon je de gebruikersnaam, volledige gebruikersnaam en persoonlijke map.

De code ziet er als volgt uit:

with open('/etc/passwd', 'rt') as bestand:

for regel in bestand:

gebruiker, *_, naam, directory, shell = regel.strip().split(':')

if shell not in ['/bin/false', '/usr/sbin/nologin']:

print(' {1} ({0}): {2} ({3})'.format(gebruiker, naam, directory, shell))

We openen dus het bestand /etc/passwd als tekstbestand om te lezen. Voor elke regel in het bestand pakken we de verschillende elementen uit in enkele variabelen. We kijken dan of de shell niet gelijk is aan de twee eerdergenoemde shells. Als aan die voorwaarde is voldaan, tonen we de gebruiker, zijn volledige naam, zijn persoonlijke map en zijn shell.

Er is slechts één nieuwigheid in deze code: de functie strip. Die verwijdert witruimte en nieuwe regels aan het begin en het einde van een string. Dat hebben we hier nodig omdat de shell op het einde van de regel staat en er daar dus een teken voor een nieuwe regel komt. Zonder die aanroep van strip zou de vergelijking in de regel erna niet werken.

Naar een tekstbestand schrijven

Naar een tekstbestand schrijven, verloopt op een vergelijkbare manier als een tekstbestand lezen. We beginnen een with-blok waarin we het bestand openen en daarin schrijven we naar het bestand:

with open('bestand.txt', 'wt') as bestand:

bestand.write('Dit is de eerste regel.\n')

bestand.write('Dit is de tweede regel.\n')

bestand.write('Dit is de derde regel.\n')

Op het einde van elke regel moet je zelf een teken voor een nieuwe regel toevoegen: \n. Een andere manier om een regel naar een tekstbestand te schrijven, is met de functie print, die automatisch een nieuwe regel toevoegt:

print('Dit is de eerste regel.', file=bestand)

Merk op dat we het bestand openen met als tweede argument 'wt', waarmee we aangeven dat we naar het bestand willen schrijven. Op deze manier overschrijven we alle al bestaande inhoud van het bestand, dus let hiermee op!

Als je deze situatie wilt vermijden, kun je open aanroepen met de bestandsmodus 'xt'. Als het bestand nog niet bestaat, doet die hetzelfde als 'wt': je kunt naar het bestand schrijven. Maar als het bestand al bestaat, krijg je een foutmelding:

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is een test.', file=bestand)

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is nog een test.', file=bestand)

Traceback (most recent call last):

File "<pyshell>", line 1, in <module>

FileExistsError: [Errno 17] File exists: 'bestand.txt'

Een andere interessante bestandsmodus is 'at' (van ‘append’): hiermee voeg je aan het einde van een bestaand tekstbestand regels toe.

Exceptions afhandelen

In het voorbeeld hierboven zou je waarschijnlijk de foutmelding dat het bestand al bestaat op een nettere manier willen afhandelen. Wat we tot nu toe een foutmelding genoemd hebben, heet in Python een exception. Er bestaan verschillende types exceptions en in je Python-code kun je eenvoudig het optreden van exceptions afvangen. Dat gaat als volgt:

try:

with open('bestand.txt', 'xt') as bestand:

print('Dit is nog een test.', file=bestand)

except FileExistsError:

print('FOUT: Het bestand bestaat al.')

De code binnen het try-blok wordt uitgevoerd zoals normaal. Maar als er binnen dit blok een exception voorkomt, gaat het programma door naar het except-blok. Daarin hebben we aangegeven dat we alleen in de exceptions van het type FileExistsError geïnteresseerd zijn. In het geval er zo een voorkomt, tonen we onze eigen foutmelding. Daarna gaat het programma verder na het except-blok.

Als je meerdere types exceptions wilt afvangen, voeg je meerdere except-blokken toe met elk het andere type exception. Als je voor meerdere types exceptions dezelfde code wilt uitvoeren, dan zet je die exceptions tussen haakjes, zoals hier:

except (ZeroDivisionError, ValueError):

En als je op alle mogelijke exceptions hetzelfde wilt reageren, voeg je gewoon een except-blok zonder de naam van een exception toe, al is dat niet zo vaak zinvol.

Samenvatting

In deze les hebben we geleerd hoe we tekstbestanden kunnen inlezen en strings in onderdelen kunnen splitsen. Ook in de andere richting kun je nu met tekstbestanden werken: je kunt willekeurige tekst naar een bestand schrijven. En doordat je hebt geleerd hoe je exceptions kunt afvangen, hoeven de gebruikers van je programma geen cryptische foutmeldingen van Python meer te krijgen. Omdat je met deze kennis al complexere Python-programma’s kunt schrijven, leer je in de volgende les hoe je je programma meer kunt structureren in functies en modules.

Opdracht

Vraag de gebruiker om een regel zoals root:x:0:0:root:/root:/bin/bash voor gebruik in een wachtwoordbestand op te geven. Schrijf de belangrijkste elementen van de regel naar een afzonderlijke regel in een bestand, in de vorm: Gebruiker: root Naam: root Directory: /root Shell: /bin/bash Zorg dat je programma een heldere foutmelding geeft als de regel niet de correcte vorm voor een wachtwoordbestand heeft.

Uitwerking

regel = input('Voer een regel voor het wachtwoordbestand in: ') try: gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell = regel.strip().split(':') with open('wachtwoordbestand', 'wt') as bestand: print('Gebruiker: {}'.format(gebruiker), file=bestand) print('Naam: {}'.format(naam), file=bestand) print('Directory: {}'.format(directory), file=bestand) print('Shell: {}'.format(shell), file=bestand) except ValueError: print('Voer de regel in de volgende vorm in:') print('gebruiker:x:0:0:naam:directory:shell') Dit is een rechtstreekse combinatie van alles wat je in deze les geleerd hebt. Let op: we hebben hier wel gebruiker, _, _, _, naam, directory, shell nodig en niet de kortere versie gebruiker, *_, naam, directory, shell. Met die laatste regel garanderen we immers niet dat de regel uit exact zeven elementen bestaat.

Cheatsheet

exception: een foutmelding in Python pad: de locatie van een bestand, met alle bovenliggende directorynamen erbij

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: