ID.nl logo
Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet
© Reshift Digital
Huis

Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet

Je hebt net een download gestart of je hoort al klachten dat online gamen niet meer soepel loopt. Of je videogesprekken haperen als andere gebruikers gaan downloaden. Waarschijnlijk is de snelheid niet je echte probleem, maar is je router niet slim genoeg om al het verkeer tegelijkertijd in goede banen te leiden.Smart Queue Management (SMQ) is een van de oplossingen.

Wellicht is er toen we massaal thuis bleven en werken een probleem met je internetverbinding aan het licht gekomen waar je eerder nog geen last van had. Bovenstaande problemen worden veroorzaakt door iets wat bufferbloat genoemd wordt, een verstopping van de buffer in de router.

De meeste routers hebben één wachtrij voor pakketjes die verwerkt moeten worden, waardoor die wachtrij overbelast raakt als er bijvoorbeeld een grote download gestart wordt. Pakketjes voor kritieke applicaties als gamen of voip raken dan verstopt tussen de pakketjes voor het downloaden. Alle pakketjes worden simpelweg in de buffer gezet en verwerkt op basis van binnenkomt, een fifo-principe (first in first out).

Routers zijn al jaren voorzien van QoS (Quality of Service), een techniek die belooft dergelijke verstoppingsproblemen te voorkomen, maar in de praktijk blijkt dit vaak niet goed genoeg te werken. Dat begint al bij de configuratie, die meestal erg lastig is. Al snel ben je bezig een lijst te maken waarin je bepaald verkeer, bepaalde apparaten of applicaties prioriteit geeft ten opzichte van andere apparaten of applicaties.

Maar wat als je toepassing niet in die lijst staat? Of als alles belangrijk is? En je kunt jouw apparaat wel voor alles voorrang geven, maar dan gaan de andere netwerkgebruikers gegarandeerd klagen. In de praktijk wordt het instellen van QoS hierdoor al snel een heel ingewikkelde klus waar nooit een einde aan komt.

Het echte probleem blijft ook bij het toepassen van QoS uiteindelijk dat de router nog steeds met één wachtrij voor pakketjes werkt. QoS zorgt er alleen voor dat bepaalde pakketjes direct vooraan in de rij worden geplaatst. Natuurlijk zijn de QoS-instellingen wel het eerste waar je mee kunt experimenteren als je dat nog niet gedaan hebt. En als je weinig gebruikers of apparaten in je thuisnetwerk hebt, zou QoS je probleem wellicht op kunnen lossen.

©PXimport

Smart Queue Management

Er is gelukkig wel een oplossing voor bufferbloat bedacht in de vorm van Smart Queue Management (SQM), dat kun je beschouwen als een geavanceerde variant van QoS. Hierbij wordt de pakketjes niet in één wachtrij op een hoop gegooid, maar opgedeeld in meerdere wachtrijen. Iedere datastroom krijgt een eigen wachtrij. Vervolgens wordt aan iedere wachtrij om de beurt evenveel tijd toegekend voor de afwikkeling van de pakketjes. Zo krijgt iedere toepassing de kans om soepel door te lopen zonder dat één toepassing die veel pakketjes genereert de boel ophoudt.

Er wordt ook bijgehouden hoelang een pakketje in een wachtrij zit. Op het moment dat blijkt dat pakketjes te lang in een wachtrij zitten, worden ze simpelweg verwijderd. Dat lijkt een slecht idee, maar er moet iets vertraagd worden om te voorkomen dat een datastroom de complete buffer van een router vol laat lopen. En een datastroom die zoveel pakketjes genereert dat alles vol loopt, is doorgaans iets als een download waarbij het niet uitmaakt als die iets vertraagd wordt.

Bovenstaande beschrijving is grofweg hoe het eerste werkende SQM-algoritme FQ_CoDel (Fair Queuing with Controlled Delay) werkt. Dit wordt gecombineerd met HTB (Hierarchical Token Bucket) dat zorgt voor een snelheidsbegrenzing aangepast aan de internetsnelheid. Een snelheidsbegrenzer is nodig om te voorkomen dat de pakketjes vervolgens niet alsnog in de modem(router) in één wachtrij worden gebufferd en al het werk voor niks is.

FQ_CoDel is niet de enige vorm van SQM, zo is er in de vorm van CAKE (Common Applications Kept Enhanced) een doorontwikkeld algoritme. CAKE kan ook netwerkapparaten onderscheiden, iets wat handig is als één netwerkapparaat veel meer datastomen genereert dan andere netwerkapparaten. Ook kan CAKE tot op een bepaalde hoogte net wat meer prioriteit geven aan bijvoorbeeld voip-verkeer.

Uiteindelijk biedt iedere vorm van SQM een fikse verbetering ten opzichte een router zonder SQM. Wil je meer weten over bufferbloat en de werking van HTB/FQ_CoDel en CAKE? Kijk dan zeker eens op de website www.bufferbloat.net.

Testen op bufferbloat

Hoe kom je er achter of je echt bufferbloat gerelateerde problemen hebt? Mocht je jezelf herkennen in de eerder beschreven problemen, dan is de kans erg groot. Maar meten is natuurlijk weten en de DSLReports Speed Test die je vindt op www.dslreports.com/speedtest kan je daarbij helpen. Deze speedtest test niet alleen je maximaal haalbare snelheden, maar houdt ook de variatie in latency (de pingtijden) in de gaten. Een hoge variatie in of oplopende pingtijden vertaalt zich als bijvoorbeeld ‘lag’ (vertraging) in een online spel.

Je kunt de test het beste uitvoeren op een pc die bedraad is verbonden met je router. Om de test uit te voeren, selecteer wat voor soort verbinding je hebt (glasvezel, kabel of dsl). Vervolgens wordt de test uitgevoerd en krijg je een score voor bufferbloat en de kwaliteit van je lijn variërend van A+ voor een optimale verbinding tot F voor een dramatische verbinding.

Is de score voor bufferbloat slechter dan een B, dan heb je hoogstwaarschijnlijk last van bufferbloat. Het zou natuurlijk ook kunnen dat je last hebt van een misconfiguratie in het netwerk van je provider waar je geen invloed op hebt, maar die kans is veel kleiner. Onze eigen vdsl-internetverbinding (100/30 Mbit/s) scoort doorgaans een B of C.

©PXimport

Router met SQM

Nu weet je wat SQM is en je hebt het probleem vastgesteld. Er is dan alleen nog één probleem: vrijwel geen enkele consumentenrouter is voorzien van SQM. We weten dat de Netgear X4S (een gamingrouter) is voorzien van SQM gebaseerd op FQ_CoDel en wellicht is er nog een handjevol andere modellen. Dat betekent gelukkig niet dat er geen betaalbare opties zijn.

De eerste optie die we hebben gevonden is een Ubiquiti EdgeRouter die voorzien is van SQM gebaseerd op FQ_CoDel. De voor dit artikel gebruikte ER-X kost zo’n 50 euro en zou geschikt moeten zijn om SQM toe te passen op een internetsnelheid tot zo’n 125 Mbit/s. Is de ER-X niet krachtig genoeg, dan is er voor 180 euro de ER-4 die volgens gebruikers SQM zou moeten kunnen toepassen tot zo’n 350 Mbit/s.

©PXimport

Een groot verschil met consumentenrouters is dat een Ubiquiti EdgeRouter puur een router is, er is dus geen wifi ingebouwd. Een ander verschil is dat de router net zoals de meeste zakelijke oplossingen ontworpen is om te configureren met commando’s via een commandline-interface. Gelukkig is er wel een overzichtelijke webinterface en zolang je de router gebruikt in de standaardconfiguratie die de installatiewizard voor je instelt, werkt een EdgeRouter eigenlijk niet anders als een doorsnee (consumenten)router. Zo vind je de instellingen voor de dhcp-server gewoon in de webinterface en ook SQM schakel je via de webinterface in.

Een voordeel van de ER-X ten opzichte van de duurdere ER-4 is dat de ER-X voorzien is van een hardwareswitch. Hierdoor werkt de ER-X zoals je van een typische consumentenrouter gewend bent: één poort doet dienst als wan-aansluiting en de vier andere poorten zijn identieke lan-aansluitingen die fullspeed met elkaar communiceren. Op de krachtigere ER-4 configureer je één poort als lan-aansluiting en sluit je vervolgens altijd een losse switch aan.

De naamgeving die Ubiquiti aan de EdgeRouters geeft is nogal onnavolgbaar en grotendeels gebaseerd op het aantal poorten. De ER-X, ER-X-SFP en ER-10X bevatten dezelfde cpu en zijn dus even krachtig. Vervolgens bevatten ook de ER-4, ER-6P en ER-12 dezelfde cpu. De ER-12 is een variant van de ER-4 met een ingebouwde hardwareswitch. De ERLite-3 is duurder dan de ER-X, maar voor SQM-toepassingen langzamer.

©PXimport

Een andere optie is overigens een router voorzien van OpenWRT versie 18.06 of nieuwer die is voorzien van een SQM gebaseerd op CAKE. Omdat er allerlei routers zijn met OpenWRT-ondersteuning is het lastig om iets te zeggen over de maximale snelheden waarop SQM kan worden toegepast. Dat hangt puur van de processorkracht van de router af. Wij gebruiken voor dit artikel de relatief krachtige Linksys WRT3200ACM die volgens gebruikers SQM tot zo’n 400 Mbit/s moet kunnen toepassen.

Ook andere alternatieve firmware zoals DD-WRT of Merlin hebben de mogelijkheid tot SQM en ook een pakket als pfSense is geschikt voor SQM. Je sluit je eigen router met SQM aan op de (modem)router van je internetprovider door de (modem)router van je internetprovider in bridgemodus in te (laten) stellen of door je eigen router in de DMZ van de (modem)router te hangen.

SQM inschakelen op een EdgeRouter

Het instellen van SQM op de EdgeRouter is erg eenvoudig. Meet voordat je naar de instellingen gaat wat je download- en uploadsnelheid is, bijvoorbeeld met de eerder benoemde DSLReports Speed Test. Klik in het menu op QoS en zorgt dat het eerste tabblad Smart Queue open staat. Vul een zelfgekozen Policy name in, bijvoorbeeld Bufferbloat en selecteer bij WAN Interface de juiste netwerkpoort (waarschijnlijk eth0). Op het dashboard van de webinterface vind je eventueel welke poort er als wan-poort (internet) wordt gebruikt.

Vink vervolgens de optie Apply to upload traffic aan en vul je uploadsnelheid in Mbit/s in. Doe vervolgens hetzelfde voor de optie Apply to download traffic en vul je downloadsnelheid in Mbit/s in. Klik vervolgens op Apply. Je kunt eventueel via Show advanced options nog extra instellingen tonen, maar die zijn niet noodzakelijk.

De EdgeRouter stelt zelf een gelimiteerde snelheid in op basis van de door jou ingevoerde echte snelheden. Optioneel kun je proberen de instellingen nog wat tunen door snelheidstesten uit te voeren, terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid een procentpunt of vijf verlaagd om te zien of de latency in de DSLReports Speed Test nog lager en stabieler wordt. Je zoekt naar het punt met de hoogte snelheid en de laagste latency.

©PXimport

SQM inschakelen op een OpenWRT-router

Op OpenWRT is het instellen van SQM net iets lastiger, omdat de benodigde software niet standaard op de router is geïnstalleerd. Ook moet je eerst controleren of de ‘normale’ QoS-software geïnstalleerd is. Klik in het menu op System / Software en controleer of de packages qos-scripts en luci-app-qos geïnstalleerd zijn. Indien dat het geval is, klik dan op Remove om deze packages te verwijderen.

Klik vervolgens op Update Lists en klik het venster weg. Zoek vervolgens naar het package luci-app-sqm en klik op Install / Install. Klik het venster weg met Dismiss.

Vervolgens moet je het SQM-script activeren door in het menu te klikken op System / Startup. Zoek naar Initscript SQM en klik op Start. Controleer of de eerste knop op Enabled staat.

Je schakelt SQM in door in het menu te klikken op Network / SQM QoS. Vink op het tabblad Basic Settings de optie Enable this SQM instance aan. Selecteer bij Interface name je wan-poort. Doorgaans is dit eth0, maar op onze router eth1.2. Je kunt dit controleren door in het menu op Network / interfaces te klikken. Vervolgens moet je je download- en uploadsnelheid in Kbit/s invullen. Neem hiervoor een snelheid van 80 tot 95 procent van de gemeten snelheid, 90 procent is een mooi startpunt. De speedtest op www.speedtest.net kun je instellen op Kbit/s.

Open vervolgens het tabblad Queue Discipline en kies cake als Queueing Discipline. Kies vervolgens piece_of_cake.qos als Queue Setup Script. Open het tabblad Link Layer Adaptation en selecteer hier Ethernet als je een glasvezel- vdsl(2)- of kabelinternet-verbinding hebt. Heb je een dsl-verbinding die niet op basis van vdsl(2) is, kies dan ATM. Vervolgens verschijnt er een nieuw invulveld. Vul hier 34 in als je vdsl(2) gebruikt, 44 als je een oudere variant van dsl gebruikt, 22 als je kabelinternet gebruikt en 44 als je glasvezelinternet hebt. Klik vervolgens op Save & Apply waarna de router de instellingen toepast.

In tegenstelling tot bij de EdgeRouter geef je zelf al een lagere snelheid dan de daadwerkelijke snelheid op. Tunen is daarom interessanter dan bij een EdgeRouter. Je kunt snelheidstesten uitvoeren terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid steeds wat verhoogd tot dat de latency omhoog gaat. Verlaag de snelheid dan weer wat totdat je het punt met de hoogste snelheid en laagste latency bereikt hebt.

©PXimport

Beperkte snelheid

Het is je misschien al opgevallen dat we schreven dat je SQM afhankelijk van de gebruikte router kunt toepassen op internetsnelheden tot zo’n 400 Mbit/s. Wellicht vreemd, omdat er uiteraard veel snellere internetabonnementen bestaan en ook de goedkoopste routers voorzien zijn van gigabitpoorten die op zich prima werken in combinatie met de snelste internetabonnementen. Toch is dat maar het halve verhaal, want je router is vermoedelijk veel langzamer dan je denkt.

Veel routers maken namelijk gebruik van hardwareversnelling, ook wel hardware accelation, nat acceleration, hardware offloading, CTF (cut-through-forwarding) of Flow Accelerator genoemd. De precieze werking kan verschillen, maar in de basis wordt bij een ingeschakelde hardwareversnelling niet ieder pakketje geïnspecteerd om te beslissen wat er moet gebeuren. Een groot gedeelte van de pakketjes wordt na de inspectie van de eerste paar pakketjes afgehandeld door een gespecialiseerd gedeelte van de soc/cpu.

Voor het toepassen van QoS en SQM moeten de pakketjes echter allemaal (softwarematig) geïnspecteerd worden en dan gaat de normale processorsnelheid van de router tellen. Ook zonder SQM, maar met uitschakelde hardwarversnelling komen veel routers niet verder dan zo’n 400 Mbit/s. Wat je bij een snellere asynchrone verbinding zoals kabelinternet kunt proberen is SQM alleen toepassen op de upload.

Wil je SQM toepassen op een heel snelle internetverbinding, dan zul je aan de slag moeten met een zelfgemaakte router op basis van een relatief krachtige x86-processor in combinatie met software als pfSense.

©PXimport

Nadelen van SQM?

Het toepassen van Smart Queue Management heeft eigenlijk maar een nadeel: je maximaal haalbare snelheden worden zo’n 5 tot 15 procent lager. Dus vooral bij het downloaden van grote bestanden of het werken met cloudopslag zul je verschil merken. Ter illustratie: zonder SQM heeft onze internetverbinding een maximale down- en uploadsnelheid van zo’n 103,3 en 31,8 Mbit/s. Met een ingeschakelde SQM wordt dat maximaal 90,1 en 27,2 Mbit/s.

Uiteraard gaan we er voor die genoemde circa tien procent snelheidsverlaging er wel van uit dat de router de snelheid van je internetverbinding daadwerkelijk kan bijhouden, anders liggen de maximale snelheden met ingeschakelde SQM natuurlijk veel lager.

Resultaat

Waar we zonder het toepassen van een router met SQM in DSLReports Speed Test een bufferbloatscore van B of C haalden, is dat na het instellen van SQM een A+. Het toepassen van SQM zorgt dus ook meetbaar voor een soepeler werkende internetverbinding.

Heb je geen last van de in de inleiding omschreven problemen, dan hoef je niet meteen aan de slag met SQM. Maar heb je al een router met de mogelijkheid tot SQM, dan zouden we zeker aanraden hier mee te experimenteren. Zeker als je veelvuldig online games speelt, is SQM een waardevolle aanvulling. Heb je een relatief langzaam asynchroon internetabonnement (tot 100 Mbit/s) op basis van dsl of kabel, en last van de omschreven problemen, dan is het toepassen van SQM zonder al te hoge kosten mogelijk.

Lagere internetsnelheden hebben hier bovendien het meeste profijt van omdat de buffer sneller vol loopt. Voor de snelste gigabit-abbonementen is SQM doorgaans (nog) ongeschikt omdat het inschakelen van SQM betekent dat de hardwareversnelling van de router wordt uitgeschakeld. Op een snelle synchrone glasverbinding zul je echter veel minder snel last van bufferbloat hebben.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.