ID.nl logo
Verbeter foto's op je smartphone met Snapseed
© PXimport
Huis

Verbeter foto's op je smartphone met Snapseed

Foto’s die je met een smartphones schiet, kun je meteen delen met vrienden en op sociale media. Daarom is het zo belangrijk dat je foto’s direct kunt bewerken, waar je ook bent en zonder dat je eerst naar huis hoeft om je pc op te starten. Snapseed is daar uitermate geschikt voor.

Tip 01: Snapseed

Om te starten met bewerken, kies je in Snapseed een foto uit en tik je rechtsonderin op het pictogram van het pennetje. Vervolgens vind je onder Tools krachtige gereedschappen om jouw foto tot in de puntjes te bewerken. Bij Filters vind je leuke effecten. Hiermee geef je een foto met een simpele tik of veeg snel en makkelijk een bepaalde uitstraling, zonder dat je aan tientallen schuifjes hoeft te in te stellen. Snapseed is er voor Android en iOS. Je kunt het op zowel een smartphone als een tablet gebruiken: je kunt dus altijd en overal je foto’s bewerken. Lees ook: De beste tips en tools voor fotobewerking.

©PXimport

Tip 02: Helderheid

Het is een goed idee om te beginnen met de bewerkingen die je onder Tools / Afstellen vindt. Je optimaliseert er de belichting en de kleuren, dus daar valt erg veel winst te behalen. Stel dat een foto onderbelicht is (te donker) of juist overbelicht (te licht), dan los je dat hier eenvoudig op. Veeg eerst verticaal over het scherm om Helderheid te kiezen. Veeg daarna horizontaal om de belichting beter in te stellen. Naar links wordt de foto donkerder, naar rechts lichter. Een bewerking selecteren en vervolgens toepassen doe je in Snapseed trouwens altijd door eerst verticaal en daarna horizontaal te vegen.

©PXimport

Tip 03: Spelen met licht

Het kan ook zijn dat alleen een deel van de foto te licht of te donker is. Bij een landschapsfoto is de lucht misschien te fel omdat je richting de zon fotografeert, waardoor je de wolkenstructuur niet goed ziet en het blauw nogal flets is. Of iemand is onherkenbaar omdat hij in de schaduw onder een boom staat. Kies in het eerste geval bij Tools / Afstellen voor Hooglichten om alleen de lichtste delen van de foto iets af te zwakken. In het tweede geval kies je Schaduw om de donkere delen duidelijker te maken. Andersom – lichte delen lichter maken en donkere delen donkerder – kan natuurlijk ook. Dat doe je bijvoorbeeld om het verschil tussen de twee extra te benadrukken, of om storende objecten weg te moffelen door expres een stukje van de foto over- of onder te belichten. Als je alle drie de bewerkingen nodig hebt, begin dan met Helderheid en finetune de foto daarna met Hooglichten en Schaduw.

©PXimport

Speel met licht en schaduw om je foto duidelijker te maken

-

Tip 04: Contrast

Als het licht egaal is, zoals op een bewolkt dag of bij dichte mist, kan een foto er wat mat uitzien. Er is dan erg weinig contrast omdat er noch schaduwen, noch felverlichte gebieden zijn. Met Afstellen / Contrast voeg je dan wat extra pit aan de foto toe, doordat licht en donker daarmee versterkt wordt. Andersom kun je het contrast ook verlagen als er juist een te groot verschil is en de foto te hard oogt. Afstellen / Sfeer is hier een slimme variant op. Deze bewerking probeert licht en donker allebei zo duidelijk mogelijk te krijgen. Het is een handige manier om zowel de lichte als de donkere gebieden van een foto goed doortekend en kleurrijk te maken.

©PXimport

Tip 05: Kleurweergave

Zodra de belichting in orde is, zijn de kleuren aan de beurt. Onder Afstellen maak je met Verzadiging de kleuren feller door naar rechts te vegen. Veeg je naar links, dan zwak je de kleuren juist af, desnoods tot er uiteindelijk een zwart-witfoto overblijft. Met Warmte voeg je een warme of een koele kleurtint toe. Veeg naar links en de foto wordt blauwer gemaakt, zodat hij koeler lijkt. Veeg naar rechts om oranje toe te voegen en de foto dus een warmere tint te geven. Iets blauwer maken werkt bijvoorbeeld goed met sneeuw- en ijsfoto’s: zo wordt de kou benadrukt. Een zonsondergang kun je iets meer oranje maken, voor een warm en vrolijk gevoel. Je kunt met deze bewerking ook een lichte kleurzweem corrigeren.

©PXimport

Tip 06: Histogram

Het onderdeel Afstellen kent een hulpmiddel dat een beetje verborgen zit: het histogram. Linksonder in de foto zie je een klein staafdiagram. Tik erop en je krijgt een grafiek te zien met allemaal pieken – het heeft wel wat weg van een berglandschap. Dit is het histogram en het laat de lichtverdeling in een foto zien. Als je even vergeet dat er kleuren bestaan, kan elk puntje in een digitale foto zwart, wit, of een van de vele tinten grijs zijn. Uiterst links in het histogram staat daarom voor zwart, rechts is volledig wit en ertussenin vind je alle mogelijke grijstinten. Het histogram is een krachtig hulpmiddel. Als je erop let tijdens het aanpassen van de belichting, zie je heel goed wat er ‘onder de motorkap’ gebeurt. Je ziet bijvoorbeeld hoe de donkere of juist de lichte delen van een foto verschuiven. Zo leer je vanzelf hoe je het uiterste uit je foto’s kunt halen.

©PXimport

Het histogram is een krachtig hulpmiddel om je foto’s te verbeteren

-

Tip 07: Witbalans

Onder Tools vind je – momenteel alleen op Android-apparaten – de bewerking Witbalans. Hiermee stel je de kleuren nog nauwkeuriger af, zodat je een foto er heel natuurlijk kunt laten uitzien. Via Temperatuur regel je net als daarnet weer de kleurtemperatuur. Naar links koel je de foto af door hem blauwer te maken, naar rechts warm je hem op en wordt het beeld meer oranje. Waar nodig gebruik je aanvullend Tint om meer richting groen (links) of magenta (rechts) te verschuiven. Met deze twee bewerkingen kun je vrijwel elke kleurzweem weghalen, of je voegt juist een creatieve kleurzweem toe. Daarmee bedenk je jouw eigen filter. Kleurzwemen verhelpen kan ook makkelijker. Als je onderin op AW Automatisch tikt, lost Snapseed het vaak volledig zelf op. Of gebruik Kleurkiezer en plaats het pipet op iets waarvan je zeker weet dat het wit, zwart of grijs hoort te zijn. Dan berekent Snapseed de juiste kleurcorrectie.

©PXimport

Tip 08: Details en scherpte

Gebruik Tools / Details als je een foto er scherper of gedetailleerder wilt laten uitzien. Kies Scherper maken om een foto te verscherpen. De contouren van alles wat je op de foto ziet worden versterkt, zodat het beeld net wat scherper oogt. Gebruik Structuur om iets soortgelijks te doen met de textuur. Doordat dan zelfs de allerkleinste details worden benadrukt, springt alles op de foto ineens van je beeldscherm af. Pas vooral met deze tweede bewerking wel een beetje op. Zorg ervoor dat je hem gedoseerd toepast, om de foto niet te gedetailleerd en daarmee te onnatuurlijk te maken.

©PXimport

Tip 09: Beeldformaat

Kies Tools / Bijsnijden om het beeldformaat van de foto te veranderen. Je kunt hem bijvoorbeeld vierkant maken, of omzetten naar breedbeeld (16:9). Of veeg vanuit een hoek of vanaf de zijkant om de foto bij te snijden. Saaie delen of storende objecten langs de randen kun je zo eenvoudig wegsnijden. Met Tools / Draaien kun je de foto spiegelen en roteren, of een schuine foto netjes rechtop zetten door met je vinger te vegen. Standaard doet Snapseed dit laatste trouwens al meteen zodra je deze optie kiest, maar vaak kun je het zelf nog nét iets beter maken.

©PXimport

Door de allerkleinste details te benadrukken, springt de foto ineens van je beeldscherm af

-

Tip 10: Transformeren

Tools / Transformeren gebruik je om perspectiefcorrecties aan te brengen. Het is een zeer krachtige maar ook beetje lastige bewerking. Dit gereedschap heb je vaak nodig als je gebouwen of iets anders met rechte lijnen of vlakken fotografeert. Momenteel werkt dit verschillend onder iOS en Android. Op een Apple-apparaat zet je met Verticaal perspectief en Horizontaal perspectief alles dan alsnog perfect in het lood, als je er net niet recht voor stond of de camera schuin hebt gehouden. Met Rotatie draai je een foto. Bijzonder is dat Snapseed kale hoeken en randen die hierbij ontstaan automatisch opvult met passend beeldmateriaal. Op een Android-apparaat veeg je opmerkelijk genoeg niet verticaal om de gewenste correctie te kiezen. In plaats daarvan zie je ditmaal allerlei pictogrammen met pijltjes. Die geven aan in welke richtingen je correcties uitvoert zodra je met je vinger sleept. Via de optie Egaliseren onderin geef je aan of kale hoeken en randen automatisch opgevuld mogen worden.

©PXimport

Tip 11: Selectief bewerken

Foto’s mag je ook selectief bewerken. Kies Tools / Penseel en schilder met je vinger over delen van de foto die je wilt aanpassen. De rest blijft ongewijzigd. Je kunt de sterkte instellen en met Gum (de middelste sterkte) haal je penseelstreken weer weg. Zet Masker aan om te zien waar je allemaal hebt geschilderd. Er is keuze uit meerdere penselen, dus je kunt een deel lichter maken, een ander deel donkerder en ergens anders weer de kleuren veranderen. Het penseel Doordrukken en tegenhouden lijkt veel op het aanpassen van de belichting, alleen gaat het hiermee net wat subtieler. Om nauwkeuriger te werken kun je via een knijpbeweging inzoomen op de foto. Want hoe meer je inzoomt, hoe kleiner de penseelpunt lijkt te worden.

©PXimport

Tip 12: Controlepunten

Ook Tools / Selectief is bedoeld om een foto plaatselijk te bewerken. Tik eerst op Toevoegen (het kleurt blauw) en tik daarna ergens in de foto. Daar wordt een zogenaamd controlepunt toegevoegd. Knijp met twee vingers om het gebied groter of kleiner te maken, of sleep met één vinger om het controlepunt te verplaatsen. Veeg daarna verticaal over het scherm om een bewerking te kiezen en horizontaal om de sterkte van het effect te kiezen. Alleen het ingestelde gebied verandert nu. Je mag meerdere van dit soort controlepunten plaatsen, om allerlei plaatselijke bewerkingen aan te brengen.

©PXimport

Schilder met je vinger over delen van de foto die je wilt aanpassen

-

Tip 13: Vlekjes wegwerken

Zit er ergens op je foto een vlekje of een storend object? Ga naar Tools / Egaliseren en tik erop of veeg er met je vinger overheen zodat het rood kleurt. Laat los en het gemarkeerde verdwijnt uit de foto. Snapseed gebruikt beeldmateriaal uit je foto om het plekje onzichtbaar te repareren. Dat lukt zeker niet altijd, vandaar dat je het met Ongedaan maken weer kunt terugdraaien. Soms lukt het na een paar pogingen ineens beter. Vooral vlekken en objecten die los staan, dus die zich in een egaal vlak bevinden en niets anders raken of overlappen, haal je makkelijk weg.

©PXimport

Tip 14: Vignet en tekst

Via Tools / Vignettering leg je ergens de nadruk op. Je hebt het zeker niet altijd nodig, maar soms staat het best leuk. Sleep de blauwe punt naar het hoofdonderwerp en knijp met twee vingers om het gebied groter of kleiner te maken. Vervolgens kun je met Buitenste helderheid en Binnenste helderheid het gebied binnen of buiten de cirkel lichter dan wel donkerder maken. Vaak worden de randen en hoeken van een foto donkerder gemaakt, zodat het hoofdonderwerp er beter uitspringt. Wat waarschijnlijk vaker van pas komt, is Tools / Tekst. Hiermee kun je een leuke tekst aan je foto toevoegen. Er zijn allerlei tekststijlen, je kunt een kleur uitkiezen en de transparantie instellen. Met je vinger sleep je de tekst naar de juiste plek en met een knijpbeweging stel je de lettergrootte in.

©PXimport

Tip 15: Ongedaan maken

Tijdens het aanpassen van een foto kun je de bewerkte versie op elk moment vergelijken met het origineel, door het pictogram rechtsbovenin (een vierkant met een verticale lijn erdoorheen) ingedrukt te houden. Zo zie je meteen of je op de goede weg bent. Elke aanpassing die je in Snapseed doet, kun je later weer veranderen of terugdraaien. Je moet ervoor teruggaan naar het beginscherm waar je rechtsonderin het pictogram met het penseel hebt. Tik dan rechtsbovenin op het witte vierkant met een getal erin (het aantal bewerkingen). Rechtsonderin verschijnen alle bewerkingen dan netjes op een rijtje. Tik er eentje aan en je kunt hem anders instellen of weggooien. Het Penseel-pictogram rechtsonderin gebruik je dus alleen voor nieuwe bewerkingen, niet om bestaande aan te passen. Je kunt ook rechtsbovenin op het pictogram van de drie puntjes tikken, waarna je met Ongedaan maken bewerkingen stap voor stap weer kunt terugdraaien. Met Terugzetten heb je zelfs meteen het origineel terug.

©PXimport

De bewerkte foto kun je vergelijken met het origineel

-

Tip 16: Filters

Bij het onderdeel Filters vind je allerlei filtereffecten om je foto snel een bepaalde uitstraling te geven. Zo kun je met Focuseffect een deel van de foto wazig maken waarmee de aandacht meer naar het hoofdonderwerp gaat, doe je met Korrelige film alsof je nog met analoge filmrolletjes werkt en zet je een foto via Zwart-wit razendsnel om naar een contrastrijke zwart-witprent. Frames valt ook onder de filters; hiermee voeg je leuke kaders toe aan de foto. Gezicht tot slot is er puur op gericht om portretten te verbeteren. Gezichten worden dan ook automatisch herkend. Je mag meerdere van deze filters combineren, waarbij elk volgende filter voortborduurt op de vorige. Voeg daarom zoiets als kaders pas als laatste toe en pas sowieso altijd eerst de bewerkingen onder Tools toe voordat je naar Filters overstapt.

©PXimport

Tip 17: Opslaan

Klaar met aanpassen? Ga terug naar het beginscherm en kies rechtsbovenin voor Opslaan. Bij een Android-apparaat wordt nu een gewijzigde kopie van de foto opgeslagen. Het origineel blijft dus intact. Op een iOS-apparaat krijg je maar liefst drie keuzes te zien. Kies je Opslaan, dan kun je de foto later opnieuw met Snapseed openen en elke aanpassing naar smaak bewerken of weer verwijderen, net zoals beschreven in tip 15. Met Een kopie opslaan heb je dezelfde mogelijkheden, maar dan via een kopie van de foto. Kies je Exporteren, dan krijg je een kopie waarop alle wijzigingen definitief zijn gemaakt. De bewerkingen zijn nu niet meer aanpasbaar. Zo’n foto kun je publiceren, printen, of delen met anderen.

©PXimport

Tip 18: Raw-bestanden

Steeds meer smartphones kunnen raw-bestanden opslaan. In plaats van een kant-en-klare jpg-foto krijg je dan een bestand waarin alle beeldinformatie nagenoeg ongewijzigd is opgeslagen. Wat is het nut hiervan? Een jpg-foto is flink door jouw smartphone bewerkt. Onder andere de belichting en de kleuren zijn aangepast om een mooi plaatje te maken dat je direct kunt gebruiken. De keuzes die hierbij zijn gemaakt, zijn niet meer ongedaan te maken. Vandaar dat een jpg-foto maar beperkt bewerkt kan worden. Ga je te ver, dan holt de beeldkwaliteit achteruit. Met een raw-bestand heb je dat probleem niet. Het is ongewijzigde, ruwe data, waardoor je meer ruimte hebt om zaken als kleur, contrast, scherpte en belichting op smaak te brengen. Je moet wel iets meer moeite doen, omdat een raw-bestand altijd bewerkt moet worden, maar de beloning is een zichtbaar mooiere foto. Snapseed herkent het meteen zodra je een raw-bestand opent en laat dan automatisch een nieuwe serie bewerkingen zien, genaamd Ontwikkelingstools / Ontwikkelen.

©PXimport

Een foto kun je opnieuw openen om aanpassingen te bewerken

-

Tip 19: Ontwikkelen

Via verticaal vegen kies je bij Ontwikkelen voor belichting, hooglichten, schaduwen, contrast, structuur, verzadiging, temperatuur, of tint. Verder vind je onderin de optie Witbalans om een witbalansvoorkeur te selecteren, net zoals je dat op een gewone camera doet. Is een foto gemaakt bij lamplicht te oranje? Kies Tungsten en de kleurzweem is weg. Heb je op een sombere dag gefotografeerd en is de foto een beetje blauwig? Kies Bewolkt en je hebt aangenamere kleuren. Zodra je de raw-bewerkingen hebt gedaan, mag je ook de ‘gewone’ bewerkingen en filters gebruiken. Alles wat wij in dit artikel besproken hebben dus. Houd er wel rekening mee dat je met de raw-gereedschappen veel meer kunt herstellen dan met de ‘gewone’ gereedschappen. Gebruik daarom bijvoorbeeld liever Hooglichten en Schaduw bij Ontwikkelen, dan de gewone versie die je bij Afstellen vindt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.