ID.nl logo
Verander je Raspberry Pi in een goedkope NAS
© PXimport
Zekerheid & gemak

Verander je Raspberry Pi in een goedkope NAS

Honderden euro’s neerleggen voor een NAS? Welnee! Voor een paar tientjes en wat vrije tijd knutsel je zelf een NAS in elkaar die aangestuurd wordt door een Raspberry Pi 3. Je sluit gewoon één of meerdere harde schijven via usb aan op het minicomputertje. Als NAS-besturingssysteem gebruik je OpenMediaVault, dat een gelikte webinterface heeft. Het is hiermee zelfs mogelijk om je harde schijven in RAID te configureren. In dit artikel leggen we je uit wat je allemaal nodig hebt voor je zelfbouw-NAS en hoe je daarbij te werk gaat.

1 Snelheid beperkt door usb

Eerst even een waarschuwing. Je kunt prima op een goedkope manier een NAS maken van een Raspberry Pi, maar verwacht geen snelheidsmonster. De aansluiting van de harde schijven via usb 2.0 levert een maximum doorvoersnelheid van 20 tot 30 MB/s op. Bovendien is ook de snelheid van de 100Mbit/s-ethernetpoort beperkt en is die poort ook nog eens op dezelfde interne usb-hub aangesloten als de usb-poorten. Ethernet en usb moeten de bandbreedte dus delen. Wifi haalt in theorie hogere snelheden, maar valt in de praktijk tegen. In realiteit haal je dus maximaal een snelheid van rond de 10 MB/s als je bestanden van je NASberry Pi downloadt. Lees ook: In 16 stappen Windows 10 op je Raspberry Pi.

©PXimport

2 OpenMediaVault downloaden

Voel je je niet al te beperkt door de lage doorvoersnelheid die je met een Raspberry Pi bereikt, download dan een van de images van OpenMediaVault voor de Raspberry Pi 2 of 3. Op het moment van schrijven was de recentste stabiele versie OpenMediaVault 2.2.5. Let op: de Raspberry Pi 1 wordt niet ondersteund door OpenMediaVault.

3 Image naar microSD-kaart schrijven

Het gedownloade image is een gecomprimeerd gz-bestand. Pak het uit, bijvoorbeeld met het programma 7-Zip. Open het gz-bestand met 7-Zip en klik op Extract om het img-bestand erin uit te pakken. Steek daarna een microSD-kaart in de kaartlezer van je computer en start het programma Win32DiskImager. Kies de schijfletter van je microSD-kaart, selecteer het img-bestand van OpenMediaVault en klik op Write om het besturingssysteem naar je kaartje te schrijven.

©PXimport

4 Raspberry Pi opstarten

Steek het microSD-kaartje in je Raspberry Pi en sluit het minicomputertje met een ethernetkabel op je thuisnetwerk aan. Sluit eventueel al één of meerdere harde schijven op de usb-poorten aan, hoewel dat later ook nog kan. En sluit tot slot de voeding aan, zodat je Raspberry Pi opstart. Toetsenbord en muis heb je niet nodig, want je stuurt OpenMediaVault via de webinterface aan. Zoek het IP-adres van je Pi op, bijvoorbeeld in de lijst met DHCP-leases van je router (of met een mobiele app als Fing) en surf naar het adres in je browser. Kies je taal, vul als gebruikersnaam admin en als wachtwoord openmediavault in en meld je aan.

5 Overzicht

Je krijgt nu standaard het bedieningspaneel met allerlei diagnostische gegevens te zien. Bovenaan zie je een lijst met alle ingeschakelde en gestarte diensten. Vlak na de installatie is alleen SSH ingeschakeld, waardoor je met de tool PuTTY op de commandline van je NAS kunt inloggen. In het widget daaronder zie je systeeminformatie, zoals het cpu-gebruik en geheugengebruik. Klik bovenaan op Toevoegen om widgets voor je bestandssysteem en je netwerkinterfaces toe te voegen. Met het kruisje verwijder je een widget en met het icoontje ernaast klap je het widget in of uit.

©PXimport

6 Diagnostieken

OpenMediaVault kan je veel meer tonen dan de systeeminformatie in het bedieningspaneel. In de linkerkolom vind je onder het kopje Diagnostieken naast het bedieningspaneel nog drie andere onderdelen. Met een klik op Systeeminformatie krijg je niet alleen hetzelfde overzicht als in het bedieningspaneel, maar in extra tabbladen krijg je nog gedetailleerdere systeeminformatie, waaronder prestatiestatistieken. Kijk bij problemen zeker onder Systeemlogbestanden: hierin vind je hopelijk de sleutel tot een oplossing. En onder Diensten krijg je naast een overzicht van de diensten ook de mogelijkheid om te zien wie er op die diensten actief is.

7 Je NAS instellen

Het volgende dat je doet is alle onderdelen onder Systeem afgaan voor wat basisinstellingen. Het wachtwoord van de gebruiker admin voor de webinterface verander je via Systeem / Algemene instellingen / Paswoord van de webbeheerder. Onder Datum en tijd stel je de juiste tijdzone in. Als je onder Melding de instellingen van de SMTP-server van je provider invoert, ontvang je via e-mail meldingen. En in Updatebeheer vink je updates aan en klik je op Bijwerken om je systeem te updaten. Vergeet niet om telkens als je iets verandert links bovenaan van het hoofdpaneel op Opslaan te klikken en dan rechts op Toepassen.

©PXimport

8 Schijf toevoegen

Als alle basisinstellingen in orde zijn, is het tijd om je opslag in orde te brengen. Sluit je harde schijf of schijven via usb op je Raspberry Pi aan. Klik daarna in het linkerpaneel op Opslag / Fysieke schijven. Selecteer de schijf en klik op Aanpassen. Hier stel je zaken in als energiebeheer, spindowntijd en schrijfcache. Klik daarvoor na het aanpassen op Opslaan. Het beste selecteer je daarna ook de schijf en klik je op Wissen, zodat je van een schone lei begint. Maak een keuze uit snel of veilig wissen.

9 Bestandssysteem aanmaken

We hebben nu een schijf toegevoegd en geïnitialiseerd, maar er staat nog geen bestandssysteem op. Ga daarom naar Opslag / Bestandssystemen en klik op Aanmaken. Kies in de keuzelijst bij Apparaat op je schijf. Geef eronder een label op, waarmee je het bestandssysteem een naam geeft. Laat het type bestandssysteem op EXT4 staan en klik op OK om het bestandssysteem aan te maken. Je krijgt nog een waarschuwing dat alle data verloren gaan, maar die hebben we toch al gewist. Klik op Ja om te bevestigen. Selecteer na het formatteren het aangemaakte bestandssysteem (kijk naar het label) en klik op Koppelen.

©PXimport

10 Gebruiker toevoegen

Voordat je bestanden op je NAS zet, definieer je gebruikers. Ga daarvoor naar Toegang tot rechtenbeheer / Gebruiker. Klik op Toevoegen en dan Toevoegen. Geef de gebruiker een naam (in kleine letters) en wachtwoord en vul eventueel de andere velden in. In het tabblad Groepen zie je dat de gebruiker standaard al aan de groep users is toegevoegd. Dat is voorlopig de enige groep waarvan de gebruiker deel moet uitmaken, andere groepen kun je later toevoegen. Klik op Opslaan om de gebruiker aan te maken. Herhaal deze stap voor elke gebruiker.

11 Gedeelde map definiëren

Vervolgens definiëren we een gedeelde map. Klik daarvoor op Toegang tot rechtenbeheer / Gedeelde mappen en dan op de knop Toevoegen. Geef de map een naam. Bij Schijf(deel) selecteer je het bestandssysteem dat je eerder hebt aangemaakt. Bij Bestandspad vul je het pad van de map in, als suggestie krijg je hier de naam van de map. Als het pad nog niet bestaat, maakt OpenMediaVault dit aan. Bij Permissies kunnen de beheerder en gebruikers standaard lezen en schrijven en krijgt de rest geen toegang. Verander dit indien nodig. Druk op Opslaan om de map aan te maken.

12 Toegangsrechten finetunen

De standaard toegangsrechten zijn goed als je alle gebruikers dezelfde toegang wilt geven. Wil je gebruikers verschillend behandelen, selecteer dan de gedeelde map en klik op Toegangsrechten. Hierin kun je voor alle gedefinieerde gebruikers de standaardpermissies aanpassen. Wil je bijvoorbeeld één gebruiker geen toegang geven tot de map, klik dan in de kolom Geen toegang bij die gebruiker. Klik tot slot op Opslaan.

©PXimport

13 Windows-netwerkdeling inschakelen

Nu je een map met toegangsrechten hebt, hoef je die alleen nog maar te delen. Daarvoor schakelen we Windows-netwerkdeling in. Die dienst vind je onder Diensten / SMB/CIFS. Vink Inschakelen aan. Verander eventueel je werkgroep als dat nodig is, maar normaal hoef je niets aan de andere instellingen te veranderen. Klik op Opslaan en ga naar het tabblad Gedeelde bronnen. Klik op Toevoegen en kies een gedeelde map. Als naam waaronder de map zichtbaar is in je netwerk, wordt standaard de naam gekozen die je voor de gedeelde map hebt opgegeven, maar je kunt die hier nog veranderen. Klik op Opslaan.

14 RAID opzetten

Voor een betrouwbare NAS gebruik je nooit maar één schijf. Als die schijf uitvalt, ben je immers al je bestanden kwijt. Gelukkig ondersteunt OpenMediaVault ook RAID. Voeg daarvoor de schijven toe die je voor RAID wilt inzetten en ga naar Opslag / RAID-beheer. Klik op Aanmaken en geef je RAID-apparaat een naam. Kies het gewenste RAID-niveau en selecteer de schijven die je in je RAID-systeem wilt opnemen. Klik op Opslaan. Wacht nu even tot je RAID-apparaat is geïnitialiseerd. Het is zover als er clean in de kolom State staat. Daarna maak je op het RAID-apparaat een bestandssysteem aan zoals in stap 9.

©PXimport

15 OpenMediaVault uitbreiden

Standaard is OpenMediaVault een eenvoudig NAS-besturingssysteem, maar de functionaliteit is uit te breiden met allerlei extensies. Je vindt ze onder Systeem / Extensies. Zo zijn er extensies voor SSH-toegang via een webinterface, om e-mails te synchroniseren met IMAP, om van gedeelde mappen automatisch een reservekopie te maken als je een externe schijf aansluit, om muziek via DLNA of AirPort te streamen, om een printserver van je NAS te maken en nog veel meer. Wil je een extensie installeren, vink ze dan aan en klik bovenaan op Installeren.

16 Nog meer uitbreiden

De extensies die je normaal te zien krijgt, zijn de officieel ondersteunde extensies van OMV-Extras. Andere repository’s schakel je via Systeem / OMV-Extras.org in. Daardoor krijg je toegang tot nog veel meer extensies, maar wees je ervan bewust dat ze niet officieel ondersteund zijn en je NAS dus instabiel kunnen maken. Zo kun je BitTorrent Sync installeren, downloadmanagers voor torrents en nieuwsgroepen, Plex Media Server en extensies om een Virtual Private Network (VPN) op te zetten. Vink de gewenste repository’s aan, klik op Opslaan en doorzoek de extensies in Systeem / Extensies.

©PXimport

Geen realtime klok

Elke keer dat je de configuratie van OpenMediaVault bijwerkt, krijg je op de Raspberry Pi een foutmelding: “Failed to execute command 'export LANG=C; monit restart collectd 2>&1': monit: Cannot connect to the monit daemon. Did you start it with http support?”. Deze en andere foutmeldingen hebben als oorzaak dat de Raspberry Pi geen realtime-klok heeft. Voor enkele euro’s vind je op DX.com of Alibaba een RTC die je op de GPIO-pinnen aansluit.

Software failure

Zo nu en dan geeft OpenMediaVault op de Raspberry Pi een gevaarlijk uitziende foutmelding: “Software failure. Press left mouse button to continue”. Klik dan ergens in de webinterface, waarna je wordt uitgelogd. Log opnieuw in en werk verder. Het lijkt een authenticatieprobleem te zijn, maar heeft op het eerste gezicht geen impact op de werking van je NAS. Het is alleen vervelend dat je opnieuw moet inloggen.

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!