ID.nl logo
Screenshots maken met Greenshot
© Reshift Digital
Huis

Screenshots maken met Greenshot

Windows heeft net als macOS zijn eigen ingebouwde tools om schermafbeeldingen te maken. Wil je echter een extern programma om tot op de pixel nauwkeurig screenshots te maken, die gevoelige informatie in de afbeelding maskeert, en ook rechtstreeks kan uploaden naar allerlei toepassingen en webdiensten, dan is de allernieuwste versie van Greenshot een ijzersterke kandidaat.

Tip 01: Nieuw leven

Lange tijd is Greenshot de favoriet geweest van Windows-gebruikers die een veelzijdige, maar gratis screenshot-tool wilden. Omdat er sinds augustus 2017 geen officiële updates meer zijn geweest, bestempelde men Greenshot als een zogenoemde zombie-app, dat is software die door de ontwikkelaar verweesd wordt achtergelaten. Maar na een aantal jaar van verwaarlozing is Greenshot bezig met een comeback! Dit jaar alleen zijn er maar liefst zes nieuwe versies te vinden op www.getgreenshot.org/version-history. Ze zijn weliswaar nog niet definitief, maar wij gebruiken alvast de meest recente release zonder noemenswaardige problemen. We hebben versie 1.3.205-UNSTABLE.exe geïnstalleerd, omdat we de nieuwe experimentele functies willen uitproberen. We nemen het voor lief als het programma plots een keer zou afsluiten, iets wat tijdens onze test slechts één keer gebeurd is. Wie het toch liever bij de laatste stabiele versie houdt, kan steeds terecht op www.getgreenshot.org.

©PXimport

Tip 02: Componenten

Greenshot is een lichtgewicht programma, waar je tijdens de installatie de taalversie aanduidt. Daarnaast kun je een heleboel componenten installeren, zoals plug-ins voor Box, Flickr, Dropbox, Imgur, Microsoft Office. Deze plug-ins zorgen dat het mogelijk is om de schermafdrukken rechtstreeks naar online diensten te verzenden of in programma’s van derden zoals Office te openen. In dit voorbeeld hebben we alle componenten geïnstalleerd, wat neerkwam op slechts 32,6 MB opslagruimte. Weet je bijvoorbeeld zeker dat je nooit wilt exporteren naar Flickr, dan haal je het vinkje bij die plug-in weg. Je kunt ook ruimte winnen door selectief te werk te gaan bij het installeren van de taalpakketten, maar gezien de geringe ruimte die het inneemt, zouden wij ons er niet al te druk maken.

©PXimport

Ook voor Mac

De 1.2.19-versie voor macOS kost 1,99 euro. Waar Greenshot zich in de Windows-versie in het systeemvak nestelt, haal je de Mac-versie rechtsboven uit het hoofdmenu. Om Greenshot op de Mac te laten werken, moet je na de installatie in de Systeemvoorkeuren bij Beveiliging en privacy bij het onderdeel Privacy aanduiden dat Greenshot de inhoud van het scherm mag vastleggen. Hoewel je voor de macOS-versie minder dan de prijs van een biertje betaalt, heeft deze editie niet zoveel functies als het gratis Windows-broertje. De geïntegreerde editor van Greenshot heeft bijvoorbeeld veel minder uitvoermogelijkheden. Je kunt niet rechtstreeks wegschrijven naar Dropbox, of schermafbeeldingen bewaren in Word of PowerPoint. Daar komt bij dat de eigen ingebouwde screenshotmogelijkheden van macOS recent zijn verbeterd. De kans is dus klein dat Greenshot voor Mac even populair wordt als de Windows-versie.

©PXimport

Dankzij het vergrootglas hoef je achteraf geen storende randen te verwijderen

-

Tip 03: Uit het systeemvak

Waarschijnlijk ontvang je tijdens de installatie de melding dat de PrintScreen-toets van het toetsenbord reeds toegewezen is aan een ander programma. Om Greenshot via het toetsenbord te starten, heb je dus een andere sneltoets nodig (of zorgen dat het programma dat PrintScreen claimt een andere toets gebruikt). Alle sneltoetsen zullen we dadelijk instellen, maar je kunt ook probleemloos schermafdrukken maken zonder sneltoetsen. Wanneer je in het systeemvak op het Greenshot-pictogram klikt, kom je bij de vijf mogelijke schermafdrukken: Interactief kader, Laatste schermafdruk herhalen, Actief vensteropname, Volledige schermopname en Internet Explorer vensteropname. Greenshot ondersteunt geen uitgestelde schermafdrukken die je maakt op basis van een timer. In dit pop-upvenster zie je ook het menu Instellingen en een optie om vorige schermafdrukken te openen, om die daarna te bewerken met de editor van het programma.

©PXimport

Tip 04: Interactief kader

Een slimme tool om een zuivere schermafdruk te maken, is het zogenoemde Interactief kader. Hiermee trek je een blauw selectiekader over de inhoud op het scherm. Terwijl je sleept, verschijnen de hoogte- en de breedte-afmetingen in pixelwaarden van de selectie in beeld. Middenin de selectie zie je de resolutie. Bijzonder handig is het vergrootglas dat het begin- en eindpunt van de selectie volgt en waarmee je de selectie letterlijk tot op de pixel volgt. Op die manier hoef je achteraf niet met een beeldbewerker de storende randen verwijderen van een screenshot dat je een beetje slordig hebt genomen. Het best sleep je dus eerst met de muis een grove selectie over de zone die je wilt vastleggen en daarna gebruik je de pijltjestoetsen om met behulp van het vergrootglas de selectie tot op de pixel vast te leggen.

©PXimport

Met het toetsenbord

Voor wie het slepen en ondertussen het vergrootglas in de gaten houden te omslachtig werkt, is er nog een betere manier. Eerst bepaal je met het vergrootglas en de pijltjestoetsen het beginpunt van de selectie. Tevreden? Druk dan op Enter. Daarna breng je de muisaanwijzer naar de rechterbenedenhoek van het selectiekader en je bepaalt opnieuw met de pijltjestoetsen het eindpunt en je drukt opnieuw op Enter. En daar is de perfecte selectie. Om het vergrootglas even te laten verdwijnen zodat je het overzicht beter ziet, druk je op de Z-toets. Gebruik dezelfde toets om het vergrootglas opnieuw op te roepen.

©PXimport

De modus Actief vensteropname selecteert een venster zonder dat je handmatig de randen hoeft te zoeken

-

Tip 05: Actief of volledig?

Vanuit de modus Interactief kader schakel je naar de modus Actief vensteropname door op de Spatiebalk te drukken. Uiteraard is het ook mogelijk om deze opdracht vanuit het systeemvak te selecteren. Hiermee haal je een venster uit zijn achtergrond zonder dat je handmatig de randen van het venster hoeft te zoeken.

Er zijn twee manieren om een actief venster vast te leggen. De keuze maak je in het menu Instellingen op het tabblad Schermopname. Daar vind je de optie Actief vensteropname die twee opties heeft. Kies je Interactieve schermopname, dan zal Greenshot het vast te leggen gebied markeren en daarna kun je ofwel het volledige venster of een deelvenster selecteren zoals het werkvlak, een zijbalk of een knoppenbalk. Kies je in dit tabblad de optie Vensteropname, dan zal Greenshot het volledige venster netjes vastleggen. Het is ook mogelijk om een screenshot van het volledige bureaublad te maken met de opdracht Volledige schermopname.

Ten slotte kan Greenshot een opname maken van een webpagina die langer is dan de hoogte van het scherm. Dat werkt overigens uitsluitend in Internet Explorer. Andere browsers ondersteunen deze functie niet. We hopen dat er ooit wat modernere browsers worden toegevoegd, want Internet Explorer is wel héél oudbakken. De vijfde variant is Laatste schermopname herhalen, waarmee je gewoon dezelfde zone nog een keer vastlegt.

©PXimport

Contextmenu’s

Schermopnames van een contextmenu zijn vaak lastig te maken, omdat dit menu uit beeld verdwijnt wanneer je ergens met de muisaanwijzer klikt. Als je de optie Actief Venster gebruikt, zal het contextmenu verdwijnen. In Greenshot open je best het contextmenu, daarna activeer je het Interactief kader met de sneltoets en vervolgens maak je de schermafbeelding.

©PXimport

Tip 06: (Snelle) instellingen

Klik met de rechtermuisknop op het Greenshot-pictogram in het systeemvak en dan zie je dat de software twee opties heeft om bij de instellingen te komen. Eerst is de optie Snelle instellingen, die je tijdens het werken met dit programma gebruikt om bijvoorbeeld aan te duiden of je de muisaanwijzer in de schermopname wilt zien of om de locatie te bepalen waar de schermopnamen worden opgeslagen. Daaronder staat het menu Instellingen, die loop je best door voordat je het programma gebruikt. In het tabblad Algemeen selecteer je de programmataal en activeer je de optie om Greenshot samen met Windows te laten opstarten. Dit is ook het tabblad waar je de sneltoetsen vastlegt om een van de vijf verschillende soorten schermafbeeldingen te activeren. Hier geef je ook aan om de hoeveel dagen Greenshot naar updates moet zoeken. Voor wie er van houdt, is er in het tabblad Schermopname een optie om een cameraklik te laten horen bij iedere schermafdruk. In hetzelfde tabblad kun je de optie uitzetten waarbij je voor iedere schermafdruk ook nog een melding in het actiecentrum ontvangt.

©PXimport

De optie Bestemming interactief toont een menu met alle uitvoermogelijkheden

-

Tip 07: Opslaglocatie

In het tabblad Opslaan van het menu Instellingen bepaal je de standaardlocatie en de grafische indeling waarin je de bestanden wilt opslaan. Als je hier niets wijzigt, zal de tool de afbeeldingen op het bureaublad wegschrijven, maar door op de drie puntjes te klikken, selecteer je een andere map.

Onder Opslaglocatie bepaal je de manier hoe Greenshot het bestand automatisch zal noemen. De knop met het vraagteken leert hoe je gebruikmaakt van variabelen om de datum en het tijdstip aan de bestandsnaam toe te voegen. In het derde vak selecteer je de bestandsindeling. Je hebt de keuze uit bmp, gif, jpg, tif, greenshot, of ico. Als je bijvoorbeeld jpg kiest, dan moet je ook de compressiekwaliteit instellen. Compressie zorgt voor kleinere bestanden, maar daardoor vermindert ook de beeldkwaliteit. Hoe lager de compressie hoe beter de weergavekwaliteit. Je kunt aangeven dat het programma de gekozen instellingen moet blijven gebruiken totdat je ze verandert. Een andere mogelijkheid is dat je iedere keer de beeldkwaliteit moet kiezen als je het bestand opslaat. Ten slotte is er een optie om de kleuren tot 256 tinten te reduceren. Voor tif-, jpg- of png-bestanden zou dat jammer zijn, een gif bestaat sowieso uit 256 kleurtinten.

©PXimport

Tip 08: Bestemming

Het tabblad Bestemming bepaalt welke opties je te zien krijgt nadat je een schermafbeelding hebt gemaakt. Zet je hier een vinkje bij Direct opslaan (met standaardinstellingen), dan krijg je na een schermopname niets te zien. Iedere schermafbeelding zal automatisch terechtkomen in de map die je als opslaglocatie hebt gekozen in het tabblad Opslaan. Wil je na het maken van de schermafbeelding telkens beslissen waar je het bestand wilt opslaan, onder welke naam en in welk bestandsformaat, dan plaats je een vinkje bij Opslaan als. Dan is er ook de optie Bestemming interactief selecteren. Hierdoor krijg je een telkens een menu te zien met alle uitvoermogelijkheden die Greenshot ondersteunt en daar zijn enkele buitengewone opties bij.

©PXimport

Tip 09: Uitvoer-opties

Zo is het mogelijk om de schermafbeelding rechtstreeks naar een Office-toepassing te verzenden. Kies je bijvoorbeeld OneNote, PowerPoint of Word, dan zal het systeem een nieuw document in de gekozen applicatie maken en de schermafbeelding daarin plaatsen. Is er bijvoorbeeld al een PowerPoint-bestand geopend en je kiest deze applicatie als bestemming, dan zal Greenshot de schermafbeelding onmiddellijk in de geopende presentatie plakken. Je kunt ook uitvoeren naar het klembord, zodat je de gekopieerde afbeelding in ieder ander programma kunt plakken. Daarnaast is het mogelijk de afbeelding op Imgur, Dropbox, Flickr op te slaan of in MS Paint (of een ander bewerkingsprogramma als je dat hebt geïnstalleerd) te openen. Die laatste keuze lijkt ons overbodig, omdat Greenshot zelf ook een interessante editor ter beschikking geeft: Beeldbewerker.

©PXimport

Informatie zoals een inlognaam of ip-adres maak je onleesbaar met het Maskeergereedschap

-

Tip 10: Breedte en hoogte

De beeldbewerker van Greenshot is afgestemd op gebruikers die screenshots volgens bepaalde afspraken willen afleveren. In de bovenbalk vind je de vertrouwde functies om te kopiëren, knippen, plakken, en om handelingen ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren. Daarnaast staan alle uitvoermogelijkheden. In de verticale gereedschapsbalk vind je tools om de afbeelding bij te snijden of om de afmetingen aan te passen. Veronderstel dat je afbeeldingen voor een webproject klaarmaakt die allemaal 600 pixels breed moeten zijn, dan kun je dat via de knop Grootte regelen.

©PXimport

Tip 11: Pijl, lijn en masker

Verder staan hier de tools om cirkels, rechthoeken, lijnen en pijlen op de schermafbeeldingen te tekenen en die werken allemaal volgens hetzelfde principe. Je bepaalt de lijnkleur, de lijndikte en waar eventueel de pijlpunt(en) moeten komen. Ten slotte beslis je of je een schaduweffect onder de markering wenst te zien. Als je met verschillende mensen aan een project werkt, kun je bijvoorbeeld afspreken dat alle pijlen en omlijningen in rood #99000 moeten staan, met een lijndikte van 3 pixels zonder schaduw.

In schermafbeeldingen staat soms gevoelige informatie zoals een gebruikersnaam of een ip-adres. Die kun je die onleesbaar maken met het Maskeergereedschap. Zet dan de lijndikte wel op 0. Hierdoor zal de geselecteerde zone met blokjes vervagen.

©PXimport

Tip 12: Teller en markeerstift

Wie een bepaalde werkomgeving met schermafbeeldingen wilt toelichten, plaatst daarvoor graag nummertjes naar allerlei knoppen en andere onderdelen. De editor van Greenshot heeft daarvoor de tool Teller. Je selecteert in de optiebalk eerst een achtergrondkleur en een lettergrootte. Vervolgens klik je op de plaatsen waar zo’n nummer moet komen. Bij de eerste klik verschijnt nummer 1 tegen een contrasterende cirkelvormige achtergrond, bij de tweede klik nummer 2 enzovoort …

Je kunt trouwens de grootte en vorm van het cirkeltje achter het nummer nog aanpassen. In de gereedschapsbalk zit ook een markeerstift om objecten in het oog te laten springen. Verder is het mogelijk om tekstkaders en tekstballonen op de schermafbeeldingen te plaatsen. Om nauwkeurig te werken, kun je uiteraard in- en uitzoomen op afbeeldingen. De knop Effecten zorgt dan weer voor een kadertje rond de volledige schermafbeelding of voor een rafelige rand. Al die mogelijkheden zorgen dat je achteraf geen externe editor meer nodig hebt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief. 

▼ Volgende artikel
Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen
© Shark Ninja
Gezond leven

Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen

De Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler is een föhn en luchtstyler ineen. Hij wordt geleverd in een reiscase met allerlei accessoires om verschillende soorten kapsels in model te brengen. Het bedrijf heeft goed gekeken naar de concurrentie, die vergelijkbare tools aanbiedt tegen een flink steviger prijskaartje. Is dit een goed alternatief?

Goed
Conclusie

Dit is een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte. De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.

Plus- en minpunten
  • Complete set met bruikbare opzetstukken
  • Krachtige luchtstroom en constante temperatuurregeling
  • Snel drogen en stylen met milde hetelucht
  • Prijs aantrekkelijker dan de concurrentie
  • Knoppen lastig blind te bedienen in het begin
  • Leercurve bij Auto-Wrap-krullers en wisselen van hulpstukken
  • Reiscase gevuld niet heel licht om mee te nemen

SharkNinja is één bedrijf dat onder verschillende labels consumentenartikelen uitbrengt. Bij eerdere tests, van onder meer de Ninja CRISPi, bleek al dat het bedrijf gebruiksvriendelijke producten maakt, met duidelijke handleidingen en prijzen die vaak vriendelijker uitvallen dan bij andere merken. In dit geval betreft de directe concurrentie de Dyson Airwrap, een vergelijkbare set tegen een aanzienlijk hogere prijs.

©Saskia van Weert

Wat zit er in de doos

Maar eerst even over de Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler. De set bestaat uit een handstuk, twee 32millimeter zogeheten Auto-Wrap-krullers (voor krullen links en rechts van het hoofd), een platte borstel om tijdens het drogen te stylen, een ovale borstel voor volume en glans, een stylingconcentrator voor gericht föhnen en een diffuser met uitschuifbare 'vingers' voor krullend haar. Dit alles met een handleiding, tevens inspiratieboekje, in een luxe zwarte reiscase. Die overigens met alle spullen erin wel draagbaar is, maar niet zo licht dat je hem overal mee naartoe zult nemen.

©Saskia van Weert

Testopzet

Omdat de auteur van deze review met een kort kapsel beperkt de mogelijkheid heeft tot uitgebreid stylen, is de bevriende fashion influencer Larissa Mol de set uitgebreid komen uitproberen, en heeft een familielid met sterk krullend haar de diffuser ingezet om de krullen te temmen.

Ontwerp en werking

De werking van deze set is eenvoudig. Met een draai wissel je van föhnstand naar stylingstand. Een deel van de accessoires is te gebruiken met het handstuk in rechte stand. Met een schuifknop draai je voor de andere onderdelen een deel van de bovenzijde opzij, zodat er een rechte hoek ontstaat. Daar klik je een opzetstuk op, bijvoorbeeld om je haar droog te blazen.

Iets wat opvalt, is dat de set aanvankelijk vrij zwaar aanvoelt vergeleken met los gebruik van een föhn of krulborstel. Hij weegt 700 gram, wat later bij het uittesten geen probleem bleek te zijn.

©Shark Ninja

Bediening en knoppen

Onderaan het handstuk zitten een aan-uitknop en verschillende knoppen voor de gewenste warmte en de gewenste airflow, ofwel hoe hard de föhn blaast. Een stukje naar boven zit nog een knop voor de zogeheten Cool Shot, waarbij er koude lucht wordt uitgeblazen, belangrijk om bijvoorbeeld een zojuist gemaakte krul te fixeren.

Maak je haar handdoekdroog voor het stylen

Bijvoorbeeld met deze goed geteste set handdoeken!

Bedieningsgemak: aandachtspunten

Wat een beetje onhandig is, is dat de knoppen in het begin niet gemakkelijk op de tast te bedienen zijn. Er zitten geen nokjes op waardoor je zonder te kijken niet voelt welke knop je aanraakt. Zeker als starter moet je echt goed kijken welke knop je nodig hebt en waar die zit en de styler constant omdraaien om het in beeld te krijgen. Dat maakt stylen een beetje een gehannes. Niet helemaal duidelijk verder is of de Cool Shot afzonderlijk werkt tijdens het föhnen of dat de warmte-knop eerst uitgezet moet worden en daarna pas de koude lucht aangezet kan worden. Pas na wat langer gebruik werd het switchen tussen de verschillende standen wat intuïtiever.

©Shark Ninja

Ervaring met de krulopzetstukken

De afzonderlijke accessoires bevallen goed. Het opvallendst zijn de twee hulpstukken om het haar te krullen. De werking lijkt vrij omslachtig. Er is een onderdeel voor de linkerhelft van het hoofd en een voor de rechterhelft. Je houdt een lok haar beet op 10 centimeter van de onderkant en brengt de kruller achter het haar. De kruller wikkelt het haar dan automatisch om zichzelf heen, een beetje zoals iemand met een krultang zelf handmatig doet. Dit werkte verrassend goed.

Wat minder handig is, is dat de opzet van de set eigenlijk vereist dat iemand eerst de ene helft van het hoofd in de krul zet en dan pas de andere. Dat is niet hoe mensen dit in de praktijk doen, dus switchen tussen de hulpstukken moet je wel willen en je moet er de tijd voor hebben.

©Saskia van Weert

Praktijk: drie kapsels getest

De set is in de praktijk getest op drie kapsels. Op kort haar van kinlengte werkte een combinatie van concentrator en platte borstel het snelst: eerst tot circa tachtig procent droog föhnen, daarna met de platte borstel in model brengen.

Op lang en dik haar lag de nadruk op de Auto-Wrap-krullers. Werken in kleinere secties en direct afkoelen met Cool Shot gaf gelijkmatige krullen met volume, die wel wat sneller uitzakten dan met een krultang.

Op krullend haar is vooral met de diffuser gewerkt. De set lijkt het haar zachter en glanzender te maken dan andere vergelijkbare sets. Ook bij gebruik van de diffuser viel op dat er veel minder zogeheten frizz ontstond.

©Saskia van Weert

Pluspunten en minpunten

De pluspunten liggen in de volledigheid van de set, de snelheid van drogen en relatief milde hetelucht. In één doos zitten alle gangbare tools, inclusief een volwaardige diffuser. De luchtstroom is krachtig, de temperatuurregeling voorkomt hittepieken en het gewicht blijft rond de 700 gram.
Er zijn ook minpunten. De Auto-Wrap-krullers vragen gewenning; richting wisselen, secties kiezen en de juiste droogtegraad van het haar bepalen vergt oefening. Het geluidsniveau is vergelijkbaar met de herrie die een handendroger in een restaurant maakt.

Conclusie

Samenvattend is dit een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte.

De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.