ID.nl logo
Hoe leer je programmeren?
© PXimport
Huis

Hoe leer je programmeren?

Deze week staat in het teken van Hour of Code, en Computer!Totaal draagt natuurlijk graag zijn steentje bij. Het immers van cruciaal belang om kinderen te blijven leren hoe ze moeten programmeren! Programmeren kan iedereen namelijk zelf doen. Maar hoe leer je dat nou, je eigen programma's maken?

We schreven het al eerder dit jaar in Computer!Totaal: programmeerles op school neemt wereldwijd een grote vlucht. Eén op de tien Amerikaanse scholen is er al mee gestart. En als het aan president Obama ligt, zullen nog veel meer scholen volgen. Daartoe is de website Code.org in het leven geroepen, een platform voor docenten en leerlingen die zelf hun programmaatjes willen maken.

Sommige landen zijn een stap verder. In Engeland en Estland is programmeren inmiddels een verplicht vak. Misschien wel het verst is Vietnam. Daar leren kinderen op de basisschool programmeren, blijkbaar gebeurt dat heel voortvarend: naar verluidt doorstaan Vietnamezen na hun eindexamen moeiteloos de sollicitatietests van Google, het walhalla voor ICT-toppers.

Ook Nederland begint aan de weg te timmeren. Afgelopen voorjaar werd de CodePact ondertekend. Daarin staat dat 400.000 scholieren in groep 8 van de basisschool en eveneens 400.000 brugklassers gaan leren programmeren. Het besef is groter dan ooit: het is nuttig om te kunnen programmeren, al is het maar een beetje. En het is echt niet voorbehouden aan kinderen: met leren programmeren ben je nooit te laat.

©PXimport

Bob den Otter, oprichter van ICT-bureau Two Kings dat websites, apps en webtoepassingen ontwikkelt.

Iedereen kan het leren

Maar programmeren hoef je niet op school te leren, of op jonge leeftijd. Meer dan een gezond stel hersenen, enthousiasme en geduld is er niet voor nodig. Je hoeft er niet speciaal voor gestudeerd te hebben, je hoeft ook geen nerd te zijn of heel veel technische kennis te hebben. Komen we meteen bij het grootste vooroordeel: mannen zouden van nature meer talent hebben voor programmeren. ICT-deskundigen vegen dit beeld echter van tafel. Volgens Bob den Otter, oprichter van ICT-bureau Two Kings dat websites, apps en webtoepassingen ontwikkelt, kunnen ook meisjes prima leren programmeren: "Vooral op conferenties zie je dat de ICT-wereld helaas nog steeds een mannenbolwerk is, maar dat heeft denk ik meer te maken met rolpatronen en vooroordelen dan met natuurlijke aanleg. Meisjes krijgen sneller negatieve reacties uit hun omgeving. Daardoor raken ze sneller ontmoedigd."

Docent en onderzoeker Marieke Huisman van de Universiteit Twente: "Op de basisschool vinden meisjes de techniek meestal nog best leuk, maar in de pubertijd slaan de twijfels toe. Dan denken ze dat techniek niet leuk is, of iets voor nerds. Ook de media bevestigen deze beeldvorming. Over Yahoo-topvrouw Marissa Mayer werd ooit geschreven: 'Ze mag dan ingenieur zijn met een cijferfetisj, ze is ook een modeliefhebber met een exquise smaak'. Mijn interpretatie: hoewel ze allerlei nerdy, saaie dingen doet, heeft ze toch ook nog aandacht voor vrouwendingen."

Beiden denken dat ook meisjes echt wel slim genoeg zijn om te programmeren. Den Otter: "In principe kunnen ze het even goed als jongens. Er is geen wezenlijk verschil." Huisman: "Van de pakweg zeventig eerstejaars bij ons zijn er maar drie of vier vrouw. Dat is sneu. Maar die vrouwen doen qua prestaties niet onder voor de mannelijke studenten."

Girls only: het DigiVita Code Event

VHTO, landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek, organiseert diverse bijeenkomsten voor meisjes die graag willen programmeren. Bij het DigiVita Code Event gaan meisjes in diverse workshops aan de slag met het maken van een app, game of website. Daarbij krijgen ze begeleiding van ICT-studentes en vrouwelijke ICT-professionals. Dit evenement duurt één dag. Meisjes die de smaak te pakken hebben, kunnen tijdens de DigiVita Zomerkamp zelfs een week lang leren programmeren op het Science Park in Amsterdam.

Aan de slag: de Bendoo Box

Enthousiast geworden om zelf te gaan programmeren? Je kunt op je eigen computer gaan programmeren, maar je kunt ook kiezen voor een losse mini-computer, zoals de Raspberry Pi. Het grote voordeel hiervan is dat je hem voor dat ene project(je) inzet, en er allerlei sensoren mee kunt verbinden. Het moederbedrijf van Computer!Totaal geeft de Raspberry Pi met software en toebehoren in een kant-en-klare set uit, in de vorm van de Bendoo Box. De box is vooral gericht op kinderen van 10 tot 14 jaar, maar uiteraard kan iedereen ermee aan de slag. De programma's Scratch en Python helpen je je eerste programmaatjes te maken. Gamers opgelet: zelfs Minecraft zit erop!

Het kloppend hart van de Bendoo Box is de Raspberry Pi, feitelijk alleen maar een chip. Maar wel een chip met aansluitingen voor usb, audio, HDMI en uiteraard voeding. Ook zitten er kleine GPIO-pinnetjes op, daarmee kun je de Pi verbinden met sensoren en een schakelaar. Naast de Raspberry Pi bevat de box diverse snoertjes, een geheugenkaartje met software, een wifi-adapter en een stevige behuizing waar de chip precies in past. En die behuizing heb je ook wel nodig, één keer koffie morsen en je noeste werk is mogelijk voor niets geweest ... Je moet zelf nog een beeldscherm aansluiten (dit mag ook een televisiescherm zijn, als er maar een HDMI-aansluiting aan zit). Heb je een computerscherm met alleen DVI? Dan moet je even een verloopkabeltje bijbestellen.

©PXimport

Aansluiten

De box bevat een duidelijk instructieboekje dat je stap voor stap uitlegt hoe je de Pi aan de praat krijgt. In feite is het niet veel meer dan alle stekkertjes aansluiten, het geheugenkaartje erin steken en aanzetten. De eerste keer zal dit iets langer duren, doordat er dan allerlei instellingen goed moeten worden gezet. Na het opstarten krijg je een scherm dat een beetje aan Windows doet denken. Daarin kies je een programma om mee te werken, bijvoorbeeld Scratch, Python en Minecraft.

©PXimport

Productinformatie

Website: www.bendoobox.nl

Prijs: 99 euro (standaardversie), 119 euro (snellere versie)

Besturingssysteem: Raspbian (meegeleverd)

Los verkrijgbare accessoires: 7inch-touchscreen, sensorplaat, verloopkabel HDMI-DVI, wifi-dongel

Wat kun je met de Bendoo Box?

Je eigen spelletjes

Met de programmeertaal Scratch ontwerp je zelf een simpel spelletje. De taal is speciaal bedacht voor kinderen en voor ieder ander die nog nooit heeft geprogrammeerd.

Je eigen website

Tover de Raspberry Pi om in een webserver. Je installeert WordPress en bouwt je eigen site. Die kun je koppelen aan je eigen domein.

Minecraft

Het populairste computerspel ooit draait ook op de Bendoo Box. Deze speciale versie heeft zelfs veel extra mogelijkheden dankzij de programmeertaal Python.

En verder?

Dit zijn de drie belangrijkste toepassingsmogelijkheden die in het instructieboekje worden besproken. Maar trouwe lezers weten dat er met de Raspberry Pi nog veel meer mogelijk is. Een eigen robot, een bewakingscamera, een mediaspeler, een navigatiesysteem voor in je auto, een helicam waarmee je luchtfoto's maakt? Dat kan allemaal. Wij hebben ook een aantal projecten uitgewerkt, hier vind je de workshops om het allemaal voor elkaar te krijgen.

Programmeren met Python

Werkt spelletjes maken met Scratch vooral visueel en interactief, de programmeertaal Python is heel anders. Hiervoor moet je reeksen commando's formuleren, die samen als één programma worden uitgevoerd. Door die tekstuele commando's is Python minder laagdrempelig, maar de extra moeite wordt royaal beloond: de mogelijkheden van deze taal reiken vele malen verder dan van Scratch.

Maar wat is dat Python eigenlijk? Even een snelle introductie: eind 1989 is deze taal bedacht door Guido van Rossum, destijds medewerker van het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) in Amsterdam. Python - genoemd naar Guido's favoriete tv-serie Monty Python's Flying Circus - is losjes gebaseerd op BASIC. Deze programmeertaal won vanaf de jaren 60 enorm aan populariteit, maar kreeg ook felle kritiek, met name vanuit academische kringen. Ook andere programmeertalen hadden zo hun nadelen. Dat kan beter, dacht men daar, en men voegde de daad bij het woord.

Lego voor programmeren

De introductie van Python bleek een gouden idee. Eigenlijk is Python het Lego van de programmeertalen: het is begrijpelijk genoeg om er snel iets eenvoudigs mee te maken, maar uitgebreid genoeg om er vrijwel elke klus mee te kunnen klaren. Geen wonder dat Python al snel over de hele wereld werd gebruikt. Eind jaren 90 maakten Google-oprichters Larry Page en Sergey Brin er dankbaar gebruik van bij het bouwen van de allereerste versie van hun zoekmachine. Python staat al jarenlang in de top 10 van meest toegepaste programmeertalen en wordt overal toegepast: internet, bankwereld, geografische informatiesystemen, kantoorautomatisering ... je kunt het zo gek niet bedenken.

Zelf kennismaken met Python? De Bendoo Box helpt je op weg met een speciale versie van Minecraft, waar je met Python extra kunstjes aan kunt toevoegen. Op www.bendoobox.nl zijn kant-en-klare Python-programma's als download beschikbaar; ideaal om te kijken hoe Python in elkaar zit. Uiteraard kun je ook je eigen programmaatjes bedenken.

Python draait niet alleen op de Raspberry Pi, maar ook op 'gewone' desktopcomputers. Daarvoor moet je eerst de meest recente Python-software downloaden (zie kader 'Nuttige websites'). Met name op Windows-pc's komt dan een heel scala aan nieuwe toepassingsmogelijkheden binnen handbereik. Python werkt namelijk ook in combinatie met Excel en andere Windowstoepassingen.

©PXimport

Programmeerpioniers in 1998: de allereerste Google-computer bij Stanford University werd met Lego gebouwd en grotendeels met Python geprogrammeerd.

©PXimport

Een simpel Python-programma om de Body Mass Index (BMI) van de gebruiker te berekenen, afhankelijk van opgegeven gewicht en lengte.

Nuttige websites

Smaakt de eerste kennismaking met Python op de Bendoo Box naar meer? Deze links helpen je verder.

www.python.org De officiële website waar je Python kunt downloaden. Ook vind je er documentatie, een forum en nieuwtjes.

www.codecademy.com/tracks/python Een uitstekende interactieve Python-cursus. Enig minpuntje is misschien voor sommigen de Engelse taal.

www.programmerenvoorkinderen.nicolaas.net Nederlandstalige serie Python-lessen, vooral gericht op kinderen.

Online cursussen

Een paar websites die je niet mag missen als je echt wilt leren programmeren.

www.codecademy.com Zonder twijfel is Codecademy de nummer-1-website van de online programmeercursussen. Een greep uit de talen die je er kunt leren: Python, PHP, jQuery, JavaScript, Ruby, HTML, CSS en sinds kort ook SQL (databases). Alle cursussen zijn gratis. De site is in 2011 gelanceerd en vier jaar later hebben al miljoenen gebruikers een of meer cursussen afgerond.

www.codeavengers.com Online cursussen voor HTML, CSS, Javascript en Python. Elke cursus is in twaalf uur af te ronden. Sommige zijn gratis, voor het merendeel wordt een vergoeding van enkele tientallen dollars gevraagd. Code Avengers is gevestigd in Nieuw Zeeland, maar de website is er ook in het Nederlands.

www.jorcademy.nl De 13-jarige Nick Jordan uit Rotterdam begon vier jaar geleden met programmeren en heeft inmiddels een uitgebreide website en een YouTube-kanaal met vele tientallen videolessen over Python, Scratch, Unity, C#, Git, WordPress en PHP.

©PXimport

Niet alleen in het programmeren, maar ook in het léren programmeren kun je het ver schoppen. Nick Jordan (13), won afgelopen jaar met zijn website JorCademy een Gouden @penstaart.

Leren programmeren

Wil je nu wel leren programmeren, maar weet je niet waar je moet beginnen? Het zal je niet verbazen dat je op internet enorm veel handleidingen en cursusmateriaal kunt vinden (Zie kader 'Online cursussen'). Hier kun je zelfstandig mee aan de slag. Maar vind je dit lastig, dan kun je je ook aansluiten bij een computerclub! Zo kun je samen uitpluizen hoe het zit.

Nederland telt honderden computerclubs, bijna elke gemeente heeft er wel een. Soms maakt zo'n club deel uit van landelijke organisaties als HCC, vaak zijn het lokale initiatieven. We spreken met Erno Mijland, onderwijsadviseur op gebied van ICT en sociale media. Hij stond zelf aan de basis van een computerclub voor tieners in het Brabantse Middelbeers: Beers Hackwerk.

©PXimport

Hoe is je computerclub gestart?

"Vorig jaar plaatste ik een advertentie met een oproep. Daar reageerden zes kinderen op. Nu zijn we al met z'n twaalven. Elke maandagavond gaan we aan de slag met allerlei projectjes, zoals knutselen met hardware, programmeren en video-editing."

Wat is jouw rol in de groep? De expert die alles uitlegt?

"Nee hoor. Ik noem mezelf meer een begeleider dan een docent of coördinator. Van huis uit ben ik leraar Nederlands en Engels, geen ICT-specialist. Meestal laat ik de kinderen zelf uitzoeken hoe ze iets voor elkaar moeten krijgen. Op internet is heel veel informatie te vinden. Soms komt er een gastdocent uit het bedrijfsleven iets vertellen."

Wat deed je besluiten een computerclub op te richten?

"In de eerste plaats natuurlijk omdat ik het zelf leuk vind. Maar er zijn nog meer redenen. Als onderwijsadviseur vind ik het belangrijk om feeling te houden met de doelgroep. Wat maken ze zoal mee? Hoeveel mediawijsheid hebben ze? Verder zie ik dat basisscholen helaas nog steeds weinig met ICT doen. Toch is het belangrijk dat kinderen er meer kennis van hebben."

Waarom lid worden van een computerclub, je kunt ook zelf thuis aan de slag gaan?

"Dat kan natuurlijk, maar bij programmeren loop je vaak al snel vast. Eén simpel tikfoutje en het programma werkt niet, of verkeerd. Met de frisse blik van anderen die even over je schouder kunnen meekijken, ontdek je veel sneller waar de fout zit."

Waarom is programmeren leuk?

"Inmiddels zijn mobiele telefoons en Facebook vanzelfsprekend geworden. Juist daarom is het interessant om eens onder de motorkap te kijken. Hoe werkt het allemaal? Zo'n timeline van Facebook zit vol keuzes van programmeurs. Soms moeten die ook ethische keuzes maken. Neem het programmeren van een zelfrijdende auto. Stel dat op zeker moment zo'n auto moet beslissen tussen een botsing met een oud vrouwtje of een spelend kind, wat dan? Kennis van ICT maakt je veel meer bewust van dergelijke keuzes."

©PXimport

Twee leden van computerclub Beers Hackwerk aan het werk.

Welke programmeertaal moet je kiezen?

Je ziet het: er zijn programmeertalen genoeg. We hebben al een paar suggesties gegeven voor talen die geschikt zijn voor beginnende programmeurs. In het overzichtje van online cursussen zie je echter nog veel meer programmeertalen voorbij komen. Hoe maak je een keuze uit al die mogelijkheden? Welke talen zijn wel en niet geschikt als volgende stap? We vragen het aan de experts.

Informaticus Marieke Huisman geeft bij de Universiteit Twente programmeercolleges aan eerstejaars studenten. Welke talen leren ze daar? "Na lang beraad viel de keuze uiteindelijk op Java. Deze taal is 'full-fledged' en heel geschikt om de basisconcepten van het programmeren te leren, zoals algoritmen en datastructuren. Als je die concepten eenmaal begrijpt, dan is het vrij gemakkelijk om daarna nog andere talen erbij te leren, mocht dat ooit nodig zijn. Naast Java is ook wel Javascript geschikt om die programmeerconcepten te leren. Beter dan bijvoorbeeld C, een vrij low-level taal waarmee je dichter op de hardware zit."

Beroepsprogrammeur Bob den Otter bekijkt het van de praktische kant: "De vraag is vooral wat je ermee wilt. Programmeren is geen doel op zich, maar een middel. Wil je websites bouwen? Prima om dan PHP en MySQL te leren. Maar als je graag games wilt ontwikkelen of systeemprogrammeur wil worden, dan kun je beter met heel andere talen aan de slag. Je kunt niet bij voorbaat zeggen dat één taal het meest geschikt is. Kies eerst je doel en dan pas de taal om dat doel te bereiken."

En als je van programmeren uiteindelijk je beroep wilt maken, hoe belangrijk is dan een informaticastudie? Den Otter: "Ook dat hangt ervan af. Ons bureau richt zich op websites en apps. Daarvoor moet je in de eerste plaats een aantal programmeertalen en tools goed beheersen. Of je een voltooide opleiding hebt, is minder belangrijk. Maar ik kan me voorstellen dat als je game-developer wilt worden, zo'n studie veel belangrijker is. Bij games krijg je bijvoorbeeld ook te maken met complexe 3D-berekeningen."

Tot slot

Zodra je eenmaal bent begonnen met programmeren, zijn de mogelijkheden om je je er verder in te ontwikkelen vrijwel eindeloos. Dit artikel heeft je daarvoor praktische tips gegeven. Maar zo ver hoef je natuurlijk niet te gaan. Je kunt het ook bij een eerste kennismaking laten - ook dat is al interessant en leerzaam.

Terug naar de vraag aan het begin van dit artikel: waarom zou je leren programmeren? Je kunt die vraag ook omkeren: waarom zou je het niet leren? Want wat is leren nu eigenlijk? Mensen leren voortdurend nieuwe dingen om de wereld ietsje beter te begrijpen en om nieuwe vaardigheden op te doen. Neem de vakken die we allemaal op school kregen: economie, aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie etc. Allemaal vakken die ons iets leren over de complexe wereld waarin we leven. Dat leren blijft niet beperkt tot alleen maar kennis opdoen uit leerboekjes, soms steken we daarbij ook de handen uit de mouwen. Chemische stoffen laten reageren bij scheikunde of heel soms zelfs kikkers opensnijden bij biologie. Geen vaardigheden die veel mensen later in hun leven nodig zullen hebben. Toch doen we dit op school, omdat het moet bijdragen aan een klein beetje beter begrip van onze wereld.

Maar die wereld is in de afgelopen halve eeuw sneller dan ooit veranderd. Zonder computers kunnen en willen we niet meer. Toch blijven het voor veel mensen tamelijk ondoorgrondelijke apparaten. Is het dan niet de hoogste tijd om wat meer te leren over hun werking? En hoe doe je dat beter dan door kennis te maken met wat die apparaten aanstuurt: de software? En wat is dan leerzamer dan daarvoor zelf een stukje software te schrijven? En misschien wel het belangrijkste: programmeren is te leuk om níet te leren!

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!