ID.nl logo
Cursus: Deel 1 - Raspberry Pi, de ultieme knutselcomputer
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Cursus: Deel 1 - Raspberry Pi, de ultieme knutselcomputer

Wellicht heb je al eens iets gelezen over de Raspberry Pi, het minicomputertje van amper 40 euro. In deze cursus leggen we uit waar je een exemplaar koopt, wat je allemaal nodig hebt en wat de mogelijkheden zijn. Ook maken we de Raspberry Pi klaar voor het echte werk. Na deze cursus volgt nog een workshopreeks, waarin we toepassingen voor de Raspberry Pi doorlopen.

Toen de Raspberry Pi vorig jaar op de markt kwam, volgde er een stormloop op de websites waar het apparaatje te koop was. Wie er eentje wilde bemachtigen, moest op een abnormaal vroege tijd uit bed, om te proberen binnen te komen in één van de webwinkels.

©PXimport

In principe kan je de Raspberry Pi als een minidesktopcomputer gebruiken, maar dat raden we niet aan.

Het leek wel een virtuele vorm van de wachtrijen die we altijd bij Apple-winkels zien wanneer er een nieuw model van de iPhone of iPad uitkomt. Maar de Raspberry Pi is helemaal het tegenovergestelde van een iPhone: het is een ruw computerbordje, zonder mooie vormgeving, helemaal niet afgewerkt en je moet er zelfs nog een besturingssysteem op installeren voor je er iets mee kan doen. Waarom is het dan zo populair?

Computer voor kinderen

Oorspronkelijk is de Raspberry Pi vooral ontwikkeld om een een kleine, goedkope computer te produceren voor kinderen die ermee kunnen leren programmeren. Het project ontsproot aan het brein van Eben Upton van het computerlaboratorium van de universiteit van Cambridge. Hij merkte dat zich ieder jaar weer minder studenten inschreven voor de opleiding computerwetenschappen. Bovendien hadden de studenten steeds minder programmeerervaring, terwijl dat een decennium eerder helemaal anders was. Upton besloot dat er iets moest gebeuren: kinderen moesten van jongs af aan gestimuleerd worden om te programmeren. Hij begon daarom een goedkope minicomputer te ontwerpen. Die moest zo goedkoop zijn dat het ouders het als cadeau konden geven aan hun kinderen, en ook zo goedkoop dat het geen ramp is als een te enthousiast kind iets verkeerd doet, met een defect tot gevolg. Na jaren prototypes ontwikkelen was het resultaat er vorig jaar: de Raspberry Pi. Maar die bleek uiteindelijk meer bij computernerds in de smaak te vallen dan bij het beoogde doelpubliek!

Populariteit

De prijs is een belangrijke factor voor die populariteit. Voor amper 40 euro haal je een klein apparaatje ter grootte van een bankpas in huis, dat eigenlijk een volledige computer is (zie het kader voor de specificaties). Bovendien verbruikt de Pi slechts 3,5 watt, waardoor je hem gerust dag en nacht kan laten draaien. Dat opent dus heel wat mogelijkheden voor wie zelf wil knutselen. Je kan er bijvoorbeeld zelf een mediacenter mee bouwen, een NAS, een centrale aansturing van domotica of beveiligingscamera's enzovoort.

Je kan het zo gek niet bedenken of de Pi kan het, al zal je zelf wel de handen uit de mouwen moeten steken. Je moet echter geen aversie tegen Linux hebben, want Windows draait niet op de Raspberry Pi. In deze basiscursus en in de workshops in de komende maanden zullen we je laten zien dat dit geen onoverkomelijk probleem is.

©PXimport

De Raspberry Pi is enkel een moederbordje. Verbind allerlei andere apparaten om ermee aan de slag te gaan.

Specificaties Pi

Processor 700 MHz Arm11

RAM 256 MB (Model A en Model B rev1), 512 MB (Model B rev2)

Usb2.0-poorten 1 (Model A), 2 (Model B)

Digitale video HDMI (1.3 en 1.4)

Analoge video RCA

Digitale audio HDMI

Analoge audio 3,5mm-jack

Opslag SD-kaartslot

Netwerk geen (Model A), 10/100 Mbit/s Ethernet (Model B)

Stroom 300 mA/1,5 W (Model A), 700 mA/3,5 W (Model B)

Afmetingen 85,60 x 53,98 x 20 mm

Gewicht 45 gram

Modellen en accessoires

Allereerst is het belangrijk om te weten dat er verschillende modellen zijn. Model A is het goedkoopste, maar biedt voor veel toepassingen een wat te beperkte functionaliteit. Zo heeft dit model geen netwerkaansluiting, slechts één usb-poort en maar 256 MB RAM.

Je kan hier uiteraard een usb-hub op aansluiten en daar een usb-netwerkadapter en andere usb-randapparatuur aan hangen, maar in de meeste gevallen haal je beter voor tien euro meer Model B in huis. Dat model heeft immers een Ethernetadapter voor 10/100 Mbit/s ingebouwd en heeft twee usb-poorten. Sinds de nieuwste revisie van 15 oktober 2012 is daar bovendien 512 MB RAM ingebouwd, wat voor veel toepassingen geen overbodige luxe is.

©PXimport

Twee vroege prototypes van de Raspberry Pi.

Let dus op het juiste model als je een Raspberry Pi aanschaft: model B revisie 2. Heb je vorig jaar al model B revisie 1 gekocht, dan is dat overigens geen ramp: voor veel servertoepassingen volstaat 256 MB RAM wel.

Daarnaast is het ook belangrijk om te weten dat je met enkel de Raspberry Pi niets kan. Om het in pc-termen te zeggen: met de Raspberry Pi koop je enkel een moederbord, zij het dan met het geheugen geïntegreerd. Je hebt allereerst een SD-kaart nodig, waar je een besturingssysteem op installeert.

De opslagcapaciteit hoeft niet enorm te zijn, want als je de Pi bijvoorbeeld als bestandsserver of mediaspeler wilt gebruiken, sluit je gewoon een externe harde schijf via usb aan voor je gegevens. Een SD-kaartje van 4 GB volstaat. Wel is de Pi wat kieskeurig: niet iedere SD-kaart werkt. Je koopt daarom maar beter je SD-kaart samen met een Pi in een webwinkel die de compatibiliteit garandeert.

©PXimport

Met enkele kabels sluit je de Raspberry Pi op alle benodigde randapparatuur aan.

Het enige wat je daarna nog nodig hebt zijn kabels, maar die heb je misschien al wel liggen. Stroom haalt de Pi uit een micro-usb-aansluiting, dus je kan perfect de lader van je (Android-)smartphone gebruiken, zolang die minstens 700 mA stroom levert. Voor de netwerkaansluiting heb je een Ethernetkabel nodig. De Pi aansluiten op een computerscherm gaat met een HDMI-kabel. Heb je geen computerscherm of tv met HDMI-aansluiting beschikbaar, dan kan je ook een oude tv gebruiken en die via de analoge RCA-kabel aansluiten. Een toetsenbord en muis sluit je tot slot via usb aan.

Accessoires

Na de installatie van Linux, waarop we later in deze cursus verder ingaan, heb je niet altijd al die accessoires nog nodig. Als je van de Pi bijvoorbeeld een bestandsserver maakt, heeft die geen scherm, toetsenbord of muis nodig. In plaats daarvan moet je dan wel een externe harde schijf via usb aansluiten. Gebruik daarvoor een ‘powered-usb-hub’, want de schijf heeft natuurlijk stroom nodig, die de Pi niet kan leveren.

Wil je een mediacenter van je Pi maken, dan sluit je de Pi via HDMI op je televisie aan.

©PXimport

Veel webwinkels verkopen kant-en-klare pakketten met een Raspberry Pi.

Overigens raden we wel een behuizing aan als je de Pi in je woonkamer plaatst. Dat zorgt niet alleen voor een extra bescherming, maar ook voor wat fysieke stabiliteit: het moederbordje zelf weegt immers zo weinig dat het gemakkelijk door een zware HDMI-kabel meegetrokken wordt, waardoor een ongelukje in een klein hoekje zit. Om alleen wat te experimenteren, is een behuizing geen vereiste.

Waar kopen?

In Nederland en België is de Raspberry Pi intussen in heel wat webwinkels te koop. Vaak verkopen die ook behuizingen en allerlei andere accessoires, zoals compatibele SD-kaartjes. Ook vind je er alles-in-één-pakketten met voedingskabel en een kleine muis en toetsenbord. Eveneens populair zijn de voorgeïnstalleerde besturingssystemen: je koopt dan een SD-kaartje waarop al Raspbian of een ander besturingssysteem voor de Pi staat, zodat je onmiddellijk aan de slag kan. Enkele interessante webwinkels zijn www.sossolutions.nl (waar je als lezer van Computer!Totaal 10% korting op je hele bestelling krijgt als je de kortingscode COMPUTERTOTAAL bij het bestellen ingeeft), www.minifo.com, www.kiwi-electronics.nl en www.conrad.nl.

Installatie

Wanneer je een Raspberry Pi en de benodigde accessoires hebt, is het tijd om er een besturingssysteem op te installeren. De makers raden Raspbian ‘wheezy’ aan, een speciaal voor de Raspberry Pi geoptimaliseerde versie van de Linux-distributie Debian. Download het zip-bestand van de downloadpagina www.raspberrypi.org/downloads op je computer en pak het bestand uit. Het resultaat is een bestand met de extensie .img dat je naar de SD-kaart moet schrijven. Steek die SD-kaart in de kaartlezer van je computer.

Het img-bestand is een exacte kopie van de SD-kaart, dus je kan het niet naar de SD-kaart schrijven door het in Windows Verkenner naar de juiste schijf te verslepen. Je hebt hiervoor het programma Win32 Disk Imager nodig.

Download het zip-bestand via http://ct.link.ctw.nl/wdi en pak het uit, waarna je het programma Win32DiskImager.exe in de uitgepakte map opstart. Je kiest het img-bestand en de schijfletter van de SD-kaart. Let op dat je niet per ongeluk de schijfletter van je harde schijf of een ander opslagapparaat kiest! Je bent dan alle bestanden immers kwijt. Kijk dus goed na of je de juiste schijfletter hebt klik dan pas op Write. Als het volledige img-bestand naar de SD-kaart geschreven is, sluit je het programma af en haal je de SD-kaart uit de computer.

©PXimport

Schrijf Raspbian naar de SD-kaart met Win32 Disk Imager.

Eerste keer opstarten

Als je Raspbian eenmaal op de SD-kaart geschreven hebt, steek je die in de sleuf op de Raspberry Pi en sluit je alle benodigde kabels aan: Ethernet, toetsenbord, HDMI en pas als laatste steek je de voedingskabel in het stopcontact. Er gaan nu wat ledjes branden naast de usb-poorten en de Pi start op. Als alles goed gaat, zie je nu op het scherm allerlei meldingen verschijnen van Raspbian. Uiteindelijk verschijnt er een configuratievenster, waarin je een aantal belangrijke zaken instelt, zoals je tijdzone, wachtwoord, toetsenbordindeling enzovoort. Ga met de pijltjestoetsen naar de onderdelen die je wilt instellen en druk op Enter.

Wat als je Raspberry Pi niet opstart?

Problemen met het opstarten kunnen divers zijn. De ledlichtjes geven echter een goede indicatie van wat het probleem is. Het rode ledje met PWR ernaast moet continu branden als er voeding is. Knippert dat ledje, dan gebruik je een te zwakke voedingskabel. Het groene ledje met OK ernaast, knippert wanneer de SD-kaart aangesproken wordt. Als je tijdens het opstarten wel het rode PWR-ledje ziet branden maar het groene OK-ledje niet knippert maar zachtjes brandt, dan vindt de Raspberry Pi de bootcode van het besturingssysteem niet. Controleer dan of de SD-kaart wel correct in zijn slot zit. Als het dan nog niet werkt, probeer dan het image opnieuw naar de SD-kaart te schrijven of probeer eens een andere SD-kaart uit. Als de Pi wel opstart maar het ‘splash screen’ (vier pixels vergroot over het hele scherm) blijft tonen, vindt hij de Linux-kernel niet om op te starten. Schrijf dan ook opnieuw een image naar de SD-kaart.

Als je die configuratie eenmaal hebt gedaan (zie ook het kader ‘Onmisbare configuratiestappen’), ga je met de Tab-toets naar Finish en druk je op Enter, waarna je een opdrachtprompt te zien krijgt die wat op de DOS-prompt lijkt. Overigens biedt Raspbian ook een grafische omgeving aan. Type de opdracht startx in de opdrachtprompt en druk op Enter. Je krijgt de grafische omgeving LXDE op je scherm te zien. Heb je een muis aangesloten, dan kan je hiermee in principe de Raspberry Pi als een minidesktopcomputer gebruiken. Als webbrowser staat er bijvoorbeeld Midori op. Toch is het niet de bedoeling dat je nu op je Pi gaat surfen en teksten typen, want daarvoor is het apparaatje wat te zwak.

©PXimport

Als je de Raspberry Pi op je tv aangesloten hebt, krijg je een opdrachtprompt van Raspbian te zien.

Onmisbare configuratiestappen

De eerste keer dat je de Raspberry Pi opstart krijg je een configuratieprogramma te zien. Je kan die configuratie op elk ander moment opnieuw opstarten. Type daarvoor de opdracht sudo raspi-config in de opdrachtprompt. Niet alle configuratietaken zijn even belangrijk, maar we stippen er twee aan die niet erg duidelijk, maar toch belangrijk zijn. Zo moet je zeker expand_rootfs kiezen, omdat het image van Raspbian dat je naar de SD-kaart geschreven hebt, niet de volledige opslagcapaciteit gebruikt. Als je deze optie kiest en de Raspberry Pi herstart, is de volledige capaciteit beschikbaar. En met de optie memory_split kies je hoeveel megabytes RAM er beschikbaar zijn voor programma's en hoeveel voor de grafische processor (gpu), want dat geheugen wordt gedeeld. Als je de Raspberry Pi als server wilt inzetten, kan het geen kwaad om zo min mogelijk RAM aan de gpu toe te kennen, bijvoorbeeld slechts 16 MB.

Servertoepassingen

We gaan de Raspberry Pi in de volgende delen vooral voor een aantal servertoepassingen inzetten, dus vergeet even de grafische omgeving die je nu op je scherm ziet. Sluit deze af door in de rechterbenedenhoek op het icoontje van de powerknop te klikken, waarna je de opdrachtprompt weer te zien krijgt. Als we de Pi als server willen inzetten, moeten we die kunnen aansturen zonder toetsenbord, muis of scherm. Dat kan door via het netwerk opdrachten te geven. Daarvoor moeten we eerst het IP-adres van de Pi op je lokale netwerk kennen. Typ daarvoor de opdracht ifconfig eth0 in de opdrachtprompt in en druk op Enter. Achter inet addr: krijg je het IP-adres te zien, bijvoorbeeld 192.168.0.84. Onthoud of noteer dit adres.

©PXimport

Configureer je Raspberry Pi met het programma raspi-config.

Installeer nu op je computer het programma PuTTY, dat gratis te downloaden is van http://ct.link.ctw.nl/put. Daarmee kan je via het netwerk op je Rasberry Pi inloggen. Start putty.exe op, vul het IP-adres van de Pi in bij Host Name (or IP address), laat het verbindingstype op SSH staan en de poort op 22, en klik onderaan op Open. Je krijgt daarna de vraag om de zogenoemde SSH-sleutel van de Pi te aanvaarden, wat je moet doen om verder te gaan. Tot slot vul je na Login as: je gebruikersnaam (standaard pi) in en na password: je wachtwoord (standaard raspberry). Daarna ben je ingelogd en krijg je dezelfde opdrachtprompt te zien als toen je rechtstreeks op de Pi inlogde met het toetsenbord en scherm.

©PXimport

Dankzij PuTTY kan je op je Raspberry Pi inloggen via het netwerk. Een toetsenbord, muis en beeldscherm zijn dan niet meer nodig.

Vanaf nu kan je alle benodigde opdrachten op de Pi vanaf je Windows-computer uitvoeren, dus verwijder gerust het toetsenbord, de muis en de HDMI-kabel van de Raspberry Pi. Overigens heeft de Pi geen aan/uit-knop. Typ de opdracht sudo shutdown -h now in PuTTY in, wacht tot alleen het rode PWR-ledje nog brandt en trek de stekker eruit.

©PXimport

In dit venster van PuTTY zal je tijdens de komende workshops heel wat opdrachten voor je Raspberry Pi intypen.

Klaar voor gebruik

Als je deze cursus volledig gevolgd hebt, ben je nu de trotse eigenaar van een werkende Raspberry Pi. Het ziet er misschien nog niet indrukwekkend uit, maar vergis je niet: dit kleine apparaatje biedt je heel wat mogelijkheden. In de komende nummers tonen we je een aantal van die mogelijkheden, waarbij we je in enkele workshops stap voor stap verschillende toepassingen laten installeren.

©PXimport

Nadat je met raspi-config de volledige capaciteit van je SD-kaart benut hebt, controleer je met de opdracht df -h -t rootfs hoeveel gigabyte je tot je beschikking hebt.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.