ID.nl logo
18 RTX-videokaarten getest
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

18 RTX-videokaarten getest

Met de GeForce RTX-series bracht Nvidia voor het eerst in jaren weer echte vernieuwing op het gebied van grafische kaarten. Vandaag gaan we twee vragen beantwoorden: wil je er één? En zo ja, welke videokaart kies je dan?

Hoewel we lang moesten wachten op deze nieuwe grafische kaarten, heeft de markt in de afgelopen twee jaar meer meegemaakt dan we voor mogelijk hadden gehouden. Vooral dankzij een enorme vraag naar deze producten van miners van cryptovaluta (Bitcoin, Ethereum etc.) werden videokaarten veel duurder. Een stevige game-pc was al niet goedkoop, maar met die prijsstijgingen werd dat voor velen onbetaalbaar. Tel de zakkende prijzen van Xboxen en Playstations daarbij op, en de liefhebbers van pc-gaming hadden genoeg te klagen.

Totdat afgelopen september Nvidia de RTX 2080 en RTX 2080 Ti uitbracht, waarbij vooral de laatste weer een echt grote stap in pure grafische rekenkracht met zich meebracht. Zelfs op 4K weet de GeForce RTX 2080 Ti in het gros van de games boven de magische 60 fps te blijven, serieus 4K-gamen is daarmee voor het eerst werkelijkheid geworden en dat is een prachtige prestatie van Nvidia. Laten we niet vergeten dat AMD niets heeft dat in de buurt komt van dit grafische geweld en dat de 4K-ervaring op consoles daar ook niet bij in de buurt komt.

Hoge prijzen

Reden voor pc gamers om de klaagzang dus even te parkeren? Niet helemaal, want met een prijskaartje van 1.200 euro is de RTX 2080 Ti niet meer dan een heel mooi stuk speelgoed voor de zeer welvarende pc-game-elite. Dan klinkt 800 euro voor een RTX 2080 bijna als een koopje, maar laten we niemand voor de gek houden en stellen dat die videokaart feitelijk in hetzelfde schuitje zit voor slechts marginaal minder selecte doelgroep. De Nvidia RTX 2070 is –als je goed zoekt – voor circa 500 euro te vinden en daarmee eerste videokaart van deze nieuwe generatie voor de grotere doelgroep. Qua prestaties staat de RTX 2080 Ti op eenzame hoogte, terwijl de RTX 2080 gemiddeld rondom het prestatiepunt van de GTX 1080 Ti ligt en de RTX 2070 qua prestaties grofweg tussen de oude GTX 1080 en GTX 1080 Ti in valt. Dat is geen gigantische stap vooruit in die middenklasse en gamers die nu al voorzien zijn van een dergelijk krachtige kaart uit de 10-serie, zullen hun hand op of in de buurt van de knip willen houden.

Ray Tracing

Om gamers toch te overtuigen over te stappen, heeft Nvidia een aantal troeven achter de hand, met ‘Ray Tracing’ vooraan de rij. Ray-tracing is de techniek waarin een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op elke aanraking. Een benadering van hoe wij met onze ogen de wereld zien. Met deze nieuwe GeForce RTX-kaarten heeft Nvidia een aantal nieuwe gespecialiseerde ‘RT-cores’ toegevoegd, wiens enige taak is om die ray-tracing-berekeningen uit te voeren.

In theorie kan Nvidia daar iets mee doen wat we in jaren niet hebben gezien: een echte stap vooruit maken wat beeldkwaliteit betreft. Met deze techniek zouden we ongekend goede reflecties en sfeer dankzij accurate verlichting en schaduwen kunnen krijgen in games. Hoewel het onderdeel is van zowel de DirectX12- als Vulkan-api en daarmee in theorie iets wat we veel vaker gaan zien, vereist het wel dat game-ontwikkelaars iets met deze techniek doen. Toen bij lancering van de RTX-videokaarten bleek dat er nog geen enkele game daadwerkelijk iets met ray-tracing kon doen, was de kritiek niet meer dan begrijpelijk.

Tijdens het schrijven van dit artikel voegde EA ray-tracing-ondersteuning toe aan Battlefield V, daarmee de eerste game die er daadwerkelijk gebruik van kon maken en onze eerste hands-on-ervaring. Met ray-tracing (DXR genoemd in de game) aan, zien we inderdaad prachtige en accurate reflecties. Zeker in combinatie met een hdr-monitor is de beeldkwaliteit fenomenaal. Stormen we door de prachtige Rotterdam-map in die game heen op een groot scherm, dan krijgen we een voorproefje van next-gen-gaming voor de massa. Het resultaat mag er echt zijn.

©PXimport

Niet zonder zorgen

Toch zijn er de nodige zorgen. Battlefield V op DirectX12, nodig voor ray-tracing, is namelijk nog niet zo feilloos als op DirectX11 en veroorzaakt af en toe zwarte schermen. Ook lijkt de ray-tracing-implementatie nog niet perfect, zo zien we soms opvallende, ongewenste lichteffecten. En hoewel het detailniveau van DXR instelbaar is, zien we beperkt visueel verschil tussen Low en Ultra. En we moeten daarbij dan nog opmerken dat de impact op de prestaties aanzienlijk is: 4K met hdr en ray-tracing is niet haalbaar. Zelfs voor 1080p- of 1440p-gaming wil je eigenlijk toch de duurdere RTX 2080 Ti hebben.

De realiteit is dat realtime-ray-tracing prachtig is, maar dat we pas aan de beginfase staan. Ons vermoeden is dat de feature in Battlefield V ontzettend is gepusht, om maar iets te kunnen laten zien en dat we vooral dienen te wachten op implementaties in meer games. Ray-tracing is zeker geen gimmick – films maken er al jaren gebruik van – maar we kunnen simpelweg nog niet concluderen dat jij daar nu een nieuwe videokaart voor wilt kopen.

©PXimport

Deep learning

De andere grote truc van Nvidia in de nieuwe videokaarten is de complete tegenpool van ray-tracing. Deep Learning Anti-Aliasing of DLSS brengt geen verbetering van de beeldkwaliteit, maar evenaart de beeldkwaliteit van bestaande anti-aliasing-technieken op een veel slimmere manier. Nvidia test en optimaliseert games die DLSS ondersteunen vooraf met behulp van z’n gigantische neurale netwerk (AI voor je games dus). GeForce RTX-kaarten geven die games vervolgens vlotter weer op hoge beeldkwaliteit. Het gevolg is beeldkwaliteit van een hoge resolutie, sterk anti-aliased beeld, maar dan met een 25-50 procent hogere framerate dan voorheen. Op het moment van schrijven en ruim twee maanden na de release van de GeForce RTX-kaarten is het echter nog wachten op een echte DLSS-ervaring. Enkele demo’s en benchmarks zijn veelbelovend, maar wij kunnen pas echt enthousiast worden als we het in echte games kunnen zien en ervaren.

Te vroeg uitgebracht?

Twee veelbelovende technieken dus, maar ook twee waar we eigenlijk op zitten te wachten om nu eens echt indruk te maken in de praktijk. Dat zal ongetwijfeld gebeuren, maar we moeten opmerken dat beide technieken simpelweg nog niet rijp zijn. We vragen ons af waarom deze producten niet iets later uit zijn gebracht, tegelijk met bredere ondersteuning in games. Dure videokaarten moeten het hebben van early adopters, maar het is de taak van Nvidia om die early adopters echt meerwaarde te bieden – niet enkel de belofte voor te houden dat het echt komen gaat. Nvidia vraagt dus extra geduld van deze fanatiekste doelgroep, maar vraagt tegelijk ook de hoofdprijs. Dat is niet het aantrekkelijkste voorstel.

Redenen genoeg om er wel één te kopen

Toch zijn er voldoende redenen om deze RTX-kaarten serieus te overwegen, anders hadden we er uiteraard geen 18 stuks uitvoerig aan de tand gevoeld. Gamers die nog op oudere hardware gamen, denk aan de 9-series (GTX 960 t/m 980 Ti), of op nog oudere hardware (GTX 770 bijvoorbeeld) kunnen we verzekeren van een gigantische prestatiewinst met de nieuwe RTX-kaarten. Elke game-pc van drie jaar of ouder komt niet in de buurt van de prestaties die een 2018-game-pc met moderne processor en GeForce RTX-kaart neer zal zetten. De meer betaalbare RTX 2070 biedt zich aan als aantrekkelijk, nog redelijk te betalen optie, die alles uit die tijd ruim achter zich laat.

En voor gamers die op dit moment het allerbeste willen hebben? Of je nu om 4K-gaming geeft, of wilt gamen op WQHD (1440p) op hoge framerates: los van wat ray-tracing en DLSS nog beloven te gaan bieden de komende maanden, is er simpelweg niets krachtiger dan de high-end-modellen in de GeForce RTX-range. Wil je het beste, en kun je het betalen, dan wil je toch echt een GeForce RTX 2080 of RTX 2080 Ti.

Drie giganten strijden om één been

Wil je een Nvidia GeForce-kaart kopen in Nederland, dan is de kans groot dat je uitkomt bij ASUS, Gigabyte of MSI. Tezamen hebben zij het gros van de markt in handen en zijn ze verantwoordelijk voor alle achttien kaarten in deze test. Nvidia verkoopt zelf ook de zogeheten Founder’s Edition direct vanaf z’n eigen website, maar sinds jaar en dag is bekend dat je die vooral uit een voorliefde voor het unieke aluminium design moet overwegen. De door ons geteste modellen van de boardpartners van Nvidia blijven koeler en stiller, en zijn vaak nog goedkoper ook.

Gewoontedieren

Alle drie de fabrikanten volgen de klassieke goed-beter-best-opbouw. Bij ASUS zijn de Turbo-modellen de instappers, de Dual-modellen de middenmoters en de ROG Strix-modellen de indrukwekkende doch prijzige toppers. Gigabyte heeft als instapper de Windforce, als middenmoter de Gaming OC en het topmodel Aorus Xtreme. MSI compliceert het verhaal iets met verschillende benamingen en designs afhankelijk van de exacte chip. Zo is de RTX 2070 Armor een instapper, maar bestaat er geen RTX 2080 Ti Armor. Mocht je het overzicht verliezen: de prijskaartjes in de tabel laten er geen misverstanden over bestaan. Wat smaak betreft valt er ook niet te twisten, maar we merken wel op dat de kaarten veel op elkaar lijken. Monochroom lijkt de dominante ‘kleurstelling’ van 2018, met rgb als focus-feature op bijna elke kaart. Voor de liefhebbers van een witte pc behuizing vallen de MSI Armor- en ASUS Dual-kaarten op met veel witte details, en de volledige witte Gigabyte Gaming OC White doet daar nog een schepje bovenop.

Even traditiegetrouw zijn deze fabrikanten niet heel happig om hun instapmodellen te laten testen. Gezien de testresultaten vinden wij dat erg jammer. Meer uitgeven voor iets wat jij mooi vindt snappen wij, maar objectief gezien kunnen we alvast stellen dat de goedkopere opties in deze test eigenlijk al uitstekend zijn.

#RGBAllTheThings!

Hoe zie je het verschil tussen een echt luxe kaart en een instap-videokaart? Door de hoeveelheid rgb-verlichting natuurlijk! Flauw, maar wel de realiteit. Bij ASUS treffen we rgb nagenoeg alleen in de duurste ROG-kaarten aan. En hoewel MSI en Gigabyte iets van kleurverlichting in het instap- en middensegment hebben, zijn het wederom de topmodellen waar echt veel op zit. De ASUS ROG-kaart houdt rgb redelijk strak en bescheiden, MSI zet met z’n Gaming X Trio juist in op de gedachte dat meer rgb beter is. Zij die niet vies zijn van echt knettergekke rgb, dienen de Gigabyte Aorus Xtreme kaarten te bekijken, want met rgb-effecten in de ventilatoren is dat de meest extravagante verschijning.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2080 Ti

Hoewel het verschil van honderd euro tussen de goedkoopste en de duurste RTX 2080 Ti een aardig bedrag is, zal dat geen breekpunt zijn voor iemand die al op het punt staat minimaal 1.300 euro uit te geven aan een nieuwe videokaart. Dat maakt de keuze voor de duurdere alternatieven niet direct vanzelfsprekend, want de twee goedkoopste (1.299 euro) Gigabyte Gaming OC en MSI Duke, doen nauwelijks onder voor de topmodellen van 1.399 euro. De grofweg 2 procent verschil in benchmarkprestaties tussen de traagste en de snelste ga je nooit voelen in games en daarbij zijn deze kaarten ook koel en stil. De MSI Duke oogt iets indrukwekkender en is nipt efficiënter dan de Gigabyte, maar het zijn minuscuul kleine verschillen. Bij gelijke prijs geven we toch de Gigabyte GeForce RTX 2080 Ti Gaming OC onze Redactietip voor beste prijs-kwaliteitverhouding bij de 2080 Ti, vanwege het extra jaar garantie; het meest tastbare verschil tussen die twee.

Maar de beste? Bovenin strijden de ASUS ROG Strix, de MSI Gaming X Trio en de Gigabyte Aorus Xtreme. Die drie zijn nu eenmaal wat sneller en maken visueel meer indruk. Wat design betreft springt Gigabyte er het meest uit: verlichting in de fans zelf, aparte kappen op de kaart, alles om maar echt op te vallen. Liefhebbers van extreme looks worden rijkelijk voorzien en het extra jaar garantie telt hier ook, maar we moeten kritisch opmerken dat er duidelijk gekozen is voor ‘vorm boven functie’, en dat de aparte ventilatoren de Aorus Xtreme zowel wat luider als wat warmer maakt.

Tussen de MSI Gaming X Trio en de ROG Strix dan? De ROG is iets koeler, de MSI is iets stiller. De MSI is iets goedkoper en maakt visueel gezien veel indruk, maar de onnodige keuze voor 3 PCIe-power-aansluitingen maakt hem lastiger met voedingen te combineren. Daarbij merken we op dat de ASUS een handige ‘quiet mode’ kent (iets stiller, iets warmer) en de enige is die z’n rgb-synchronisatie goed voor elkaar heeft. En voor dit soort bedragen verwachten we dat elk element van de ervaring klopt. De ROG Strix gaat er dan ook vandoor met de titel Best getest.

©PXimport

Kleine zaken maken het verschil

Als we constateren dat de verschillen op gebied van snelheid, warmte en geluid niet extreem groot zijn, dan verleggen we onze aandacht naar prijs, uitstraling en details. MSI probeert z’n topmodel betaalbaarder te houden, terwijl ASUS zich liever profileert met z’n (objectief) betere rgb-synchronisatie tussen verschillende producten. Dat zie je niet in een tabel terug en lijkt minder tastbaar dan een lagere prijs, maar biedt wel echte meerwaarde. De meerwaarde van een stalen pootje om te voorkomen dat videokaarten doorzakken, zoals bij de Gigabyte Aorus Xtreme is een ander praktisch pluspunt – al is het ’t extra jaar garantie op die modellen waar wij echt over te spreken zijn.

De beste GeForce RTX 2080

Omdat de RTX 2080 een stuk zuiniger is dan de RTX 2080 Ti, zien we veel kleinere verschillen in de warmte- en geluidsproductie. Dan kunnen we wederom opmerken dat de Aorus Xtreme kaart niet de efficiëntste is, maar hier is het verschil in de praktijk dermate klein dat je je best kunt laten leiden door de uitstraling van het model. ASUS maakt het echter wel erg bont, want de meerprijs van 150 euro boven een instapmodel RTX 2080 voor hun prachtige ROG Strix-variant is wel heel gortig.

Dat maakt de goedkopere RTX 2080-opties objectief gezien het meest interessant. De MSI Gaming X Trio, MSI Duke, Gigabyte Gaming OC en ASUS Dual zijn praktisch gelijkwaardig. De extra garantie geeft in wederom de Gigabyte Gaming OC onze Redactietip. De winst gaat naar de MSI Gaming X Trio, die voor hetzelfde bedrag in tegenstelling tot de wat ingetogen Gigabyte Gaming OC visueel wel echt indruk maakt op dat prijspunt. Niet vaak zien we een fysiek beest van een kaart met zo veel rgb maar iets meer kosten dan de instappers. De ASUS Dual is weliswaar iets efficiënter, maar duurder en in deze klasse wegen we uitstraling toch mee.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2070

Bij de RTX 2070 moeten we kritisch zijn over de forse prijsverschillen. 170 euro tussen de goedkoopste en de duurste is niet iets wat een paar procent prestatieverschil en wat featureverschillen kunnen verdedigen. Met 699 euro zitten de RTX 2070 Aorus Xtreme en ROG Strix dermate dicht tegen de RTX 2080-kaarten, dat wij niet zien waarom je dan niet voor de echt veel snellere chip gaat. De MSI RTX 2070 Gaming Z houdt de prijs beter binnen de perken, maakt fysiek wederom veel indruk en is een ongekend stille kaart die zelfs de gevoeligste oortjes niet zal belasten. In onze optiek de beste premium RTX 2070.

Toch is het de goedkoopste van het stel die eigenlijk het aantrekkelijkst lijkt als het op de prijs-prestatieverhouding aankomt. Waar de Gigabyte Gaming OC erg goed scoorde bij de RTX 2080 en RTX 2080 Ti, is de meerprijs voor extra garantie met 70 euro (of 100 euro voor de witte kleur) boven de MSI RTX 2070 Armor erg fors, en daarbij is de Armor wat stiller en koeler. Deze MSI is dan wel nipt minder snel, maar dat verschil staat totaal niet in verhouding tot de andere verschillen, iets wat de Gigabyte Windforce wel parten speelt. Daarbij is het een prachtige kaart om te zien, zolang de zwart-wit-combinatie in jouw systeem past, en zijn zowel de temperaturen als de geluidsproductie uitstekend in orde. Als je een nieuwe videokaart zoekt zonder de hoofdprijs te betalen, is de MSI Armor dus onze Redactietip.

©PXimport

Conclusie

De lancering van de GeForce RTX-kaarten zullen we niet snel vergeten. Het zijn prachtige chips, maar de hoge prijzen en het feit dat Nvidia’s twee grote focus-features bij lancering niet werken, zal nog even doordreunen. Maar zolang de kracht niet wordt beantwoord door de enige concurrent, kunnen liefhebbers van high-end-game-pc’s niet om de GeForce RTX-kaarten heen.

Welke kaart dan wijsheid is? Onder de streep zijn de verschillen in de tabel beperkt. Moderne grafische chips zijn efficiënt en de fabrikanten zijn inmiddels zeer ervaren in het maken van efficiënte koeloplossingen. Daarbij moeten we een flinke portie nuance toevoegen en stellen dat er altijd kleine verschillen tussen chips zitten, ook als je meerdere keren exact dezelfde uitvoering koopt. Enkele tientallen megahertz verschil is geen uitzondering. We kijken dan ook primair naar hoe efficiënt de koeloplossing is, al zijn ook die verschillen niet wereldschokkend.

Liggen de prijzen op moment van jouw aanschaf anders, of heb je een specifieke voorkeur voor een andere uitstraling? Wees dan niet bang om van onze aanraders af te wijken, want met de juiste prijs is geen van deze achttien kaarten een slechte koop.

Testmethode

Veel videokaarten boosten hun snelheid aan het begin van hun werklast erg hoog. Hierdoor lijken ze in traditionele benchmarks – die maar een paar minuten duren – sneller, terwijl je daar in het dagelijks gebruik niet van profiteert. Wij bekijken dan ook de gemiddelde prestaties tussen de 30e en 40e minuut: hoe de kloksnelheid is op dat moment, hoe warm ze worden en hoeveel geluid ze maken op 50 centimeter afstand. Daarbij kijken we naar het verbruik van de pc wanneer enkel de videokaart wordt belast en wanneer het hele systeem intensief wordt gebruikt. We testen met een Intel Core i7-8700K, ASUS ROG Strix Z370-F Gaming, 16 GB Corsair DDR4, een Samsung 960 PRO SSD en een Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en meten het verbruik ‘aan de muur’.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Nieuw van OPPO: Find X9 en X9 Pro met Hasselblad-telelens en accu van ruim 7000 mAh
© OPPO
Huis

Nieuw van OPPO: Find X9 en X9 Pro met Hasselblad-telelens en accu van ruim 7000 mAh

OPPO brengt zijn nieuwste vlaggenschepen, de Find X9 en Find X9 Pro, wereldwijd op de markt. De nieuwe toestellen combineren krachtige camera's, hoge accucapaciteit en de nieuwste versie van OPPO's besturingssysteem ColorOS.

De Find X9-serie richt zich vooral op fotografie, met camera's die in samenwerking met Hasselblad zijn ontwikkeld. De Find X9 beschikt over drie 50MP-camera's: een hoofdcamera met een Sony LYT808-sensor, een ultragroothoek met autofocus en een periscoop-telelens. De Find X9 Pro gaat een stap verder met een aangepaste Sony LYT828-hoofdsensor en een 200MP-telelens met 3x optische zoom. Deze laatste kan dankzij de hoge resolutie digitaal inzoomen tot ruim 13x zonder zichtbaar kwaliteitsverlies.

Beide toestellen maken gebruik van OPPO's nieuwe LUMO Image Engine, die foto's sneller en energiezuiniger verwerkt. De camera kiest automatisch de juiste resolutie (50, 25 of 12 megapixel) afhankelijk van de lichtomstandigheden. Ook nieuw zijn 4K Motion Photos, waarbij korte videofragmenten met hoge resolutie kunnen worden vastgelegd en elk frame als losse foto kan worden opgeslagen.

©OPPO

Wat is de LUMO Image Engine?

De LUMO Image Engine is OPPO's nieuwe systeem voor beeldverwerking. Het combineert rekenkracht en kunstmatige intelligentie om foto's sneller te verwerken en natuurlijker te laten ogen. De engine past onder meer de belichting en kleurweergave aan en vermindert ruis in situaties met weinig licht, terwijl het stroomverbruik van de chip wordt verlaagd.

Grote accu's

De Find X9-serie valt ook op door zijn grote batterijcapaciteit. De Find X9 heeft een 7025mAh-accu, de Pro-versie zelfs 7500mAh – groter dan in eerdere OPPO-flagships. Beide modellen ondersteunen 80W snelladen via de kabel, 50W draadloos laden en 10W omgekeerd opladen, waarmee je andere apparaten – zoals oordopjes of een smartwatch – draadloos kunt bijladen. De toestellen zijn voorzien van OPPO's derde generatie silicium-koolstofbatterij, die volgens de fabrikant na vijf jaar nog 80 procent van de oorspronkelijke capaciteit behoudt.

Prestaties en koeling

Binnenin draait de Find X9-serie op de MediaTek Dimensity 9500-chip, gebouwd op een 3nm-proces. De nieuwe chipset belooft betere prestaties en een lager energieverbruik. OPPO's eigen Trinity Engine moet zorgen voor stabiele prestaties, ook bij langdurig gamen of zware taken.

Scherm en ontwerp

Het ontwerp is grotendeels vlak, met smalle randen van 1,15 millimeter en een helder 120Hz-scherm dat tot 3600 nits piekhelderheid haalt. Beide toestellen hebben een IP69-classificatie, wat bescherming biedt tegen stof, water en hoge temperaturen. De Find X9 verschijnt in Titanium Grey en Space Black, terwijl de Pro-uitvoering verkrijgbaar is in Silk White en Titanium Charcoal.

De toestellen draaien op ColorOS 16, dat onder meer verbeterde animaties, slimme AI-functies en uitgebreidere koppeling met Windows- en Mac-computers biedt.

©OPPO

Beschikbaarheid en prijs

De adviesprijs van de OPPO Find X9 (12GB/512GB) is 999 euro, die van de Find X9 Pro (16GB/512GB) is 1.299 euro. Beide modellen zijn per direct verkrijgbaar.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 goed beoordeelde scheerapparaten
© Prostock-studio - stock.adobe.com
Gezond leven

Waar voor je geld: 5 goed beoordeelde scheerapparaten

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer vijf scheerapparaten die goed zijn beoordeeld op Kieskeurig.nl door consumenten.

Een product voor een leuk prijsje aanschaffen is natuurlijk leuk, maar vaak zijn reviews van consumenten een veel betere graadmeter. Dit keer hebben we vijf scheerapparaten voor je gevonden die naast een leuk prijsje ook nog eens goed beoordeeld zijn op Kieskeurig.nl door consumenten die het apparaat ook echt zelf hebben (getest).

Braun Series 3 300BT

De Braun Series 3 300BT is een instapmodel dat speciaal is ontworpen om je drie functies in één apparaat te bieden: glad scheren, trimmen en stylen. De scheerkop bestaat uit drie afzonderlijke elementen met een foliesysteem die samen een soepele scheerbeweging mogelijk maken en zich automatisch aanpassen aan de contouren van je gezicht. Bij het apparaat worden meerdere opzetkammen geleverd (2 mm, 3 mm, 5 mm en 7 mm) waarmee je eenvoudig verschillende baardlengtes kunt creëren.

De 300BT werkt op een oplaadbare nikkel‑metaalhydride accu; een volle lading is goed voor ongeveer een half uur gebruik en dankzij de snellaadfunctie kun je na vijf minuten laden voldoende energie voor één scheerbeurt genereren. Het apparaat is volledig afwasbaar, waardoor je het na gebruik simpel onder de kraan kunt reinigen. Daarnaast heeft Braun een uitschuifbare trimmer geïntegreerd waarmee je bakkebaarden of snor kunt bijwerken. Deze eigenschappen maken de 300BT geschikt voor mannen die een compacte alles‑in‑één oplossing zoeken voor dagelijkse verzorging.

Goed
Plus- en minpunten
  • Veel opzetstukjes
  • Eenvoudig te reinigen
  • Geen ingebouwde trimmer

Remington XR 1570 R9

Als je een roterend scheerapparaat zoekt dat zowel krachtig als veelzijdig is, dan verdient de Remington XR 1570 R9 aandacht. Dit model uit de Ultimate Series R9 beschikt over een dubbele snijring: de twee cirkelvormige snijvlakken vergroten het contact met de huid en zorgen voor een efficiënte scheerbeweging. De flexibele scheerkoppen passen zich aan de contouren van je gezicht en hals aan. Met de ComfortSpin‑technologie draaien de messen in tegengestelde richting, wat het trekken aan haren vermindert. De lithium‑ion‑batterij biedt tot ongeveer een uur scheertijd en kan via een snellaadfunctie in korte tijd worden opgeladen.

Het apparaat is volledig waterdicht, waardoor het geschikt is voor nat en droog scheren en eenvoudig onder de kraan te reinigen is. Verder beschikt de XR 1570 R9 over een opklapbare precisietrimmer om bakkebaarden en snor bij te werken. Door deze combinatie van functies is het apparaat geschikt voor gebruikers die afwisselend glad willen scheren en hun baard willen stylen. Het toestel scoort op Kieskeurig een ruime voldoende en heeft ruim twintig recensies, waardoor het een betrouwbare keuze is in deze prijsklasse.

Goed
Plus- en minpunten
  •  Ergonomisch ontwerp
  • Compleet pakket
  • Relatief korte accuduuer

Braun Series 5 50‑B1000s

De Braun Series 5 50‑B1000s richt zich op gebruikers die een comfortabele scheerervaring willen zonder veel toeters en bellen. Het apparaat maakt gebruik van drie flexibele mesjes die onafhankelijk van elkaar bewegen en zo de gezichtscontouren volgen. Doordat het scheerapparaat volledig waterdicht is, kun je zowel droog als nat scheren, met of zonder scheerschuim, en zelfs onder de douche. De EasyClean‑techniek maakt het mogelijk om de scheerkop te reinigen zonder deze te verwijderen: stromend water spoelt haren en schuim eenvoudig weg.

De lithium‑ion‑batterij biedt ongeveer vijftig minuten scheertijd en beschikt over een snellaadfunctie waarmee je in vijf minuten voldoende stroom hebt voor één scheerbeurt. Het apparaat wordt geleverd met een oplaadkabel en is voorzien van een praktische vergrendeling voor op reis. Dankzij deze eigenschappen is de 50‑B1000s vooral aantrekkelijk voor wie een onderhoudsvriendelijk, nat‑en‑droog scheerapparaat zoekt. Op Kieskeurig krijgt dit model een hoge beoordeling en zijn er elf reviews die het apparaat gemiddeld zeer goed waarderen.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Makkelijk te reinigen
  • Laadt snel op
  • Geen extra accessoires

Braun Series 5 50‑B4650cs

De Braun Series 5 50‑B4650cs is bedoeld voor gebruikers die hun scheerapparaat niet alleen willen gebruiken, maar ook netjes willen opbergen en opladen. Dit foliesysteem heeft drie bladen en is uitgerust met een flexibel scheerhoofd dat zich aan de huidcontouren aanpast. Dankzij de MicroComb‑technologie worden haren naar het scheerblad geleid voor een vlot scheerresultaat. Het apparaat wordt geleverd met een oplaadstandaard en twee EasyClick‑opzetstukken waarmee je eenvoudig kunt overstappen van glad scheren naar trimmen of stylen. De behuizing is volledig waterdicht; je kunt het dus gebruiken voor droog scheren, nat scheren met schuim of zelfs onder de douche.

De lithium‑ion‑batterij staat garant voor ongeveer vijftig minuten gebruikstijd en is binnen een uur weer opgeladen, terwijl een vijf minuten durende snellaadbeurt genoeg is voor een korte scheersessie. De combinatie van nat‑en‑droog functionaliteit, een flexibel scheerhoofd en een oplaadstandaard maakt dit apparaat interessant voor iedereen die gemak en veelzijdigheid zoekt. Op Kieskeurig scoort dit model boven de acht en zijn er dertien geverifieerde reviews, wat vertrouwen geeft bij de aankoop.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Mooi vormgegeven
  • Ligt prettig in de hand
  • Kan warm worden

Remington Style Series R3 R3002

De Remington Style Series R3 R3002 is ontworpen voor mannen die een compacte en betaalbare oplossing zoeken. De scheerkop bestaat uit twee rondvormige messen met Dual‑Track‑technologie, waardoor er twee snijringen per kop zijn; hierdoor wordt er meer huid bedekt en kan het apparaat effectief scheren. De flexibele mesjes en de draaibare hals zorgen ervoor dat het scheerapparaat zich aanpast aan de contouren van het gezicht, terwijl een geïntegreerde opklapbare precisietrimmer handig is voor bakkebaarden en neklijn.

Dit model werkt uitsluitend met snoer; je hoeft het apparaat dus niet op te laden, wat handig kan zijn voor langdurige sessies zonder onderbreking. Een LED‑indicator laat zien wanneer het apparaat is ingeschakeld. Na gebruik maak je de kop schoon door deze onder de kraan te houden of het bijgeleverde borsteltje te gebruiken. Dit scheerapparaat is bedoeld voor droog gebruik en richt zich vooral op gebruiksgemak en functionaliteit. Ondanks het eenvoudige ontwerp waarderen gebruikers het resultaat, want op Kieskeurig krijgt deze Remington een gemiddelde van 7,5 op basis van veertien reviews.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goede prijs/kwaliteitsverhouding
  • Ligt prettig in de hand
  • Niet draadloos