ID.nl logo
18 RTX-videokaarten getest
© PXimport
Zekerheid & gemak

18 RTX-videokaarten getest

Met de GeForce RTX-series bracht Nvidia voor het eerst in jaren weer echte vernieuwing op het gebied van grafische kaarten. Vandaag gaan we twee vragen beantwoorden: wil je er één? En zo ja, welke videokaart kies je dan?

Hoewel we lang moesten wachten op deze nieuwe grafische kaarten, heeft de markt in de afgelopen twee jaar meer meegemaakt dan we voor mogelijk hadden gehouden. Vooral dankzij een enorme vraag naar deze producten van miners van cryptovaluta (Bitcoin, Ethereum etc.) werden videokaarten veel duurder. Een stevige game-pc was al niet goedkoop, maar met die prijsstijgingen werd dat voor velen onbetaalbaar. Tel de zakkende prijzen van Xboxen en Playstations daarbij op, en de liefhebbers van pc-gaming hadden genoeg te klagen.

Totdat afgelopen september Nvidia de RTX 2080 en RTX 2080 Ti uitbracht, waarbij vooral de laatste weer een echt grote stap in pure grafische rekenkracht met zich meebracht. Zelfs op 4K weet de GeForce RTX 2080 Ti in het gros van de games boven de magische 60 fps te blijven, serieus 4K-gamen is daarmee voor het eerst werkelijkheid geworden en dat is een prachtige prestatie van Nvidia. Laten we niet vergeten dat AMD niets heeft dat in de buurt komt van dit grafische geweld en dat de 4K-ervaring op consoles daar ook niet bij in de buurt komt.

Hoge prijzen

Reden voor pc gamers om de klaagzang dus even te parkeren? Niet helemaal, want met een prijskaartje van 1.200 euro is de RTX 2080 Ti niet meer dan een heel mooi stuk speelgoed voor de zeer welvarende pc-game-elite. Dan klinkt 800 euro voor een RTX 2080 bijna als een koopje, maar laten we niemand voor de gek houden en stellen dat die videokaart feitelijk in hetzelfde schuitje zit voor slechts marginaal minder selecte doelgroep. De Nvidia RTX 2070 is –als je goed zoekt – voor circa 500 euro te vinden en daarmee eerste videokaart van deze nieuwe generatie voor de grotere doelgroep. Qua prestaties staat de RTX 2080 Ti op eenzame hoogte, terwijl de RTX 2080 gemiddeld rondom het prestatiepunt van de GTX 1080 Ti ligt en de RTX 2070 qua prestaties grofweg tussen de oude GTX 1080 en GTX 1080 Ti in valt. Dat is geen gigantische stap vooruit in die middenklasse en gamers die nu al voorzien zijn van een dergelijk krachtige kaart uit de 10-serie, zullen hun hand op of in de buurt van de knip willen houden.

Ray Tracing

Om gamers toch te overtuigen over te stappen, heeft Nvidia een aantal troeven achter de hand, met ‘Ray Tracing’ vooraan de rij. Ray-tracing is de techniek waarin een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op elke aanraking. Een benadering van hoe wij met onze ogen de wereld zien. Met deze nieuwe GeForce RTX-kaarten heeft Nvidia een aantal nieuwe gespecialiseerde ‘RT-cores’ toegevoegd, wiens enige taak is om die ray-tracing-berekeningen uit te voeren.

In theorie kan Nvidia daar iets mee doen wat we in jaren niet hebben gezien: een echte stap vooruit maken wat beeldkwaliteit betreft. Met deze techniek zouden we ongekend goede reflecties en sfeer dankzij accurate verlichting en schaduwen kunnen krijgen in games. Hoewel het onderdeel is van zowel de DirectX12- als Vulkan-api en daarmee in theorie iets wat we veel vaker gaan zien, vereist het wel dat game-ontwikkelaars iets met deze techniek doen. Toen bij lancering van de RTX-videokaarten bleek dat er nog geen enkele game daadwerkelijk iets met ray-tracing kon doen, was de kritiek niet meer dan begrijpelijk.

Tijdens het schrijven van dit artikel voegde EA ray-tracing-ondersteuning toe aan Battlefield V, daarmee de eerste game die er daadwerkelijk gebruik van kon maken en onze eerste hands-on-ervaring. Met ray-tracing (DXR genoemd in de game) aan, zien we inderdaad prachtige en accurate reflecties. Zeker in combinatie met een hdr-monitor is de beeldkwaliteit fenomenaal. Stormen we door de prachtige Rotterdam-map in die game heen op een groot scherm, dan krijgen we een voorproefje van next-gen-gaming voor de massa. Het resultaat mag er echt zijn.

©PXimport

Niet zonder zorgen

Toch zijn er de nodige zorgen. Battlefield V op DirectX12, nodig voor ray-tracing, is namelijk nog niet zo feilloos als op DirectX11 en veroorzaakt af en toe zwarte schermen. Ook lijkt de ray-tracing-implementatie nog niet perfect, zo zien we soms opvallende, ongewenste lichteffecten. En hoewel het detailniveau van DXR instelbaar is, zien we beperkt visueel verschil tussen Low en Ultra. En we moeten daarbij dan nog opmerken dat de impact op de prestaties aanzienlijk is: 4K met hdr en ray-tracing is niet haalbaar. Zelfs voor 1080p- of 1440p-gaming wil je eigenlijk toch de duurdere RTX 2080 Ti hebben.

De realiteit is dat realtime-ray-tracing prachtig is, maar dat we pas aan de beginfase staan. Ons vermoeden is dat de feature in Battlefield V ontzettend is gepusht, om maar iets te kunnen laten zien en dat we vooral dienen te wachten op implementaties in meer games. Ray-tracing is zeker geen gimmick – films maken er al jaren gebruik van – maar we kunnen simpelweg nog niet concluderen dat jij daar nu een nieuwe videokaart voor wilt kopen.

©PXimport

Deep learning

De andere grote truc van Nvidia in de nieuwe videokaarten is de complete tegenpool van ray-tracing. Deep Learning Anti-Aliasing of DLSS brengt geen verbetering van de beeldkwaliteit, maar evenaart de beeldkwaliteit van bestaande anti-aliasing-technieken op een veel slimmere manier. Nvidia test en optimaliseert games die DLSS ondersteunen vooraf met behulp van z’n gigantische neurale netwerk (AI voor je games dus). GeForce RTX-kaarten geven die games vervolgens vlotter weer op hoge beeldkwaliteit. Het gevolg is beeldkwaliteit van een hoge resolutie, sterk anti-aliased beeld, maar dan met een 25-50 procent hogere framerate dan voorheen. Op het moment van schrijven en ruim twee maanden na de release van de GeForce RTX-kaarten is het echter nog wachten op een echte DLSS-ervaring. Enkele demo’s en benchmarks zijn veelbelovend, maar wij kunnen pas echt enthousiast worden als we het in echte games kunnen zien en ervaren.

Te vroeg uitgebracht?

Twee veelbelovende technieken dus, maar ook twee waar we eigenlijk op zitten te wachten om nu eens echt indruk te maken in de praktijk. Dat zal ongetwijfeld gebeuren, maar we moeten opmerken dat beide technieken simpelweg nog niet rijp zijn. We vragen ons af waarom deze producten niet iets later uit zijn gebracht, tegelijk met bredere ondersteuning in games. Dure videokaarten moeten het hebben van early adopters, maar het is de taak van Nvidia om die early adopters echt meerwaarde te bieden – niet enkel de belofte voor te houden dat het echt komen gaat. Nvidia vraagt dus extra geduld van deze fanatiekste doelgroep, maar vraagt tegelijk ook de hoofdprijs. Dat is niet het aantrekkelijkste voorstel.

Redenen genoeg om er wel één te kopen

Toch zijn er voldoende redenen om deze RTX-kaarten serieus te overwegen, anders hadden we er uiteraard geen 18 stuks uitvoerig aan de tand gevoeld. Gamers die nog op oudere hardware gamen, denk aan de 9-series (GTX 960 t/m 980 Ti), of op nog oudere hardware (GTX 770 bijvoorbeeld) kunnen we verzekeren van een gigantische prestatiewinst met de nieuwe RTX-kaarten. Elke game-pc van drie jaar of ouder komt niet in de buurt van de prestaties die een 2018-game-pc met moderne processor en GeForce RTX-kaart neer zal zetten. De meer betaalbare RTX 2070 biedt zich aan als aantrekkelijk, nog redelijk te betalen optie, die alles uit die tijd ruim achter zich laat.

En voor gamers die op dit moment het allerbeste willen hebben? Of je nu om 4K-gaming geeft, of wilt gamen op WQHD (1440p) op hoge framerates: los van wat ray-tracing en DLSS nog beloven te gaan bieden de komende maanden, is er simpelweg niets krachtiger dan de high-end-modellen in de GeForce RTX-range. Wil je het beste, en kun je het betalen, dan wil je toch echt een GeForce RTX 2080 of RTX 2080 Ti.

Drie giganten strijden om één been

Wil je een Nvidia GeForce-kaart kopen in Nederland, dan is de kans groot dat je uitkomt bij ASUS, Gigabyte of MSI. Tezamen hebben zij het gros van de markt in handen en zijn ze verantwoordelijk voor alle achttien kaarten in deze test. Nvidia verkoopt zelf ook de zogeheten Founder’s Edition direct vanaf z’n eigen website, maar sinds jaar en dag is bekend dat je die vooral uit een voorliefde voor het unieke aluminium design moet overwegen. De door ons geteste modellen van de boardpartners van Nvidia blijven koeler en stiller, en zijn vaak nog goedkoper ook.

Gewoontedieren

Alle drie de fabrikanten volgen de klassieke goed-beter-best-opbouw. Bij ASUS zijn de Turbo-modellen de instappers, de Dual-modellen de middenmoters en de ROG Strix-modellen de indrukwekkende doch prijzige toppers. Gigabyte heeft als instapper de Windforce, als middenmoter de Gaming OC en het topmodel Aorus Xtreme. MSI compliceert het verhaal iets met verschillende benamingen en designs afhankelijk van de exacte chip. Zo is de RTX 2070 Armor een instapper, maar bestaat er geen RTX 2080 Ti Armor. Mocht je het overzicht verliezen: de prijskaartjes in de tabel laten er geen misverstanden over bestaan. Wat smaak betreft valt er ook niet te twisten, maar we merken wel op dat de kaarten veel op elkaar lijken. Monochroom lijkt de dominante ‘kleurstelling’ van 2018, met rgb als focus-feature op bijna elke kaart. Voor de liefhebbers van een witte pc behuizing vallen de MSI Armor- en ASUS Dual-kaarten op met veel witte details, en de volledige witte Gigabyte Gaming OC White doet daar nog een schepje bovenop.

Even traditiegetrouw zijn deze fabrikanten niet heel happig om hun instapmodellen te laten testen. Gezien de testresultaten vinden wij dat erg jammer. Meer uitgeven voor iets wat jij mooi vindt snappen wij, maar objectief gezien kunnen we alvast stellen dat de goedkopere opties in deze test eigenlijk al uitstekend zijn.

#RGBAllTheThings!

Hoe zie je het verschil tussen een echt luxe kaart en een instap-videokaart? Door de hoeveelheid rgb-verlichting natuurlijk! Flauw, maar wel de realiteit. Bij ASUS treffen we rgb nagenoeg alleen in de duurste ROG-kaarten aan. En hoewel MSI en Gigabyte iets van kleurverlichting in het instap- en middensegment hebben, zijn het wederom de topmodellen waar echt veel op zit. De ASUS ROG-kaart houdt rgb redelijk strak en bescheiden, MSI zet met z’n Gaming X Trio juist in op de gedachte dat meer rgb beter is. Zij die niet vies zijn van echt knettergekke rgb, dienen de Gigabyte Aorus Xtreme kaarten te bekijken, want met rgb-effecten in de ventilatoren is dat de meest extravagante verschijning.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2080 Ti

Hoewel het verschil van honderd euro tussen de goedkoopste en de duurste RTX 2080 Ti een aardig bedrag is, zal dat geen breekpunt zijn voor iemand die al op het punt staat minimaal 1.300 euro uit te geven aan een nieuwe videokaart. Dat maakt de keuze voor de duurdere alternatieven niet direct vanzelfsprekend, want de twee goedkoopste (1.299 euro) Gigabyte Gaming OC en MSI Duke, doen nauwelijks onder voor de topmodellen van 1.399 euro. De grofweg 2 procent verschil in benchmarkprestaties tussen de traagste en de snelste ga je nooit voelen in games en daarbij zijn deze kaarten ook koel en stil. De MSI Duke oogt iets indrukwekkender en is nipt efficiënter dan de Gigabyte, maar het zijn minuscuul kleine verschillen. Bij gelijke prijs geven we toch de Gigabyte GeForce RTX 2080 Ti Gaming OC onze Redactietip voor beste prijs-kwaliteitverhouding bij de 2080 Ti, vanwege het extra jaar garantie; het meest tastbare verschil tussen die twee.

Maar de beste? Bovenin strijden de ASUS ROG Strix, de MSI Gaming X Trio en de Gigabyte Aorus Xtreme. Die drie zijn nu eenmaal wat sneller en maken visueel meer indruk. Wat design betreft springt Gigabyte er het meest uit: verlichting in de fans zelf, aparte kappen op de kaart, alles om maar echt op te vallen. Liefhebbers van extreme looks worden rijkelijk voorzien en het extra jaar garantie telt hier ook, maar we moeten kritisch opmerken dat er duidelijk gekozen is voor ‘vorm boven functie’, en dat de aparte ventilatoren de Aorus Xtreme zowel wat luider als wat warmer maakt.

Tussen de MSI Gaming X Trio en de ROG Strix dan? De ROG is iets koeler, de MSI is iets stiller. De MSI is iets goedkoper en maakt visueel gezien veel indruk, maar de onnodige keuze voor 3 PCIe-power-aansluitingen maakt hem lastiger met voedingen te combineren. Daarbij merken we op dat de ASUS een handige ‘quiet mode’ kent (iets stiller, iets warmer) en de enige is die z’n rgb-synchronisatie goed voor elkaar heeft. En voor dit soort bedragen verwachten we dat elk element van de ervaring klopt. De ROG Strix gaat er dan ook vandoor met de titel Best getest.

©PXimport

Kleine zaken maken het verschil

Als we constateren dat de verschillen op gebied van snelheid, warmte en geluid niet extreem groot zijn, dan verleggen we onze aandacht naar prijs, uitstraling en details. MSI probeert z’n topmodel betaalbaarder te houden, terwijl ASUS zich liever profileert met z’n (objectief) betere rgb-synchronisatie tussen verschillende producten. Dat zie je niet in een tabel terug en lijkt minder tastbaar dan een lagere prijs, maar biedt wel echte meerwaarde. De meerwaarde van een stalen pootje om te voorkomen dat videokaarten doorzakken, zoals bij de Gigabyte Aorus Xtreme is een ander praktisch pluspunt – al is het ’t extra jaar garantie op die modellen waar wij echt over te spreken zijn.

De beste GeForce RTX 2080

Omdat de RTX 2080 een stuk zuiniger is dan de RTX 2080 Ti, zien we veel kleinere verschillen in de warmte- en geluidsproductie. Dan kunnen we wederom opmerken dat de Aorus Xtreme kaart niet de efficiëntste is, maar hier is het verschil in de praktijk dermate klein dat je je best kunt laten leiden door de uitstraling van het model. ASUS maakt het echter wel erg bont, want de meerprijs van 150 euro boven een instapmodel RTX 2080 voor hun prachtige ROG Strix-variant is wel heel gortig.

Dat maakt de goedkopere RTX 2080-opties objectief gezien het meest interessant. De MSI Gaming X Trio, MSI Duke, Gigabyte Gaming OC en ASUS Dual zijn praktisch gelijkwaardig. De extra garantie geeft in wederom de Gigabyte Gaming OC onze Redactietip. De winst gaat naar de MSI Gaming X Trio, die voor hetzelfde bedrag in tegenstelling tot de wat ingetogen Gigabyte Gaming OC visueel wel echt indruk maakt op dat prijspunt. Niet vaak zien we een fysiek beest van een kaart met zo veel rgb maar iets meer kosten dan de instappers. De ASUS Dual is weliswaar iets efficiënter, maar duurder en in deze klasse wegen we uitstraling toch mee.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2070

Bij de RTX 2070 moeten we kritisch zijn over de forse prijsverschillen. 170 euro tussen de goedkoopste en de duurste is niet iets wat een paar procent prestatieverschil en wat featureverschillen kunnen verdedigen. Met 699 euro zitten de RTX 2070 Aorus Xtreme en ROG Strix dermate dicht tegen de RTX 2080-kaarten, dat wij niet zien waarom je dan niet voor de echt veel snellere chip gaat. De MSI RTX 2070 Gaming Z houdt de prijs beter binnen de perken, maakt fysiek wederom veel indruk en is een ongekend stille kaart die zelfs de gevoeligste oortjes niet zal belasten. In onze optiek de beste premium RTX 2070.

Toch is het de goedkoopste van het stel die eigenlijk het aantrekkelijkst lijkt als het op de prijs-prestatieverhouding aankomt. Waar de Gigabyte Gaming OC erg goed scoorde bij de RTX 2080 en RTX 2080 Ti, is de meerprijs voor extra garantie met 70 euro (of 100 euro voor de witte kleur) boven de MSI RTX 2070 Armor erg fors, en daarbij is de Armor wat stiller en koeler. Deze MSI is dan wel nipt minder snel, maar dat verschil staat totaal niet in verhouding tot de andere verschillen, iets wat de Gigabyte Windforce wel parten speelt. Daarbij is het een prachtige kaart om te zien, zolang de zwart-wit-combinatie in jouw systeem past, en zijn zowel de temperaturen als de geluidsproductie uitstekend in orde. Als je een nieuwe videokaart zoekt zonder de hoofdprijs te betalen, is de MSI Armor dus onze Redactietip.

©PXimport

Conclusie

De lancering van de GeForce RTX-kaarten zullen we niet snel vergeten. Het zijn prachtige chips, maar de hoge prijzen en het feit dat Nvidia’s twee grote focus-features bij lancering niet werken, zal nog even doordreunen. Maar zolang de kracht niet wordt beantwoord door de enige concurrent, kunnen liefhebbers van high-end-game-pc’s niet om de GeForce RTX-kaarten heen.

Welke kaart dan wijsheid is? Onder de streep zijn de verschillen in de tabel beperkt. Moderne grafische chips zijn efficiënt en de fabrikanten zijn inmiddels zeer ervaren in het maken van efficiënte koeloplossingen. Daarbij moeten we een flinke portie nuance toevoegen en stellen dat er altijd kleine verschillen tussen chips zitten, ook als je meerdere keren exact dezelfde uitvoering koopt. Enkele tientallen megahertz verschil is geen uitzondering. We kijken dan ook primair naar hoe efficiënt de koeloplossing is, al zijn ook die verschillen niet wereldschokkend.

Liggen de prijzen op moment van jouw aanschaf anders, of heb je een specifieke voorkeur voor een andere uitstraling? Wees dan niet bang om van onze aanraders af te wijken, want met de juiste prijs is geen van deze achttien kaarten een slechte koop.

Testmethode

Veel videokaarten boosten hun snelheid aan het begin van hun werklast erg hoog. Hierdoor lijken ze in traditionele benchmarks – die maar een paar minuten duren – sneller, terwijl je daar in het dagelijks gebruik niet van profiteert. Wij bekijken dan ook de gemiddelde prestaties tussen de 30e en 40e minuut: hoe de kloksnelheid is op dat moment, hoe warm ze worden en hoeveel geluid ze maken op 50 centimeter afstand. Daarbij kijken we naar het verbruik van de pc wanneer enkel de videokaart wordt belast en wanneer het hele systeem intensief wordt gebruikt. We testen met een Intel Core i7-8700K, ASUS ROG Strix Z370-F Gaming, 16 GB Corsair DDR4, een Samsung 960 PRO SSD en een Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en meten het verbruik ‘aan de muur’.

©PXimport

Conclusie

▼ Volgende artikel
Hoe kies je de beste inbouw-magnetron?
© v74
Huis

Hoe kies je de beste inbouw-magnetron?

Een inbouw-magnetron is ideaal als je op zoek bent naar een vaste plek voor je magnetron in een strakke, opgeruimde keuken. Maar hoe weet je welke je moet kiezen? De opties zijn uitgebreid: van compacte solo-magnetrons tot volwaardige combi-magnetrons met stoomfunctie. In dit artikel lees je waar je op moet letten zodat je een model vindt dat past bij jouw keuken én bij de manier waarop je kookt!

Dit is belangrijk bij het kiezen van een inbouw-magnetron
  • Nishoogte, nisbreedte en nisdiepte
  • Solo-magnetron of combi-magnetron?
  • Bediening: draaiknop of touch?
  • Aansluitingen ventilatie

Meten = weten

Een inbouw-magnetron moet precies passen in de nis van je keukenmeubel. Daarom is het belangrijk om goed naar de afmetingen te kijken. Fabrikanten vermelden altijd de benodigde nishoogte, nisbreedte en nisdiepte in de specificaties. De standaard nishoogtes zijn meestal 38 cm of 45 cm. Sommige modellen zijn hoger, maar dan gaat het vaak om combi-ovens of apparaten met extra functies.

De nisbreedte is vrijwel altijd 56 cm. 60 cm komt ook voor, maar dat is eigenlijk meer geschikt voor een volledige oven dan voor een inbouw-magnetron. De nisdiepte varieert tussen de 55 en 58 cm. Meet de beschikbare ruimte goed op, inclusief de diepte van de achterwand en eventuele obstakels zoals elektriciteitsleidingen. Zit er een plint of deur onder? Controleer dan ook of de klep van de magnetron volledig open kan. Hieronder lees je nog wat meer over de afmetingen.

Nishoogte, nisbreedte en nisdiepte: dit zijn de gangbare maten

✅ Nishoogte 38 cm (ca. 380 mm): gangbare maat voor solo-magnetrons. Wordt vaak ingebouwd boven een oven of in een hoge kast. 45 cm (ca. 450 mm): gebruikelijk voor combi-magnetrons. Deze hoogte heb je nodig als je naast de gewone magnetronfuncties (ontdooien/opwarmen) ook wilt grillen of met hetelucht wilt bakken. 60 cm (ca. 590 mm): deze hoogte heb je nodig voor een volwaardige oven met magnetronfunctie. Let op: de magnetronfunctie werkt meestal minder krachtig dan bij een echte magnetron. ✅ Nisbreedte 56 cm (meestal 560 mm nismaat) is standaard. De frontbreedte van het apparaat is dan vaak rond de 595 mm, zodat het mooi aansluit op de omliggende kastfronten. ✅ Nisdiepte 55 tot 56 cm is standaard bij een diepe kast. Sommige apparaten passen al vanaf 50 cm diepte, vooral als de stekker naar beneden kan worden weggewerkt.

©RossandHelen

Solo of combi: welk type magnetron heb je nodig?

Een solo-magnetron gebruik je voor het opwarmen van voedsel, het ontdooien van diepvriesproducten of het bereiden van eenvoudige gerechten. Dit type magnetrons is eenvoudig in gebruik, vaak goedkoper en verbruikt minder stroom. Gebruik je de ovenfunctie nauwelijks, dan is dit een logische keuze.

Een combi-magnetron combineert de magnetronfunctie met een heteluchtoven. Je kunt er dus ook pizza's, taarten of ovenschotels in maken. Sommige combi-magnetrons hebben zelfs een grillstand of een stoomfunctie , waardoor je meerdere keukenapparaten kunt vervangen door één toestel. Houd er wel rekening mee dat een combi-magnetron doorgaans iets duurder is en iets langer nodig heeft om voor te verwarmen dan een volwaardige oven.

Voorbeeld: kook je veel met verse groenten en vis, dan is een model met stoomfunctie interessant. Warm je vooral soep en kant-en-klaarmaaltijden op, dan is een solo-magnetron vaak meer dan voldoende.

Bediening: draaiknop of touch?

Het gebruiksgemak verschilt per model. Traditionele modellen hebben vaak draaiknoppen: één voor het vermogen, één voor de tijd. Simpel en overzichtelijk, vooral geschikt als je de magnetron hoofdzakelijk gebruikt voor opwarmen en ontdooien.

Moderne inbouw-magnetrons zijn vaak uitgerust met touchbediening of zelfs een touchscreen. Je selecteert dan via het display het programma, de temperatuur of het gewicht. Sommige modellen hebben automatische programma's die zelf de bereidingstijd en het vermogen aanpassen. Handig, maar soms ook wat omslachtiger bij simpele taken.

Tip: probeer in een winkel of showroom hoe intuïtief het menu aanvoelt. Kies een bediening die past bij hoe jij graag kookt.

©Tom Baker | tab62

Let op de aansluiting en ventilatie

Een inbouw-magnetron werkt op een standaard stopcontact (230 volt), maar let goed op het vermogen. Sommige combi-modellen hebben een hoger piekverbruik; zorg dat de groep waarop je het aansluit dit aankan. Kijk ook waar de stekker zit: die moet je kwijt kunnen achter het meubel of via een uitsparing in de achterwand.

Daarnaast is ventilatie belangrijk. Tijdens het gebruik komt warmte vrij. In de handleiding van het apparaat staan minimale ventilatieruimtes aangegeven, bijvoorbeeld 2 cm boven en 5 cm achter. Houd je je daar niet aan, dan kan de magnetron oververhit raken of minder lang meegaan. Zit er al een oven onder of boven de plek waar je de magnetron wilt inbouwen? Controleer dan of de gecombineerde warmteafvoer goed geregeld is.

Praktische keuzehulp

Stel jezelf de volgende vragen voor je een keuze maakt:

☐ Waar komt de magnetron precies? In een hoge kast, boven een oven of op ooghoogte?
☐ Gebruik je nu vooral de magnetronfunctie of bak je ook regelmatig in de oven?
☐ Heb je al een aparte oven? Dan heb je vaak voldoende aan een solo-magnetron
☐ Wil je kunnen grillen of stomen?
☐ Wil je eenvoudige bediening of juist veel automatische programma's?
☐ Komt de magnetron in een bestaande nis of kastenwand, of wordt de keuken nog gebouwd?

Een voorbeeld: stel, je woont alleen, kookt snel en gebruikt de oven amper. Dan is een solo-magnetron van 38 cm hoog met draaiknoppen prima. Heb je een gezin, kook je gevarieerd en wil je ruimte besparen? Dan is een combi van 45 cm met grill en stoomfunctie een betere match.

Conclusie

Een inbouw-magnetron kiezen begint bij de afmetingen, maar gaat vooral over hoe jij kookt. Warm je snel iets op, dan is een eenvoudige solo-magnetron vaak genoeg. Bak je graag of heb je weinig ruimte, dan loont het om te investeren in een goede combi-magnetron. Let altijd op de inbouwmaten, ventilatie en bediening. Zo voorkom je verrassingen en haal je het meeste uit je keuken.

▼ Volgende artikel
Review SwitchBot Roller Shade - Handig en slim, maar pittige installatie
© MG | ID.nl
Energie

Review SwitchBot Roller Shade - Handig en slim, maar pittige installatie

Er komen steeds meer toepassingen voor het automatiseren van je huis. SwitchBot is al wat langer in Nederland actief en heeft naast robotstofzuigers, schakelaars voor lichtknoppen en elektronische sloten ook een automatisch open- en sluitsysteem voor gewone gordijnen in het assortiment. Daar is nu een systeem voor rolgordijnen bijgekomen: de Roller Shade.

Goed
Conclusie

De SwitchBot Roller Shade is een fraaie manier om je woning te automatiseren en sluit goed aan als je al andere slimme apparaten in huis hebt. Het rolgordijn is volledig verduisterend, wat prettig kan zijn, maar alleen als het systeem perfect past — en dat is niet altijd eenvoudig te realiseren. Het gordijn zelf kan namelijk niet de volledige breedte van het montagesysteem beslaan. Bovendien komt de installatie vrij nauw, dus nauwkeurig opmeten vooraf is absoluut essentieel.

Plus- en minpunten
  • Automatische bediening via app of knoppen
  • Werkt met verschillende slimme diensten
  • Volledige verduistering
  • Installatie is complex en moet nauwkeurig gebeuren
  • Behoorlijk prijzig

Thuisautomatisering is een handige manier om apparaten in het huishouden te bedienen zonder dat je in de meeste gevallen ook zelf thuis hoeft te zijn. Denk bijvoorbeeld aan het aanpassen van de temperatuur in huis, het bedienen van de verlichting of deuren, maar ook het openen of sluiten van de gordijnen. Op warme dagen kan het bijvoorbeeld slim zijn om die gordijnen automatisch te sluiten als de temperatuur boven een bepaalde waarde uitkomt, of wanneer er een bepaalde intensiteit van lichtinval is.

Al deze zaken en meer kun je inregelen met de spullen van SwitchBot. Het ecosysteem van dit bedrijf omvat een scala aan apparaten, variërend van raam- en deursensors en lichtknoprobots die je lichtknoppen kunnen indrukken tot complete aircosystemen en zelfs robotstofzuigers. Maar ook slimme lampen en gordijnsystemen dus. We hebben van SwitchBot al eerder de SwitchBot Curtain en de SwitchBot Curtain 3 getest, systemen die bedoeld zijn voor gordijnen op rails.

Complete set

De SwitchBot Roller Shade is een rolgordijnsysteem waar het rolgordijn zelf al bij wordt geleverd, in tegenstelling tot de SwitchBot Curtain die bedoeld is om aan een bestaand gordijnsysteem te koppelen. Overigens kun je ook je eigen bestaande rolgordijn op het systeem van de Roller Shade monteren.

De Roller Shade is een compleet rolgordijnpakket, en in de doos vind je alles wat je nodig hebt om het systeem op te hangen. Alle beugels, het rolsysteem, schroeven en pluggen worden meegeleverd, en zelfs gereedschap voor het vastdraaien van schroeven en het op maat snijden van het rolgordijn zelf ontbreekt niet. Verder krijg je er een bedieningspaneeltje bij, bestaande uit een omhoog- en omlaagknopm, en een kabeltje van zo'n twee meter dat kan worden aangesloten op de daarvoor gemaakte aansluiting op het frame. De Roller Shade wordt aangedreven door een interne batterij die volgens SwitchBot acht maanden lang werkt zonder tussentijds opladen. Via de usb-c-poort kan het systeem indien nodig bijtanken.

Alle bevestigingsmaterialen worden meegeleverd.

Goed opmeten

Voordat je aan de slag gaat met de Roller Shade, of eigenlijk: voordat je er eentje gaat kopen, moet je eerst even goed controleren of je de juiste afmetingen in je winkelwagentje hebt. De SwitchBot Roller Shade is beschikbaar in vier breedteversies en in twee basiskleuren: gebroken wit en grijs. Voor de breedte kun je kiezen uit small, medium, large en extra large, waarbij je opeenvolgend kunt kiezen voor breedtes van 58 t/m 80 cm, 80 tot 110 cm, 110 tot 140 cm en 140 tot 185 cm.

Prijzen en maten

Omdat ramen en kozijnen nu eenmaal niet zijn gestandaardiseerd, wordt de Roller Shade geleverd in een viertal maten. Dankzij het schuifsysteem kun je een exemplaar kopen waar je een minimale hoeveelheid stof van hoeft af te knippen of snijden. De kans is namelijk klein dat het rolgordijn meteen past zonder enige aanpassing.

S (58 t/m 80 cm): € 219,99 M (80 t/m 110 cm): € 259,99 L (110 t/m 140 cm): € 299,99 XL (140 t/m 185 cm): € 339,99

Goed om te weten: alle genoemde Roller Shades worden geleverd in de maximale breedte. Dat is wel iets om rekening mee te houden als je het systeem aanschaft en het bijvoorbeeld wilt vervoeren of laat bezorgen: het is geen klein pakket.

Wij hebben voor de XL-versie gekozen, omdat het kozijn waarop de SwitchBot wordt getest een breedte van 171 cm heeft. Geen enkele SwitchBot Roller Shade zal direct passen op het raamkozijn waar je hem wilt gebruiken, waardoor je waarschijnlijk altijd een stuk gordijnstof zult moeten verwijderen. Verderop lees je hoe dat werkt.

Schematische weergave van de werking van het Roller Shade-systeem.

Belangrijk is om vooraf goed te bedenken hoe je de SwitchBot Roller Shade(s) wilt inzetten. De gordijnen zijn van polyester en verduisteren volledig. Dat kan donkerder zijn dan je gewend bent, maar in een slaapkamer is het juist vaak ideaal. Houd er wel rekening mee dat de kosten snel oplopen als je meerdere kozijnen naast elkaar hebt, omdat je voor elk raam een afzonderlijke Roller Shade nodig hebt.

Daarnaast bedekken de gordijnen nooit de volledige breedte van het kozijn. Aan beide zijden van de rol blijft een paar centimeter open, omdat de roller niet strak tegen het ophangframe aansluit. Afhankelijk van de montage kunnen hierdoor kieren ontstaan, waardoor er toch licht binnenvalt, vooral aan de kant van de motor. Plaats je meerdere Roller Shades naast elkaar voor één breed raam, dan blijven er altijd kleine openingen zichtbaar tussen de afzonderlijke gordijnen.

Je krijgt het SwitchBot-gordijn niet altijd sluitend aan de zijkanten van een venster.

Op maat maken

Omdat de Roller Shade direct uit de doos waarschijnlijk niet meteen past, moet het systeem op maat worden gemaakt. Hoe dat werkt? Het ophangsysteem bestaat uit een verschuifbare aluminium balk waartussen het rolgordijn hangt. Aan een van de zijdes bevindt zich de motor, die via een stang in de aluminium rol van het gordijn is geschoven. De gordijnrol kan door de andere zijkant los te maken van de motorstang worden afgeschoven en eventueel worden vervangen door je eigen rolgordijn. In dit artikel houden we het bij de uitleg van het meegeleverde gordijn.

Om het meegeleverde SwitchBot-gordijn op maat te maken, is een vrij ingenieus systeem bedacht: aan de niet-gemotoriseerde kant kun je een apart blokje met een snijmes monteren, waar het rolgordijn met buis en al doorheen moet worden gehaald. Op die plek wordt het rolgordijn namelijk op maat gesneden.

Het ingenieuze snijsysteem van de SwitchBot Roller Shade dat het gordijn op maat kan snijden.

In de SwitchBot-app geef je aan dat je een snij-sessie wilt starten. De motor van het rolgordijn begint nu langzaam te draaien. Tijdens het draaien moet je met de meegeleverde schroevendraaier het messysteem aandraaien, zodat het mes steeds dieper door de gordijnstof snijdt. Dat aandraaien doe je net zo lang tot het mes volledig door de stof heen is en bij de buis zelf is beland.

Het laatste deel van de buis waarop het gordijn is gerold, bestaat uit plastic. Als de snij-sessie correct is uitgevoerd en het mes met de schroevendraaier strak genoeg is aangedraaid, kan zelfs het plastic worden doorgesneden, of er in elk geval voor zorgen dat het makkelijker kan worden afgebroken.

Nadat een stuk van de gordijnstof is afgesneden, moet het einde nog wel worden losgemaakt van de rol zelf.

Volledig uitrollen

Wanneer het overtollige stuk stof is losgesneden van de rest van het rolgordijn, blijft dat stuk aan het eind natuurlijk nog wel vastzitten aan de oprolbuis. Om dat stuk los te kunnen krijgen, moet de hele gordijnrol worden afgerold. Met een totale lengte van maar liefst 2,20 meter is dat nogal wat. Dat afrollen kan door middel van de app, maar kan ook handmatig door de oprolbuis eerst van de motorstang af te halen. Nadat het gordijn tot het eind is afgerold, kan het overtollige deel van de oprolbuis worden losgeknipt. Daarna breek je (zoals hierboven besproken) het overtollige plastic deel van de oprolbuis buis af, maar beter kun je proberen om dat stuk met een goed stanleymes af te snijden (het plastic is niet heel dik).

Het complete plastic deel van de oprolbuis moet er nu afgehaald worden, zodat de rest van het gordijn fatsoenlijk aan de buis kan worden bevestigd. De oprolbuis heeft nog een binnenste buis die je weer door het plastic deel moet schuiven. Vervolgens schuif je het dikke gedeelte van het gordijn door de sleuf van de plastic buis en schroef je alles vast.

Ook de oprolbuis moet je na het verwijderen van de overtollige gordijnstof weer op maat maken. Een screenshot uit de pdf-handleiding.

Het opnieuw oprollen van het rolgordijn dient zorgvuldig te gebeuren, waarbij de linker- en de rechterkant gelijkmatig moeten worden opgerold. Gaat dat niet helemaal netjes, dan bestaat de kans dat het gordijn na het oprollen niet helemaal recht en strak om de oprolbuis zit. In ons geval moesten we het een paar keer opnieuw doen om alles strak te krijgen. Als het gordijn scheef op de rol zit, kan deze vast komen te zitten tijdens het automatisch omhoog rollen.

Ophangen

Het ophangsysteem van de Roller Shade is anders dan het gemiddelde rolgordijn. Die worden doorgaans links en rechts van de oprolbuis op het kozijn geschroefd. Bij de Roller Shade zit het bevestigingssysteem boven de aluminium balk en moet het systeem daar schuin in worden geklikt. Op zich is dat een prima manier, maar het vergt wel wat handigheid en je moet ietsje boven je macht werken omdat het hele systeem relatief zwaar is. De klus kun je dan ook beter met z'n tweeën doen.

Ook zijn de beugels waarin het aluminium frame wordt opgehangen niet heel stevig, waardoor alles een beetje naar beneden zakt op het moment dat het systeem wordt vastgeklikt. Ook belangrijk om te weten: past het frame precies in een raamnis, dan moet je het systeem compleet met het rolgordijn erin ophangen. Het rolgordijn er achteraf in plaatsen is dan niet mogelijk, omdat het systeem alleen vanaf één kant kan worden losgemaakt en het rolgordijn over de aandrijfstang van de motor geplaatst moet worden.

©MG | ID.nl

Kalibratie

Nadat de Roller Shade is opgehangen, is het tijd voor de kalibratie. Dat is nodig voor het systeem om te kunnen bepalen wanneer het rolgordijn volledig is opgerold en wanneer hij helemaal is uitgerold. Het rolgordijn is namelijk geschikt voor ramen tot zo'n 2 meter hoog, en dan moet op een bepaald moment worden ingesteld tot hoe ver het gordijn moet uitrollen totdat het venster compleet door het gordijn is bedekt. Het systeem kan niet uit zichzelf zien of het zich helemaal heeft opgerold; ook dat moet worden gekalibreerd.

Je start de kalibratie met behulp van de app, waarbij eerst moet worden bepaald wanneer het systeem volledig is opgerold. Aan de onderkant van het gordijn is een (eerder gemonteerde) aluminium stang geplaatst, die fungeert als tegengewicht om het gordijn op zijn plek te houden. Die stang dient tevens als buffer om te voorkomen dat het gordijn na het compleet oprollen blijft doordraaien. Tijdens het kalibratieproces kun je zelf niet aangeven wanneer tijdens het oprollen het einde is bereikt; dat stopt vanzelf zodra de aluminium stang het ophangframe bereikt. De app vraagt de gebruiker vervolgens of het systeem is vastgelopen of dat het einde is bereikt.

Het oprollen stopt hierdoor echter wel vrij abrupt en lijkt hiermee het ophangsysteem te beschadigen, omdat de aluminium balk relatief bruusk tegen het ophangframe wordt getrokken. Deze manier van kalibreren voelt al met al wat primitief aan, maar het werkt wel. De volgende stap is het bepalen van de afrollengte. Hierbij bepaalt de gebruiker wanneer het einde is bereikt en het raam naar wens is bedekt. Je drukt dan simpelweg op de stopknop en accepteert de stand van het gordijn. Na de kalibratie kun je de Roller Shade volledig gebruiken.

Spraakbesturing en slimme systemen

De SwitchBot Roller Shade kan ook overweg met de systemen van Google Assistant, Google Home en Alexa, maar hier is wel een apart verkrijgbare Hub voor nodig. Eenmaal daarop aangesloten kun je de gordijnen sluiten met opdrachten als 'Hey Google, sluit de gordijnen in de slaapkamer'.

Verder is de Roller Shade compatibel met Matter, het nieuwere protocol voor slimme apparaten.

Schema's en timers

De SwitchBot-app voor de kalibratie en de bediening gebruik je ook als je andere apparaten van dit merk in huis hebt. De app is niet specifiek gericht op het rolgordijnsysteem, maar kan ook worden gebruikt voor het uitlezen van de verschillende temperatuur- en vochtmeters van SwitchBot, het bedienen van de andere gordijnsystemen zoals de SwitchBot Curtain 1 en Curtain 3 en andere slimme apparaten.

Handig is dat je verschillende apparaten en meters van SwitchBot aan elkaar kunt koppelen. Zo kun je er bijvoorbeeld bij het bereiken van een ingestelde temperatuur voor zorgen dat de Roller Shade automatisch wordt gesloten of geopend. Dat kan ook bij een bepaalde lichtintensiteit: als je een (apart te verkrijgen) zonnepaneel aan de usb-c-poort op de Roller Shade aansluit, kun je aangeven bij welke intensiteit het gordijn moet sluiten of openen. Met het aansluiten van zo'n zonnepaneel wordt de Roller Shade trouwens ook automatisch opgeladen.

Conclusie

De SwitchBot Roller Shade is een mooie manier om je huis te automatiseren en kan een prima toevoeging zijn als je al delen van je huis hebt geautomatiseerd. In combinatie met bijvoorbeeld een slimme thermostaat, verlichting en koel- of verwarmingsapparaten kun je bij warm weer je huis koel houden, of 's winters juist warmer krijgen. Dankzij het SwitchBot-ecosysteem is het handig dat je het rolgordijnsysteem kunt meenemen in alle routines voor huisautomatiseringen.

De Roller Shade is 100 procent verduisterend. Dat kan prettig zijn, maar dat werkt alleen goed als je het rolgordijnsysteem ook echt goed passend krijgt. Helaas lukt dat niet altijd, omdat het rolgordijn zelf niet de volledige breedte van het montagesysteem heeft. Daarnaast luistert de installatie vrij nauw, dus alles goed van tevoren opmeten is essentieel.