ID.nl logo
15 tips en tools voor je monitor
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

15 tips en tools voor je monitor

De beeldschermen vandaag de dag zijn zo groot dat je eigenlijk wel wat trucjes nodig hebt om optimaal gebruik te maken van die ruimte. We beginnen met wat simpele mogelijkheden in Windows. Om echt controle te krijgen over je schermindeling ben je aangewezen op de 10 tooltjes die we daarna bespreken.

1 Links en rechts

Windows heeft standaard wat beperkte mogelijkheden om beter gebruik te maken van je schermoppervlakte. In Windows 7 heette dit Aero Snap en in latere versies gewoon Snap. Alle Windows-versies vanaf 7 ondersteunen de toetscombinaties WIN+PijltjeLinks of WIN+PijltjeRechts: daarmee zet je in één keer een Windows-venster op de halve monitor links of rechts neer. Hetzelfde werkt door de titelbalk van een venster helemaal naar link of rechts te slepen. Lees ook: Op zoek naar de beste monitor voor je pc.

Heb je meerdere monitoren, dan kun je de toetscombinatie WIN+PijltjeRechts (of -Links) meerdere malen uitvoeren, dan fietst het venster in allerlei posities van links, midden naar rechts en naar de volgende monitor tot je weer terug bent op de beginpositie.

©PXimport

1 Het is de simpelste manier om twee vensters naast elkaar te zetten: met de standaard sneltoetsen Windows-toets+PijltjeLinks of -PijltjeRechts.

2 Maximaliseren en minimaliseren

Een venster helemaal maximaliseren doe je met WIN+PijltjeOmhoog of omgekeerd gebruik je de toetsencombinatie WIN+PijltjeOmlaag om een venster van maximaal formaat naar het laatst bekende 'normale' formaat terug te krijgen. Met een tweede keer WIN+PijltjeOmlaag minimaliseer je het venster naar de taakbalk.

©PXimport

2 Met de Windows-toets in combinatie met de pijltjes omhoog en omlaag fiets je snel tussen een maximaal en gewoon venster, en geminimaliseerd naar de taakbalk.

3 Slepen met de muis

Door in Windows met je muis te slepen, kun je ook een venster in één keer een bepaalde indeling geven. Sleep een venster dat op een willekeurige plek op je monitor staat aan de onderzijde verder naar onderen naar je taakbalk en het venster wordt van boven naar beneden uitgevuld tussen de bovenrand van je monitor en de taakbalk. De breedte is ongewijzigd.

©PXimport

3 Omgekeerd werkt ook: trek het venster omhoog naar je monitorrand en dan blijft ie ook ineens 'kleven'.

4 Windows 10 Snap

Sinds Windows 7 wordt de Snap-functie elke versie ietsje uitgebreider. In Windows 8(.1) kun je twee Metro-apps naast elkaar zetten, dat kan via een 50/50-verdeling zijn, maar door aan de middenbalk te trekken kun je dat ook veranderen in 60/40 of 70/30. Maar ja, dan moet je de Metro-apps überhaupt gebruiken.

Windows 10 laat veel meer vooruitgang zien: daar werkt het veranderen van de 50/50-verdeling als je twee venster naast elkaar hebt gezet ook met gewone desktop-vensters. Superhandig! En je bent behoorlijk vrij in hoe je de verdeling maakt (zij het dat je sommige vensters niet té smal kunt maken omdat de interface dan niet meer werkt).

Erg jammer is dat twee vensters boven elkaar niet makkelijk mogelijk is. Iets wat tijdens de preview van Windows 10 wel een tijdje mogelijk was.

©PXimport

4 In Windows 10 zet je niet alleen makkelijk twee vensters naast elkaar, daarna versleep je eenvoudig de scheidslijn om de verhouding te veranderen.

5 Vier venster in een kwadrant

Wat wel heel fijn is in Windows 10, is dat je ook snel vier vensters in een kwadrant kunt zetten. Op papier klinkt het omslachtig, maar de sneltoetsen zijn heel logisch. Om een venster in de linkerbovenhoek van je scherm te plaatsen, gebruik je de toetscombinatie WIN+PijltjeLinks+Omhoog. De rest laat zich dan makkelijk raden:

- WIN+PijltjeLinks+Omlaag

- WIN+PijltjeRechts+Omhoog

- WIN+PijltjeRechts+Omlaag

Het hoeven niet per se vier vensters in kwadrant te zijn, het kunnen het ook drie zijn: twee vensters boven elkaar aan een kant en één venster van boven tot onder aan de andere kant (daarvoor gebruik je dan gewoon WIN+PijltjeRechts (of -Links) zoals in tip 1.

Ook dit trucje werkt met de muis door de titelbalk ingedrukt te houden en de cursor helemaal in de gewenste hoek te slepen.

©PXimport

5 Heb je nou een knoepergrote monitor? Dan is het heel handig om snel vier vensters in een kwadrant te zetten.

6 Sizer

Windows 10 biedt dan wat trucjes voor het indelen van je scherm, echt flexibel is het niet. Je kunt aan elk venster net zo lang trekken tot het een bepaalde maat heeft, maar je kunt nooit met één toets (of klik) naar die maat (en positie) terugkeren. Wil je dat wel: probeer het gratis tooltje Sizer eens. Dit tooltje verdwijnt na installatie in je systeemvak. Maar als je met rechts op het pictogram klikt en een voorgedefinieerde maat kiest, krijgt het venster dat actief was precies die afmeting.

Via de instellingen kun je extra maten (en posities) toevoegen. De tool is bedoeld voor Windows-versies tot Windows 7, maar werkt ook op Windows 8 en 10. Eén tip: verplaats de tool van het verborgen deel van je systeemvak naar het zichtbare deel van je systeemvak, anders krijgt bij gebruik alleen het uitklapmenu van het systeemvak een andere maat en dat is niet de bedoeling.

7 AutoSizer

Het tooltje AutoSizer is alweer wat slimmer: hiermee kun je bepaalde vensters automatisch een bepaalde afmeting of plek op je scherm geven. Welke vensters je op die manier automatisch wilt laten aanpassen, bepaal je in het hoofdvenster van AutoSizer (dubbeklikken op het bijbehorende pictogram in je systeemvak). Het aan te passen venster moet op dat moment wel open staan op je pc. Je kunt ook een sneltoets aan AutoSizer koppelen, op het moment dat je die indrukt, krijgen alle venster die je hebt gedefinieerd in AutoSizer allemaal de opgegeven afmeting en positie.

De ontwikkeling van deze gratis tool is nooit verder gegaan dan Windows 7, maar lijkt het ook prima te doen op Windows 8 en 10.

©PXimport

7 AutoSizer zoekt specifiek naar vensters van de door jou gedefinieerde programma's en forceert die daar een bepaalde maat en plek.

8 GridMove

GridMove is een gouwe ouwe: er is sinds 2009 niets meer aan veranderd. In grote lijnen doet het hetzelfde als de 2x2-snapfunctie in Windows, maar heb je veel meer mogelijkheden in rasters. Standaard worden er al wat rasters meegeleverd, maar je kunt ook zelf rasters maken. Dat is wel even puzzelen, want je moet zelf een tekstbestand maken met de definities van de rasters (grids). De helpfunctie (klik met rechts op het pictogram in het systeemvak en kies About/Help / tabblad Help) biedt gelukkig wel uitleg.

©PXimport

8 Met de rastersjablonen van GridMove maak je veel complexere indelingen dan standaard in Windows mogelijk is.

9 MaxTo

Betaalde tools zijn er ook en over het algemeen worden die beter onderhouden dan de gratis tegenhangers (logisch op zich). Neem MaxTo, ook een tooltje in de categorie 'schermrasters' dat volledig geschikt is voor Windows-versies van Vista tot en met versie 10. Dit programma is veel intuïtiever bij het maken van nieuwe rasters (dat is namelijk een kwestie van klikken en opdelen). Handig is dat je kunt werken met twee verschillende rasters en dat MaxTo uitstekend omgaat met meerdere schermen. Wat wij fijn vinden: je kunt een venster maximaliseren binnen een voorgedefinieerde regio. Het loont bij MaxTo wel om even goed de sneltoetsen uit je hoofd te leren.

©PXimport

9 Het maken van nieuwe indelingen in MaxTo is kinderspel.

10 Zmover ($ 19,-)

ZMover lijkt enigszins op AutoSizer. Deze tool is zeer complex om de eerste keer te configureren, maar is wel enorm krachtig. Sommige gebruikers zweren erbij. Bijzonder is dat je ook controle hebt over de laag waarop de vensters zich bevinden (top of achtergrond).

©PXimport

10 ZMover is een ingewikkelde tool om te leren gebruiken, maar wel erg krachtig.

11 Dual Monitor Tools

Als je meerdere monitoren op je bureau hebt staan, heb je misschien ook behoefte aan wat extra functies. Het gratis en opensource Dual Monitor Tools bijvoorbeeld is een verzameling van diverse (soms aparte) functies in één interface. Je kunt bijvoorbeeld een snapshot (screenshot) van het beeld op je ene monitor maken en die tonen op de andere. Handig bij demonstraties of in een lesomgeving. Je kunt ook sneltoetsen definiëren om vensters tussen twee monitoren uit te wisselen, of sneltoetsen maken die de beweging van de cursor tussen twee monitoren bepaalt. Standaard staan alle sneltoetsen uit, je bepaalt zelf welke functies je activeert.

©PXimport

11 Bij Dual Monitor Tools bepaal je zelf een sneltoets voor de functies die je wilt activeren.

12 UltraMon ($ 39,95)

UltraMon is nog steeds een supertool voor als je meerdere monitoren hebt. Het voegt handige knopjes toe aan de titelbalk van ieder venster waarmee je makkelijker vensters naar een ander scherm verplaatst. Ook kun je met één klik een venster over alle aangesloten beeldschermen uitrekken. Ook kun je het beeld van één monitor naar andere schermen 'klonen' op een veel geavanceerdere manier dan in Windows mogelijk is. Deze tool zit nog boordevol andere handige functies. Jammer is wel dat de huidige versie nog niet helemaal klaar is voor Windows 10 en daar nog wat bugjes heeft. Een nieuwe versie staat voor later dit jaar gepland.

13 Actual Window Manager ($ 49,95)

Niet alle hier besproken tools doen hetzelfde. Je kunt sommige tools echter prima naast elkaar gebruiken. Wil je liever alles in één programma en vind je het niet erg om daarvoor te betalen: probeer dan eens Actual Window Manager. Deze suite biedt onder meer schermsplit-functies, virtuele desktops, multimonitor-tools en nog veel meer.

©PXimport

13 De virtuele bureaubladen van Actual Window Manager werken veel beter dan de functie die nu in Windows 10 zit.

14 Fences ($ 9,99)

Fences is geen tool om puur je scherm mee in te delen, maar wel je bureaublad. Wij beginnen soms te schuimbekken als we de hoeveelheid pictogrammetjes zien op de desktops van collega's. Voor tien dollar koop je dit briljante programma of je probeert hem 30 dagen gratis uit. Het programma organiseert alles wat je op je bureaublad hebt staan, zoals snelkoppelingen, iconen en bestanden. Het toverwoord bij Fences is 'groeperen'. Met Fences zet je alles bij elkaar wat bij elkaar hoort met een 'hekje' (fence) eromheen. Zo heb je een soort virtuele weilandjes met hierin programma's, bestanden of mappen waarvan jij vindt dat ze bij elkaar horen. Fences heeft nog meer handige functies, zoals virtuele bureabladen, het opslaan van instellingen en het maken van momentopnames en het op basis van regels automatisch plaatsen van groepen en iconen. Te goed om niet te gebruiken!

15 DesktopOK

DesktopOk is veel minder chic en geavanceerd dan Fences, maar is daarentegen wel gratis. Het is vooral handig als je af en toe de resolutie van je monitor wisselt (omdat dat ervoor zorgt dat de indeling van je icoontjes helemaal door de war gaat). Sla je de positie van al je iconen eerst op met DesktopOK, dan kun je altijd terug naar die momentopname, wat er ook gebeurt.Fijn is dat deze tool portable gebruikt kan worden.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen