ID.nl logo
In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud

Wil je de controle over je huishoudelijke apparaten niet zomaar overdragen aan Big Tech? Home Assistant houdt je data zoveel mogelijk uit de cloud en fungeert als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. We spraken de makers er achter.

Veel slimme apparaten werken door een koppeling met de cloud, in beheer bij de aanbieder van het product. Doordat deze bedrijven jouw huishoudelijke mededelingen in hun eigen cloud afhandelen, zwiep je een schat aan persoonlijke data het internet op. God weet wat Big Tech er vervolgens mee doet. Je zou dan ook kunnen uitwijken naar een opensource-thuisautomatiseringssysteem als Home Assistant. 

Dat heeft als uitgangspunt om gebruikersdata zoveel mogelijk uit de cloud te houden. Tegelijkertijd fungeert het als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. Daardoor ontstaat een keur aan gebruiksmogelijkheden.

Geschiedenis van Home Assistant

De eerste regels Home Assistant-code werden in september 2013 geschreven door Paulus Schoutsen, ook wel bekend als Balloob. Hij was na een studie bedrijfsinformatica aan de TU Twente naar Californië verhuisd om er stage te lopen bij het San Diego Supercomputer Center. 

“Ik woonde in een studentenhuis en kocht ik een paar Philips Hue-lampen.” Paulus schreef een klein scriptje in Python, om ervoor te zorgen dat de lampen bij zonsondergang automatisch aangingen. “Zo kwamen er steeds meer nieuwe functionaliteiten bij.”

In oktober 2013 zette Paulus zijn code op GitHub. Ook begon hij in het home automation forum van Reddit voorzichtig reclame te maken. “Als mensen daar vroegen hoe ze het moesten aanpakken, dan zei ik: met Home Assistant heb ik het zo opgelost. Zo ontdekten steeds meer mensen dat je met Home Assistant elegantere oplossingen kon vinden dan met off-the-shelf-producten.” 

Toen Paulus eind 2013 met Material Design een strakke interface bouwde, haalde Home Assistant zelfs de voorpagina van Hacker News. Dat betekende een doorbraak. Hij werkte intussen aan het opbouwen van een hechte opensource-gemeenschap. Laagdrempelige online communicatie was daarbij extreem belangrijk, zo realiseerde hij zich. 

©PXimport

“Ontwikkelaars vinden het soms lastig om bijvoorbeeld onderhoudsissues aan te kaarten, uit angst dat het misschien aan hen ligt.” Dus zette hij een mailinglijst op, een chatgroep en een forum. Toen op een dag iemand anders dan Paulus antwoord gaf op een gebruikersvraag, voelde dat als een mijlpaal.

Levendige gemeenschap

Jaarlijks sleutelen inmiddels meer dan achtduizend ontwikkelaars in samenspraak aan nieuwe features. Die samenwerking zorgt regelmatig voor een trein aan leuke nieuwe ideeën. Een voorbeeldje. In september vorig jaar werd de iOS app voor Home Assistant overgezet naar MacOS – door ontwikkelaar Zac West uit San Francisco, in zijn vrije tijd. Dat zag er niet alleen fraaier uit dan een bedieningspaneel in de browser, maar Zac maakte van de gelegenheid gebruik om wat extra functionaliteit in te bouwen. 

De Home Assistant Companion for macOS kan voortaan ook enkele Mac-statusdata doorgeven. Sindsdien kun je vanuit Home Assistant bijvoorbeeld signaleren of de camera of microfoon actief is, de batterij van je MacBook bijna leeg is, of de computer in slaap is gevallen. Deze ‘binary_sensors’ kun je als trigger gebruiken voor handige automatiseringen. 

©PXimport

Franck – alias Frenck – Nijhof gaf van zo’n automatisering in een introductievideo meteen een mooi voorbeeld: hij liet zien hoe, wanneer de camera op zijn Mac aanging, automatisch een ledpaneel aanfloepte boven zijn scherm, zodat hij er bij videocalls automatisch goed belicht bij zat. In de opmerkingen onder de introductieblog werd volop gefilosofeerd over andere gebruiksmogelijkheden.

Zo zou je via Home Assistant ook volledig geautomatiseerd een waarschuwingslicht boven de deur van je kamer kunnen laten aangaan – een beetje zoals een lampje bij een opnamestudio – op hetzelfde moment dat je videocall start.

Autodiscovery

Home Assistant is van oorsprong vooral populair in kringen van ontwikkelaars en fanatieke home automation-hobbyisten, die met alle liefde al hun vrije tijd opofferen voor het tweaken van hun systemen en het delen van hun ervaringen op online fora.

Toch was oprichter Paulus zich al in een vroeg stadium bewust van het belang van gebruiksgemak. Al enkele maanden nadat hij in 2013 de eerste regels Pythoncode schreef, voegde hij een ‘Autodiscovery’ feature toe. Daardoor scant Home Assistant meteen na installatie het netwerk op slimme apparaten en configureert die op verzoek om samen te werken met Home Assistant. 

Ook de ontwikkeling van een besturingssysteem door de Zwitser Pascal Vizeli in 2017 betekende een doorbraak. Vanaf toen konden gebruikers dankzij Home Assistant OS een Raspberry Pi in een paar stappen omtoveren tot een huisserver.

Home Assistant-blueprints

Omdat het voor veel ‘gewone’ gebruikers een stap te ver gaat om een image naar een microSD-kaartje te uploaden en vervolgens een Raspberry Pi te configureren, presenteerde Home Assistant in december 2020 het eerste hardwareproject. Home Assistant Blue is een strak gelakte blauw aluminium home automation hub, die van gebruikers alleen vraagt om de stroom- en internetkabel aan te sluiten.

 Nadat ze Blue aanzetten en Autodiscovery zijn werk heeft gedaan, kunnen ze de status van hun slimme apparaten in een dashboard zien en bedienen vanaf hun telefoon of computer. Daarnaast kunnen gebruikers ‘Blueprints’ importeren en configureren. Daarmee kunnen ze ervoor zorgen dat in reactie op bepaalde triggers (er komt iemand thuis) en onder omstandigheden (de zon is onder) bepaalde acties worden uitgevoerd (de thermostaat gaat omhoog en de lichten gaan aan).

©PXimport

Omdat Home Assistant bleef groeien, en het modereren van die gezamenlijke ontwikkelexplosie inmiddels meer dan een dagtaak was, richtte Paulus in 2018 samen met Pascal een bedrijf op: Nabu Casa. Dat telt inmiddels acht medewerkers over de hele wereld, onder wie Franck. Een andere Nederlandse (front-end-)ontwikkelaar is Bram Kragten. 

Om het bedrijf levensvatbaar te maken zochten Paulus en Pascal naar een inkomstenmodel. Het was daarbij voor hen uit den boze om Home Assistant gebundeld te verkopen als softwarepakket. Daarom besloten de oprichters tot het ontwikkelen van een nieuw product: de Home Assistant Cloud. Voor vijf dollar per maand hebben gebruikers met de Home Assistant Cloud ook op afstand toegang ertoe. 

©PXimport

Franck: “Gebruikers kunnen dat ook al zelf regelen, maar dat vereist aardig wat technische kennis en vaardigheid.” Nu verzorgt de Home Assistant Cloud dit hele proces op een veilige en privacyvriendelijke manier. Zo worden datapakketjes tussen app en hub versleuteld verzonden, gedurende de volledige route. Met een abonnement op de Home Assistant Cloud ondersteunen gebruikers bovendien het achterliggende opensource-project.

De Home Assistant Cloud maakt het ook mogelijk om apparaten alsnog te koppelen aan Google Assistant en Amazon Alexa, zodat die via spraak bedienbaar worden en opduiken in de bijbehorende apps. Dat betekent dan wel dat Big Tech alsnog mee kan kijken en luisteren in je huis. Ideaal is dat natuurlijk niet. Paulus ziet wel hoopgevende tendensen, zoals de ontwikkeling van een open standaard die is gebaseerd op het internetprotocol (IP). 

Met Connected Home over IP (CHIP) kunnen slimme apparaten, mobiele apps en clouddiensten als het goed is in de toekomst eenvoudiger met elkaar communiceren. Ook krijgen consumenten dan minder te maken krijgen met incompatibele producten. In de projectgroep voor CHIP zitten grote namen als Amazon, Apple, Google, de Zigbee Alliance, IKEA, NXP Semiconductors en Samsung.

Meer lokale API’s onder druk van consumenten

Tegelijkertijd probeert het team van Nabu Casa ervoor te zorgen dat het consumentenbewustzijn groeit over de manier waarop producenten van slimme apparaten hun geld verdienen. “Als je een wifi-lamp koopt voor 8 euro, dan kun je er zeker van zijn dat ofwel jouw gebruiksgegevens online verkocht worden aan de hoogste bieder, of dat die lamp over een paar jaar niet meer ondersteund wordt.” 

Ook stimuleert Home Assistant gebruikers om bij fabrikanten aan te dringen op lokale ondersteuning. Dat ondervond bijvoorbeeld TP-Link. Tot november 2020 werkten hun slimme schakelaars lokaal. In november 2020 rolde TP-Link een firmware-update uit die deze mogelijkheid uitzette, omdat die onveilig zou zijn.

“Gebruikers werden gedwongen hun schakelaars voortaan te bedienen vanuit de TP-Link-cloud, terwijl ze juist bewust voor dit merk gekozen hadden vanwege de lokale integratiemogelijkheden.” Een week en veel boze reacties later, bood TP-Link gebruikers de mogelijkheid om de firmware-update terug te draaien.

Om consumenten te helpen bij het selecteren van apparaten met een lokale API, toont de website van Home Assistant inmiddels van elk apparaat duidelijk hoe deze een verbinding legt met Home Assistant. “Het zou mooi zijn als gebruikers dat aspect meer mee gaan laten wegen bij de aanschaf van slimme apparaten. Hun stem en hun aankoopgedrag kunnen ervoor zorgen dat meer bedrijven gaan inzien dat het belangrijk is om lokale connectiviteit voor hun apparaten te ondersteunen.”

Zelf proberen

Op de Home Assistant website vind je uitgebreide documentatie over de installatie en configuratie van Home Assistant en over het automatiseren van je huis met dit platform. Ook bevat de website een eenvoudig doorzoekbare database van apparaten en platformen waarmee Home Assistant kan worden geïntegreerd, lokaal en/of in de cloud. Dat zijn er momenteel bijna 1800. 

Nabu Casa werd in 2018 opgericht door Home Assistant-oprichter Paulus Schoutsen en Pascal Vizeli, de maker van Home Assistant OS. Binnen Nabu Casa werken zij samen met acht medewerkers aan een Home Assistant Cloud, een privacyvriendelijk cloudalternatief. Daarnaast is Nabu Casa de hoofdsponsor van opensourceproject Home Assistant. 

Op Reddit delen gebruikers regelmatig interessante toepassingen van Home Assistant. En door ‘Blueprints’ te importeren en te configureren, kun je er relatief eenvoudig voor zorgen dat de apparaten in je huis samen gaan werken om jouw leven gemakkelijker of leuker te maken. 

©PXimport

In het volgende voorbeeld willen we graag onze IKEA-afstandsbediening voor slimme lampen aansluiten op Home Assistant, zodat we kunnen bepalen wat er met de lichten gebeurt als we de knoppen van deze afstandsbediening indrukken. 

Om te onderzoeken of er al Blueprints bestaan voor deze afstandsbediening, gaan we naar het forum op https://community.home-assistant.io en klikken op Blueprints Exchange. Er verschijnt een doorzoekbare pagina met alle beschikbare Blueprints. In het zoekvenster rechtsboven vullen we de naam in van de IKEA-afstandsbediening (Trådfri). We kunnen kiezen uit een aantal verschillende Blueprints.

We selecteren deCONZ - IKEA five button remote for lights. Nu verschijnt er een beschrijving van de Blueprint. We zien dat de Blueprint is gedeeld door Bram Kragten. Omdat hij zo vriendelijk is geweest om dit YAML-script als Blueprint beschikbaar te maken, hoeven we zelf geen code meer te schrijven.

Hij vertel op deze pagina exact wat de Blueprint doet. Ook gunt hij ons een kijkje op de achterliggende code. Als ons bevalt wat we lezen, klikken we op de lichtblauwe knop Import Blueprint en daarna op Open Link. Daarna drukken we in het pop-up-venster op Bekijk Blueprint en vervolgens op Blueprint importeren.

De Blueprint is nu toegevoegd aan het Blueprint overzichtsscherm in onze eigen Home Assistant-installatie. Om de blueprint te gebruiken, klikken we op Automatisering maken. De automation-editor verschijnt. Daarin valt te lezen dat de middelste knop al voorgeprogrammeerd is (aan-uitknop), net als de bovenste en onderste knop (dimmen). We kunnen wel zelf bepalen wat er moet gebeuren bij het kort of lang indrukken van de rechter- en linkerknop. Daarvoor hoeven we alleen maar te klikken op Add Action.

Nu weet je dat een slim huishouden ook mogelijk is zonder alles van jezelf bloot te geven aan grote techbedrijven. Welke projecten had je zelf in gedachten?

Tekst: Jolein de Rooij

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.

▼ Volgende artikel
Usb-stick als sleutel: een hardware-slot voor je pc
© Rafa Irusta - stock.adobe.com
Huis

Usb-stick als sleutel: een hardware-slot voor je pc

Natuurlijk heb je een wachtwoord ingesteld om te voorkomen dat hackers fysiek toegang krijgen tot je pc, maar er is nog een andere beveiligingsmaatregel die je kunt nemen. Met een eenvoudige usb-stick maak je een fysieke sleutel die dienstdoet als extra beveiligingslaag.

Windows 11 heeft een ingebouwde mogelijkheid om zo’n veilige usb-sleutel te maken, maar toch gebruiken we liever een gratis app van derden: USB Raptor. Deze freeware geeft iets meer controle over hoe zo’n sleutel werkt. Download en installeer USB Raptor. Eerst moet je een encryptiewachtwoord instellen. De software heeft standaard als wachtwoord default ingesteld en dit moet je uiteraard wijzigen. Schrijf het nieuwe wachtwoord ergens veilig op. Daarna plug je de usb-stick in en kies je de juiste stationsletter. Gebruik een usb-stick met een hoge lees-/schrijfsnelheid zodat je sneller kunt inloggen.

Natuurlijk verander je het onveilige encryptiewachtwoord.

k3y-bestand

Vervolgens klik je op de knop Create k3y-file. Dit is een specifiek wachtwoordbestand dat deze tool zoekt om de computer van de gebruiker te ontgrendelen. Als USB Raptor het k3y-bestand niet kan vinden, omdat de usb-stick bijvoorbeeld niet in de pc zit, wordt de pc automatisch vergrendeld. Ga dan terug naar het scherm Simple configuration en schakel de beveiliging in door een vinkje te zetten in het vakje naast Enable USB Raptor. Er volgt dan een waarschuwing dat de software is ingeschakeld en dat je het encryptiewachtwoord niet kunt veranderen.

Schakel de beveiliging in.

Backdoor-login

Voordat je USB Raptor gebruikt, raden we aan een backdoor-login te maken voor het geval dat je de sleutel ooit zou kwijtraken. Klik in de rechterbovenhoek van de app op het vakje Advanced configuration. Ga naar het tabblad Lock features en kijk onderaan in de groep Backdoor access. Daar klik je op Generate RUID file. Hierdoor plaatst de tool een bestand op het bureaublad waarmee je het vergrendelingsscherm kunt omzeilen wanneer je het wachtwoord zou vergeten en de usb-stick uit de pc wordt verwijderd.

Dit is een lange alfanumerieke sleutel, opgeslagen in het DAT-formaat. Je kunt het openen met Kladblok. Je kunt die sleutel bijvoorbeeld opslaan in een e-mailaccount of in een veilige wachtwoordmanager. Vanaf nu heb je een beveiligde sleutel die je pc veiliger maakt en die bovendien een backdoor heeft, mocht er iets misgaan. Label de beveiligingssleutel zodat je hem nooit verwisselt met andere usb-sticks. Wil je de sleutel niet langer gebruiken, dan open je de app opnieuw en haal je het vinkje weg bij Enable USB Raptor.

Met de Generate RUID file maak je een lange extra sleutel om de beveiliging te omzeilen.