ID.nl logo
In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud

Wil je de controle over je huishoudelijke apparaten niet zomaar overdragen aan Big Tech? Home Assistant houdt je data zoveel mogelijk uit de cloud en fungeert als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. We spraken de makers er achter.

Veel slimme apparaten werken door een koppeling met de cloud, in beheer bij de aanbieder van het product. Doordat deze bedrijven jouw huishoudelijke mededelingen in hun eigen cloud afhandelen, zwiep je een schat aan persoonlijke data het internet op. God weet wat Big Tech er vervolgens mee doet. Je zou dan ook kunnen uitwijken naar een opensource-thuisautomatiseringssysteem als Home Assistant. 

Dat heeft als uitgangspunt om gebruikersdata zoveel mogelijk uit de cloud te houden. Tegelijkertijd fungeert het als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. Daardoor ontstaat een keur aan gebruiksmogelijkheden.

Geschiedenis van Home Assistant

De eerste regels Home Assistant-code werden in september 2013 geschreven door Paulus Schoutsen, ook wel bekend als Balloob. Hij was na een studie bedrijfsinformatica aan de TU Twente naar Californië verhuisd om er stage te lopen bij het San Diego Supercomputer Center. 

“Ik woonde in een studentenhuis en kocht ik een paar Philips Hue-lampen.” Paulus schreef een klein scriptje in Python, om ervoor te zorgen dat de lampen bij zonsondergang automatisch aangingen. “Zo kwamen er steeds meer nieuwe functionaliteiten bij.”

In oktober 2013 zette Paulus zijn code op GitHub. Ook begon hij in het home automation forum van Reddit voorzichtig reclame te maken. “Als mensen daar vroegen hoe ze het moesten aanpakken, dan zei ik: met Home Assistant heb ik het zo opgelost. Zo ontdekten steeds meer mensen dat je met Home Assistant elegantere oplossingen kon vinden dan met off-the-shelf-producten.” 

Toen Paulus eind 2013 met Material Design een strakke interface bouwde, haalde Home Assistant zelfs de voorpagina van Hacker News. Dat betekende een doorbraak. Hij werkte intussen aan het opbouwen van een hechte opensource-gemeenschap. Laagdrempelige online communicatie was daarbij extreem belangrijk, zo realiseerde hij zich. 

©PXimport

“Ontwikkelaars vinden het soms lastig om bijvoorbeeld onderhoudsissues aan te kaarten, uit angst dat het misschien aan hen ligt.” Dus zette hij een mailinglijst op, een chatgroep en een forum. Toen op een dag iemand anders dan Paulus antwoord gaf op een gebruikersvraag, voelde dat als een mijlpaal.

Levendige gemeenschap

Jaarlijks sleutelen inmiddels meer dan achtduizend ontwikkelaars in samenspraak aan nieuwe features. Die samenwerking zorgt regelmatig voor een trein aan leuke nieuwe ideeën. Een voorbeeldje. In september vorig jaar werd de iOS app voor Home Assistant overgezet naar MacOS – door ontwikkelaar Zac West uit San Francisco, in zijn vrije tijd. Dat zag er niet alleen fraaier uit dan een bedieningspaneel in de browser, maar Zac maakte van de gelegenheid gebruik om wat extra functionaliteit in te bouwen. 

De Home Assistant Companion for macOS kan voortaan ook enkele Mac-statusdata doorgeven. Sindsdien kun je vanuit Home Assistant bijvoorbeeld signaleren of de camera of microfoon actief is, de batterij van je MacBook bijna leeg is, of de computer in slaap is gevallen. Deze ‘binary_sensors’ kun je als trigger gebruiken voor handige automatiseringen. 

©PXimport

Franck – alias Frenck – Nijhof gaf van zo’n automatisering in een introductievideo meteen een mooi voorbeeld: hij liet zien hoe, wanneer de camera op zijn Mac aanging, automatisch een ledpaneel aanfloepte boven zijn scherm, zodat hij er bij videocalls automatisch goed belicht bij zat. In de opmerkingen onder de introductieblog werd volop gefilosofeerd over andere gebruiksmogelijkheden.

Zo zou je via Home Assistant ook volledig geautomatiseerd een waarschuwingslicht boven de deur van je kamer kunnen laten aangaan – een beetje zoals een lampje bij een opnamestudio – op hetzelfde moment dat je videocall start.

Autodiscovery

Home Assistant is van oorsprong vooral populair in kringen van ontwikkelaars en fanatieke home automation-hobbyisten, die met alle liefde al hun vrije tijd opofferen voor het tweaken van hun systemen en het delen van hun ervaringen op online fora.

Toch was oprichter Paulus zich al in een vroeg stadium bewust van het belang van gebruiksgemak. Al enkele maanden nadat hij in 2013 de eerste regels Pythoncode schreef, voegde hij een ‘Autodiscovery’ feature toe. Daardoor scant Home Assistant meteen na installatie het netwerk op slimme apparaten en configureert die op verzoek om samen te werken met Home Assistant. 

Ook de ontwikkeling van een besturingssysteem door de Zwitser Pascal Vizeli in 2017 betekende een doorbraak. Vanaf toen konden gebruikers dankzij Home Assistant OS een Raspberry Pi in een paar stappen omtoveren tot een huisserver.

Home Assistant-blueprints

Omdat het voor veel ‘gewone’ gebruikers een stap te ver gaat om een image naar een microSD-kaartje te uploaden en vervolgens een Raspberry Pi te configureren, presenteerde Home Assistant in december 2020 het eerste hardwareproject. Home Assistant Blue is een strak gelakte blauw aluminium home automation hub, die van gebruikers alleen vraagt om de stroom- en internetkabel aan te sluiten.

 Nadat ze Blue aanzetten en Autodiscovery zijn werk heeft gedaan, kunnen ze de status van hun slimme apparaten in een dashboard zien en bedienen vanaf hun telefoon of computer. Daarnaast kunnen gebruikers ‘Blueprints’ importeren en configureren. Daarmee kunnen ze ervoor zorgen dat in reactie op bepaalde triggers (er komt iemand thuis) en onder omstandigheden (de zon is onder) bepaalde acties worden uitgevoerd (de thermostaat gaat omhoog en de lichten gaan aan).

©PXimport

Omdat Home Assistant bleef groeien, en het modereren van die gezamenlijke ontwikkelexplosie inmiddels meer dan een dagtaak was, richtte Paulus in 2018 samen met Pascal een bedrijf op: Nabu Casa. Dat telt inmiddels acht medewerkers over de hele wereld, onder wie Franck. Een andere Nederlandse (front-end-)ontwikkelaar is Bram Kragten. 

Om het bedrijf levensvatbaar te maken zochten Paulus en Pascal naar een inkomstenmodel. Het was daarbij voor hen uit den boze om Home Assistant gebundeld te verkopen als softwarepakket. Daarom besloten de oprichters tot het ontwikkelen van een nieuw product: de Home Assistant Cloud. Voor vijf dollar per maand hebben gebruikers met de Home Assistant Cloud ook op afstand toegang ertoe. 

©PXimport

Franck: “Gebruikers kunnen dat ook al zelf regelen, maar dat vereist aardig wat technische kennis en vaardigheid.” Nu verzorgt de Home Assistant Cloud dit hele proces op een veilige en privacyvriendelijke manier. Zo worden datapakketjes tussen app en hub versleuteld verzonden, gedurende de volledige route. Met een abonnement op de Home Assistant Cloud ondersteunen gebruikers bovendien het achterliggende opensource-project.

De Home Assistant Cloud maakt het ook mogelijk om apparaten alsnog te koppelen aan Google Assistant en Amazon Alexa, zodat die via spraak bedienbaar worden en opduiken in de bijbehorende apps. Dat betekent dan wel dat Big Tech alsnog mee kan kijken en luisteren in je huis. Ideaal is dat natuurlijk niet. Paulus ziet wel hoopgevende tendensen, zoals de ontwikkeling van een open standaard die is gebaseerd op het internetprotocol (IP). 

Met Connected Home over IP (CHIP) kunnen slimme apparaten, mobiele apps en clouddiensten als het goed is in de toekomst eenvoudiger met elkaar communiceren. Ook krijgen consumenten dan minder te maken krijgen met incompatibele producten. In de projectgroep voor CHIP zitten grote namen als Amazon, Apple, Google, de Zigbee Alliance, IKEA, NXP Semiconductors en Samsung.

Meer lokale API’s onder druk van consumenten

Tegelijkertijd probeert het team van Nabu Casa ervoor te zorgen dat het consumentenbewustzijn groeit over de manier waarop producenten van slimme apparaten hun geld verdienen. “Als je een wifi-lamp koopt voor 8 euro, dan kun je er zeker van zijn dat ofwel jouw gebruiksgegevens online verkocht worden aan de hoogste bieder, of dat die lamp over een paar jaar niet meer ondersteund wordt.” 

Ook stimuleert Home Assistant gebruikers om bij fabrikanten aan te dringen op lokale ondersteuning. Dat ondervond bijvoorbeeld TP-Link. Tot november 2020 werkten hun slimme schakelaars lokaal. In november 2020 rolde TP-Link een firmware-update uit die deze mogelijkheid uitzette, omdat die onveilig zou zijn.

“Gebruikers werden gedwongen hun schakelaars voortaan te bedienen vanuit de TP-Link-cloud, terwijl ze juist bewust voor dit merk gekozen hadden vanwege de lokale integratiemogelijkheden.” Een week en veel boze reacties later, bood TP-Link gebruikers de mogelijkheid om de firmware-update terug te draaien.

Om consumenten te helpen bij het selecteren van apparaten met een lokale API, toont de website van Home Assistant inmiddels van elk apparaat duidelijk hoe deze een verbinding legt met Home Assistant. “Het zou mooi zijn als gebruikers dat aspect meer mee gaan laten wegen bij de aanschaf van slimme apparaten. Hun stem en hun aankoopgedrag kunnen ervoor zorgen dat meer bedrijven gaan inzien dat het belangrijk is om lokale connectiviteit voor hun apparaten te ondersteunen.”

Zelf proberen

Op de Home Assistant website vind je uitgebreide documentatie over de installatie en configuratie van Home Assistant en over het automatiseren van je huis met dit platform. Ook bevat de website een eenvoudig doorzoekbare database van apparaten en platformen waarmee Home Assistant kan worden geïntegreerd, lokaal en/of in de cloud. Dat zijn er momenteel bijna 1800. 

Nabu Casa werd in 2018 opgericht door Home Assistant-oprichter Paulus Schoutsen en Pascal Vizeli, de maker van Home Assistant OS. Binnen Nabu Casa werken zij samen met acht medewerkers aan een Home Assistant Cloud, een privacyvriendelijk cloudalternatief. Daarnaast is Nabu Casa de hoofdsponsor van opensourceproject Home Assistant. 

Op Reddit delen gebruikers regelmatig interessante toepassingen van Home Assistant. En door ‘Blueprints’ te importeren en te configureren, kun je er relatief eenvoudig voor zorgen dat de apparaten in je huis samen gaan werken om jouw leven gemakkelijker of leuker te maken. 

©PXimport

In het volgende voorbeeld willen we graag onze IKEA-afstandsbediening voor slimme lampen aansluiten op Home Assistant, zodat we kunnen bepalen wat er met de lichten gebeurt als we de knoppen van deze afstandsbediening indrukken. 

Om te onderzoeken of er al Blueprints bestaan voor deze afstandsbediening, gaan we naar het forum op https://community.home-assistant.io en klikken op Blueprints Exchange. Er verschijnt een doorzoekbare pagina met alle beschikbare Blueprints. In het zoekvenster rechtsboven vullen we de naam in van de IKEA-afstandsbediening (Trådfri). We kunnen kiezen uit een aantal verschillende Blueprints.

We selecteren deCONZ - IKEA five button remote for lights. Nu verschijnt er een beschrijving van de Blueprint. We zien dat de Blueprint is gedeeld door Bram Kragten. Omdat hij zo vriendelijk is geweest om dit YAML-script als Blueprint beschikbaar te maken, hoeven we zelf geen code meer te schrijven.

Hij vertel op deze pagina exact wat de Blueprint doet. Ook gunt hij ons een kijkje op de achterliggende code. Als ons bevalt wat we lezen, klikken we op de lichtblauwe knop Import Blueprint en daarna op Open Link. Daarna drukken we in het pop-up-venster op Bekijk Blueprint en vervolgens op Blueprint importeren.

De Blueprint is nu toegevoegd aan het Blueprint overzichtsscherm in onze eigen Home Assistant-installatie. Om de blueprint te gebruiken, klikken we op Automatisering maken. De automation-editor verschijnt. Daarin valt te lezen dat de middelste knop al voorgeprogrammeerd is (aan-uitknop), net als de bovenste en onderste knop (dimmen). We kunnen wel zelf bepalen wat er moet gebeuren bij het kort of lang indrukken van de rechter- en linkerknop. Daarvoor hoeven we alleen maar te klikken op Add Action.

Nu weet je dat een slim huishouden ook mogelijk is zonder alles van jezelf bloot te geven aan grote techbedrijven. Welke projecten had je zelf in gedachten?

Tekst: Jolein de Rooij

▼ Volgende artikel
Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s
Zekerheid & gemak

Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s

De Tapo Smart HomeBase H500 is een smarthomecontroller voor Tapo-smarthomeproducten. Hij doet voornamelijk dienst als centraal punt voor een beveiligingssysteem bestaande uit camera's en sensors. Wij hebben de H500 getest in combinatie met Tapo-camera's.

Oké
Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

Plus- en minpunten
  • Lokale opslag
  • Tabletstandaard met lader
  • Opslag uit te breiden
  • Configuratie verwarrend
  • HDMI-functie beperkt
  • Nog niet alle Tapo-camera's compatibel

Tapo is het merk waaronder TP-Link smarthomeproducten zoals camera's en robotstofzuigers verkoopt. De Tapo Smart HomeBase H500 is gemaakt van wit kunststof en komt degelijk over. Alle aansluitingen vind je op de achterkant in de vorm van netwerk, HDMI, usb-a, usb-c en een voedingsaansluiting. De netwerkaansluiting kun je gebruiken om de HomeBase met je thuisnetwerk te verbinden, maar dat kan ook via wifi. De HDMI-poort is bedoeld om beelden van je camera's op je televisie te bekijken, terwijl je de usb-c-poort kunt gebruiken om een tablet op te laden. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je onder andere een usb-c- en HDMI-aansluiting.

Extra functies

De H500 is ontworpen om in het zicht in je woonkamer te zetten en heeft wat extra handigheidjes die dan van pas komen, zoals knoppen om te kunnen praten als iemand aanbelt. Ook vind je op de voorkant een klepje dat dienstdoet als tabletstandaard; handig als je een tablet gebruikt om je smarthome mee te bedienen. Je kunt de usb-c-poort, die maximaal 1,5 ampère levert, gebruiken om je tablet via de HomeBase op te laden.

©Jeroen Boer - ID.nl

De HomeBase is voorzien van een tabletstandaard.

De Smart HomeBase H500 is voorzien van 16 GB ingebouwd geheugen. Dat is op zich genoeg voor een bescheiden systeem, omdat er alleen clips worden opgeslagen als er beweging gedetecteerd wordt. Bovendien loopt de opslag nooit echt vol omdat oudere opnames automatisch worden overschreven. Heb je meerdere camera's of wil je opnames langere tijd bewaren, dan kun je de opslag zelf uitbreiden. Op de zijkant vind je een klepje waarachter je een 2,5inch-uitbreidingslot vindt. Uitbreiden kan met een 2,5-inch SATA-schijf; dat kan ook een ssd zijn.

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de opslag uitbreiden met een 2,5inch-schijf of ssd.

Verwarrende koppeling

De H500 moet aan je Tapo-camera's worden gekoppeld. Dat is enigszins verwarrend, want dat kan als je al camera's hebt op twee manieren. Onze camera's (de C410 en C460) stonden niet in de lijst die je ziet als je eerst op de H500 klikt, maar wel in de andere lijst. Begin je met de H500, dan speelt dat probleem niet en worden ondersteunde camera's automatisch gekoppeld.

Na koppeling worden video’s op de H500 opgeslagen. De H500 kan daarnaast tot zes camera's AI-herkenning geven voor personen, gezichten, voertuigen en huisdieren. Na het inschakelen hiervan wordt een database met herkende personen opgebouwd. Verwarrend is dat je om opnames op de H500 te bekijken op het pictogram 'microSD' moet klikken. Je kunt beelden downloaden om ze veilig te stellen.

Na de koppeling vormen de Smart HomeBase en je camera's één systeem in de app.

Gebruikte camera's

We hebben de HomeBase getest in combinatie met twee camera’s: de C410 en de C460. We hebben die camera's in verschillende configuraties getest, waarbij we de C460 ook binnen hebben gebruikt. De C460 is eigenlijk bedoeld voor buiten, maar kun je ook binnen gebruiken en wij vonden hem door de meegeleverde magnetische standaard ook binnen handiger om te monteren dan de C410, die je aan de muur moet schroeven of kunt neerzetten.

De Tapo C460 is een buitencamera, maar is dankzij de magnetische bevestiging ook heel handig voor binnengebruik.

Extra AI-functies

Behalve opnemen kan de Smart HomeBase H500 ook AI-functies toevoegen aan Tapo-camera's. De HomeBase kan maximaal zes camera's betere herkenningsmogelijkheden geven op basis van AI, maar dat wordt ook als je minder dan zes camera's hebt niet automatisch ingeschakeld. Je kunt dat zelf doen door in de app op de tegel AI Empowerment te klikken. De camera's kunnen dankzij AI personen, gezichten, voertuigen en huisdieren herkennen. Je kunt zelf bepalen welke herkenningsmogelijkheden actief zijn. Herkende personen verschijnen vervolgens automatisch in de app waarna je eventueel kunt aangeven wie die personen zijn.

Met AI Empowerment krijg je onder andere gezichtsherkenning.

Opnames terugkijken

In de Tapo-app kun je per camera zowel livebeelden bekijken als opgeslagen fragmenten vanaf de Smart HomeBase terugzien. Verwarrend is dat je daarvoor moet kiezen tussen de pictogrammen cloud en microSD. Ook al gebruik je de HomeBase, toch valt die onder het microSD-symbool. Logischer zou zijn als TP-Link een apart pictogram toevoegt voor de HomeBase. De door ons geteste batterijcamera's nemen korte clips op zodra beweging wordt gedetecteerd. Zodra de opslag vol raakt, worden automatisch de oudste opnames overschreven. Clips kun je desgewenst ook downloaden.

Je kunt opnames van je camera's op de Smart HomeBase terugkijken en downloaden in de app.

Beperkt nut HDMI

De Tapo Smart HomeBase H500 is voorzien van een HDMI-uitgang waarmee je de hub kunt aansluiten op een televisie of monitor. Je kunt in de app een dashboard configureren bestaande uit één of vier secties. Zo kun je maximaal vier camera's tegelijkertijd bekijken. Heb je minder dan vier camera's, dan kun je ook kiezen voor een klok. Dat klinkt op zich handig, maar met batterijgevoede camera's zoals wij tijdens de test hebben gebruikt, heb je daar niet zoveel aan. Je ziet in het dashboard alleen beeld als de camera op dat moment beweging detecteert. Het is dus niet mogelijk om naar wens live mee te kijken. Het is ook niet mogelijk om via de televisie oudere opnames te bekijken die op de Smart HomeBase staan. Deze functie heeft kortom alleen enigszins nut als je op netstroom gevoede camera's hebt.

Je kunt dashboarden van vier blokjes maken die op je televisie getoond kunnen worden.

Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

▼ Volgende artikel
Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten
© shadowmoon30 - stock.adobe.com
Huis

Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten

Wanneer je alle internetdiensten opsomt die je zelf gebruikt, van e-mail tot zoekmachines, is de kans groot dat het vrijwel allemaal Amerikaanse platformen zijn. Voor wie zich daar niet helemaal comfortabel bij voelt, zijn er ook (gratis) Europese alternatieven.

In dit artikel

We kijken naar Europese alternatieven voor Amerikaanse diensten: • Zoekmachines • E-mail en agenda • Kantoor • Cloudopslag • Vertaling • Videosharing • Sociale Media • AI-Chat • VPN Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Steeds meer internetgebruikers in Europa stellen zich vragen bij de intensieve dataverzameling en dominante marktpositie van Amerikaanse techbedrijven, zeker in de huidige geopolitieke context. Daardoor groeit de interesse voor Europese alternatieven, die minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse bedrijfswereld en overheid, beter aansluiten bij de strengere Europese privacywetgeving, en transparanter zijn over het gebruik van persoonsgegevens.

In dit artikel laten we je kort kennismaken met enkele Europese diensten die een privacyvriendelijker en vaak volwaardig alternatief bieden voor bekende Amerikaanse webdiensten en platformen. Dit gaat breed: van zoekmachines, e-mail en kantoortoepassingen tot cloudopslag, VPN, vertalingen, videosharing, AI-chat en sociale media. Wil je echt de-Amerikaniseren? Gebruik voor deze diensten dan geen Google-, Apple- of Facebook-account.

Zoekmachine

Het zal je niet verbazen dat een browser als Chrome standaard Google gebruikt als zoekmachine, maar je kunt zonder problemen een andere instellen. Open de instellingen van Chrome, ga naar Zoekmachine en klik op Wijzigen. Selecteer het gewenste alternatief. Europese, privacybewuste zoekmachines zijn onder meer het Duitse Ecosia (investeert advertentie-inkomsten in boomaanplant), het Franse Qwant en het Zwitserse SwissCows (dat overigens niet langer gratis is).

Je kunt ook handmatig een extra zoekmachine toevoegen. Neem bijvoorbeeld SwissCows in Chrome. Open opnieuw Zoekmachine en kies Zoekmachine en Site Search beheren. Klik op Toevoegen bij Site Search. Vul SwissCows in als naam, (bijvoorbeeld) sc als snelkoppeling en www.swisscows.com/web?query=%s als url. Bevestig met Toevoegen. Je kunt deze nu instellen als standaard of activeren via sc gevolgd door een druk op Tab in de adresbalk, waarna je de zoekterm ingeeft. Weet wel dat deze drie alternatieve zoekmachines deels gebruikmaken van de zoekindex van het (Amerikaanse) Bing.

Je kunt ook Europese, privacygerichte browsers gebruiken, zoals Ecosia en Ecosia (browser), de Zweedse Mullvad Browser en het Noorse Vivaldi. Hier kun je ook telkens je voorkeurzoekmachine instellen. Houd er wel rekening mee dat deze drie browsers de (Amerikaanse) Chromium- of Firefox-engine gebruiken voor het weergeven van webpagina's.

Chrome heeft van huis uit acht zoekmachines geconfigureerd.

E-mail en agenda

Gmail en Outlook zijn twee zeer populaire webmaildiensten, vooral dankzij hun sterke integratie met respectievelijk het Google- en Microsoft-ecosysteem. Op het vlak van privacy zijn er wel enkele bedenkingen. Bij Gmail wordt de inhoud van je mails gescand voor gepersonaliseerde advertenties, en ook Microsoft toont advertenties. Beide versleutelen weliswaar je berichten, zowel tijdens de overdracht als in rust (op de mailservers), maar de diensten zelf bewaren de encryptiesleutels.

Diensten als het Duitse Tuta en het Zwitserse Proton Mail pakken dit beter aan. Ze zijn grotendeels opensource, ze gebruiken stevige end-to-end-versleuteling en bij Tuta geldt zelfs het zero knowledge-principe: de dienst heeft geen toegang tot je gegevens, wachtwoorden of metadata. Bij Proton Mail blijft beperkte metadata zoals de onderwerpsregel zichtbaar. Beide zijn beschikbaar via web en mobiele apps en bieden in de gratis versie 1 GB opslagruimte; bij Tuta zit daar ook een agenda bij.

We helpen je even op weg met de laatste. Klik op Gratis e-mailaccount aanmaken en daarna op Selecteren bij Free. Kies je e-mailadres (@tutamail.com) en stel een wachtwoord in. Je krijgt een herstelcode waarmee je weer toegang krijgt als je je wachtwoord (of tweede factor) kwijt zou raken. Na goedkeuring kun je meteen mails ontvangen en verzenden. In de webinterface vind je rechtsboven de knoppen Contacten en Agenda.

Zo ziet de webinterface van (een gloednieuw account bij) Tuta eruit.

Kantoor

Als je denkt aan een cloudgebaseerde kantoorsuite, komen Google Documenten (en Workspace) en Microsoft 365 waarschijnlijk als eerste in je op. Toch zitten er vooral bij Google enkele privacyproblemen. Het verdienmodel draait rond advertenties, er is geen sluitende garantie dat je data binnen de EU blijven en in de gratis versie bewaart Google zelf de encryptiesleutels. Microsoft scoort iets beter, maar wie zeker wil zijn dat data de EU niet verlaten, kijkt beter naar het Letse OnlyOffice.

We stellen hier kort de gratis cloudservice voor, bereikbaar vanuit je browser en via mobiele apps. Registreer je via de website van OnlyOffice en bevestig je aanmelding via de ontvangen mail. Je krijgt dan een persoonlijke url (https://<accountnaam>.onlyoffice.com) die als centrale documentenhub fungeert, met 2 GB opslagruimte. Je kunt er 'kamers' aanmaken. Dit zijn virtuele ruimtes of projectmappen waarin je documenten creëert, bewerkt en eventueel deelt met rolgebaseerde toegangsrechten.

De suite bevat een tekstverwerker, spreadsheet, presentatietool en pdf-editor. Omdat de dienst standaard werkt met Microsofts OOXML-bestandsformaten, hoef je bij het importeren of exporteren nauwelijks compatibiliteitsproblemen te verwachten.

De online kantoorsuite van OnlyOffice: Nederlandstalig en mooi overzichtelijk.

Cloudopslag

Bij cloudopslag springen Google Drive (15 GB gratis) en Microsoft OneDrive (5 GB gratis) er qua gebruikersaantallen uit, met Dropbox (2 GB gratis) als derde op het podium. Je data worden telkens op Amerikaanse servers opgeslagen en je hebt geen controle over de encryptiesleutels. Je kunt dit eventueel oplossen met end-to-end-encryptie via een gratis tool als Cryptomator.

Er bestaan gelukkig ook gratis Europese alternatieven die vergelijkbare opslagruimte bieden, je data gegarandeerd binnen de EU bewaren en je zelf de encryptiesleutels laten beheren. Een daarvan is het Zwitserse EdelCloud Basic (2 GB), van de makers van SwissCows. Bekendere opties zijn Proton Drive (5 GB) en pCloud (10 GB), beide eveneens uit Zwitserland.

We kijken naar pCloud. Je meldt je gratis aan via de website. Stel een wachtwoord in en kies bij Gegevensregio voor Europese Unie. Bevestig via de link in de ontvangen e-mail en klik op de website op Ga naar mijn account. Je kunt dan meteen aan de slag. Linksonder zie je dat standaard al 3 GB is ontgrendeld. Door acties uit te voeren zoals een bestand uploaden, pCloud Drive en de mobiele app installeren en enkele vrienden uitnodigen, kun je dit uitbreiden tot 10 GB.

De gratis versie van pCloud: 6 GB ontgrendeld, nog vier te gaan.

Vertaling

Het begint wat eentonig te worden, maar ook voor geautomatiseerde vertalingen kom je al snel uit bij diensten van Google Translate of Microsoft Translator. Toch bestaat er een sterk en populair alternatief: het Duitse DeepL. De gratis versie kent wel enkele beperkingen: je kunt maximaal drie documenten per maand van maximaal 5 MB vertalen (niet bewerkbaar), en je teksten kunnen door DeepL worden gebruikt voor trainingsdoeleinden.

Minder bekend, maar volledig gratis, zijn Lingva Translate (meer dan honderd talen) uit Duitsland en het Spaanse Apertium (meer dan veertig talen, ook als app). Beide zijn opensource. Bij Apertium kun je documenten en webpagina's uploaden, maar de beschikbare doeltalen hangen af van je brontaal. Vanuit Nederlands bijvoorbeeld kun je helaas alleen naar Afrikaans vertalen. Lingva biedt een bredere keuze aan taalparen, al moet je de brontekst hier wel zelf invoeren of plakken. Je kunt de tekst ook laten voorlezen, al is de kwaliteit voor Nederlands voorlopig ondermaats. De vertalingen zijn bij beide diensten niet bewerkbaar op de site.

Lingva: honderd talen, maar alleen voor zelf ingevoerde tekst.

Videosharing

Videosites als Vimeo en vooral Googles YouTube hoeven we niet meer toe te lichten, maar kun je ook enkele Europese alternatieven noemen? Die bestaan wel degelijk, met als bekendste Dailymotion en PeerTube, beide van Franse oorsprong.

Dailymotion heeft dan misschien niet het uitgebreide aanbod van YouTube, maar bereikt wereldwijd toch zo'n 300 miljoen maandelijkse gebruikers. Je kunt er zonder account video's opzoeken via trefwoorden en daarna filteren op onder meer Playlists, Users en Hashtags. Met een account kun je ook video's uploaden en delen via je browser of mobiele apps. Het platform geeft aanbevelingen op basis van je kijkgedrag en is geïntegreerd met sociale media als Facebook en X.

Bij PeerTube draait eveneens alles rond video streaming en delen, maar dan binnen het zogeheten Fediverse (meer daarover verderop in dit artikel). Zoeken naar specifieke video's of kanalen kun je via deze link. Bij een geschikte video klik je op een knop die je naar de bijbehorende server brengt, waar je je eventueel kunt aanmelden om bijvoorbeeld op video's te reageren of zelf te publiceren op je kanaal.

Op zoek naar geschikte video's op het PeerTube-platform.

Sociale media

Met sociale mediaplatformen bevinden we ons bijna volledig op Amerikaans grondgebied. Denk aan Facebook, Instagram, X, LinkedIn, Snapchat, Pinterest, Reddit, Threads en WhatsApp. Er bestaan wel – ook Europese – alternatieven, maar overstappen is vaak lastig. Je wilt immers voldoende aanbod, voldoende medegebruikers en het liefst ook een gebruiksvriendelijke omgeving.

Zo is er het Zwitserse Threema (circa 6 euro), een dienst die zich opwerpt als veilig en privacy-bewust alternatief voor WhatsApp, maar helaas is het niet mogelijk berichten tussen beide netwerken uit te wisselen – ook al ijvert de EU met initiatieven als de Digital Markets Act voor meer interoperabiliteit tussen (onder meer) berichtenapps.

Een andere relatief bekende, maar geheel gratis dienst is Mastodon, van Duitse oorsprong. Dit is een microbloggingdienst met tekstposts, reacties, boosts en volgers, die zich profileert als alternatief voor X. Mastodon maakt deel uit van het zogenaamde Fediverse, een samentrekking van 'FEDerated unIVERSE'. Dit is een gedecentraliseerd netwerk van onafhankelijk beheerde servers (zogeheten instances), die via gemeenschappelijke protocollen als ActivityPub wel met elkaar kunnen communiceren.

Andere Fediverse-diensten van Europese origine zijn het al vermelde PeerTube (videoplatform), het IJslandse Pleroma (microblogging), het Franse Funkwhale (audiosharing) en Lemmy (forum- en discussienetwerk, vergelijkbaar met Reddit).

Zojuist aangemeld bij Mastodon: daarmee zijn we klaar voor onze eerste 'toot', met hashtag natuurlijk.

AI-chat

Sinds de lancering van ChatGPT door het Amerikaanse OpenAI eind 2022 is AI, en in het bijzonder AI-chatbots, niet meer weg te denken uit bedrijven en uit ons dagelijks leven. China volgt als stevige tweede speler – denk aan het veelbesproken DeepSeek – maar ook Europa is bezig aan een fikse inhaalbeweging. Een opvallend initiatief komt van OpenEuroLLM, een alliantie van meer dan 20 Europese bedrijven, universiteiten en supercomputingcentra die een opensource-taalmodel (LLM, Large Language Model) ontwikkelen als alternatief voor Amerikaanse en Chinese AI-assistenten. OpenGPT-X dan weer is een Duits project dat grootschalige AI-taalmodellen bouwt, waaronder het opensource-model Teuken-7B, getraind in alle 24 officiële EU-talen.

Wil je zelf met een Europese AI-chatbot experimenteren, kijk dan eens op de site van het Franse bedrijf Mistral dat eigen taalmodellen ontwikkelde. Wil je ook beelden en code genereren, dan moet je je wel registreren. De bot reageert opvallend snel, maar wie meer functies wil – zoals een onbeperkt aantal prompts per dag en een krachtiger LLM – moet upgraden naar Pro (zo'n 18 euro per maand).

De beeldgenerator van Le Chat: een fraaie afbeelding in een paar seconden.

VPN

Een Virtual Private Network, kortweg VPN, is ideaal voor wie meer online privacy wil (je ip-adres blijft verborgen), veiliger wil surfen op openbare wifi (je data zijn volledig versleuteld) of geoblokkades wil omzeilen (je kiest een VPN-server in een niet-geblokkeerd land).

Veel populaire opties, zoals Hotspot Shield, zijn Amerikaans. Wie liever Europees gaat, vindt sterke alternatieven als het Zweedse Mullvad en het Zwitserse Proton VPN. Beide houden geen logboeken bij, ze bieden een wereldwijde keuze aan VPN-servers en gebruiken opensource-clientapps. Je vindt er ook functies als een killswitch (je verbinding wordt meteen verbroken als de VPN-server wegvalt) en split-tunneling (je kiest zelf welke apps via de VPN lopen). Proton VPN ondersteunt wel beter streamingdiensten als Netflix en Prime Video. Beide kosten zo'n 5 euro per maand.

Proton VPN biedt tevens een beperkte gratis versie, handig om mee te starten. Surf naar de site van Proton VPN, vul je e-mailadres in, klik op Begin met Proton VPN en stel een sterk wachtwoord in (twee keer). Je kunt meteen de client-app downloaden, bijvoorbeeld voor Windows. Installeer die (extra apps hoef je niet mee te nemen) en meld je aan met je Proton-account. Kies een VPN-server in een beschikbaar land (vijf in de gratis versie), klik op Verbinden en test de VPN-verbinding gerust via bijvoorbeeld www.whatismyip.com. Of nog beter (in het kader van dit artikel) www.watismijnip.nl/.

Controleer de VPN-verbinding door te kijken naar wat je ip-adres is.

Nog meer privacy?

Met een screenfilter kan niemand meekijken bij wat jij op je laptop doet