ID.nl logo
In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud
© PXimport
Zekerheid & gemak

In gesprek over Home Assistant: Slim huis zonder overbodige cloud

Wil je de controle over je huishoudelijke apparaten niet zomaar overdragen aan Big Tech? Home Assistant houdt je data zoveel mogelijk uit de cloud en fungeert als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. We spraken de makers er achter.

Veel slimme apparaten werken door een koppeling met de cloud, in beheer bij de aanbieder van het product. Doordat deze bedrijven jouw huishoudelijke mededelingen in hun eigen cloud afhandelen, zwiep je een schat aan persoonlijke data het internet op. God weet wat Big Tech er vervolgens mee doet. Je zou dan ook kunnen uitwijken naar een opensource-thuisautomatiseringssysteem als Home Assistant. 

Dat heeft als uitgangspunt om gebruikersdata zoveel mogelijk uit de cloud te houden. Tegelijkertijd fungeert het als tolk tussen bijna 1800 verschillende apparaten en ecosystemen. Daardoor ontstaat een keur aan gebruiksmogelijkheden.

Geschiedenis van Home Assistant

De eerste regels Home Assistant-code werden in september 2013 geschreven door Paulus Schoutsen, ook wel bekend als Balloob. Hij was na een studie bedrijfsinformatica aan de TU Twente naar Californië verhuisd om er stage te lopen bij het San Diego Supercomputer Center. 

“Ik woonde in een studentenhuis en kocht ik een paar Philips Hue-lampen.” Paulus schreef een klein scriptje in Python, om ervoor te zorgen dat de lampen bij zonsondergang automatisch aangingen. “Zo kwamen er steeds meer nieuwe functionaliteiten bij.”

In oktober 2013 zette Paulus zijn code op GitHub. Ook begon hij in het home automation forum van Reddit voorzichtig reclame te maken. “Als mensen daar vroegen hoe ze het moesten aanpakken, dan zei ik: met Home Assistant heb ik het zo opgelost. Zo ontdekten steeds meer mensen dat je met Home Assistant elegantere oplossingen kon vinden dan met off-the-shelf-producten.” 

Toen Paulus eind 2013 met Material Design een strakke interface bouwde, haalde Home Assistant zelfs de voorpagina van Hacker News. Dat betekende een doorbraak. Hij werkte intussen aan het opbouwen van een hechte opensource-gemeenschap. Laagdrempelige online communicatie was daarbij extreem belangrijk, zo realiseerde hij zich. 

©PXimport

“Ontwikkelaars vinden het soms lastig om bijvoorbeeld onderhoudsissues aan te kaarten, uit angst dat het misschien aan hen ligt.” Dus zette hij een mailinglijst op, een chatgroep en een forum. Toen op een dag iemand anders dan Paulus antwoord gaf op een gebruikersvraag, voelde dat als een mijlpaal.

Levendige gemeenschap

Jaarlijks sleutelen inmiddels meer dan achtduizend ontwikkelaars in samenspraak aan nieuwe features. Die samenwerking zorgt regelmatig voor een trein aan leuke nieuwe ideeën. Een voorbeeldje. In september vorig jaar werd de iOS app voor Home Assistant overgezet naar MacOS – door ontwikkelaar Zac West uit San Francisco, in zijn vrije tijd. Dat zag er niet alleen fraaier uit dan een bedieningspaneel in de browser, maar Zac maakte van de gelegenheid gebruik om wat extra functionaliteit in te bouwen. 

De Home Assistant Companion for macOS kan voortaan ook enkele Mac-statusdata doorgeven. Sindsdien kun je vanuit Home Assistant bijvoorbeeld signaleren of de camera of microfoon actief is, de batterij van je MacBook bijna leeg is, of de computer in slaap is gevallen. Deze ‘binary_sensors’ kun je als trigger gebruiken voor handige automatiseringen. 

©PXimport

Franck – alias Frenck – Nijhof gaf van zo’n automatisering in een introductievideo meteen een mooi voorbeeld: hij liet zien hoe, wanneer de camera op zijn Mac aanging, automatisch een ledpaneel aanfloepte boven zijn scherm, zodat hij er bij videocalls automatisch goed belicht bij zat. In de opmerkingen onder de introductieblog werd volop gefilosofeerd over andere gebruiksmogelijkheden.

Zo zou je via Home Assistant ook volledig geautomatiseerd een waarschuwingslicht boven de deur van je kamer kunnen laten aangaan – een beetje zoals een lampje bij een opnamestudio – op hetzelfde moment dat je videocall start.

Autodiscovery

Home Assistant is van oorsprong vooral populair in kringen van ontwikkelaars en fanatieke home automation-hobbyisten, die met alle liefde al hun vrije tijd opofferen voor het tweaken van hun systemen en het delen van hun ervaringen op online fora.

Toch was oprichter Paulus zich al in een vroeg stadium bewust van het belang van gebruiksgemak. Al enkele maanden nadat hij in 2013 de eerste regels Pythoncode schreef, voegde hij een ‘Autodiscovery’ feature toe. Daardoor scant Home Assistant meteen na installatie het netwerk op slimme apparaten en configureert die op verzoek om samen te werken met Home Assistant. 

Ook de ontwikkeling van een besturingssysteem door de Zwitser Pascal Vizeli in 2017 betekende een doorbraak. Vanaf toen konden gebruikers dankzij Home Assistant OS een Raspberry Pi in een paar stappen omtoveren tot een huisserver.

Home Assistant-blueprints

Omdat het voor veel ‘gewone’ gebruikers een stap te ver gaat om een image naar een microSD-kaartje te uploaden en vervolgens een Raspberry Pi te configureren, presenteerde Home Assistant in december 2020 het eerste hardwareproject. Home Assistant Blue is een strak gelakte blauw aluminium home automation hub, die van gebruikers alleen vraagt om de stroom- en internetkabel aan te sluiten.

 Nadat ze Blue aanzetten en Autodiscovery zijn werk heeft gedaan, kunnen ze de status van hun slimme apparaten in een dashboard zien en bedienen vanaf hun telefoon of computer. Daarnaast kunnen gebruikers ‘Blueprints’ importeren en configureren. Daarmee kunnen ze ervoor zorgen dat in reactie op bepaalde triggers (er komt iemand thuis) en onder omstandigheden (de zon is onder) bepaalde acties worden uitgevoerd (de thermostaat gaat omhoog en de lichten gaan aan).

©PXimport

Omdat Home Assistant bleef groeien, en het modereren van die gezamenlijke ontwikkelexplosie inmiddels meer dan een dagtaak was, richtte Paulus in 2018 samen met Pascal een bedrijf op: Nabu Casa. Dat telt inmiddels acht medewerkers over de hele wereld, onder wie Franck. Een andere Nederlandse (front-end-)ontwikkelaar is Bram Kragten. 

Om het bedrijf levensvatbaar te maken zochten Paulus en Pascal naar een inkomstenmodel. Het was daarbij voor hen uit den boze om Home Assistant gebundeld te verkopen als softwarepakket. Daarom besloten de oprichters tot het ontwikkelen van een nieuw product: de Home Assistant Cloud. Voor vijf dollar per maand hebben gebruikers met de Home Assistant Cloud ook op afstand toegang ertoe. 

©PXimport

Franck: “Gebruikers kunnen dat ook al zelf regelen, maar dat vereist aardig wat technische kennis en vaardigheid.” Nu verzorgt de Home Assistant Cloud dit hele proces op een veilige en privacyvriendelijke manier. Zo worden datapakketjes tussen app en hub versleuteld verzonden, gedurende de volledige route. Met een abonnement op de Home Assistant Cloud ondersteunen gebruikers bovendien het achterliggende opensource-project.

De Home Assistant Cloud maakt het ook mogelijk om apparaten alsnog te koppelen aan Google Assistant en Amazon Alexa, zodat die via spraak bedienbaar worden en opduiken in de bijbehorende apps. Dat betekent dan wel dat Big Tech alsnog mee kan kijken en luisteren in je huis. Ideaal is dat natuurlijk niet. Paulus ziet wel hoopgevende tendensen, zoals de ontwikkeling van een open standaard die is gebaseerd op het internetprotocol (IP). 

Met Connected Home over IP (CHIP) kunnen slimme apparaten, mobiele apps en clouddiensten als het goed is in de toekomst eenvoudiger met elkaar communiceren. Ook krijgen consumenten dan minder te maken krijgen met incompatibele producten. In de projectgroep voor CHIP zitten grote namen als Amazon, Apple, Google, de Zigbee Alliance, IKEA, NXP Semiconductors en Samsung.

Meer lokale API’s onder druk van consumenten

Tegelijkertijd probeert het team van Nabu Casa ervoor te zorgen dat het consumentenbewustzijn groeit over de manier waarop producenten van slimme apparaten hun geld verdienen. “Als je een wifi-lamp koopt voor 8 euro, dan kun je er zeker van zijn dat ofwel jouw gebruiksgegevens online verkocht worden aan de hoogste bieder, of dat die lamp over een paar jaar niet meer ondersteund wordt.” 

Ook stimuleert Home Assistant gebruikers om bij fabrikanten aan te dringen op lokale ondersteuning. Dat ondervond bijvoorbeeld TP-Link. Tot november 2020 werkten hun slimme schakelaars lokaal. In november 2020 rolde TP-Link een firmware-update uit die deze mogelijkheid uitzette, omdat die onveilig zou zijn.

“Gebruikers werden gedwongen hun schakelaars voortaan te bedienen vanuit de TP-Link-cloud, terwijl ze juist bewust voor dit merk gekozen hadden vanwege de lokale integratiemogelijkheden.” Een week en veel boze reacties later, bood TP-Link gebruikers de mogelijkheid om de firmware-update terug te draaien.

Om consumenten te helpen bij het selecteren van apparaten met een lokale API, toont de website van Home Assistant inmiddels van elk apparaat duidelijk hoe deze een verbinding legt met Home Assistant. “Het zou mooi zijn als gebruikers dat aspect meer mee gaan laten wegen bij de aanschaf van slimme apparaten. Hun stem en hun aankoopgedrag kunnen ervoor zorgen dat meer bedrijven gaan inzien dat het belangrijk is om lokale connectiviteit voor hun apparaten te ondersteunen.”

Zelf proberen

Op de Home Assistant website vind je uitgebreide documentatie over de installatie en configuratie van Home Assistant en over het automatiseren van je huis met dit platform. Ook bevat de website een eenvoudig doorzoekbare database van apparaten en platformen waarmee Home Assistant kan worden geïntegreerd, lokaal en/of in de cloud. Dat zijn er momenteel bijna 1800. 

Nabu Casa werd in 2018 opgericht door Home Assistant-oprichter Paulus Schoutsen en Pascal Vizeli, de maker van Home Assistant OS. Binnen Nabu Casa werken zij samen met acht medewerkers aan een Home Assistant Cloud, een privacyvriendelijk cloudalternatief. Daarnaast is Nabu Casa de hoofdsponsor van opensourceproject Home Assistant. 

Op Reddit delen gebruikers regelmatig interessante toepassingen van Home Assistant. En door ‘Blueprints’ te importeren en te configureren, kun je er relatief eenvoudig voor zorgen dat de apparaten in je huis samen gaan werken om jouw leven gemakkelijker of leuker te maken. 

©PXimport

In het volgende voorbeeld willen we graag onze IKEA-afstandsbediening voor slimme lampen aansluiten op Home Assistant, zodat we kunnen bepalen wat er met de lichten gebeurt als we de knoppen van deze afstandsbediening indrukken. 

Om te onderzoeken of er al Blueprints bestaan voor deze afstandsbediening, gaan we naar het forum op https://community.home-assistant.io en klikken op Blueprints Exchange. Er verschijnt een doorzoekbare pagina met alle beschikbare Blueprints. In het zoekvenster rechtsboven vullen we de naam in van de IKEA-afstandsbediening (Trådfri). We kunnen kiezen uit een aantal verschillende Blueprints.

We selecteren deCONZ - IKEA five button remote for lights. Nu verschijnt er een beschrijving van de Blueprint. We zien dat de Blueprint is gedeeld door Bram Kragten. Omdat hij zo vriendelijk is geweest om dit YAML-script als Blueprint beschikbaar te maken, hoeven we zelf geen code meer te schrijven.

Hij vertel op deze pagina exact wat de Blueprint doet. Ook gunt hij ons een kijkje op de achterliggende code. Als ons bevalt wat we lezen, klikken we op de lichtblauwe knop Import Blueprint en daarna op Open Link. Daarna drukken we in het pop-up-venster op Bekijk Blueprint en vervolgens op Blueprint importeren.

De Blueprint is nu toegevoegd aan het Blueprint overzichtsscherm in onze eigen Home Assistant-installatie. Om de blueprint te gebruiken, klikken we op Automatisering maken. De automation-editor verschijnt. Daarin valt te lezen dat de middelste knop al voorgeprogrammeerd is (aan-uitknop), net als de bovenste en onderste knop (dimmen). We kunnen wel zelf bepalen wat er moet gebeuren bij het kort of lang indrukken van de rechter- en linkerknop. Daarvoor hoeven we alleen maar te klikken op Add Action.

Nu weet je dat een slim huishouden ook mogelijk is zonder alles van jezelf bloot te geven aan grote techbedrijven. Welke projecten had je zelf in gedachten?

Tekst: Jolein de Rooij

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.