ID.nl logo
Ledstrips voor buiten: aan de slag met programmeerbare buitenverlichting
Zekerheid & gemak

Ledstrips voor buiten: aan de slag met programmeerbare buitenverlichting

Met verlichting kun je heel veel kanten op. Het kan functioneel zijn, maar ook sfeer brengen of juist je huis veiliger maken. Voor buitenverlichting geldt dat net zo goed! Daarom gaan we met ledstrips aan de slag die je buiten kunt gebruiken en op verschillende manieren kunt inzetten. We kiezen voor programmeerbare strips met microcontroller. Zo breng je niet alleen licht in het donker, maar zorg je ook voor kleuraccenten of speel je met effecten.

Heb jij ooit willen experimenteren met programmeerbare buitenverlichting? Dan ben je bij ons aan het juiste adres. In dit artikel laten we jou zien hoe. We behandelen het volgende

Binnenshuis is menig rand of koof voorzien van een ledstrip. Maar wist je dat je ze ook heel goed buiten kunt toepassen? Je kunt er heel mooie accenten mee aanbrengen of juist voor een rustige, gelijkmatige verlichting zorgen. De eenvoudigste ledstrips hebben één kleur en vereisen alleen een voedingsaansluiting. Dat kan natuurlijk een prima basis zijn. Voor dit artikel kiezen we echter voor strips met individueel adresseerbare leds. Dat betekent in feite dat je elke pixel op de strip een eigen kleur en helderheid kunt geven. Je kunt daarmee leuke effecten bereiken.

De bij dit project gekozen strips hebben nog een extra led voor een mooier en efficiënter warmwit licht. De kleuren en effecten kun je dan bijvoorbeeld bewaren voor de feestdagen. Enkel een voeding volstaat hier logischerwijs niet: je moet de leds op de strip immers aansturen. Je kunt hiervoor een Raspberry Pi inzetten, maar een microcontroller zoals de ESP32 is veel voordeliger en gemakkelijker te krijgen. In combinatie met de WLED-software (zie paragraaf 7) kun je hier bovendien alle kanten mee op. Je kunt de ledstrips bijvoorbeeld bedienen via een browser of app, maar ook integreren met software voor thuisautomatisering, zoals Home Assistant. Als je niet voor een zelfbouwoplossing kiest, kun je in de winkel ook complete sets met slimme ledstrips voor buiten vinden (zie het gelijknamige kader), die hoef je enkel nog maar te monteren. Deze strips zijn over het algemeen wel wat duurder en geven je vaak minder mogelijkheden. 

Met ledstrips, zoals deze van Philips Hue, kun je ook buiten sfeer creëren of accenten aanbrengen (bron: Signify). 

**Slimme ledstrips voor buiten **

De meeste sets met ledstrips voor buiten bedien je met een afstandsbediening. Er zijn ook slimme opties op basis van Zigbee. Philips levert bijvoorbeeld de Lightstrip Outdoor (219,99 euro voor 5 meter). Met de bevestigingsklemmen plaats je deze onder een rand of langs een kozijn. Je hebt een stopcontact nodig op maximaal zo’n vijf meter afstand. Na montage koppel je de strip aan de Hue Bridge waarna je kleur en helderheid via de Hue-app regelt. 

Innr heeft een voordelig alternatief met de Outdoor Flex Light (verkrijgbaar in wit of in kleur (99,99 euro voor 4 meter). Deze werkt in combinatie met de bridge van Innr zelf of met de Hue Bridge. Let er op dat je de strips van Philips en Innr in tegenstelling tot onze zelfbouwoplossing niet kunt inkorten of verlengen. Meestal zit er ook geen plakstrip op. De strips geven wel van zichzelf al een mooi diffuus licht, waardoor je ze in het zicht op kunt hangen zonder profiel. Een beperking is soms de verbinding met de bridge. Die moet binnen tien meter zijn geplaatst als er geen andere lamp tussen zit. 

De Lightstrip Outdoor voor Philips Hue brengt sfeer in je tuin. 

Wat heb je nodig 

In dit artikel gaan we een ledstrip met een lengte van naar keuze vijf of tien meter maken. Voor beide opties hebben we een boodschappenlijstje gemaakt. Als ledstrip kiezen we een SK6812-strip met dertig leds per meter. Daar is de voeding op berekend. Er zijn diverse leveranciers voor voeding en ledstrips. We hebben goede ervaringen met BTF-Lighting, beschikbaar op Amazon en AliExpress. 

Als microcontroller gebruiken we een ESP32-module (ongeveer 5 euro). Verder gebruiken we een aluminium profiel met een diffuse kap. Daar zitten alle accessoires al bij voor de montage. Als de ledstrips niet in het zicht komen, kun je ze eventueel zonder profiel aanbrengen. Verder komen er ook nog wat kabels bij en mogelijk extra toebehoren. Als het bijvoorbeeld niet lukt om alles in een waterdichte ruimte aan te sluiten, kun je een waterdichte box gebruiken. We zullen de gemaakte keuzes en eventuele alternatieven in de volgende paragrafen toelichten. 

Benodigdheden 5 meter10 meter
ESP32-microcontroller€ 5,-€ 5,-
Ledstrip (SK6812 IP67)€ 30,-2x € 30,-
Ledvoeding (5V/10A)€ 15,-N.v.t.
Ledvoeding (5V/20A)N.v.t.€ 20,-
Profiel€ 30,-€ 45,-
Kabels en toebehoren€ 5,-€ 5,-
Totaal€ 85,-€ 135,-

Boodschappenlijstje voor een ledstrip van vijf of tien meter. 

 

Welke ledstrip? 

We gebruiken individueel adresseerbare 5V-ledstrips van het type SK6812. Deze komt op veel punten overeen met het bekendere WS2812b-model. De SK6812 is echter minder gevoelig voor spanningsterugval, waardoor de kleuren correcter blijven over grotere afstanden. 

De SK6812-ledstrip is bovendien niet alleen als RGB-variant (kleur) leverbaar, maar ook in een RGBW-variant (kleur plus wit licht). Hoewel met RGB óók wit kan worden gemaakt, zorgt de extra witte led in de RGBW-variant voor een veel mooier en helderder wit licht. Bovendien hoef je dan de kleuren niet te gebruiken, waardoor het stroomverbruik lager zal zijn. Kies uiteraard een waterdichte variant die IP67 of IP68 gecertificeerd is, of eventueel een IP65-type in een profiel. Evengoed moet je wel zorgvuldig zijn bij het aansluiten, daar komen we in paragraaf 6 nog op terug. Overigens kun je vaak ook nog de gewenste kleurtemperatuur voor de witte led kiezen. Wij selecteerden warmwit maar dat is ook weer afhankelijk van de toepassing (zie kader ‘Beste kleurtemperatuur voor buiten’). 

©Simon - stock.adobe.com

We kiezen een ledstrip die kleur én warmwit licht kan uitstralen.

 

Beste kleurtemperatuur voor buiten 

Bij een RGBW-ledstrip kun je vaak de kleurtemperatuur voor de witte led kiezen. Dat kan bijvoorbeeld warmwit zijn (meestal aangegeven als RGBWW), neutraalwit (RGBNW) of koudwit (RGBCW). De fabrikant zal doorgaans de kleurtemperatuur specificeren die er volgens hem bij hoort. Dat kan wel wat verschillen per fabrikant. Grofweg onderscheiden we voor de kleurtemperatuur extra warmwit (tot 2700K), warmwit (2700K tot 3000K), neutraalwit (3000K tot 4000K) en koudwit (4000K of meer). Bij buitenverlichting zal warmwit meestal de voorkeur hebben. Als de lampen vooral een veiligheidsfunctie hebben, kun je een koelere temperatuur kiezen, zoals koudwit. Een koudere tint zal ook een natuurlijke omgeving beter tot zijn recht laten komen. In specifieke situaties kun je zelfs voor daglicht kiezen, dit ligt rond 6500K. 

©ohsuriya - stock.adobe.com

Ook bij ledstrips heb je vaak keuze in de gewenste kleurtemperatuur. 

Aantal leds per meter 

Je hebt bij de meeste ledstrips keuze in het aantal leds per meter ledstrip. Het meest gangbaar zijn 30, 60 of 144 leds per meter. We noemen het leds, maar het zijn in feite SMD-componenten met drie (RGB) of vier (RGBW) leds per component. Uiteraard geeft een dubbel aantal leds een dubbele lichtopbrengst en mooie, egalere verdeling. Maar het stroomverbruik is ook evenredig hoger. De spanning zal door de interne weerstand altijd wat teruglopen. Bij ledstrips die op ‘slechts’ 5 volt werken, is dat eerder een probleem. En dat wordt nog groter als er een groter aantal leds per meter is geplaatst. Daarom kiezen we voor ledstrips met 30 leds per meter. De componenten zijn daarbij met ongeveer 2,8 cm tussenruimte geplaatst. Dat zie je al bijna niet meer op iets grotere afstand, mede dankzij de diffuse kap. De lichtopbrengst zal iets lager zijn, maar je hebt buiten geen zee van licht nodig. 

©Narongsak Yaisumlee

Bij ledstrips heb je vaak keuze in de dichtheid van leds op de strip. 

Welke voeding 

Een voordeel van het werken met 5V is dat één voeding volstaat voor de ledstrips en de microcontroller. Het vereiste wattage hangt vooral van de ledstrips af, want de controller verbruikt nauwelijks stroom. Volgens de fabrikant verbruikt de ledstrip bij 30 leds per meter maximaal 9 watt. Bij 60 leds per meter is dat het dubbele. Dat is heel ruim, zeker omdat zelden alle leds volop branden. We kiezen hier een 50W-voeding (5V/10A) voor vijf meter. Bij dit wattage kun je een soort laptop-achtige voeding kiezen. Voor tien meter is een 100W-voeding nodig (5V/20A). Dit zijn meestal voedingen met metalen behuizing. 

Het wattage van de voeding stem je af op de gebruikte ledstrips.

 

Microcontroller 

Als controller gebruiken we een ESP32-module. Die is in Computer!Totaal al vaker aan bod gekomen. De ESP8266 is ook een optie, maar die heeft bij een groter aantal leds wel wat beperkingen, bijvoorbeeld bij langere ledstrips of een groter aantal leds per meter. Via https://kno.wled.ge/features/multi-strip/ lees je daar meer over. 

Bij de ESP32-module kun je voor de hoogste prestaties tot 512 leds op een enkele GPIO-pin aansluiten. Bij tien meter kom je met 30 leds per meter op niet meer dan 300 leds. Er is dan evengoed nog genoeg ademruimte. De ESP32-module kan namelijk tot 1000 leds per uitgang over vier uitgangen aansturen met nog altijd goede prestaties. Dat is bij 30 leds per meter meer dan 130 meter aan ledstrip! Bij dat soort grotere projecten is 5 volt niet praktisch vanwege de hoge stroom en zul je eerder met 12 volt werken, zoals bij een WS2815-ledstrip. Maar die is echter niet in RGBW-variant leverbaar. 

©Tomasz - stock.adobe.com

We kiezen als microcontroller voor de veelzijdige ESP32. 

Wel of geen profiel? 

Op de gekozen ledstrip zie je alle componenten zitten en het licht is ook wat fel als je er in kijkt. Daarom plaats je deze liever niet direct in het zicht. In sommige gevallen kun je ze bijvoorbeeld in een nis of achter een rand wegwerken. Voor plaatsing in het zicht raden we een profiel aan. Dat is een doorgaans aluminium behuizing met plastic kap die zorgt voor een diffuus licht. Dat geeft ook een veel strakkere uitstraling en je kunt de individuele leds nauwelijks onderscheiden. Bij sommige ledstrips kun je overigens nog kiezen tussen een witte of zwarte achtergrond. Kies dan liefst voor de witte variant, omdat die het licht ook al beter zal verspreiden. We hebben bij het project een hoekprofiel van 45 graden gebruikt. Een recht profiel kan uiteraard ook. Je vindt een ruim aanbod bij onder meer Conrad en Amazon. 

©Fukume - stock.adobe.com

Als je een ledstrip netjes weg kan werken, is geen profiel nodig. 

 

Alles aansluiten 

De ledstrips zijn waterdicht volgens de IP67-norm en daarom verhuld in een siliconenbuis. De aansluitingen zelf zijn meestal niet waterdicht. Je kunt ze waterdicht maken door bijvoorbeeld de contacten te lijmen met een lijmpistool. Je kunt de ledstrip op maat knippen op de stippellijn, maar ook dan moet je het weer waterdicht maken! 

Je hebt uiteraard de nodige kabels nodig voor het aansluiten van de ledstrips op de voeding. Deze moeten dik genoeg zijn voor de gevraagde stroom. Bij voorkeur sluit je de voeding om de 2,5 meter aan. Bij 5 meter komt dat neer op het begin en einde van de strip. Dan heb je de minste spanningsval en kun je de ledstrip waarschijnlijk ook veel feller laten werken. Verder heb je één datakabel nodig vanaf pin D2 (GPIO 2) op de controller naar de ingang van de voorste ledstrip. Bij een langere datakabel zul je soms een zogenoemde level shifter nodig hebben, die de lagere 3,3 volt van de ESP32-module omzet naar 5 volt, de spanning die de ledstrip verwacht. Voor de veiligheid kun je met zekeringen werken. De waarde stem je af op de stroom die door de kabels mag lopen. 

©ROMAN BUDNYI

Zorg dat de aansluiting op de (waterdichte) ledstrip óók waterdicht is. 

 

Microcontroller programmeren 

WLED is een heel populaire optie voor zelfbouw-ledstrips. De software werkt in combinatie met een ESP32-module beter en flexibeler dan de meeste specifieke ledcontrollers. Je kunt de software eenvoudig flashen op de microcontroller. Het ontwikkelbordje sluit je daarbij alléén aan op de pc (direct via usb) en dus niet op een voeding. Voor het flashen gebruiken we de ESPHome Flasher voor Windows. Slechts in een enkel geval zul je de usb-naar-UART-drivers hoeven te installeren. De bewuste tool zal de COM-poort van de ESP32-module als het goed is herkennen, waarna je het image voor WLED kunt flashen. Het image kun je downloaden via https://github.com/Aircoookie/WLED/releases. Kies de meest recente ESP32.bin-uitvoering. Raadpleeg eventueel de instructies op de website van WLED als het niet lukt. 

Met deze tool voor ESPHome kun je een ESP32-module eenvoudig voorzien van WLED. 

WLED in gebruik nemen 

Je kunt WLED eenvoudig in gebruik nemen. Log met een smartphone, tablet of laptop in op de hotspot genaamd WLED-AP met het wachtwoord wled1234. Bezoek dan met een browser het adres 4.3.2.1. Je kunt nu de instellingen van je wifi-netwerk opgeven, zodat de microcontroller zelf direct verbinding met je netwerk maakt. Je kunt ook een naam kiezen, bijvoorbeeld wled-buiten.local. Via dat adres stel je de ledstrips eenvoudig in met een browser en bedien je ze. 

WLED maakt een hotspot aan voor de eerste configuratie. 

Werken met WLED 

We gaan via de gebruikersinterface van WLED eerst naar Config voor het instellen van de gebruikte leds. Zowel het type als het aantal leds is van belang. Als je dat te laag instelt, zullen de leds verderop niet branden. Je ziet ook welke voeding wordt aanbevolen en kunt eventueel een stroomlimiet instellen. Verder kies je onder Colors een kleur of een patroon en selecteer je onder Effects een van de meer dan honderd effecten. Onder Segments deel je een ledstrip desgewenst op in segmenten. Die kun je dan een aparte kleur of helderheid geven. 

Voor de configuratie ga je naar PC Mode. Vink dan rechts een segment aan. Je kunt dan kleur, patroon en effect kiezen. De ledstrips die draaien op de WLED-software kun je ook via andere programma’s besturen. Zo geef je lichtshows door de software xLights op je pc te installeren. Die werkt samen met WLED. En Home Assistant heeft een prima integratie voor WLED, zodat je ook automatiseringen kunt maken. Denk bijvoorbeeld aan het aanzetten van je lampen bij een melding van beweging door een buitensensor. Of felle rode lampen bij een vermoeden van inbraak. 

Je microcontroller met WLED is onder andere via een app toegankelijk. 

 

**Nameten van je ledstrips **

Ben je niet tevreden over de helderheid die je kunt bereiken met de ledstrips? Of wijken de kleuren af? Dan raden we aan om na te meten welk wattage je uit de voeding haalt. Dat kan bijvoorbeeld door de stroom te meten met een multimeter en te vermenigvuldigen met de spanning (5 volt). Als je zelfs op volle helderheid, met alle leds actief, maar een deel van het vermogen van de voeding benut, kan dit komen doordat de ledstrips en kabels een te grote weerstand vormen. Als je dikkere kabels gebruikt en de voeding zowel aan het begin als einde van elke 5 meter aansluit, zul je al veel verbetering zien.

©Vladimir Zhupanenko - stock.adobe.com

Meet je ledstrips na als je bijvoorbeeld niet de gewenste helderheid bereikt. 

 

▼ Volgende artikel
Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger
© Sersoll - stock.adobe.com
Huis

Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger

Een wasdroger doet meer dan alleen je kleding drogen. Veel modellen hebben een anti-kreukfunctie, waardoor je minder hoeft te strijken, schakelen automatisch uit wanneer de was droog is of zijn op afstand bedienbaar. In dit artikel lees je welke functies op een wasdroger je allemaal kunt tegenkomen.

In het kort: • Anti-kreukfunctie met of zonder stoom • Vochtsensor met automatische uitschakeling • Wol- en delicate programma's • Kinderbeveiliging • Smart connect • Stapelbaarheid • Geschikt voor onderbouw

Lees ook: Condens of warmtepomp: welke wasdroger moet je hebben

Anti-kreukfunctie met of zonder stoom

Kleding kan flink gekreukt uit de wasdroger komen. Dat komt doordat de hitte de vezels laat samentrekken, waardoor de stof iets krimpt. Bovendien blijft de was vaak nog even in de trommel liggen na het drogen. Die combinatie zorgt voor vouwen en kreukels. Veel moderne wasdrogers hebben daarom een anti-kreukfunctie.

Hoe die precies werkt, verschilt per merk en model. Meestal draait de trommel nog een tijdje zachtjes door nadat het programma is afgelopen. Zo blijft de stof in beweging en ontstaan er minder kreukels. Sommige drogers gaan nog een stap verder en gebruiken stoom. Daarbij wordt na het drogen stoom in de trommel geblazen om de stof soepel te houden. Dat vermindert de kans op kreukels nog meer. Houd er wel rekening mee dat modellen met stoomfunctie vaak wat duurder zijn.

Vochtsensor met automatische uitschakeling

Veel moderne wasdrogers hebben een vochtsensor die tijdens het drogen meet hoe vochtig de was nog is. Zo weet de droger precies wanneer alles droog is en schakelt hij zichzelf automatisch uit. Dat is niet alleen zuinig, maar ook beter voor je kleding. Te lang drogen kan stoffen namelijk beschadigen. Bovendien voorkomt de automatische uitschakeling dat de droger onnodig belast wordt.

Wol- en delicate programma's

Gebruik je altijd het standaard droogprogramma, zelfs voor je kasjmier trui? Geen goed idee. Veel wasdrogers hebben aparte standen voor kwetsbare stoffen zoals wol of zijde. Die werken met een lagere temperatuur en een zachtere droogmethode. Zo blijft je kleding in goede conditie en voorkom je dat je trui krimpt of zijn zachte structuur verliest.

©Viktoria

Kinderbeveiliging

Heb je jonge kinderen in huis, dan is een wasdroger met kinderbeveiliging geen overbodige luxe. Met deze functie kunnen kinderen de droger niet openen of aan de instellingen zitten. En dat is wel zo veilig, want tijdens het drogen wordt de trommel behoorlijk heet. Het kinderslot helpt zo ongelukken te voorkomen. Bij de meeste modellen schakel je het slot in of uit met een combinatie van toetsen. Staat het aan, dan verschijnt er een slot-icoon op het display.

Smart connect

Sommige wasdrogers zijn op afstand te bedienen via wifi, ook wel smart connect of home connect genoemd. Handig als je op je werk bent en wilt dat de was klaar is zodra je thuiskomt – of als de droger op zolder staat en je geen zin hebt om steeds op en neer te lopen.

Je koppelt de droger eenvoudig aan een app op je smartphone of tablet. Daar geef je aan wat voor soort was je wilt drogen, waarna de app het beste programma selecteert. Zodra de was klaar is, krijg je een melding. Zo hoef je niet steeds zelf te controleren. De app laat ook weten wanneer het filter moet worden schoongemaakt of wanneer er onderhoud nodig is.

©Samsung

Stapelbaarheid

Heb je weinig ruimte, dan is het handig als je de wasdroger op de wasmachine kunt zetten. Maar let op: stapelen is niet zo simpel als het ene apparaat op het andere plaatsen. Beide zijn zwaar en kunnen tijdens het centrifugeren bewegen of trillen. Zonder goede bevestiging kunnen ze daardoor gaan schuiven of elkaar beschadigen.

Zorg er dus voor dat ze stevig en veilig staan. Veel wasmachines en drogers hebben standaardafmetingen en zijn stapelbaar, maar controleer dit altijd vooraf. Gebruik bij het stapelen een speciale stapelkit. Die vangt trillingen op en zorgt voor een stabiele verbinding, zodat de droger niet kan verschuiven. Je kunt zo'n kit doorgaans kopen bij de (web)winkel waar je je wasdroger koopt. Hebben ze hem niet in het assortiment, dan kunnen ze hem meestal wel voor je bestellen.

Geschikt voor onderbouw

Een wasdroger is meestal geen blikvanger. Wil je hem netjes wegwerken onder een werkblad of aanrecht, dan heb je een model nodig dat geschikt is voor onderbouw. Deze drogers zijn compacter en hebben een afneembaar bovenblad, zodat ze precies passen.

Om warmte goed kwijt te kunnen, is bij dit type extra gelet op ventilatie. En door hun kleinere formaat zijn onderbouwdrogers vaak ook wat zuiniger dan standaardmodellen. Dat maakt ze niet alleen praktisch, maar ook aantrekkelijk voor wie op energie wil besparen.

▼ Volgende artikel
Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's
© splitov27 - stock.adobe.com
Huis

Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's

Bijzondere elpees, vhs-banden met dierbare video’s, (liefdes)brieven en plakboeken met foto’s. Bijna iedereen heeft wel analoge items die je liever niet kwijtraakt. Maak daarom digitale kopieën en sla de bestanden voor eens en altijd op.

In dit artikel laten we zien hoe je je oude analoge media digitaliseert en veilig bewaart voor de toekomst:

  • Scan foto’s, dia’s en documenten met een all-in-one-printer of losse scanner
  • Digitaliseer videobanden met een videograbber
  • Sluit platenspelers aan via een versterker of rechtstreeks op de pc
  • Neem muziek op met programma’s zoals Audacity of MAGIX Sound Forge

Heb je nog meer oude spullen in huis? Geef oude tech een tweede leven: 18 slimme ideeën

Wie in Google de zoekterm ‘digitaliseren’ invoert, stuit op talloze commerciële initiatieven. Wie bereid is om ervoor te betalen, besteedt digitaliseerklussen aan dergelijke bedrijven uit. Maar je kunt deze taak ook relatief eenvoudig zelf doen. Leuk en ook nog eens goedkoop. Met een computer en all-in-one-printer (scanner), videorecorder en/of platenspeler kom je al een heel eind. Daarnaast heb je mogelijk ook een speciaal snoertje en betaalbaar softwarepakket nodig, maar daar komen we later op terug. Hoog tijd om aan de slag te gaan!

Foto’s en documenten

Scanner

Het is zinvol om fotoafdrukken digitaal op te slaan. Hoe eerder je dat doet, hoe beter. Met de jaren kunnen de kleuren namelijk vervagen. Bovendien is het zonde wanneer je na bijvoorbeeld waterschade of brand dierbare herinneringen kwijtraakt. Kortom, genoeg reden om digitale kopietjes te maken.

Voor het digitaliseren van fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een scanner. Bezit je een zogenoemde all-in-one-printer, dan heb je al een geschikte scanner in huis. Naast printen kan zo’n apparaat namelijk ook kopiëren en scannen. Een nieuwe all-in-one-printer is overigens niet zo duur, want ze zijn al vanaf enkele tientjes te koop.

Leg een fotoafdruk op de glasplaat van een all-in-one-printer om een digitale kopie te maken.

Er bestaan ook losse scanners, maar die zijn in de regel duurder. Deze apparaten ondersteunen veelal een hogere scanresolutie. Hierdoor is het mogelijk om fotoafdrukken in een betere kwaliteit op de computer te bewaren. Dat heeft vooral meerwaarde wanneer je een analoog kiekje in groot formaat wilt (laten) afdrukken. Voor regulier gebruik voldoet de geïntegreerde scanner van een all-in-one-printer prima.

De Epson Perfection V39II is een losse scanner die je via usb op een computer aansluit.

Scaninstellingen kiezen

Bekende fabrikanten als Epson, HP en Canon ontwikkelen eigen programma’s voor hun all-in-one-printers en scanners. Hiermee wijzig je diverse scaninstellingen. Als alternatief stelt Microsoft met Windows Scanner een zéér eenvoudig scanprogramma beschikbaar. Als deze toepassing nog niet op je computer staat, download je die gratis vanuit de Microsoft Store. Dit tooltje werkt in Windows 10 en 11.

Zet het scanapparaat aan en open Windows Scanner. Als het goed is, verschijnt de naam van de all-in-one-printer of scanner linksboven in het programma. Leg nu een fotoafdruk ondersteboven op de glasplaat. Je kunt het fotopapier zo nodig eerst even afnemen, want het is belangrijk dat er geen stof, haren of overig vuil zichtbaar zijn.

Bepaal onder Bestandstype in welk formaat je de foto wilt opslaan, bijvoorbeeld png of jpeg. Via Meer weergeven pas je de resolutie aan. Een hogere dpi-waarde resulteert in een scherper beeld. Selecteer bij Bestand opslaan in de gewenste map en bevestig met Voorbeeld. Je kunt in het voorbeeldvenster nu de witte rondjes verslepen. Bepaal daarmee welk deel je van de foto wilt vastleggen. Bevestig als laatste met Scannen.

Windows Scanner is een gebruiksvriendelijk programma om fotoafdrukken te digitaliseren.

Dia’s en negatieven scannen

Naast fotoafdrukken kun je ook dia’s en negatieven scannen. Er zijn hiervoor speciale apparaatjes te koop. Hiermee haal je met behulp van een filmgeleider ieder afzonderlijk beeldje door de scanmodule. Merken als Plustek, Reflecta en Rollei ontwikkelen gespecialiseerde dia- en negatievenscanners. Geschikte producten zijn vanaf ongeveer 100 euro te koop. Overigens bestaan er ook losse (foto)scanners waarmee je dia’s of negatieven kunt digitaliseren. De fabrikant levert in dat geval een soort raamwerk mee waarmee je de beelden onder de scanner kunt leggen.

Maak met de betaalbare Reflecta x22 digitale versies van negatieven en dia’s.

Documenten digitaliseren

Het digitaliseren van brieven en andere paperassen werkt min of meer hetzelfde als bij een foto. Je gebruikt hiervoor eveneens een all-in-one-printer of losse scanner. Open het meegeleverde scanprogramma van de fabrikant of een universele toepassing als Windows Scanner. Voor het digitaal opslaan van documenten ligt het pdf-bestandsformaat voor de hand.

Eigen scanprogramma’s van printermerken hebben meestal als voordeel dat je meerdere pagina’s aan het document kunt toevoegen. Wil je een vuistdik verslag of uitgebreide handleiding op de computer bewaren? De betere all-in-one-printers ondersteunen (dubbelzijdige) automatische documentinvoer. Dat is een houder waarop je een stapeltje van pakweg dertig of vijftig A4’tjes kunt leggen. Vervolgens scant de all-in-one-printer deze paperassen een voor een naar de computer. Hierdoor hoef je niet elke pagina op de glasplaat te leggen.

Bewaar een gedigitaliseerd document bij voorkeur als pdf’je.

Scan-app op smartphone

Bezit je geen scanapparaat? Waarschijnlijk tóch wel, want met een smartphone of tablet kun je ook foto’s en documenten digitaliseren. Gebruik hiervoor de camera van het mobiele toestel. Er zijn allerlei apps die je daarbij kunnen helpen, waaronder Fotoscan van Google Foto’s, Adobe Scan en CamScanner. De werking van dergelijke apps komt grofweg op hetzelfde neer. Maak een foto en bepaal met het selectiekader welk deel je van de fotoafdruk wilt opslaan. Afhankelijk van de gekozen app kun je mogelijk tussen verschillende bestandsformaten kiezen, zoals jpg, png en pdf. Bewaar het resultaat op je smartphone of tablet.

Fotoscan van Google Foto’s maakt van de gefotografeerde fotoafdruk automatisch een uitsnede.

Video’s

Benodigdheden

Misschien heb je thuis nog allerlei analoog beeldmateriaal liggen, bijvoorbeeld betamax-, vhs- of video8-banden. Zeker wanneer je de video’s zelf hebt opgenomen, wil je deze waardevolle beelden waarschijnlijk digitaliseren. Dat is nog verstandig ook, want het magnetische laagje van videobanden is nogal gevoelig voor slijtage. Hevel de video’s daarom liever gisteren dan vandaag over naar je pc of laptop.

Voor deze digitaliseertaak heb je wel wat spullen nodig. Allereerst is het belangrijk dat de videorecorder nog correct functioneert. Is dat niet het geval, dan zijn er op Marktplaats en in kringloopwinkels nog volop betaalbare apparaten te vinden. Met name vhs-videorecorders zijn vandaag de dag behoorlijk betaalbaar.

Bekijk op Marktplaats of je ergens in jouw omgeving een betaalbare videorecorder kunt vinden.

Vanzelfsprekend heb je iets nodig om de videorecorder met de computer te verbinden. Hiervoor zijn allerlei zogenoemde usb-grabbers, videograbbers en usb-omzetters verkrijgbaar. Dit hulpstuk bevat analoge ingangen voor de videorecorder, terwijl je de usb-stekker in de computer prikt. Reken voor zo’n apparaatje op een aanschafprijs van 10 tot 30 euro.

Met deze goedkope videograbber en scartadapter van Gembird verbind je een videorecorder met de computer.

Standalone videograbbers

Er bestaan ook standalone opnameapparaten voor het digitaliseren van analoge videodragers. Je hebt dan geen computer nodig. Deze videograbbers hebben een geïntegreerd scherm waarop je de opname kunt volgen. Meestal zijn er diverse aansluitingen beschikbaar, waaronder s-video en composiet. Je stopt bijvoorbeeld een eigen microSD-geheugenkaart of usb-stick in de behuizing om de gedigitaliseerde beelden op te slaan. Overigens zijn dergelijke apparaten veelal ook geschikt voor het opnemen van analoge geluidsdragers, zoals elpees en cassettes.

Digitaliseer met deze standalone videograbber van KingMa analoge video- en geluidsdragers naar een usb-stick of geheugenkaart.

Opnameprogramma

Je hebt ook nog een geschikt opnameprogramma nodig waarmee je de videotapes op de computer bewaart. Dit programma maakt van de analoge banden digitale bestanden. Er is op dit gebied weinig goede freeware beschikbaar, al kun je OBS Studio wel voor dit doeleinde gebruiken. Daarnaast leveren sommige fabrikanten van videograbbers eigen software mee. Het gebruik van deze programma’s is helaas niet altijd even simpel.

Zoek je een gebruiksvriendelijke totaaloplossing? In dat geval is het softwarepakket MAGIX Red uw video’s een aanrader. Schaf tegen een adviesprijs van 59,99 euro een Nederlandstalig opnameprogramma aan, inclusief usb-omzetter en scartadapter. Kortom, hiermee kun je direct aan de slag! Bovendien is er een volwaardige videobewerker inbegrepen waarmee je de beelden naar eigen smaak kunt corrigeren.

Dit softwarepakket van MAGIX heeft alles in huis om analoge video’s zonder morren te digitaliseren.

Video-opname starten

Zodra alles correct is aangesloten en je geschikte software hebt geïnstalleerd, kan het opnamefeest beginnen. Reserveer hiervoor voldoende tijd. Je gaat de videobanden namelijk met behulp van de computer realtime opnemen. Overigens nemen de videobestanden relatief veel opslagcapaciteit in beslag. Houd daar dus rekening mee bij het selecteren van een opslaglocatie. Als alternatief voor interne opslagruimte kun je bijvoorbeeld een externe harde schijf of ssd aansluiten.

Controleer in het opnameprogramma of er een succesvolle beeldoverdracht is. Soms moet je daarvoor eerst een bepaalde videocodec activeren. Stop een band in de videorecorder en druk op de fysieke playknop. Zie je beeld en hoor je geluid? Zo ja, dan kan de opname beginnen. Je spoelt de videoband eerst naar het gewenste fragment. Start in de software de opname en druk daarna op de playknop van de recorder. Je hoeft tijdens het opnameproces een tijdje niets te doen. Na afloop van de video beëindig je de opname en bewaar je het videobestand op de computer.

Volg in MAGIX Red uw video’s de voortgang van de opname.

Muziek

Platenspeler aansluiten

Heb je nog analoge geluidsapparatuur in bezit, zoals een platenspeler, bandrecorder of cassettedeck? Je kunt dan liedjes van elpees of een andere geluidsdrager digitaliseren. Zeker voor bijzondere opnames is dat zinvol, want op Spotify en consorten is lang niet alles te vinden. Denk bijvoorbeeld aan een obscure bootleg van een liveoptreden. Bovendien is het handig dat je de gedigitaliseerde liedjes op allerlei andere (mobiele) apparaten kunt beluisteren.

Het is mogelijk om een platenspeler indirect met een desktop te verbinden. Een klassieke draaitafel genereert normaal gesproken een onversterkt audiosignaal. Waarschijnlijk is de speler om die reden op de phono-ingang van jouw (voor)versterker of receiver aangesloten. Heeft de versterker een analoge geluidsuitgang, dan kun je het versterkte audiosignaal naar de computer doorsluizen. Je herkent deze uitgang bijvoorbeeld aan ‘audio out’, ‘tape out’, ‘rec’ of een soortgelijke benaming. Als alternatief kun je ook de koptelefoonuitgang gebruiken. Achterop de desktop doe je een beroep op de lijningang. Die heeft doorgaans een blauwe markering.

Je verbindt de desktop via een geschikte verloopkabel met de versterker. Dit snoertje heeft aan de ene zijde twee tulppluggen en aan de andere zijde een 3,5mm-stekker. Zo’n verloopkabel kost in de regel een paar euro. Voor een verbinding met de hoofdtelefoonpoort op een versterker gebruik je een snoertje met aan beide kanten een 3,5mm-plug en eventueel een 6,3/3,5mm-adapter.

Je hebt een geschikte verloopkabel nodig om een versterker met de computer te verbinden.

Andere aansluitopties

Heb je alleen een laptop, dan is er veelal geen (blauwgekleurde) lijningang voor de audio-overdracht beschikbaar. Gelukkig zijn er nog meer methoden om een platenspeler met een computer te verbinden. Zo kun je de aanschaf van een externe geluidskaart overwegen. In dat geval loopt het audiosignaal via een aangesloten versterker of receiver naar het systeem. Daarnaast bestaan er ook usb-phono-voorversterkers waarmee je een draaitafel rechtstreeks met de computer kunt verbinden. Tot slot hebben bepaalde platenspelers van zichzelf al een geïntegreerde voorversterker en een usb-uitgang. Die kun je eveneens direct op het systeem aansluiten.

Koppel deze platenspeler van Audio-Technica via usb rechtstreeks aan een pc of laptop.

Lees ook: Lp’s luisteren? Zo vind je de beste platenspeler

Audio-opname starten

Voor het digitaliseren van analoge geluidsdragers bestaan er diverse commerciële programma’s. MAGIX Sound Forge Audio Studio (adviesprijs 59,99 euro) is daarvan een bekend voorbeeld. Je kunt met dit softwarepakket ook muziek restaureren, zoals het wegwerken van tikken en kraakjes. Gebruik je liever freeware, dan is Audacity een goede keuze.

Voordat je begint met het digitaliseren van muziek, maak je de lp eerst schoon. Je wilt tenslotte een zo schoon mogelijke opname. Met een geschikte borstel kun je zo veel mogelijk stof verwijderen. Ga in de werkbalk van Audacity naar Audio-instelling / Opnameapparaat en selecteer de juiste usb-bron of lijningang. Achter Afspeelapparaat selecteer je de speakers van de computer, zodat je de opname kunt beluisteren. Klik daarna op de rode stip Opnemen en leg de naald op de lp. Met Stoppen (vierkantje) beëindig je de opname. Je bewaart het resultaat via Bestand / Audio exporteren / Exporteren naar computer op het systeem. Selecteer hierbij het gewenste audioformaat en de opslaglocatie, waarna je bevestigt met Exporteren.

Audacity ondersteunt voor het digitaal opslaan van muziek heel wat audioformaten.

Cd’s en dvd’s rippen

Heb je nog een pc met een optisch station? Je kunt dan ook cd’s en (onbeveiligde) dvd’s naar de computer rippen. Gebruik hiervoor respectievelijk de programma’s fre:ac en HandBrake.

Back-up

Hét voordeel van digitale gegevens is natuurlijk dat je ze onbeperkt kunt vermenigvuldigen. Doe dat dan ook en maak van de gedigitaliseerde foto’s, video’s en muziek back-ups. Voor maximale veiligheid bewaar je jouw dierbaarste bestanden in de cloud, zoals Google Drive, Microsoft OneDrive of Strato HiDrive. Je slaat de data daarmee op in een zwaarbewaakt datacenter.

Watch on YouTube