ID.nl logo
Ledstrips voor buiten: aan de slag met programmeerbare buitenverlichting
Zekerheid & gemak

Ledstrips voor buiten: aan de slag met programmeerbare buitenverlichting

Met verlichting kun je heel veel kanten op. Het kan functioneel zijn, maar ook sfeer brengen of juist je huis veiliger maken. Voor buitenverlichting geldt dat net zo goed! Daarom gaan we met ledstrips aan de slag die je buiten kunt gebruiken en op verschillende manieren kunt inzetten. We kiezen voor programmeerbare strips met microcontroller. Zo breng je niet alleen licht in het donker, maar zorg je ook voor kleuraccenten of speel je met effecten.

Heb jij ooit willen experimenteren met programmeerbare buitenverlichting? Dan ben je bij ons aan het juiste adres. In dit artikel laten we jou zien hoe. We behandelen het volgende

Binnenshuis is menig rand of koof voorzien van een ledstrip. Maar wist je dat je ze ook heel goed buiten kunt toepassen? Je kunt er heel mooie accenten mee aanbrengen of juist voor een rustige, gelijkmatige verlichting zorgen. De eenvoudigste ledstrips hebben één kleur en vereisen alleen een voedingsaansluiting. Dat kan natuurlijk een prima basis zijn. Voor dit artikel kiezen we echter voor strips met individueel adresseerbare leds. Dat betekent in feite dat je elke pixel op de strip een eigen kleur en helderheid kunt geven. Je kunt daarmee leuke effecten bereiken.

De bij dit project gekozen strips hebben nog een extra led voor een mooier en efficiënter warmwit licht. De kleuren en effecten kun je dan bijvoorbeeld bewaren voor de feestdagen. Enkel een voeding volstaat hier logischerwijs niet: je moet de leds op de strip immers aansturen. Je kunt hiervoor een Raspberry Pi inzetten, maar een microcontroller zoals de ESP32 is veel voordeliger en gemakkelijker te krijgen. In combinatie met de WLED-software (zie paragraaf 7) kun je hier bovendien alle kanten mee op. Je kunt de ledstrips bijvoorbeeld bedienen via een browser of app, maar ook integreren met software voor thuisautomatisering, zoals Home Assistant. Als je niet voor een zelfbouwoplossing kiest, kun je in de winkel ook complete sets met slimme ledstrips voor buiten vinden (zie het gelijknamige kader), die hoef je enkel nog maar te monteren. Deze strips zijn over het algemeen wel wat duurder en geven je vaak minder mogelijkheden. 

Met ledstrips, zoals deze van Philips Hue, kun je ook buiten sfeer creëren of accenten aanbrengen (bron: Signify). 

**Slimme ledstrips voor buiten **

De meeste sets met ledstrips voor buiten bedien je met een afstandsbediening. Er zijn ook slimme opties op basis van Zigbee. Philips levert bijvoorbeeld de Lightstrip Outdoor (219,99 euro voor 5 meter). Met de bevestigingsklemmen plaats je deze onder een rand of langs een kozijn. Je hebt een stopcontact nodig op maximaal zo’n vijf meter afstand. Na montage koppel je de strip aan de Hue Bridge waarna je kleur en helderheid via de Hue-app regelt. 

Innr heeft een voordelig alternatief met de Outdoor Flex Light (verkrijgbaar in wit of in kleur (99,99 euro voor 4 meter). Deze werkt in combinatie met de bridge van Innr zelf of met de Hue Bridge. Let er op dat je de strips van Philips en Innr in tegenstelling tot onze zelfbouwoplossing niet kunt inkorten of verlengen. Meestal zit er ook geen plakstrip op. De strips geven wel van zichzelf al een mooi diffuus licht, waardoor je ze in het zicht op kunt hangen zonder profiel. Een beperking is soms de verbinding met de bridge. Die moet binnen tien meter zijn geplaatst als er geen andere lamp tussen zit. 

De Lightstrip Outdoor voor Philips Hue brengt sfeer in je tuin. 

Wat heb je nodig 

In dit artikel gaan we een ledstrip met een lengte van naar keuze vijf of tien meter maken. Voor beide opties hebben we een boodschappenlijstje gemaakt. Als ledstrip kiezen we een SK6812-strip met dertig leds per meter. Daar is de voeding op berekend. Er zijn diverse leveranciers voor voeding en ledstrips. We hebben goede ervaringen met BTF-Lighting, beschikbaar op Amazon en AliExpress. 

Als microcontroller gebruiken we een ESP32-module (ongeveer 5 euro). Verder gebruiken we een aluminium profiel met een diffuse kap. Daar zitten alle accessoires al bij voor de montage. Als de ledstrips niet in het zicht komen, kun je ze eventueel zonder profiel aanbrengen. Verder komen er ook nog wat kabels bij en mogelijk extra toebehoren. Als het bijvoorbeeld niet lukt om alles in een waterdichte ruimte aan te sluiten, kun je een waterdichte box gebruiken. We zullen de gemaakte keuzes en eventuele alternatieven in de volgende paragrafen toelichten. 

Benodigdheden 5 meter10 meter
ESP32-microcontroller€ 5,-€ 5,-
Ledstrip (SK6812 IP67)€ 30,-2x € 30,-
Ledvoeding (5V/10A)€ 15,-N.v.t.
Ledvoeding (5V/20A)N.v.t.€ 20,-
Profiel€ 30,-€ 45,-
Kabels en toebehoren€ 5,-€ 5,-
Totaal€ 85,-€ 135,-

Boodschappenlijstje voor een ledstrip van vijf of tien meter. 

Welke ledstrip? 

We gebruiken individueel adresseerbare 5V-ledstrips van het type SK6812. Deze komt op veel punten overeen met het bekendere WS2812b-model. De SK6812 is echter minder gevoelig voor spanningsterugval, waardoor de kleuren correcter blijven over grotere afstanden. 

De SK6812-ledstrip is bovendien niet alleen als RGB-variant (kleur) leverbaar, maar ook in een RGBW-variant (kleur plus wit licht). Hoewel met RGB óók wit kan worden gemaakt, zorgt de extra witte led in de RGBW-variant voor een veel mooier en helderder wit licht. Bovendien hoef je dan de kleuren niet te gebruiken, waardoor het stroomverbruik lager zal zijn. Kies uiteraard een waterdichte variant die IP67 of IP68 gecertificeerd is, of eventueel een IP65-type in een profiel. Evengoed moet je wel zorgvuldig zijn bij het aansluiten, daar komen we in paragraaf 6 nog op terug. Overigens kun je vaak ook nog de gewenste kleurtemperatuur voor de witte led kiezen. Wij selecteerden warmwit maar dat is ook weer afhankelijk van de toepassing (zie kader ‘Beste kleurtemperatuur voor buiten’). 

©Simon - stock.adobe.com

We kiezen een ledstrip die kleur én warmwit licht kan uitstralen.

Beste kleurtemperatuur voor buiten 

Bij een RGBW-ledstrip kun je vaak de kleurtemperatuur voor de witte led kiezen. Dat kan bijvoorbeeld warmwit zijn (meestal aangegeven als RGBWW), neutraalwit (RGBNW) of koudwit (RGBCW). De fabrikant zal doorgaans de kleurtemperatuur specificeren die er volgens hem bij hoort. Dat kan wel wat verschillen per fabrikant. Grofweg onderscheiden we voor de kleurtemperatuur extra warmwit (tot 2700K), warmwit (2700K tot 3000K), neutraalwit (3000K tot 4000K) en koudwit (4000K of meer). Bij buitenverlichting zal warmwit meestal de voorkeur hebben. Als de lampen vooral een veiligheidsfunctie hebben, kun je een koelere temperatuur kiezen, zoals koudwit. Een koudere tint zal ook een natuurlijke omgeving beter tot zijn recht laten komen. In specifieke situaties kun je zelfs voor daglicht kiezen, dit ligt rond 6500K. 

©ohsuriya - stock.adobe.com

Ook bij ledstrips heb je vaak keuze in de gewenste kleurtemperatuur. 

Aantal leds per meter 

Je hebt bij de meeste ledstrips keuze in het aantal leds per meter ledstrip. Het meest gangbaar zijn 30, 60 of 144 leds per meter. We noemen het leds, maar het zijn in feite SMD-componenten met drie (RGB) of vier (RGBW) leds per component. Uiteraard geeft een dubbel aantal leds een dubbele lichtopbrengst en mooie, egalere verdeling. Maar het stroomverbruik is ook evenredig hoger. De spanning zal door de interne weerstand altijd wat teruglopen. Bij ledstrips die op ‘slechts’ 5 volt werken, is dat eerder een probleem. En dat wordt nog groter als er een groter aantal leds per meter is geplaatst. Daarom kiezen we voor ledstrips met 30 leds per meter. De componenten zijn daarbij met ongeveer 2,8 cm tussenruimte geplaatst. Dat zie je al bijna niet meer op iets grotere afstand, mede dankzij de diffuse kap. De lichtopbrengst zal iets lager zijn, maar je hebt buiten geen zee van licht nodig. 

©Narongsak Yaisumlee

Bij ledstrips heb je vaak keuze in de dichtheid van leds op de strip. 

Welke voeding 

Een voordeel van het werken met 5V is dat één voeding volstaat voor de ledstrips en de microcontroller. Het vereiste wattage hangt vooral van de ledstrips af, want de controller verbruikt nauwelijks stroom. Volgens de fabrikant verbruikt de ledstrip bij 30 leds per meter maximaal 9 watt. Bij 60 leds per meter is dat het dubbele. Dat is heel ruim, zeker omdat zelden alle leds volop branden. We kiezen hier een 50W-voeding (5V/10A) voor vijf meter. Bij dit wattage kun je een soort laptop-achtige voeding kiezen. Voor tien meter is een 100W-voeding nodig (5V/20A). Dit zijn meestal voedingen met metalen behuizing. 

©firax - stock.adobe.com

Het wattage van de voeding stem je af op de gebruikte ledstrips.

Microcontroller 

Als controller gebruiken we een ESP32-module. Die is in Computer!Totaal al vaker aan bod gekomen. De ESP8266 is ook een optie, maar die heeft bij een groter aantal leds wel wat beperkingen, bijvoorbeeld bij langere ledstrips of een groter aantal leds per meter. Via https://kno.wled.ge/features/multi-strip/ lees je daar meer over. 

Bij de ESP32-module kun je voor de hoogste prestaties tot 512 leds op een enkele GPIO-pin aansluiten. Bij tien meter kom je met 30 leds per meter op niet meer dan 300 leds. Er is dan evengoed nog genoeg ademruimte. De ESP32-module kan namelijk tot 1000 leds per uitgang over vier uitgangen aansturen met nog altijd goede prestaties. Dat is bij 30 leds per meter meer dan 130 meter aan ledstrip! Bij dat soort grotere projecten is 5 volt niet praktisch vanwege de hoge stroom en zul je eerder met 12 volt werken, zoals bij een WS2815-ledstrip. Maar die is echter niet in RGBW-variant leverbaar. 

©Tomasz - stock.adobe.com

We kiezen als microcontroller voor de veelzijdige ESP32. 

Wel of geen profiel? 

Op de gekozen ledstrip zie je alle componenten zitten en het licht is ook wat fel als je er in kijkt. Daarom plaats je deze liever niet direct in het zicht. In sommige gevallen kun je ze bijvoorbeeld in een nis of achter een rand wegwerken. Voor plaatsing in het zicht raden we een profiel aan. Dat is een doorgaans aluminium behuizing met plastic kap die zorgt voor een diffuus licht. Dat geeft ook een veel strakkere uitstraling en je kunt de individuele leds nauwelijks onderscheiden. Bij sommige ledstrips kun je overigens nog kiezen tussen een witte of zwarte achtergrond. Kies dan liefst voor de witte variant, omdat die het licht ook al beter zal verspreiden. We hebben bij het project een hoekprofiel van 45 graden gebruikt. Een recht profiel kan uiteraard ook. Je vindt een ruim aanbod bij onder meer Conrad en Amazon. 

©Fukume - stock.adobe.com

Als je een ledstrip netjes weg kan werken, is geen profiel nodig. 

Alles aansluiten 

De ledstrips zijn waterdicht volgens de IP67-norm en daarom verhuld in een siliconenbuis. De aansluitingen zelf zijn meestal niet waterdicht. Je kunt ze waterdicht maken door bijvoorbeeld de contacten te lijmen met een lijmpistool. Je kunt de ledstrip op maat knippen op de stippellijn, maar ook dan moet je het weer waterdicht maken! 

Je hebt uiteraard de nodige kabels nodig voor het aansluiten van de ledstrips op de voeding. Deze moeten dik genoeg zijn voor de gevraagde stroom. Bij voorkeur sluit je de voeding om de 2,5 meter aan. Bij 5 meter komt dat neer op het begin en einde van de strip. Dan heb je de minste spanningsval en kun je de ledstrip waarschijnlijk ook veel feller laten werken. Verder heb je één datakabel nodig vanaf pin D2 (GPIO 2) op de controller naar de ingang van de voorste ledstrip. Bij een langere datakabel zul je soms een zogenoemde level shifter nodig hebben, die de lagere 3,3 volt van de ESP32-module omzet naar 5 volt, de spanning die de ledstrip verwacht. Voor de veiligheid kun je met zekeringen werken. De waarde stem je af op de stroom die door de kabels mag lopen. 

©ROMAN BUDNYI

Zorg dat de aansluiting op de (waterdichte) ledstrip óók waterdicht is. 

Microcontroller programmeren 

WLED is een heel populaire optie voor zelfbouw-ledstrips. De software werkt in combinatie met een ESP32-module beter en flexibeler dan de meeste specifieke ledcontrollers. Je kunt de software eenvoudig flashen op de microcontroller. Het ontwikkelbordje sluit je daarbij alléén aan op de pc (direct via usb) en dus niet op een voeding. Voor het flashen gebruiken we de ESPHome Flasher voor Windows. Slechts in een enkel geval zul je de usb-naar-UART-drivers hoeven te installeren. De bewuste tool zal de COM-poort van de ESP32-module als het goed is herkennen, waarna je het image voor WLED kunt flashen. Het image kun je downloaden via https://github.com/Aircoookie/WLED/releases. Kies de meest recente ESP32.bin-uitvoering. Raadpleeg eventueel de instructies op de website van WLED als het niet lukt. 

Met deze tool voor ESPHome kun je een ESP32-module eenvoudig voorzien van WLED. 

WLED in gebruik nemen 

Je kunt WLED eenvoudig in gebruik nemen. Log met een smartphone, tablet of laptop in op de hotspot genaamd WLED-AP met het wachtwoord wled1234. Bezoek dan met een browser het adres 4.3.2.1. Je kunt nu de instellingen van je wifi-netwerk opgeven, zodat de microcontroller zelf direct verbinding met je netwerk maakt. Je kunt ook een naam kiezen, bijvoorbeeld wled-buiten.local. Via dat adres stel je de ledstrips eenvoudig in met een browser en bedien je ze. 

WLED maakt een hotspot aan voor de eerste configuratie. 

Werken met WLED 

We gaan via de gebruikersinterface van WLED eerst naar Config voor het instellen van de gebruikte leds. Zowel het type als het aantal leds is van belang. Als je dat te laag instelt, zullen de leds verderop niet branden. Je ziet ook welke voeding wordt aanbevolen en kunt eventueel een stroomlimiet instellen. Verder kies je onder Colors een kleur of een patroon en selecteer je onder Effects een van de meer dan honderd effecten. Onder Segments deel je een ledstrip desgewenst op in segmenten. Die kun je dan een aparte kleur of helderheid geven. 

Voor de configuratie ga je naar PC Mode. Vink dan rechts een segment aan. Je kunt dan kleur, patroon en effect kiezen. De ledstrips die draaien op de WLED-software kun je ook via andere programma’s besturen. Zo geef je lichtshows door de software xLights op je pc te installeren. Die werkt samen met WLED. En Home Assistant heeft een prima integratie voor WLED, zodat je ook automatiseringen kunt maken. Denk bijvoorbeeld aan het aanzetten van je lampen bij een melding van beweging door een buitensensor. Of felle rode lampen bij een vermoeden van inbraak. 

Je microcontroller met WLED is onder andere via een app toegankelijk. 

**Nameten van je ledstrips **

Ben je niet tevreden over de helderheid die je kunt bereiken met de ledstrips? Of wijken de kleuren af? Dan raden we aan om na te meten welk wattage je uit de voeding haalt. Dat kan bijvoorbeeld door de stroom te meten met een multimeter en te vermenigvuldigen met de spanning (5 volt). Als je zelfs op volle helderheid, met alle leds actief, maar een deel van het vermogen van de voeding benut, kan dit komen doordat de ledstrips en kabels een te grote weerstand vormen. Als je dikkere kabels gebruikt en de voeding zowel aan het begin als einde van elke 5 meter aansluit, zul je al veel verbetering zien.

©Vladimir Zhupanenko - stock.adobe.com

Meet je ledstrips na als je bijvoorbeeld niet de gewenste helderheid bereikt. 

▼ Volgende artikel
Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11
© lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com
Huis

Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11

Veel problemen in Windows 11 hebben te maken met de wifi-verbinding. En dat is behoorlijk irritant. Geen connectie, wegvallend internet of een tergend trage verbinding? Met dit stappenplan breng je alles weer op volle snelheid.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan werk je van simpel naar diepgaand. Je begint met snelle controles, zoals vliegtuigstand en een herstart van pc en router. Daarna ga je verder met probleemoplossers, een vers wifi-profiel en een volledige netwerkreset. Tot slot bekijk je driverproblemen, services die zijn gestopt en updates die roet in het eten gooien. Door de stappen in deze volgorde te volgen, spoor je de oorzaak gericht op en krijgt je verbinding weer de snelheid die je gewend bent.

Foutmeldingen als 'Geen internettoegang', 'Onbekend netwerk' of 'Beperkte toegang' kunnen je tot wanhoop drijven. Volg daarom dit stappenplan in de juiste volgorde.

Je gaat niet zomaar meteen je netwerk resetten als je niet eerst gecontroleerd hebt of je pc in vliegtuigmodus staat of dat het probleem eenvoudig verholpen zou zijn door de pc en de router te herstarten. Zie het als een plan van aanpak waarbij je het hoofd koel houdt. 

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Stap 1: Check de vliegtuigstand

Controleer eerst of de wifi werkt op een andere laptop, tablet of smartphone. Heeft ook dat toestel geen verbinding, dan ligt het probleem niet aan je computer. Werkt de wifi op andere apparaten wél, kijk dan of op je pc de vliegtuigmodus per ongeluk is ingeschakeld en of de wifi-adapter aan staat. De vliegtuigmodus schakelt alle draadloze communicatie uit, zoals bluetooth en wifi. Handig in een vliegtuig of om de batterij te sparen, maar uiteraard funest voor je internetverbinding. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak om te zien of de vliegtuigmodus actief is. In datzelfde menu kun je ook controleren of wifi is ingeschakeld.

Controleer of je niet per ongeluk de vliegtuigstand hebt geactiveerd.

Stap 2: Start pc en router opnieuw op

Vaak is de oplossing eenvoudiger dan je denkt: herstart zowel je pc als je router. Schakel eerst de computer uit. Haal daarna de stekker van de router uit het stopcontact en wacht dertig seconden. Sluit de router weer aan en zet hem aan. Zodra alle lampjes normaal branden, start je de computer opnieuw op.

©Antonioguillem - stock.adobe.com

Je kunt ook de resetknop van de wifi-router gebruiken.

Stap 3: Probleemoplossers

Windows heeft ingebouwde probleemoplossers die je helpen bij netwerkstoringen. Open de Instellingen met Windows-toets+I. Daar klik je op Systeem en daarna op Problemen oplossen. Klik op Andere probleemoplossers. In de groep Meest voorkomende zie je de probleemoplosser voor Netwerk en Internet. Klik op Uitvoeren. Er verschijnt een pagina met de melding 'Wij helpen u bij het maken van de verbinding.' De probleemoplosser zoekt naar de oorzaak en stelt een oplossing voor, zoals wifi inschakelen, vliegtuigmodus uitschakelen, de computer opnieuw opstarten of het opnieuw instellen van de netwerkadapter. Volg de aanbevolen stappen en laat de tool je begeleiden. Na het toepassen van de suggesties is de kans groot dat je pc weer verbinding maakt met het draadloze netwerk.

Windows heeft een ingebouwde set probleemoplossers.

Tips voor een sterker wifi-signaal

Plaats de wifi-router zo centraal mogelijk in huis en niet in de buurt van grote metalen voorwerpen die het signaal verstoren. Wanneer je het verbindingsprobleem volgens dit stappenplan aanpakt, ga je dichter bij de wifi-router zitten. Met een laptop is dat eenvoudig. Hiermee sluit je alvast problemen met de afstand uit. Hoe verder je van de router bent verwijderd, hoe zwakker de sterkte van het draadloze signaal, wat zich vertaalt in verbindingsproblemen. Hou de router ook uit de buurt van apparaten die interferentie veroorzaken. Het is bekend dat magnetrons, babyfoons, draadloze telefoons en draadloze speakers het wifi-signaal verstoren omdat ze dezelfde 2,4GHz-band gebruiken, waardoor het signaal trager of instabiel kan worden. Start de router regelmatig op om het geheugen te wissen en de prestaties te verbeteren.

©lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com

Wanneer je verbindingsproblemen aanpakt, plaats je de laptop zo dicht mogelijk bij de wifi-router.

Stap 4: Wifi herstellen met nieuwe netwerkverbinding

Een andere manier om een onbetrouwbare wifi-verbinding te herstellen is het netwerk verwijderen en daarna opnieuw toevoegen. Open met Windows-toets+Ide Instellingen en klik op Netwerk en internet. Selecteer Wifi en klik op Bekende netwerken beheren. Selecteer het draadloze netwerk dat het probleem veroorzaakt en klik op de knop Niet onthouden. Vervolgens gebruik je de knop Netwerk toevoegen. Je geeft het nieuwe netwerk een naam en je selecteert een beveiligingstype, bijvoorbeeld WPA2-Personal AES en je voert een wachtwoord in. Vink de optie Automatisch verbinden aan en doe hetzelfde met Verbinding maken, zelfs wanneer dit netwerk niet uitzendt. Klik tot slot op Opslaan. Door van een nieuw netwerk te vertrekken, wis je automatisch verouderde of beschadigde netwerkconfiguraties en maakt Windows een frisse verbinding met het wifi-netwerk.

Verwijder het oude netwerk en begin met een nieuw netwerk.

Stap 5: Netwerk resetten

De probleemoplosser heeft het al gesuggereerd: je kunt de netwerkresetfunctie gebruiken om de netwerkadapters te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit is een veelgebruikte oplossing voor de meeste draadloze problemen. Open de Instellingen en ga weer naar Netwerk en internet. Klik onderaan op de pagina op Geavanceerde instellingen om een overzicht van de netwerkadapters te zien. In het gedeelte Meer instellingen klik je op Netwerk opnieuw instellen. Op deze pagina gebruik je de knop Nu opnieuw instellen. Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en daarna opnieuw geïnstalleerd. Ook de instellingen van andere netwerkonderdelen worden teruggezet naar de standaardwaarden. Na afloop herstart je de pc. Let op: gebruik je VPN-software, dan moet je die opnieuw installeren. Ook moet je daarna handmatig opnieuw verbinding maken met het wifi-netwerk.

Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en opnieuw geïnstalleerd.

Nieuwe laptop nodig?

Bekijk nu de prijsdalers

Stap 6: Wifi-stuurprogramma verwijderen en opnieuw installeren

Een beschadigd, verouderd of incompatibel wifi-stuurprogramma kan de oorzaak zijn van de draadloze netwerkproblemen. Dit los je op door het stuurprogramma te verwijderen en opnieuw te installeren. Maak voordat je begint een herstelpunt aan (zie kader: Herstelpunt). Mocht er iets misgaan, dan kun je het systeem terugzetten naar een eerdere staat. Typ in het zoekveld van de taakbalk Apparaatbeheer en open het programma. Dubbelklik op Netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op het wifi-stuurprogramma en selecteer in het contextmenu de opdracht Apparaat verwijderen. Bevestig deze opdracht in het pop-upvenster. Start de computer opnieuw. Windows zoekt automatisch naar de opgeslagen drivers op het systeem en zal die ook meteen installeren. Maak opnieuw verbinding met wifi en kijk of er verbinding is. Als het probleem verder aanhoudt, ga je voor de volgende stap.

Als je de wifi-netwerkadapter kent, kun je die verwijderen.

Wat is mijn wifi-netwerkadapter?

Meestal is het gemakkelijk om in Apparaatbeheer de wifi-netwerkadapter te vinden. Vouw Netwerkadapters uit en zoek naar een adapter met wireless of wifi in de naam, bijvoorbeeld: Intel(R) wifi 6 AX201 160MHz. Soms zie je geen naam die naar wifi of wireless verwijst. In dat geval gebruik je de opdrachtprompt om de juiste wifi-netwerkadapter te achterhalen. Druk op Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter. Daarna typ je het volgende commando in: netsh wlan show drivers. Vervolgens lees je de naam van de wifi-adapter en de fabrikant.

Hier is de wifi-chip Realtek RTL8822CE 802.11ac PCIe-adapter.

Herstelpunt

Met een herstelpunt kun je de computer terugzetten naar een vorige goed functionerende staat. Typ Herstelpunt als zoekterm naast de startknop. Je komt dan direct bij het tabblad Systeembeveiliging van Systeemeigenschappen. Selecteer de lokale systeemschijf in het overzicht en vervolgens klik je op de knop Configureren. Schakel in het volgende venster Systeemherstel in. Met de schuifregelaar onderaan bepaal je de hoeveelheid schijfruimte die voor de herstelpunten mag worden gebruikt. Bevestig met Toepassen en klik op OK. Terug in het vorige venster klik je op Maken. Windows vraagt welke naam je dit herstelpunt wilt geven zodat je dit later gemakkelijk kunt herkennen. Klik nog eens op de knop Maken. Je ontvangt een melding als het herstelpunt succesvol is aangemaakt. Wil je later terugkeren naar dit herstelpunt, dan open je weer Systeemeigenschappen / Systeembeveiliging. Daar gebruik je de knop Systeemherstel en dan krijg je een overzicht van de herstelpunten waarnaar je kunt terugkeren.

Je krijgt ook de datum en tijd te zien van het herstelpunt dat je kunt aanspreken.

Stap 7: Handmatig het nieuwste wifi-stuurprogramma

Heb je het wifi-stuurprogramma verwijderd en opnieuw geïnstalleerd, maar blijft het probleem bestaan? Dan kan het zijn dat Windows Apparaatbeheer niet de juiste driver heeft geïnstalleerd. Windows heeft een ingebouwde tool, Windows Update, die de drivers automatisch up-to-date moet houden, maar soms worden die driver-updates overgeslagen. Fabrikanten doen er vaak lang over om hun drivers aan Windows Update toe te voegen. En Windows Update zelf negeert soms driverupdates omdat het die als optioneel beschouwt, terwijl ze eigenlijk heel belangrijk zijn. In dat geval ga je bij de fabrikant op zoek en geef je het model van je pc in. Daarna bepaal je welke Windows-versie je hebt en of je computer 32- of 64-bits is. Ga door naar de downloadpagina van de fabrikant van het apparaat. Zoek het juiste stuurprogramma en download de driver. Soms zit de driver in een zip-bestand. Dat is een gecomprimeerd bestand, een archief dat je eerst moet uitpakken of ontzippen. In Windows doe je dat door met de rechtermuisknop op het zip-bestand te klikken en dan Alles uitpakken te selecteren. Daarna kun je het exe-bestand dubbelklikken en de instructies op het scherm volgen om het stuurprogramma te installeren. Als je computer geen internettoegang heeft, dan zoek je deze driver via een andere computer en je transporteert de exe-installer met een usb-stick om het daarna op de pc met het wifi-probleem te installeren.

Iedere fabrikant heeft zijn eigen supportpagina waar je de stuurprogramma's kunt downloaden.

⭐Consumenten testen: de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set

Op Review.nl testen gewone consumenten de meest uiteenlopende producten. zo hebben ze ook de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set thuis uitgebreid uitgeprobeerd. Benieuwd naar hun bevindingen? Dit is het oordeel van het Review.nl-testpanel over de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set.

Stap 8: Schakel de WLAN AutoConfig-service in

Het systeem bevat een hulpprogramma dat het beheer van draadloze verbindingen op de achtergrond voor zijn rekening neemt: WLAN AutoConfig-service. Als deze service actief is, selecteert deze dynamisch met welk draadloos netwerk de pc automatisch verbinding maakt. Bovendien configureert deze service de nodige instellingen op de draadloze netwerkadapter. Soms kan deze door een fout niet meer goed werken. Het is zelfs mogelijk dat het foutbericht 'Windows kan de WLAN AutoConfig-service niet starten' verschijnt wanneer je een draadloze verbinding met het internet probeert te maken. Om de service in te schakelen druk je op Windows-toets+R in om het venster Uitvoeren te openen. Typ hier services.msc en klik op OK. Nu krijg je een lange lijst van services te zien. Scrol naar beneden en selecteer WLAN AutoConfig. In het contextmenu selecteer je Eigenschappen. In het tabblad Algemeen selecteer je bij Opstarttype de optie Automatisch. Daarna klik je achtereenvolgens op Toepassen, Start en OK om de wijzigingen op te slaan. Nu moet je de pc opnieuw opstarten en opnieuw verbinding trachten te maken met het draadloze netwerk om te zien of het werkt.

Reset de WLAN AutoConfig-service.

Stap 9: Geef het ip-adres vrij en leeg de DNS-cache

Kun je wel een wifi-verbinding maken, maar heb je toch geen toegang tot het internet, dan kan dit probleem veroorzaakt worden door je ip-adres of het DNS (Domain Name System). Je kunt deze instellingen resetten, zodat Windows een nieuw ip-adres opvraagt en de DNS-cache leegt. Klik op de Windows-zoekbalk en typ cmd in het zoekvak. Als resultaat verschijnt de app Opdrachtprompt en daar selecteer je de optie Als administrator uitvoeren. Nu typ of plak je de volgende 5 opdrachten één na één in opdrachtprompt en na elke opdracht druk je op Enter:

netsh winsock reset
netsh int ip reset
ipconfig /release
ipconfig /renew
ipconfig /flushdns

Als je daarmee klaar bent, herstart je en verbind je de computer opnieuw met wifi.

In de opdrachtprompt kun je het ip-adres vrijgeven en de DNS leegmaken.

Stap 10: Update verwijderen

Is het wifi-probleem ontstaan nadat je een Windows-update hebt uitgevoerd, dan kun je de recente updates verwijderen om te kijken of daarmee het probleem opgelost is. Open de Instellingen en selecteer Windows Update in het linkertabblad. Dan kun je aan de rechterkant Geschiedenis van updates bekijken en in de lijst zie je telkens wanneer de installatie van de update is uitgevoerd. Onderaan bij Verwante instellingen vind je Installatie van updates ongedaan maken. Als je daarop klikt, zie je welke updates je ongedaan kunt maken. Selecteer de update die je wilt verwijderen en klik op Installatie ongedaan maken. Klik op Ja wanneer er een dialoogvenster verschijnt. Probeer opnieuw verbinding te maken met het draadloze netwerk en te internetten.

Selecteer de update die je wilt verwijderen.

Je hebt er wél wat geduld nodig

(Koffie uit deze mok helpt)
▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.