ID.nl logo
De belangrijkste termen over je slimme huis verklaard
© PXimport
Zekerheid & gemak

De belangrijkste termen over je slimme huis verklaard

Het slimme huis is geen eenheidsworst: er is een wirwar aan standaarden, open of gesloten protocollen en uiteenlopende platforms en systemen. Lang niet alles werkt met elkaar samen, al kun je soms een achterdeurtje vinden. Alles van dezelfde fabrikant afnemen of richten op één standaard is vaak makkelijker maar ook dan heb je geen garanties. Om je wegwijs te maken in dit doolhof zetten we de belangrijkste begrippen hier voor je op een rijtje met de nodige praktische gebruiksvoorbeelden.

433 MHz

Dit frequentiegebied is vrij te gebruiken en daarom een beetje een vrijhaven voor allerhande draadloze toepassingen. Denk aan bijvoorbeeld een deursensor, weerstation, draadloze deurbel, op afstand bedienbare garagedeur of een aan/uit-schakelaar met bijbehorende afstandsbediening. Mogelijk heb je al enkele apparaten in huis die in deze frequentieband werken. Ook goedkope schakelaccessoires van merken als KlikAanKlikUit, HomeEasy en Elro benutten meestal dit frequentiegebied. Er is geen vast protocol voor en de technologie die wordt gebruikt is bovendien dusdanig simpel, dat bijvoorbeeld communicatie maar in één richting mogelijk is (waardoor je niet weet of een signaal is aangekomen) en ook geen versleuteling of mesh-structuur wordt benut. Daar staat tegenover dat de producten over het algemeen erg goedkoop zijn en dus ook ideaal voor de knutselaar. Zo bestaan er spotgoedkope ontvangst- en zendmodules voor Arduino-projecten die in dit frequentiegebied werken. Producten van verschillende merken kunnen door de uiteenlopende protocollen doorgaans niet samenwerken. Wel zijn er basisstations, bijvoorbeeld van Homey en HomeWizard, die signalen van de belangrijkste producten kunnen herkennen en verwerken, zoals KlikAanKlikUit. Ook de zogenaamde gateways voor dit frequentiegebied van RFXcom en RF-Link ondersteunen vaak heel veel producten, zodat je ze kunt gebruiken in bijvoorbeeld home automation-software op een Raspberry Pi.

©PXimport

868 MHz

Dit frequentiegebied is, net als het gebied rond 433 MHz, vrij te gebruiken. Het bekendste protocol dat (in Europa) dit frequentiegebied gebruikt is Z-Wave. Ook ZigBee kan op dit frequentiegebied werken. Verder wordt het voor een veelvoud van toepassingen gebruikt met meestal een gesloten protocol. Denk bijvoorbeeld aan industriële en medische toepassingen of thuis in beveiligingsinstallaties, voor draadloze deurcontacten en bewegingsmelders. Ook wordt het frequentiegebied gebruikt in apparatuur van EnOcean, een spin-off van Siemens, voor bijvoorbeeld draadloze lichtschakelaars. De afstandsbediening waarmee je je autodeuren opent werkt vaak ook op deze frequentie (of op 433 MHz).

Bluetooth

Bluetooth, dat de 2,4GHz-band gebruikt, is een beetje een manusje van alles. Het leent zich voor heel veel toepassingen en wordt dan ook breed ingezet. Een groot voordeel daarbij is dat veel apparatuur ondersteuning voor bluetooth biedt, waaronder natuurlijk vrijwel iedere smartphone en tablet. Bekende toepassingen zijn het gebruiken van draadloze hoofdtelefoons, het maken van een koppeling tussen een tv en een soundbar of tussen je smartphone en de carkit in de auto. Maar naast deze klassieke toepassingen is de standaard, vooral dankzij versie 4.0 en 5.0, ook veel breder inzetbaar. Zo is het bereik flink vergroot en dus niet meer beperkt tot korte afstanden van zo’n 10 meter. Daarnaast is dankzij bluetooth low energy (ble) het stroomverbruik fors teruggebracht. Er zijn zelfs accessoires die al op een knoopcel kunnen werken. Een volgende stap werd vorig jaar gezet met de goedkeuring van bluetooth mesh. Vooral in het slimme huis, waar steeds meer apparaten verbonden worden, is de komst hiervan een belangrijke stap. In principe kan bluetooth mesh werken op alle apparaten die al bluetooth 4.0 of 5.0 ondersteunen. Het kan breed worden toegepast, bijvoorbeeld in camera’s en voor het bedienen van verlichting, thermostaten en rookmelders.

©PXimport

Dect

Dect, voluit digital enhanced cordless telecommunications, is een standaard die oorspronkelijk vooral werd toegepast in draadloze telefoons. Ook nu nog is dat de belangrijkste toepassing. Een belangrijk voordeel ten opzichte van de analoge voorgangers is dat meeluisteren vrijwel onmogelijk is. In Europa wordt voor dect het frequentiegebied van 1880 tot 1900 MHz gebruikt. Sinds de invoering in 1993 heeft de technologie zich voortdurend verder ontwikkeld om nieuwe toepassingen mogelijk te maken. Zo kan bijvoorbeeld al enige tijd dataverkeer worden uitgewisseld, wat handig is voor voip, en is het energieverbruik fors teruggebracht. Bovendien is het nieuwe protocol HAN FUN (Home Area Network FUNctional) ontwikkeld, bedoeld voor uiteenlopende smarthome-toepassingen. Er zijn overigens nog niet veel fabrikanten die dat al actief gebruiken. De bekendste uitzondering is AVM, dat de techniek in haar routers heeft geïntegreerd en een slimme contactdoos. Daarmee kun je apparaten of afstand in- of uitschakelen, maar ook de omgevingstemperatuur meten in de buurt van de contactdoos. Ook kun je het stroomverbruik van het aangesloten apparaat meten en analyseren. De volgende versie van Fritz!OS, de software die in de router zit, belooft op het gebied van smarthome ook weer nieuwe uitbreidingen.

©PXimport

Dsmr

In vrijwel iedere woning is inmiddels een slimme meter geplaatst, waarmee de meterstanden voor elektra en gas op afstand uitgelezen kunnen worden. De slimme meter heeft ook een communicatiepoort, P1-poort genoemd, die het mogelijk maakt om de meterstanden via een kabeltje uit te lezen, met de juiste hardware en software. Een bekend voorbeeld is P1 monitor, software die werkt op de Raspberry Pi. Hier kun je daar meer over lezen. Je ziet bij deze software niet alleen je actuele verbruik maar ook mooie grafieken met het historische verbruik. Handig om te zien of je slimme huis ook voor energiebesparing kan zorgen. Uiteraard kun je meterstanden ook met bijvoorbeeld Home Assistant, Domoticz of andere home automation-software uitlezen. De eisen waar de slimme meter aan moet voldoen voor het kunnen uitlezen van gegevens zijn opgesomd in de dsmr-specificatie (Dutch smart meter requirements). Vooral het versienummer van die specificatie is van belang als je de gegevens wilt uitlezen, naast enkele specifieke instellingen voor de communicatie met jouw slimme meter, zoals de baudrate.

©PXimport

Ethernet

Ethernet is de netwerkstandaard voor alle bekabelde verbindingen in je lokale netwerk, meestal op basis van utp-bekabeling, waarmee je zorgt dat apparaten zoals pc’s met elkaar kunnen communiceren. In moderne huishoudens vind je vooral in de meterkast nog wat ethernetkabels. Verder is de rol voor een groot deel overgenomen door wifi dat ook zorgt voor het verbinden met bijvoorbeeld smartphones en tablets en verschillende slimme apparaten zoals hubs. In sommige gevallen gaat er weinig boven een betrouwbaardere vaste aansluiting via ethernet, bijvoorbeeld als je een ip-camera wilt aansluiten. Het is verder ook wel mogelijk om apparaten op afstand te schakelen met de hulp van ethernet, al zijn dit soort oplossingen meestal vrij prijzig.

©PXimport

Infrarood

Infrarood is een eenvoudig maar betrouwbaar protocol dat normaliter voor éénrichtingsverkeer wordt gebruikt. De bekendste toepassing is natuurlijk het bedienen van een televisie of je geluidsapparatuur. Daarnaast wordt het in afstandsbedieningen voor bijvoorbeeld airco’s en rolgordijnen toegepast. Wil je alle losse afstandsbedieningen in huis die via infrarood werken overbodig maken, dan zijn er producten als de Harmony Hub van Logitech. Zo’n hub zorgt enerzijds voor de verbinding met je netwerk, via ethernet of wifi, en kan via oogjes je apparatuur met infrarood bedienen. Zo kun je bijvoorbeeld met een app op de smartphone of via home automation-software afstemmen op een bepaald tv-kanaal, het volume aanpassen of de rolgordijnen laten zakken. Dit alles kan eventueel ook op afstand.

KlikAanKlikUit

Het merk KlikAanKlikUit, vaak afgekort tot KAKU, is vooral bekend van de slimme stekkerdozen, deurbellen en ander voordelig schakelmateriaal. Het gebruikt in de eerste generaties een eigen protocol dat lijkt op het X10-protocol en werkt in de frequentieband rond 433 MHz. De technische mogelijkheden zijn vrij beperkt. Veel meer dan bijvoorbeeld schakelacties of het dimmen van een lamp kun je er vaak niet mee. Er kleven ook andere nadelen aan de standaard. Zo is communicatie maar in één richting mogelijk. Een zender stuurt een signaal naar de ontvanger maar krijgt geen bevestiging dat het signaal is ontvangen. Daarnaast is de communicatie niet versleuteld, waardoor de kans bestaat dat buren onbedoeld apparaten in- en uitschakelen. KlikAanKlikUit levert ook producten die werken in de frequentieband rond 868 MHz en op basis van het ZigBee-protocol, al zijn die uiteraard niet onderling compatibel.

©PXimport

Mesh-netwerk

Standaarden zoals ZigBee, Z-Wave en de laatste generatie bluetooth, kunnen werken volgens een speciale netwerktopologie die mesh wordt genoemd. Kenmerkend bij zo’n mesh-netwerk is dat de apparaten die je binnen dat netwerk gebruikt de signalen van elkaar kunnen ontvangen en opnieuw uitsturen. Ze werken zodoende als een repeater. Op die manier wordt het bereik van het netwerk meteen flink vergroot. Werkt bijvoorbeeld de Philips Hue-lamp op zolder niet optimaal, dan volstaat het vaak om een lamp op een verdieping lager bij te plaatsen. Ook bij wifi is het opzetten van een mesh-netwerk steeds gangbaarder. Het is een van de snelste manieren om de dekking binnenshuis te verbeteren, veelal zonder kabels te trekken. Hiervoor kun je bijvoorbeeld speciale mesh-systemen aanschaffen van bijvoorbeeld Netgear, Ubiquiti, TP-Link of Google. Bij sommige producten, bijvoorbeeld de routers en repeaters van AVM, is de voorziening al in de software ingebouwd.

Thread

Deze relatief nieuwe standaard werd opgezet in 2014 door onder andere Samsung, chipfabrikant ARM en Nest, de maker van slimme thermostaten en rookmelders (inmiddels in handen van Google). Het is ontworpen om apparaten binnenshuis op een eenvoudige en efficiëntere manier draadloos met elkaar te laten communiceren in een netwerk. Bovendien is het energiezuinig en veilig van opzet. Er zijn technisch veel overeenkomsten met ZigBee waardoor zelfs dezelfde chipsets gebruikt kunnen worden. Zo werkt Thread op dezelfde frequentie, maakt het gebruik van een mesh-netwerk en zijn de verbindingen beveiligd. Ook is het stroomverbruik laag, waardoor veel apparaten op batterijen kunnen werken.

©PXimport

X10

Dit is één van de oudste standaarden voor domotica, geïntroduceerd in 1975. Er zijn twee varianten: X10 powerline dat signalen via het stroomnet verstuurt en X10 RF die radiofrequenties rond 433 MHz benut. Ieder apparaat krijgt bij dit protocol een unieke code. Het gebruik van het bestaande stroomnet biedt gemak, al is het door de lage communicatiesnelheid hoofdzakelijk geschikt voor eenvoudige acties als het in- en uitschakelen van verlichting en bedienen van de zonwering, rolluiken of garagepoort. Een nadeel is dat het niet heel veilig is, waardoor gemakkelijk storing met systemen van de buren kan optreden. Het latere en verbeterde Insteon-protocol is op X10 gebaseerd.

Z-Wave

Z-Wave is een van de bekendste protocollen voor het slimme huis. Het protocol maakt een eigen netwerk aan waarvoor in Europa de 868MHz-frequentieband wordt gebruikt. Een hub zorgt voor de verbinding met je lokale netwerk zodat je producten met bijvoorbeeld je smartphone of tablet kunt bedienen. Die hub doet doorgaans ook dienst als controller voor het beheer van het Z-Wave-netwerk. In enkele opzichten zou je het een tegenhanger van 433 MHz kunnen noemen. Er zijn wel belangrijke verschillen. Om te beginnen is het een gestandaardiseerd protocol, waardoor vrijwel alle apparaten werken met dezelfde draadloze commando’s. Het verbruikt ook heel weinig energie, waardoor veel apparaten met een batterij en dus volledig draadloos werken. Bovendien is het goed beveiligd. Zo is het onderlinge verkeer versleuteld en kunnen producten die tot een ander netwerk behoren, bijvoorbeeld dat van de buren, niet communiceren met jouw producten. Daarnaast werkt de communicatie in twee richtingen. De apparaten bevestigen gegeven commando’s om er zeker van te zijn dat de informatie aangekomen is. Z-Wave ondersteunt de mesh-structuur waardoor de apparaten als repeater werken en geven signalen aan elkaar doorgeven, zodat elk apparaat helpt het bereik te verbeteren. Grote namen als Honeywell, Fibaro en Homey maken gebruik van Z-Wave. Een nadeel is dat de producten met dit protocol relatief prijzig zijn.

©PXimport

ZigBee

ZigBee is protocol van de ZigBee Alliance, een samenwerkingsverband van fabrikanten. Het is ontwikkeld als aanvulling op bluetooth en wifi. In de industrie wordt er veel gebruik van gemaakt. Maar ook voor automatisering thuis is het een gewilde standaard. Hoewel op termijn Thread, dat veel overeenkomsten heeft, die rol in lijkt te nemen. Net als Z-Wave maakt ZigBee een eigen netwerk aan, in dit geval rond 2,4 GHz, en biedt het ondersteuning voor een mesh-structuur. Het leent zich uitstekend voor slimme lampen. Zo wordt ZigBee Light Link, een variant van ZigBee, bijvoorbeeld gebruikt in Philips Hue, Osram Lightify en Trådfri, de slimme lampen van Ikea. Er zijn ook losse, draadloze schakelaars om lampen te bedienen. Een mooi voorbeeld is de Hue Tap voor Philips Hue. Daarmee kun je, met een druk op de knop, je favoriete lichtscènes oproepen of alle lampen tegelijk in- of uitschakelen. De schakelaar bewijst ook hoe energiezuinig de ZigBee-standaard is: je hebt geen batterijen nodig, want de schakelaar krijgt automatisch energie wanneer je op een knop drukt. Een hub is bij de ZigBee-standaard een belangrijk onderdeel om de apparaten via je lokale netwerk toegankelijk te maken, zodat je de apparaten via bijvoorbeeld een app op je smartphone of tablet kunt bedienen, of andere systemen zoals de webdienst IFTTT. Het combineren van producten van verschillende fabrikanten is in theorie mogelijk bij de ZigBee-standaard maar blijkt in de praktijk soms een struikelblok, onder andere omdat er verschillende varianten van ZigBee in omloop zijn. In latere versies is dit wel verbeterd.

Wifi

Uiteraard leent wifi zich ook goed voor toepassingen op het gebied van thuisautomatisering, al is het er niet specifiek voor ontworpen. Zo is bijvoorbeeld het energieverbruik relatief hoog en is het aanmelden van apparaten op je netwerk soms omslachtig. Een voordeel van wifi is dat je geen hub nodig hebt zoals bij bijvoorbeeld ZigBee om sensoren in je netwerk beschikbaar te maken. Bovendien zijn via wifi hoge snelheden mogelijk, iets wat bij andere standaarden zoals ZigBee vaak beperkt is. De wifi-dekking is in de meeste huishoudens ook goed op orde en anders kun je dit uitbreiden met extra toegangspunten of een wifi-mesh-systeem. In het slimme huis wordt wifi gebruikt door bijvoorbeeld de WeMo-schakelaars van Belkin en enkele productlijnen van slimme lampen van Chinese afkomst zoals Yeelight en Mi-Light. Die kun je als voordelig alternatief voor Philips Hue zien. In meer hobbymatige projecten zijn de voordelige schakelaars van Sonoff (ongeveer 5 euro) op basis van wifi populair, waarin de (programmeerbare) ESP8266-chipset wordt gebruikt. Verder wordt wifi in het slimme huis natuurlijk door je netwerkcamera’s gebruikt voor het streamen van de camerabeelden.

©PXimport

Api

Veel slimme producten die je koopt, kun je in het ideale geval ook bedienen vanuit andere systemen. Om die interactie mogelijk te maken, zijn de producten voorzien van een zogenaamde api (application programming interface). Het meest gangbaar is dat de api is ingebakken in de hub, zodat toegang via het lokale netwerk of internet mogelijk is. Daarvoor wordt gewoon http-verkeer gebruikt. Een bekend voorbeeld van een hub met api is de Philips Hue Bridge. De fabrikant gaf naast zijn eigen software al snel de toegang tot de api vrij voor dit systeem, zodat de lampen vanuit andere systemen aangestuurd kunnen worden. Denk aan het uitlezen van de status van lampen, het aan- en uitzetten van lampen of het veranderen van de kleur. De webdienst IFTTT maakt er ook gebruik van voor het op afstand schakelen van je lampen. Op internet vind je tevens diverse vrij toegankelijke diensten met een api. Een bekend voorbeeld is Weather Underground waar je uiteenlopende gegevens over het weer kunt ophalen bij weerstations wereldwijd.

Basisstation

Verschillende fabrikanten leveren een basisstation waarmee je vaak in één klap je hele huis kunt besturen. De meeste ondersteunen namelijk een veelvoud van standaarden, zoals Z-Wave, wifi, bluetooth, infrarood, ZigBee en apparaten die in het 433MHz- of 868MHz-frequentiegebied werken. Bekende voorbeelden zijn HomeWizard, Somfy TaHoma, Homey en de Zipabox van Zipato. Bij enkele basisstation, zoals de Zipabox, kun je de ondersteuning van standaarden vergroten door uitbreidingsmodules te plaatsen. Dat maakt dit basisstation in principe ook toekomst-zekerder. Dankzij zo’n basisstation kun je apparaten op verschillende manieren bedienen, bijvoorbeeld via een browser, met een app en soms ook met de stem. Bovendien kun je een stap verder gaan met verschillende automatiseringsregels. Wat mogelijkheden betreft ben je vrijwel volledig afhankelijk van wat de fabrikant heeft ingebouwd.

©PXimport

Home automation-software

Met home automation-software maak je van bijvoorbeeld een eenvoudige Linux-server de spil van je slimme huis. Qua functionaliteit kun je het vergelijken met veel basisstations, al kun je flexibeler uitbreiden. Populaire voorbeelden van home automation-software zijn Domoticz, OpenHAB en Home Assistant. Die hebben allemaal overigens al genoeg aan een Raspberry Pi. Veel hardware kan door deze programma’s direct via je lokale netwerk worden opgespoord of handmatig worden toegevoegd, zoals de Philips Hue Bridge. Daarnaast kun je de usb-aansluitingen benutten om bijvoorbeeld de slimme meter uit te lezen of signalen van RFXcom te verwerken (voor 433MHz-apparatuur). Qua opzet en moeilijkheidsgraad zijn er grote verschillen tussen de verschillende programma’s. Domoticz is van het drietal het meest gebruiksvriendelijk, omdat je vrijwel alles via de interface in de browser kunt bedienen. Wil je toch programmeren, dan kun je dat zowel via een grafische interface als met de hulp van scripts doen. Bij OpenHAB en Home Assistant zul je veel eerder in scripts of configuratiebestanden moeten duiken, al zijn ze in veel opzichten ook flexibeler.

©PXimport

Hub

Een hub is een belangrijke schakel in het slimme huis en zorgt dat bijvoorbeeld een losstaand netwerk op basis van Z-Wave of ZigBee wordt gekoppeld aan je lokale netwerk. Dat kan, afhankelijk van de hub, via ethernet en/of wifi. Een bekend voorbeeld is de Philips Hue Bridge, die sinds versie 2 compatibel is met HomeKit van Apple. Slimme luidsprekers zoals Amazon Echo en Google Home zou je strikt genomen ook een hub kunnen noemen, omdat ze veelal bluetooth ondersteunen en ook, via internet, met bijvoorbeeld IFTTT of Philips Hue samenwerken. Een interessante nieuwkomer, die nog niet in Nederland verkrijgbaar is, is Samsung SmartThings, een hub die onder andere Z-Wave en ZigBee ondersteunt en tevens van uitgebreide api is voorzien met een ontwikkelaarsomgeving.

©PXimport

HomeKit

HomeKit is een platform van Apple dat het mogelijk maakt om apparaten in huis te besturen. Het doel is om apparatuur van verschillende fabrikanten op een centrale plek samen te brengen. Er komen steeds meer accessoires op de markt die HomeKit ondersteunen. Daarvoor moeten ze voldoen aan technische standaarden en ondersteuning van de HomeKit-api om gecertificeerd te worden. Voorbeelden zijn slimme lampen zoals Philips Hue en thermostaten van bijvoorbeeld Honeywell en Netatmo, maar (nog) niet de Nest. Om de verbinding met een accessoire te maken hoef je alleen de unieke code op dat product te scannen met de Woning-app op je iPhone of iPad. Als je die app eenmaal hebt ingesteld, kun je ook meteen Siri gebruiken om apparaten te bedienen. Apple neemt sinds kort deel aan de Thread-standaard, die al door veel grote fabrikanten wordt gebruikt. Dat zet mogelijk de deur open voor een veel bredere ondersteuning van apparatuur.

IFTTT

De webdienst IFTTT (if this, then that) kan slimme apparaten en webdiensten aan elkaar koppelen om uiteenlopende acties te automatiseren. Er is een brede ondersteuning van producten en diensten, bijvoorbeeld apparaten van Sonos en Nest, Philips Hue-lampen, de Belkin WeMo-schakelaars, diverse slimme thermostaten en bekende slimme luidsprekers als Google Home en Amazon Echo. Daarnaast is er een app voor je vertrouwde smartphone. Die gebruik je bijvoorbeeld om acties te configureren, al kun je ook taken op de smartphone zelf automatiseren. Voor het maken van acties selecteer je zogenaamde applets (voorheen recepten genoemd) die je daarna alleen hoeft te configureren. Er wordt veel gebruik van gemaakt: er zijn al meer dan elf miljoen gebruikers die maandelijks meer dan een miljard applets draaien. Concurrenten voor IFTTT zijn er volop, waaronder Zapier, Microsoft Flow, Stringify en Yonomi.

Ook geïnteresseerd professionele beveiliging?

Vraag een offerte aan voor inbraakbeveiliging:

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.