ID.nl logo
Huis

Zo krijg je Apple CarPlay in de auto

Als je aan Apple denkt, dan denk je waarschijnlijk niet direct aan je auto. Toch zal dat in de komende jaren gaan veranderen, want met CarPlay timmert Apple hard aan de weg in de auto-industrie. Maar wat is het precies en hoe krijg je het in jouw auto?

CarPlay is één van de producten van Apple waarover al jaren geruchten rondzongen, maar waarvan tot op de dag van de aankondiging onduidelijk was of het nu daadwerkelijk bestond of niet. In maart 2014 liet het bedrijf eindelijk officieel weten dat CarPlay bestond (al heette het eerst iOS in the Car). Het duurde daarna nog wel even voor er echt gebruik van gemaakt kon worden. Lees ook: Apple CarPlay nu in Nederland.

Wat is CarPlay

Eigenlijk omschrijft de eerste naam van het product, iOS in the Car, heel erg goed wat CarPlay precies is. Het is overigens een van de weinige producten van Apple waarvoor het bedrijf alleen de software maakt en niet ook de hardware. De beste manier om CarPlay te omschrijven is alsof je je iPhone of iPad in het dashboard van je auto klikt, zodat je toegang hebt tot de diensten van Apple in je auto. Je kunt hierbij denken aan Siri, Kaarten, maar ook muziek en natuurlijk de mogelijkheid om te bellen.

Natuurlijk bevatten vrijwel alle nieuwe auto's dit soort mogelijkheden en zijn er zelfs al jaren auto's op de markt die kunnen samenwerken met de iOS-apparaten van Apple, maar absoluut niet op de manier waarop CarPlay dat doet. We durven zelfs te beweren dat, zodra CarPlay écht beschikbaar is voor alle automobilisten (waarom dit nu niet zo is lees je verderop), het een revolutie zal veroorzaken op het gebied van dashboardsystemen - op dezelfde manier waarop Apple revoluties heeft veroorzaakt in de smartphone-industrie, e-book-industrie, muziekindustrie enzovoort.

©PXimport

CarPlay is Apples manier om iOS in de auto te krijgen.

Waarom is CarPlay zo bijzonder?

Je kunt je afvragen of het nu echt zo indrukwekkend is, de iOS-interface in je auto. Het antwoord is zowel ja als nee. De interface van iOS is voor ons immers allang niet meer revolutionair. We zijn eraan gewend op de iPad en de iPhone. Daardoor is het eenvoudig om te vergeten dat nog niet eens zo heel lang geleden (de iPhone bestaat pas sinds 2007) de interfaces op smartphones (toen nog vooral gewoon mobiele telefoons) een drama waren. Nokia, Sony Ericsson, Motorola; allemaal hadden ze hun eigen besturingssysteem en allemaal hadden ze één ding gemeen: traag, niet intuïtief en ronduit inefficiënt. Daar heeft Apple met iOS eigenhandig een einde aan gemaakt en inmiddels weten we niet beter dan dat de interface van een smartphone gewoon prettig werkt.

©PXimport

Het fijne aan CarPlay is dat het korte metten maakt met die onpraktische interfaces van in-dash-systemen.

De auto-industrie is wat dat betreft te vergelijken met de smartphone-industrie van voor 2007. Vrijwel alle nieuwe auto's (binnen een bepaalde prijsklasse uiteraard) hebben inmiddels een infotainmentsysteem. Daarin zit gps ingebouwd en heb de mogelijkheid om je smartphone te koppelen zodat je muziek kunt afspelen via het systeem of kunt bellen via de luidsprekers in je auto, zonder dat je daar nog een aparte handsfree-set voor nodig hebt. Er is echter één probleem: enkele uitzonderingen daargelaten zijn dit soort systemen verschrikkelijk als het om de interface gaat. De bediening is traag, niet intuïtief, het navigatiesysteem is niet half zo handig en modern als dat van TomTom of Apple Maps, en na het synchroniseren van vijf contactpersonen zit het geheugen vol.

Hier wilde Apple iets doen, en dat doen ze op een erg eenvoudige manier. Het brengt namelijk het besturingssysteem dat alle Apple-gebruikers al jaren gebruiken - waar ze aan gewend zijn en dat zich heeft bewezen als efficiënt en gebruikersvriendelijk - over naar de auto. En dat is dus waar CarPlay punten gaat scoren en waarom het zo bijzonder is. Niet alleen voor de gebruikers van CarPlay zelf, maar ook voor de concurrenten, die zich nu genoodzaakt zullen voelen om eindelijk eens iets aan die verschrikkelijke interfaces te doen. Om weer even die vergelijking te trekken: niet lan na de iPhone kwamen immers de Android-telefoons, simpelweg omdat de concurrentie niet kon en wilde achterblijven.

©PXimport

CarPlay brengt bijvoorbeeld Siri en Apple Maps in je auto, hoe handig is dat?

CarPlay en je iPad

Hoe handig CarPlay ook mag zijn, er is wel één maar: je hebt er, op de navigatiefunctie na, niet zo veel aan als je geen iOS-apparaat in je auto hebt. Wanneer je bijvoorbeeld je iPad meeneemt in de auto (en dan bij voorkeur wel eentje met een mobiele dataverbinding), dan kun je CarPlay onder andere gebruiken om berichten te versturen (via Siri), om muziek te streamen vanaf je iPad, om Podcasts te luisteren enzovoort. Siri is daarbij geoptimaliseerd voor gebruik in de auto en begrijpt dat het niet de bedoeling is dat je naar het display staart, dus alle commando's kun je met je stem afhandelen. Heb je een iPhone op zak, dan kun je CarPlay ook gebruiken om te bellen.

Het handige van de navigatie is overigens dat het systeem dankzij CarPlay een lijst heeft met contactpersonen, waardoor je dus heel gemakkelijk kunt zeggen: Siri, plan een route naar Martine (ervan uitgaande dat je haar adres in je iPad hebt). Kortom: CarPlay is vooral een leuke ontwikkeling voor mensen die al een Apple-apparaat bezitten (gelukkig zijn dat er aardig wat).

©PXimport

Vanaf je CarPlay-systeem heb je toegang tot functionaliteiten van je iPad.

Welke auto's hebben CarPlay?

Zoals je verderop in dit artikel kunt lezen is het mogelijk om CarPlay in je auto in te (laten) bouwen. Maar ben je nu toch al van plan een nieuwe auto te kopen en wil je dat CarPlay daar direct bij zit? De enige manier om dat voor elkaar te krijgen, is door een auto te kopen die écht net de fabriek uit komt rollen. In 2014 waren er slechts vijf merken die auto's verkochten met CarPlay, te weten Ferrari, Mercedes-Benz, Honda, Volvo en Hyundai. Nu kunnen we ons voorstellen dat je geen geld hebt voor een Ferrari of Mercedes, dus is het goed om te weten dat er in 2015 maar liefst 27 automerken bij zijn gekomen die CarPlay ondersteunen, waaronder Alfa Romeo, Fiat, Ford, Citroën, Kia, Renault, Suzuki, Toyota en Volkswagen. Kortom, als je tóch een nieuwe auto gaat kopen, is het goed om dit even in je achterhoofd te houden.

©PXimport

Wil je een auto met CarPlay, dan zul je echt de nieuwste modellen moeten aanschaffen.

CarPlay in je huidige auto

Tot voor kort was dit artikel nogal een dooddoener geweest. Want nadat we je enthousiast hadden gemaakt over CarPlay, hadden we je moeten vertellen dat het niet mogelijk was om gebruik te maken van het systeem, tenzij je een van de eerdergenoemde nieuwe auto's aanschafte waarin CarPlay al is ingebouwd. Gelukkig hoeven we je nu niet meer teleur te stellen! Inmiddels zijn er diverse after-market-oplossingen voor CarPlay, wat betekent dat er apparaten zijn die je kunt inbouwen waarmee je de CarPlay-functionaliteit toevoegt aan je huidige auto.

©PXimport

Als je wilt, kun je CarPlay zelf inbouwen, maar eenvoudig is dat niet.

Problemen

Helaas is het inbouwen van een dergelijk systeem niet altijd zo eenvoudig als het misschien klinkt. Althans, het hangt een beetje af van wat voor soort auto je hebt, en dan met name van wat voor soort infotainmentsysteem je op dit moment aan boord hebt. Wrang genoeg: hoe duurder de auto, hoe ingewikkelder het wordt om deze van CarPlay te voorzien. De reden daarvoor is heel eenvoudig: als je een auto hebt die alleen beschikt over een autoradio die verder niets doet, is het zeer eenvoudig om die autoradio eruit te wippen en te vervangen voor een systeem dat CarPlay ondersteunt. Hoe meer je huidige infotainmentsysteem kan, des te lastiger wordt het om het CarPlay-systeem in plaats daarvan in te bouwen.

Denk bijvoorbeeld maar eens aan infotainmentsystemen die je in staat stellen om te bellen via de luidsprekers, die je toegang geven tot een camera aan de achterkant zodat je nergens tegenaan rijdt, die je kunt bedienen via het stuur enzovoort. Bij dit soort systemen is het echt niet zomaar een kwestie van oude systeem eruit, nieuwe systeem erin: álles moet worden doorgelust, voor zover dat al mogelijk is. Wanneer je naar een specialist gaat op dit gebied, hoeft dat je echt geen fortuin te kosten (afhankelijk van de complexiteit en de partij tussen de 99 en 299 euro), maar zelfs dan kun je nog tegen vervelende problemen aanlopen. Zo trachtten wij een Pioneer-systeem met CarPlay in onze Citroën C3 in te bouwen, en kregen we doodleuk te horen dat dat niet kon omdat er geen frontje was om het ding op z'n plaats te houden. Van 3D-printen hebben de meeste technici blijkbaar nog niet gehoord.

©PXimport

Om CarPlay in te bouwen, heb je een compatibele auto nodig, zoals de Citroën C4 Cactus.

Welke systemen ondersteunen CarPlay?

Heb jij een auto die niet zo ingewikkeld is qua infotainmentsysteem, of heb je het er wel voor over om de trukendoos open te trekken voor wat Apple-functionaliteit in je auto? Dan wil je wel weten wat je precies moet kopen. Op dit moment moet je vooral kijken bij het merk Pioneer, want dát is toch wel het merk dat helemaal los is gegaan op het integreren van CarPlay binnen z'n systemen. We lichten er een paar uit.

Pioneer AVIC-8100NEX

Dit in-dash-systeem van Pioneer heeft een WVGA-display van 7 inch met een resolutie van 800 x 480. Het is een multitouch-scherm, zodat je de interface van iOS in al z'n facetten kunt gebruiken, waaronder het pinch-to-zoom onderdeel (al zijn dat zaken waar je tijdens het rijden niet mee bezig moet zijn). Mocht je het autorijden nog wat gevaarlijker willen maken, dan is het fijn om te weten dat de AVIC-8100NEX ook de mogelijkheid bevat om dvd's af te spelen. In Europa hebben we dit model nog niet voorbij zien komen, maar in de Verenigde Staten betaal je er 800 dollar voor. Je moet er dus wel wat voor over hebben.

©PXimport

Pioneer SPH-DA120

Wil je toch graag iets minder uitgeven, ga dan voor dit 6inch-model van Pioneer. Hij is verkrijgbaar voor circa 400 euro. De resolutie is hetzelfde, en je krijgt dezelfde mogelijkheden op het gebied van CarPlay, maar het systeem bevat geen cd-sleuf, dus je kunt er geen cd's of dvd's mee afspelen. Wat ons betreft geen schande, want wie heeft cd's nodig als alle muziek op je iPad staat?

©PXimport

Parrot RNB6

Wil je graag CarPlay, maar liever niet van Pioneer, dan zul je nog even moeten wachten. Bijvoorbeeld tot de Parrot RNB6 later dit jaar op de markt komt. Dit in-dash-systeem, dat de 'Best Innovation Award' won tijdens de CES 2015, heeft een 7inch-scherm dat multitouch. Interessant aan dit systeem is dat het ook informatie uit de andere systemen van de auto kan uitlezen, waardoor het bijvoorbeeld ook mogelijk wordt om een dashcam aan te sluiten. Een adviesprijs is nog niet bekend, maar reken erop dat je er meer voor zult betalen dan het duurste Pioneer-systeem in dit overzichtje.

©PXimport

Werkt Apple aan een AppleCar?

Omdat Apple meestal de software én de hardware van producten maakt, vragen veel mensen (vooral in de auto-industrie) zich af: is Apple in het diepste geheim bezig aan het bouwen van een heuse AppleCar? Een echt antwoord kunnen wij daar natuurlijk niet op geven, maar er is wel informatie waaruit we veel kunnen afleiden. We zijn er absoluut van overtuigd dat Apple bezig is met het idee voor een AppleCar. Immers, het bedrijf is altijd op zoek naar nieuwe segmenten die het kan betreden, en de automarkt is in veel opzichten een interessante markt. Al was het alleen maar om het aspect van de interfaces waar we het eerder in dit artikel over hebben gehad. Zeker nu we aan de vooravond staan van een revolutie op het gebied van zelfrijdende auto's, is hier voor Apple veel winst te behalen.

Maar denken wij dat Apple op dit moment ook echt een auto aan het bouwen is? Nee, wij zien dit in elk geval in de komende drie jaar nog geen realiteit worden. Apple is heel erg goed in het bewaren van geheimen, maar toch is de afgelopen drie/vier jaar vrijwel alle informatie over de iPhone, iPad en zelfs de Apple Watch uitgelekt. Voornamelijk via de partners waarmee Apple samenwerkt. En tenzij Apple op z'n nieuwe Campus II een geheime autofabriek heeft gebouwd, zal het voor een AppleCar toch echt de samenwerking moeten aangaan met partners ... en dan zou er allang iets zijn uitgelekt. Kortom, we zijn er absoluut van overtuigd dat Apple werkt aan een eigen auto - er zijn zelfs geruchten dat het bedrijf mensen heeft weggekocht bij Tesla - maar als dat zo is, dan bevindt dit project zich in een fase waarbij het net zo eenvoudig in de prullenbak gegooid kan worden als dat het doorgang kan vinden. Die auto van Apple komt er uiteindelijk wel, maar niet op korte termijn.

©PXimport

Het gerucht gaat dat Apple aan een eigen auto werkt.

▼ Volgende artikel
Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?
© wayhome.studio
Energie

Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?

Onophoudelijke niesbuien, branderige ogen en een niet te tackelen vermoeidheid: voor hooikoortspatiënten is de lente lang niet altijd een pretje. Gelukkig zijn er apparaten die je klachten kunnen verlichten. Wij vertellen je wat het beste werkt: een luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger.

In het kort: Een luchtbevochtiger voegt vocht toe aan een ruimte. Dat is nuttig bij hooikoorts, zou je denken, want door vocht komen pollen naar beneden. Maar een luchtontvochtiger voorkomt schimmel en huisstofmijt in huis, wat ook nuttig kan zijn bij allergische klachten. En dan is er nog de luchtreiniger, die onzuiverheden uit de lucht haalt. Dus: welk van de drie apparaten moet je nu in huis halen? In dit artikel leggen we dat allemaal uit.

Lees ook: Hatsjoe! 💦 Last van hooikoorts? Deze apparaten kunnen je klachten verminderen

Hooikoorts is een allergische reactie op pollen, oftewel stuifmeel van grassen, planten of bomen. Wanneer de temperaturen beginnen te stijgen en de natuur na een koude winter tot bloei komt, verspreiden deze pollen zich via wind in een rap tempo door de lucht. Wie dan op een zonnige dag de deuren en ramen open zet, kan rekenen op een ontelbare hoeveelheid ronddwarrelende pollen in huis. Dat zorgt niet alleen overdag voor vervelende hooikoortsklachten binnenshuis, maar ook je nachtrust kan er flink onder lijden.

Om allergische klachten in huis te verlichten, kun je een aantal dingen doen. Horren plaatsen voor deuren en ramen bijvoorbeeld: die houden een deel van de pollen tegen, maar helaas niet alle. Ook met regelmatig stofzuigen haal je een deel van de pollen weg, al geldt dat alleen voor de pollen die al op de grond liggen. Om pollen uit de lucht te verwijderen, kun je een luchtreiniger overwegen. Dit apparaat trekt stof en pollen uit de lucht en blaast vervolgens schone lucht de ruimte in. Ook een luchtbevochtiger of luchtontvochtiger kan helpen bij hooikoortsklachten, afhankelijk van de luchtvochtigheid in je woning en jouw specifieke allergieën.

Luchtbevochtiger

Te droge lucht in huis is absoluut niet fijn bij hooikoorts. Droge lucht veroorzaakt irritatie aan de slijmvliezen, waardoor deze minder goed in staat zijn om stofdeeltjes en allergenen te weren. Bestaande hooikoortsklachten, zoals droge ogen, een kriebelkeel en benauwdheid, kunnen daardoor erger aanvoelen. Bovendien kunnen pollen in een droge ruimte makkelijker blijven rondzweven dan in een goed bevochtigde ruimte. Ga maar na: hoe minder regen er valt, hoe heviger je hooikoortsklachten (waarschijnlijk) zijn. Dat komt omdat pollen er zonder regen langer over doen om naar beneden te komen en je ze dus makkelijker blijft inademen.

©HN Works

Het voordeel van een luchtbevochtiger lijkt dus tweeledig: het vermindert klachten door geïrriteerde slijmvliezen én het voorkomt dat pollen in huis blijven circuleren. Toch zijn luchtbevochtigers meestal niet de eerste keuze als het om hooikoorts gaat. Hun vermogen om pollen daadwerkelijk uit de lucht te halen lijkt beperkt, en bovendien zijn huizen in de lente en zomer – wanneer hooikoortsklachten het ergst zijn – vaak eerder te vochtig dan te droog. Plaats je een luchtbevochtiger in een al vochtig huis, dan kunnen allergische klachten door een toename van schimmels juist verergeren. Een luchtbevochtiger heeft alleen zin bij hooikoortsklachten als de luchtvochtigheid in je woning lager is dan 40 procent. Met een hygrometer kun je dit eenvoudig meten. 

Luchtontvochtiger

Omdat warme lucht vocht vasthoudt, hebben veel huizen in de lente en zomer last van een te hoge luchtvochtigheid. Huisstofmijt en schimmels zijn dol op vochtige omgevingen, wat bijvoorbeeld verklaart waarom je in de zomer doorgaans meer schimmelplekken in huis opmerkt. Voor hooikoortspatiënten is dat helaas (extra) slecht nieuws. Vaak reageert hun overgevoelige immuunsysteem niet alleen op pollen, maar ook op schimmelsporen, mijten en dierenharen. Die combinatie van allergenen zorgt dan voor een extra belasting van het immuunsysteem, waardoor hooikoortsklachten kunnen verergeren. 

Een luchtontvochtiger onttrekt vocht uit de lucht en lijkt dus een goede keuze als je met hooikoorts én een te vochtige woning kampt. Toch kent ook dit apparaat zijn beperkingen als het om hooikoorts gaat. Zo filtert een luchtontvochtiger geen pollen uit de lucht zoals een luchtreiniger dat doet. Daarnaast werkt een luchtontvochtiger alleen als de luchtvochtigheid in huis daadwerkelijk te hoog is, oftewel meer dan 60 procent. Is dat niet het geval, dan loop je het risico dat de lucht in huis juist te droog wordt, waardoor klachten als benauwdheid en een droge keel alleen maar verergeren.

©Sue Tansirimas

Luchtreiniger

Er is één apparaat waar vrijwel iedere hooikoortspatiënt baat bij heeft: de luchtreiniger. Luchtreinigers zijn speciaal ontwikkeld om stof, pollen en andere allergenen uit de lucht te halen. Dat doen ze door verontreinigde lucht aan te zuigen, deze te filteren en vervolgens weer schone lucht uit te blazen. Er zijn verschillende soorten luchtreinigers met elk hun eigen werking, dus als hooikoortspatiënt is het goed om extra aandacht te besteden aan wat voor type luchtreiniger je in huis haalt.

Kies in elk geval een luchtreiniger met HEPA-filter. Dit type filter haalt zelfs de kleinste stofdeeltjes en pollen uit de lucht én voorkomt dat deze opnieuw de lucht in worden geblazen. Ook nuttig bij hooikoortsklachten is een luchtreiniger met ionisator: die voegt negatief geladen deeltjes toe aan de lucht, waardoor pollen onschadelijk worden gemaakt en naar beneden vallen. Met een ionisator is de kans heel klein dat er toch nog pollen in de lucht blijven zweven.

Of kies beide

Soms is een combinatie van apparaten het beste om je hooikoortsklachten aan te pakken. Is de lucht in jouw woning te droog? Zet dan een luchtreiniger én luchtbevochtiger neer. Bij een te hoge vochtigheid kies je voor een luchtreiniger en luchtontvochtiger. Zo pak je het probleem aan twee kanten aan en zul je waarschijnlijk de meeste verlichting merken.

▼ Volgende artikel
Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?

Als je gezonde verse sapjes wilt maken, heb je een sapcentrifuge of slowjuicer nodig. Hoewel deze apparaten op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn ze zeker niet hetzelfde. Weet je niet welk van de twee je moet kiezen? Wij helpen je op weg! 

In het kort: twijfel je tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer? Beide apparaten maken gezonde sapjes, maar werken heel anders. Daardoor is het sap uit het ene apparaat gezonder dan het sap uit het andere. Ook het soort ingrediënten dat je in sapcentrifuges en slowjuicers kunt verwerken, verschilt. In dit artikel leggen we het allemaal uit.

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen sapjes en smoothies. Smoothies maak je met een blender en bestaan meestal uit gepureerd fruit met een vloeistof, zoals water, melk of yoghurt. Omdat in een blender hele stukken fruit of groenten worden verwerkt, is de structuur van een smoothie wat dikker. Een sapje is daarentegen vloeibaar en vaak helder. Je maakt het met een sapcentrifuge of slowjuicer. Het verschil tussen die twee? Een sapcentrifuge creëert helder sap met weinig vezels, een slowjuicer maakt geconcentreerd sap waarin de vezels behouden blijven. Daardoor is het sap uit een slowjuicer iets gezonder, maar een slowjuicer is ook duurder. Daarnaast vindt niet iedereen het sap uit een slowjuicer vanwege de vezelige structuur even lekker. 

Benieuwd naar de grootste verschillen tussen sapcentrifuges en slowjuicers? Dit zijn ze! 

Werking

Sapcentrifuges en slowjuicers persen beide op een andere manier. In een sapcentrifuge zit een rasp die snel ronddraait. Gooi je een stuk fruit in de vulopening, dan begint de rasp te draaien en wordt het sap uit het fruit geperst. De natte pulp die daarbij overblijft, wordt van het sap gescheiden. Het resultaat is een helder gekleurd sapje waar je bijna doorheen kunt kijken. Een sapcentrifuge werkt heel snel; binnen enkele seconden tot een minuut staat er een heerlijk vitaminebommetje voor je klaar. En dankzij de brede vulopening hoef je je fruit en groenten niet eerst te snijden – ook wel zo makkelijk. 

©279photo

Een slowjuicer is, zoals de naam al zegt, een stuk minder snel. In dit apparaat worden ingrediënten heel langzaam gekneusd met een vijzel. Op die manier komt er tijdens het persen minder warmte en oxidatie vrij, waardoor vitaminen, vezels en antioxidanten zo goed mogelijk behouden blijven. Daardoor blijft er ook iets meer pulp in het sap van een slowjuicer achter dan in het sap van een sapcentrifuge. Een slowjuicer vergt door zijn kleine vulopening daarnaast iets meer voorbereidend werk; je moet je groenten en fruit eerst in grove stukken snijden voordat je ze in het apparaat stopt. Maar daar krijg je dus wel wat voor terug: een sapje bomvol vitaminen en vezels. 

Soorten groenten en fruit 

Een ander voordeel aan slowjuicers is dat je er heel veel kanten mee op kunt. De vijzel in een slowjuicer werkt namelijk zo krachtig en zorgvuldig dat hij zelfs uit de meest vochtarme groenten en fruit sap weet te persen. Je kunt met een (goede) slowjuicer dus ook sap maken uit bladgroenten en bananen. Als je wilt, kun je er zelfs notenpasta mee maken. Een sapcentrifuge krijgt door zijn snelle en lichtere werking alleen sap uit groenten en fruit met een hoog vochtgehalte, zoals appels, sinaasappelen en bleekselderij. 

Gezondheid

Zoals gezegd is het sap uit een slowjuicer iets gezonder dan het sap uit een sapcentrifuge. Dat komt omdat in het sap uit een slowjuicer naast de vitaminen ook de vezels beter behouden blijven. Vezels zijn goed voor de spijsvertering en zorgen voor een langzamere opname van de natuurlijke suikers in fruit, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Maar dat betekent niet dat het sap uit een sapcentrifuge helemaal niet gezond is. Je profiteert immers nog steeds van de vele vitaminen en antioxidanten. En zolang je niet te veel fruit ten opzichte van groente in je sapje verwerkt, zal het met die schommelende bloedsuikerspiegel wel meevallen. Een goede verhouding is 70 procent groenten, 30 procent fruit. 

©Maridav

Prijs 

Aan de krachtige pers van een slowjuicer en de supergezonde sapjes die daaruit komen, hangt wel een flink prijskaartje. Voor een goede slowjuicer leg je namelijk al snel zo'n 200 tot 400 euro neer. Er zijn ook slowjuicers van slechts een paar tientjes, maar het risico van deze goedkopere modellen is dat ze vaak minder efficiënt persen en sneller stukgaan. Een goede sapcentrifuge heb je daarentegen al voor nog geen 100 euro of iets meer dan dat. Maar laat het prijskaartje nooit leidend zijn: uiteindelijk gaat het erom wat je wilt met het apparaat. Het zou zonde zijn als een sapcentrifuge voor jou uiteindelijk toch te beperkt blijkt en je alsnóg een dure slowjuicer moet aanschaffen. 

Dus: wat kies je? 

Een sapcentrifuge is fijn als je van helder sap houdt, je alleen fruit en groenten met een hoog vochtgehalte gaat persen en je niet te veel geld wilt uitgeven. Een slowjuicer kies je als je extra gezonde, vezelrijke sapjes wilt en je ook van plan bent bladgroenten, vochtarm fruit en eventueel noten te gaan persen. Kies je voor een sapcentrifuge, maar wil je toch af en toe vochtarme ingrediënten in je sapjes verwerken? Maak dan eerst sap met je sapcentrifuge en doe dit vervolgens samen met de vochtarme ingrediënten in een blender. Heeft een slowjuicer jouw voorkeur, maar houd je niet zo van vezelige sapjes? Zeef je sapje na het juicen nog eens door een fijne zeef of theedoek. Zo heb je alsnog een helder sapje zonder pulp.