ID.nl logo
In gesprek over BOTS: Slimme beleggingsapp voor crypto
© PXimport
Huis

In gesprek over BOTS: Slimme beleggingsapp voor crypto

De Nederlandse start-up BOTS gebruikt kunstmatige intelligentie om namens jou te handelen in cryptovaluta. De beleggingsapp wint aan populariteit en heeft grootse plannen. We spreken erover met medeoprichter en CEO Michiel Stokman.

BOTS is een app (Android en iOS) die handelsalgoritmes automatisch laat handelen in cryptovaluta. Zo’n handelsalgoritme heet een bot, is ontwikkeld door een derde partij en vooraf goedgekeurd door het BOTS-team. Je stort minimaal vijftig euro in je BOTS-portemonnee en kunt dat geld investeren in een bot. Vervolgens hoef je er niet meer aan om te kijken: de bot handelt totdat jij je geld opneemt en in een andere bot stopt of naar je bankrekening overmaakt. De bot probeert winst voor jou te maken.

BOTS zelf verdient met name geld door in- en uitstapkosten (respectievelijk 0,2 en 1,5 procent van je bedrag) en 0,2 procent transactiekosten te rekenen. Het verdienmodel en groeipotentieel van de app valt in goede aarde bij investeerders. BOTS heeft inmiddels ruim 1400 certificaat-aandeelhouders en wordt naar eigen zeggen gewaardeerd op 95 miljoen euro. 

Volgens CEO Stokman is de app inmiddels meer dan 240.000 keer gedownload uit de winkels van Google en Apple en zijn er zo’n 40.000 actieve Nederlandse gebruikers. “Ons handelsvolume is nu meer dan 200 miljoen euro per maand en we groeien hard”, vertelt hij. De stormachtige groei gaat gepaard met technische uitdagingen. Toen de prijs van Bitcoin in december omhoogschoot, kreeg BOTS er veel gebruikers bij en draaide er continu vier tot vijf miljoen euro in het betalingssysteem.

“Het duurde soms 24 uur voordat mensen uitbetaald werden en dat blijken ze niet leuk te vinden”, constateert Stokman droogjes. “Mensen willen het geld direct op hun bankrekening hebben, dus hebben we het systeem verbeterd. We focussen ons op gebruikersgemak, maar moeten natuurlijk ook prestaties laten zien.”

©PXimport

Van idee naar succes

Stokman en zijn compagnons haalden via een crowdfundingscampagne onder bekenden 650.000 euro op om BOTS van de grond te krijgen. “We organiseerden een paar avonden met een borrel en presenteerden ons idee, dat bestond uit dertig velletjes papier. Alle software hebben we zelf gebouwd, van de backend tot de apps. Na anderhalf jaar konden we een bèta demonstreren en hebben we die bijna een jaar getest met duizend gebruikers.” 

Het BOTS-team moest in die beginfase ook veel moeite doen om zogeheten bot creators aan zich te binden. Deze onafhankelijke ontwikkelaars schrijven handelsalgoritmes om automatisch te handelen in cryptovaluta en krijgen commissie over de resultaten van gebruikers. Nu het concept zich bewezen heeft en BOTS aan populariteit wint, kan Stokmans team naar eigen zeggen kiezen uit bots van zo’n 700 bot creators. 

“We kiezen alleen bots die beter presteren dan gemiddeld en kijken heel scherp naar de verhouding tussen risico nemen en winst maken. Daarnaast letten we op het risico dat je heel veel geld verliest als de markt opeens daalt, want dat wil je zo laag mogelijk houden.”

©PXimport

©PXimport

De bots krijgen een risicoprofiel van minimaal 1 en maximaal 12 toebedeeld om aan te duiden hoeveel financieel risico ze nemen met het handelen. BOTS schermt op sociale media, zijn website en in nieuwsmedia graag met de hoge rendementen die de handelsalgoritmes behalen. Een deel van de bots behaalt inderdaad winsten van tientallen procenten, terwijl andere bots minder indrukwekkende resultaten boeken. 

De schrijver van dit stuk investeerde begin december vijftig euro in een bot met een gemiddeld risicoprofiel (6/12). In de weken erna klom de bot naar anderhalve euro winst. Anderhalve maand later staat de bot op een paar euro verlies. Stokman: “Een bot die de eerste drie maanden niet meteen winst maakt, hoeft niet per se slecht te zijn. Hij kan het namelijk goed doen in een slechtere periode. Dus schrijf ‘m niet te snel af. Maar ik snap het ook als je hem na drie maanden (met verlies, red.) verkoopt en een andere kiest.” Kortom: met de BOTS-app kun je geld verdienen, maar ook verliezen.

Wetten en banken lopen achter

Maar wat BOTS nou precies doet, is voor velen een raadsel. “Het is heel moeilijk om het aan iemand uit te leggen, want wij ontwikkelen dit voor overmorgen”, aldus Stokman. “We willen altijd alles netjes volgens de wet doen, maar dat is soms lastig, omdat de wet er nog niet is. Want het gaat over crypto. De wetgeving hobbelt nog altijd heel ver achter de innovatie aan.” 

Toestemming om BOTS samen met een partner officieel in Duitsland te lanceren, laat volgens Stokman lang op zich wachten. In Nederland is de app al een tijdje actief, maar dat ging ook niet zonder slag of stoot. “Wat het moeilijke aan Nederland is, is dat je goed kunt overleggen met de wetgever, maar dat wij geen innovatiecultuur hebben. We zeggen van wel, maar we zijn eigenlijk geen innovatief land. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld kunnen nieuwe bedrijven ondanks de strengere wetgeving toch veel makkelijker groeien.” 

Bijvoorbeeld met financiële hulp van banken. Gevraagd of Stokman ook weleens met banken om tafel heeft gezeten, antwoordt hij: “Zeker in het begin was er heel veel contact. Heel veel praten. Maar als je tachtig uur per week werkt, dan stop je op een gegeven moment met praten, want het leverde niets op.” Banken kunnen niet naar voren bewegen, zegt hij. “Schrijf maar op: aan alle banken van Nederland, ze gaan het zonder fintech niet redden. Ik denk dat ze al overleden zijn voordat ze begrijpen wat er aan de gang is.”

Hybrid exchange

De CEO loopt van de grote vergadertafel naar een whiteboard en legt met steekwoorden en allerlei pijlen geroutineerd uit hoe het kopen en verkopen van cryptovaluta in zijn werk gaat. Veel aandacht gaat uit naar het platform (de exchange) waarop je een valuta – bijvoorbeeld bitcoin (ver)koopt. De platforms hanteren verschillende valutaprijzen, rekenen uiteenlopende transactiekosten en zijn vanwege tragere programmeertalen niet allemaal even snel. 

Bovendien is het voor particuliere gebruikers niet altijd duidelijk wat het volume en dus de liquiditeit van de valuta is. “Mijn ouders snappen dit niet”, zegt Stokman met gevoel voor understatement. “Maar zij maken wel gebruik van de BOTS-app, wat betekent dat ze het niet hóeven te snappen.” BOTS gebruikt naar eigen zeggen een ‘hybrid exchange’: een gebruiksvriendelijke app die achter de schermen complexe bots laat handelen bij exchanges. 

©PXimport

Stokman: “Wij hebben de snelheid dankzij een goede programmeertaal en hebben een systeem dat de liquiditeit berekent en dus het financiële risico verlaagt. Daarnaast krijgen we vanwege onze hoge handelsvolumes korting op de transactiekosten van exchanges en die korting geven we deels aan onszelf en deels aan de gebruiker.”

Nu het investeren in cryptovaluta op rolletjes loopt, bereidt BOTS zich voor op het toevoegen van meer investeringsmogelijkheden. “Wat we nu willen doen, zijn beleggingsopties toevoegen die minder risico hebben en aantrekkelijker zijn voor nieuwkomers”, vertelt Stokman. “In april of mei willen we het handelen in aandelen van grote bedrijven toevoegen.”

“Reguliere aandelen dus, maar verhandeld door een bot die kunstmatige intelligentie gebruikt op basis van veertig jaar data. We voeden die bots nu met die data en willen het daarom een stuk beter gaan doen dan de Robeco’s (Een internationale vermogensbeheerder die ook in Nederland actief is, red.).”

Stokman denkt ook na over de mogelijkheid om te investeren in start-ups, bijvoorbeeld via een eigen digitale valuta (token). “Investeren in innovatieve tech-start-ups lijkt me een stuk leuker dan in Coca-Cola”, lacht hij. BOTS werkt ook aan een project om mensen via uiteenlopende tokens te laten investeren in internationale projecten die zich inzetten voor dier- en milieubescherming. Een project waar de start-up naar eigen zeggen niet aan gaat verdienen, maar omt principiële redenen aan werkt.

“Technisch is het klaar en we zijn het aan het testen, maar er moet achter de schermen nog veel gebeuren. Het moet straks goed zijn, dus ik durf niet te zeggen wanneer je het kunt gebruiken. Het kan best nog één tot anderhalf jaar duren”, vertelt Stokman.

Toekomstplannen

De start-up werkt natuurlijk aan meer dingen. Zo is er BOTS Gold, volgens Stokman ‘hetzelfde product met meer aandacht.’ “We kunnen de mensen die vanaf 10.000 euro, willen investeren, beter uitleggen wat crypto’s zijn en wat BOTS-algoritmes kunnen doen.” Stokman stelt dat BOTS Gold ‘honderden klanten’ heeft en dat de verantwoordelijke medewerker er fulltime mee bezig is. Hij krijgt binnenkort versterking. Andere medewerkers zetten BOTS TV op, een tweewekelijkse YouTube-uitzending met gasten die over beleggen praten. Stokman wilt op termijn naar zeker één uitzending per week.

©PXimport

 En ja, er komt ‘uiteindelijk’ ook een websiteomgeving voor BOTS-klanten. Volgens de CEO is daar niet zoveel vraag naar en is het ook een kwestie van geld. “We hebben nu al twintig man op IT zitten en als je er een website bij doet, krijg je er veel werk bij. Met name qua beveiligingsrisico’s.” 

BOTS bouwt al zijn software op Flutter, waarvan de webversie al een tijd in bèta zit. Stokman: “We wachten het rustig af. We willen beleggen toegankelijk maken voor al die mensen die dat nu niet kunnen, en al die mensen zijn mobile. In landen als Argentinië, Brazilië en Afrikaanse landen gebruikt bijna niemand een computer om te beleggen.”

Gevraagd naar de toekomstplannen van BOTS antwoordt Stokman: “Er komen hele goede nieuwe bots aan voor cryptovaluta, we gaan op korte termijn meer investeringsmogelijkheden aanbieden en we willen ons product nog stabieler maken.” De komende tijd wil hij dat zijn start-up via datagedreven marketing gaat groeien in een vijftal landen, waaronder België, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk. “Over een jaar zitten we in zestig landen”, sluit de CEO zelfverzekerd af.

Waar het benodigde groeikapitaal vandaan moet komen? “We praten al een hele tijd met grote partijen. Die willen dat je je eerst bewijst. Dat punt hebben we bereikt. Eerst moesten we ons best doen om afspraken te maken, deze week ben ik zelf drie, vier keer benaderd.”

Beleggingstips

Ben je na het lezen van dit artikel enthousiast geworden over beleggen? Stokman raadt uiteraard zijn BOTS-app aan maar heeft ook andere tips. Hij geeft zijn drie belangrijkste adviezen. Stap 1: Lees je in Wie geïnteresseerd is in beleggen, kan zich volgens Stokman het beste eerst goed inlezen. Op internet of boeken; er is veel waardevolle informatie te vinden. Onder andere over cryptovaluta. “Maar als je echt wilt weten hoe crypto werkt, moet je eigenlijk eerst leren hoe geld ontstaat. Veel mensen weten dat niet. Lees een boek over de geschiedenis van hoe geld ontstaat en dan snap je waarom crypto zo’n goed alternatief is en waarom de blockchain zo interessant is.” Stap 2: Differentieer je investeringen “Ongeacht hoeveel euro je investeert, zou ik het differentiëren. Verdeel je investering over een stuk of tien tot vijftien potjes”, adviseert Stokman. “Crypto is natuurlijk veelbelovend, maar ik zou zeker niet al je geld investeren via BOTS of een ander platform. Doe dat liever met een deel en investeer met andere potjes bijvoorbeeld in traditionele aandelen, valuta en sectoren. “Niet per se uit de AEX, liever iets wereldwijds.” Stap 3: Investeer met een doel Of je nu 100 of 100.000 euro investeert, Stokman raadt aan één of meerdere duidelijke doelen te stellen. “Ik heb bijvoorbeeld beleggingen voor mijn kinderen in BOTS. Mijn kinderen zijn nu elf en dertien, dus ik geef die beleggingen rond hun achttiende vrij. Dan kunnen ze het geld gebruiken voor hun studie, misschien wel in het buitenland.”  Een duidelijk doel motiveert je ook om niet aan je investering te komen. Hoelang dat is, verschilt per persoon. De een wil een paar jaar sparen om een motor te kunnen kopen, terwijl de ander belegt om later een wereldreis te kunnen maken. Of misschien investeer je juist, zodat je je kinderen kunt helpen als ze over twintig jaar een huis willen kopen.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.