ID.nl logo
Eten opwarmen in de magnetron: dit moet je weten (mét stappenplan!)
© Monkey Business Images
Huis

Eten opwarmen in de magnetron: dit moet je weten (mét stappenplan!)

Het komt bij iedereen wel eens voor: je hebt te veel eten gemaakt. Misschien zelfs wel expres, zodat je na een drukke dag alleen nog iets hoeft op te warmen en niet urenlang in de keuken hoeft te staan. Maar wat is de beste manier om deze kliekjes weer op te warmen? Spoiler alert: in de magnetron. Maar het kan óók in de airfryer, oven of in een pan. In dit artikel kom je er alles over te weten.

🍲 Je eten opwarmen... Hoe doe je dat goed, snel en veilig? In dit artikel lees je onder andere dat:

  • de magnetron de beste manier is om eten op te warmen
  • aan het opwarmen van eten in de airfryer wat nadelen zitten
  • én dat je maar liefst 50% aan vitaminen en mineralen verliest bij het opwarmen van eten. Dus zorg dat je ook af en toe vers eet! 😉

Ook interessant voor jou: De grootste misverstanden over eten opwarmen: wat is waar en wat is niet waar?

Stappenplan voor het veilig opwarmen van eten

Er zijn een aantal dingen waar je op moet letten bij het bereiden en bewaren van voedsel, om te zorgen dat je het na het opwarmen gewoon veilig kunt eten.

  • Laat je maaltijd altijd eerst afkoelen voor je 'm in de koelkast bewaart. Bacteriën krijgen vrij spel als het eten nog warm is.

  • Gebruik plastic folie of een bakje met deksel om het eten af te dekken.

  • Het Voedingscentrum raadt aan om voedsel maar één keer opnieuw op te warmen, maar veel deskundigen zeggen dat vaker wel kan, mits je het gerecht goed (gekoeld) bewaart en slim verwarmt.

  • Roer de maaltijd die je opwarmt regelmatig door en voeg eventueel wat water toe om te zorgen dat het eten niet uitdroogt.

  • Wees extra voorzichtig met rijst; dat kan besmet zijn met de bacterie Bacillus cereus. Heb je Chinees over? Bewaar het nooit in een bakje op de aanrecht als je het de volgende dag weer wilt eten; bewaar het echt in de koelkast!

©Marek Uliasz

Bewaar kliekjes in een bakje of op zijn minst afgedekt met folie.

Wat gebeurt er met je eten bij opwarmen

Bij het verhitten van groenten en vlees verlies je voedingsstoffen. Dat gebeurt de eerste keer dat je het verhit (bijvoorbeeld wanneer je het gerecht kookt), maar ook weer bij het opwarmen.

Bij verhitten van voedsel in het algemeen kun je verlies ondervinden van onder andere:

  • Water-oplosbare vitaminen (vitamine C en B-vitaminen)

  • Vet-oplosbare vitaminen (vitamine A, D, E en K)

  • Mineralen (voornamelijk kalium, magnesium, natrium en calcium).

Concreet hebben we het dan over verliezen van minstens 50%, afhankelijk van de temperatuur en manier van verhitten.

Als je eten opnieuw opwarmt, gaan er meestal ook nog meer voedingsstoffen verloren. Je gezonde maaltijd is net even minder voedzaam dan bij de eerste bereiding (maar nog steeds gezonder dan fastfood).

©lesterman - stock.adobe.com

Beste manier om eten op te warmen

Het opwarmen van eten in de magnetron is een van de meest populaire manieren om eten snel en gemakkelijk op te warmen. Of je nu restjes van de vorige dag wilt opwarmen of een diepvriesmaaltijd wilt ontdooien, een magnetron is daar perfect voor. Maar is eten opwarmen in de magnetron wel veilig? Daar kunnen we kort over zijn. Ja. Mits je wat slimme voorzorgsmaatregelen.

Opwarmen in de magnetron

Een magnetron werkt met ongevaarlijke elektromagnetische straling. Deze straling zorgt ervoor dat de vochtdeeltjes in het eten in beweging komen, waardoor er warmte vrijkomt. Deze straling wordt ook wel microgolven genoemd. In tegenstelling tot wat sommigen denken is de straling niet radioactief.

Het opwarmen van eten in de magnetron is net zo veilig als het opwarmen in een pan of in een oven. Maar houd er rekening mee dat het eten niet altijd gelijkmatig verhit wordt. Hierdoor kunnen er nog bacteriën in het eten zitten. Dit kun je eenvoudig verhelpen: het enige dat je moet doen is ervoor zorgen dat je het eten tussendoor goed omroert en herverdeelt. Dit is vooral belangrijk als je bijvoorbeeld een grote portie eten opwarmt. Als je de juiste combinatie van tijd en vermogen kiest, is er geen reden waarom je niet veilig gebruik kunt maken van deze handige keukenhulp.

Sterker nog: je kunt stellen dat eten verwarmen in de magnetron juist goed is. In principe geldt: hoe langer we iets opwarmen, hoe meer voedingsstoffen er verloren gaan. En als we kijken naar de snelheid van opwarmen, dan wint de magnetron het hier vaak van de andere methoden. Dus als je snel en efficiënt je eten wilt opwarmen, zonder dat er al te veel voedingswaarde verloren gaat, dan is de magnetron een goede optie.

De slechte reputatie komt waarschijnlijk vooral door het feit dat de magnetron in de praktijk veel gebruikt wordt voor het opwarmen van kant-en-klaar maaltijden. Over het algemeen zijn dat niet per se gezonde maaltijden. Maar je kunt zeker wel gezonde maaltijden in de magnetron bereiden of opnieuw opwarmen.

🍲 Tips voor het opwarmen van eten in de magnetron:

  • Verhit restjes en kliekjes altijd door en door tot ze stomend heet zijn, daarmee dood je alle bacteriën.
  • Verdeel het eten in kleine porties, zodat het sneller opgewarmd is.
  • Roer of schep het eten regelmatig om tijdens het verwarmen, zodat de hitte gelijkmatig verdeeld wordt.
  • Gebruik een deksel, bord of magnetronfolie om het vocht in de maaltijd te behouden tijdens het opwarmen, om te zorgen dat het eten niet droog wordt.
  • Kies de juiste combinatie van vermogen en tijd voor het beste resultaat. Minder watt betekent dat je iets langer opwarmt.

Opwarmen in de airfryer

Een airfryer werkt met hete lucht. Het apparaat verwarmt je eten van buitenaf en werkt met een verwarmingselement.

In principe is de airfryer het gezonde alternatief voor een frituurpan, het wordt zelfs de heteluchtfriteuse genoemd. Maar er zijn ook nadelen. Zo blijkt dat er bij het airfryen van vis (dat op een hoge temperatuur gebeurt) cholesteroloxidatieproducten worden gevormd. Deze COP's kunnen onze aderen aantasten. COP’s ontstaan wanneer het cholesterol in vlees of vis tijdens het koken afbreekt. Door het toevoegen van verse peterselie, bieslook of een mengsel van deze kruiden ga je dit proces deels tegen. Bonus: dat maakt je visgerecht nog lekkerder ook!

Een ander nadeel van airfryen is dat het de hoeveelheid Omega-3 vetzuren in vis kan verminderen. En dat is jammer, want dit zijn juist goede vetten, die onder andere de hersenen ondersteunen.

©Ai Inspire

Eten opwarmen in de oven

Je kunt eten absoluut opwarmen in de oven, maar dat duurt wel langer dan in de magnetron. Bovendien wordt het eten, door de warme lucht, eerder droog. De magnetron is dus beter geschikt voor het opwarmen van maaltijden.

Zet de temperatuur van de oven niet te hoog, bijvoorbeeld 110 of 120 graden Celsius. Dek de maaltijd af, bijvoorbeeld met aluminiumfolie, zodat zoveel mogelijk vocht in het gerecht blijft. Tip: een beetje water over het gerecht sprenkelen kan eigenlijk nooit kwaad voordat het de oven in gaat; dat voorkomt uitdroging.

Ook interessant voor jou: Welke heteluchtoven moet je hebben?

Eten opwarmen in de pan

Er zijn ook wat gerechten die je het beste in de pan opwarmt, zoals risotto. Giet hier nog wat extra bouillon bij en laat het op lage temperatuur opwarmen. Gebruik bij het opwarmen van eten in een pan het deksel van de pan om de warmte vast te houden. P.S. Wij wisten het ook niet, maar er bestaan zelfs speciale risottopannen, zoals dit exemplaar bij Amazon.nl.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.