ID.nl logo
Slimme robotmaaiers: drie krachtpatsers getest!
Huis

Slimme robotmaaiers: drie krachtpatsers getest!

De tijden waarin je een gazon iedere week zelf moet maaien zijn allang voorbij. Met de juiste robotmaaier wordt je veld automatisch op exact de juiste lengte gehouden, maar bij de aanschaf bij zo'n machine komt veel kijken. Hoe werken de verschillende robotgrasmaaiers van Gardena, Husqvarna en andere merken, en welke past het best bij je tuin? We kijken naar drie machines om het voor je uit te zoeken.

In dit artikel lees je onder meer:

  • welke systemen robotmaaiers gebruiken;
  • welke soort maaier het beste past bij welk type tuin;
  • hoe Gardena, Husqvarna en RoboUP zich tot elkaar verhouden.

Ook lezen: Welke planten zijn het meest geschikt voor een tuin met veel schaduw?

Het basisidee achter een robotmaaier

Welke robotmaaier je ook koopt, het basisidee is bijna altijd hetzelfde: ze hebben allemaal een oplaadstation in de tuin en kunnen worden geprogrammeerd om op gezette tijden over je veld te gaan en alles te kortwieken. Een grote, rode stopknop zorgt dat je hem snel kunt uitschakelen als hij bijvoorbeeld dreigt over een tuinslang te rijden. Probeert iemand hem op te tillen, dan gaat er een alarm af dat je alleen kunt deactiveren met een ingestelde pincode. Zo voorkomen fabrikanten dat de buurman jouw maaier steelt om zijn eigen gazonnetje te onderhouden.

Het voornaamste verschil in maaiers zit in hoe ze de grenzen van je grasveld in de gaten houden. De één gebruikt een draad die je rond je gazon legt, terwijl een ander op gps leunt. Onderstaande drie maaiers gebruiken allemaal een net wat ander systeem – met ook wisselende resultaten.

Lees ook: Tuinonderhoud: zo maak je je tuin klaar voor de herfst

InfoGardena SILENOHusqvarna NERARoboUP
Vanafprijs600 euro2869 euro1500 euro
Gazongrootte250 vierkante meter2200 vierkante meter500 vierkante meter
TrackingsysteemKoord in grasGps-module aan paal of huisGps-module in laadstation

Gardena smart SILENO life

Het systeem dat de Gardena smart SILENO life gebruikt, is het populairst bij fabrikanten. Met speciale haringen bevestig je een grensdraad rond de randen van je gazon, met een extra draad die de maaier weer naar zijn oplaadstation kan sturen. Hierdoor leent het systeem zich het best voor kleine en middengrote tuinen: het aanleggen van zo'n snoer neemt immers even wat tijd in beslag. Al heeft de grasmaaierfabrikant ook installateurs die dat tegen betaling voor je doen. Dat kost tussen de 183 en 226 euro. 

Zo'n draad valt de eerste weken op, maar uiteindelijk vergroeit hij met je grasveld en is hij nagenoeg onzichtbaar. Een goede, minimalistische oplossing, al hadden we bij onze tests wel last van wat problemen. In de eerste week sneden de messen van de maaier bijvoorbeeld door de draad op een diagonaal stuk van de tuin waardoor de verbinding werd verbroken en de maaier weigerde zijn werk te doen.

De sensoren van de smart SILENO life hadden bij onze tests soms ook wat kuren - die waren op te lossen door de maaier heen en weer te schudden, tipte de fabrikant ons. Na een paar keer dat te hebben gedaan, werkte het systeem uiteindelijk wel vlekkeloos.

Dit is overigens meteen ook de meest betaalbare optie in onze tests. Het door ons geteste model kostte 1349 euro, maar dit exemplaar is gemaakt voor tuinen van 1000 vierkante meter. Heb je een veldje van hooguit 250 vierkante meter, dan zijn er kleinere Gardena-maaiers in deze reeks die voor minder dan 600 euro over de toonbank gaan.

Husqvarna NERA

De Husqvarna NERA is een systeem gebouwd voor grotere tuinen, met gazons tot 5000 vierkante meter. Een grensdraad is hierbij niet nodig – in plaats daarvan gebruikt de robotmaaier gps om je tuin in beeld te brengen en te zien waar de grenzen van het gazon precies lopen. 

Wel moet je daarbij een speciaal referentiestation in je tuin installeren op minstens twee meter hoogte. Als je die niet aan je huis of een hoge schutting kunt hangen, moet je dus een paal aan de rand van je veld neerzetten. Esthetisch geen fraaie oplossing, maar effectief is het wel: de NERA reed probleemloos op ons veld rond zonder problemen te veroorzaken. Omdat hij geen draad gebruikt, is er ook geen risico dat hij iets onbedoeld kapotsnijdt.

Het is meteen wel de duurste oplossing in onze lijst. De goedkoopste NERA kost 2869 euro. Dat is meteen ook een model voor tuinen van 2200 vierkante meter. Het is een systeem vooral bedoeld voor grotere tuinen, wat die hoge prijs weer deels rechtvaardigt.

RoboUP

De RoboUP is een nieuwe speler op de robotmaaiermarkt. Deze slimme maaier is afkomstig uit Hong Kong, waar hij werd geproduceerd na een succesvolle crowdfundingscampagne op Kickstarter. Hij belooft het beste van beide werelden van bovenstaande maaiers: de RoboUP werkt zonder grensdraad, maar heeft ook geen lompe paal in je tuin nodig om je gps-locatie te bepalen.

De RoboUP gebruikt namelijk zijn oplaadstation als referentiepunt voor het gps-systeem. Op papier een handig idee, maar we merkten bij onze tests dat dit in de praktijk wat haken en ogen heeft. Zo werkt het station pas goed als hij niet vlakbij hoge gebouwen staat – waardoor je hem in de praktijk niet naast een huis of schuur kunt zetten. Wij kregen hem pas aan de praat nadat we het station hadden verplaatst naar een open gedeelte van het veld, waar geen obstakels het gps-signaal tegenhielden.

Het daadwerkelijke gps-systeem werkte toen ook niet heel erg goed. RoboUP belooft dat de maaier de grenzen van je gazon detecteert, maar bij onze eerste ritten ging hij consequent richting de oprit naast het veld en kwam hij onder de auto vast te zitten. In zo'n geval is het mogelijk je veld met de hand af te bakenen door vanuit een app een rondje te rijden, maar dit werkte priegelig en onhandig. En zelfs toen werden grote delen van het gazon overslagen – en raakte de maaier in de war als hij in de buurt van een schommel kwam.

Het maakt het lastig om de RoboUP aan te raden - die met zijn vanaf-prijs van 1500 euro voor velden van 500 vierkante meter ook niet heel goedkoop is. We begrepen dat de maaier het beter doet op afgesloten velden met bijvoorbeeld een hek eromheen. Maar als je zulke stappen neemt, kun je net zo goed een grensdraad in het gras steken.


▼ Volgende artikel
Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps
© Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com
Huis

Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

Google Maps is een veelgebruikte navigatie-app binnen zowel Android als iOS. Veel mensen zijn inmiddels gewend aan die app en hebben geen behoefte aan alternatieven. Maar als je om je heen kijkt, zijn er genoeg kaarten-apps die de moeite waard zijn.

In dit korte overzicht zetten we vier apps in het zonnetje. Mocht je Google Maps zat zijn, of minder van Google afhankelijk willen zijn, dan kun je één van de onderstaande apps uitproberen:

  1. Here WeGo
  2. Apple Maps
  3. Waze
  4. OsmAnd

Ook interessant: Maak kennis met Waze: een slim alternatief voor Google Maps

Google Maps is inmiddels meer dan alleen een app voor het navigeren. Je kunt er eveneens informatie over je omgeving of buurt mee opzoeken, en zodoende leuke plekjes ontdekken. Ook biedt de app informatie over bijvoorbeeld files en de luchtkwaliteit. Daarnaast laten mensen er zelf recensies en foto's op achter, waardoor je nog een beter beeld krijgt van wat er in jouw omgeving gebeurt. En vergeet de Steet View-functie niet om een omgeving elders op de wereld te verkennen.

Maar dit is natuurlijk niet de enige dienst die je op deze manier op je smartphone kunt gebruiken. In dit artikel bieden we vier alternatieven voor Google Maps aan.

GRATIS OF BETAALD? Alle apps die we in dit artikel noemen zijn gratis te gebruiken. Alleen in het geval van OsmAnd kun je eventueel kiezen voor een abonnement, met prijzen variërend van 1,82 tot 39,99 euro.

1- Here WeGo

De eerste app in dit korte lijstje is Here WeGo. Dit is een gratis te downloaden app, die in de basis hetzelfde doet als Google Maps – maar dan zonder Google. Je hebt toegang tot verschillende soorten navigatieopties, zoals wandelen, met de auto of het ov, en kunt directies opvragen die je van deur tot deur brengt. Daarnaast zijn er allerlei mogelijkheden waarmee je de reis, ongeacht het voertuig, personaliseert. Zo kun je kiezen voor de snelste of de kortste route (het verschil zit hem in snelheid) en of je in realtime omgeleid wil worden wanneer dat nodig is. Zo kan Here WeGo rekening houden met files en eventueel oponthoud. Verder zijn er twee weergavemodi: een zoals in Google Maps en een met een satellietbeeld van de omgeving.

Here WeGo is beschikbaar voor Android en iOS.

Watch on YouTube

🚲Leestip: Ga eropuit! De beste sites en apps voor wandelen en fietsen

2- Apple Maps

We kunnen het ons bijna niet voorstellen dat je dit niet weet als je een iPhone hebt, maar Apple biedt met zijn eigen kaartenapplicatie Apple Maps ook een prima alternatief voor Google Maps aan. Hoewel de software eerder onbruikbaar was, heeft de app de afgelopen jaren flinke sprongen vooruit gemaakt. Had je de app eerder afgeschreven, dan kun je je er nu aan wagen. Net zoals bij andere navigatie-applicaties heb je de keuze uit verschillende reisopties, zoals met de auto, de fiets en bijvoorbeeld een taxi. Apple Maps biedt routenavigatie, locatie delen, plaatskaarten en een interactieve 3D-weergave aan van allerlei omgevingen. Zo krijg je een beter beeld van wat er te beleven valt, of hoe er een stad, dorp of weg vormgegeven is.

Apple Maps is alleen beschikbaar voor iOS.

Watch on YouTube

3- Waze

Mocht je iemand zijn die uit het Google-ecosysteem wil stappen, of minder van Google afhankelijk wil zijn, dan is Waze wellicht niet de beste optie. Google is namelijk eigenaar van deze app. Maar voor andere gebruikers kan dit wel een goed alternatief zijn. Veel van de informatie die Waze presenteert, is namelijk afkomstig vanuit de community. Gebruikers houden andere mensen dus op de hoogte. Daardoor krijg je veel meer updates in realtime over wat er om je heen gebeurt of wanneer je eenmaal de weg op gaat. Ongelukken en dergelijke zijn daardoor geen verrassingen meer. Waze kan bovendien razendsnel andere routes aanbieden, en je kunt van tevoren aangeven dat je bepaalde wegen of gebieden wilt vermijden.

Waze is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

4- OsmAnd

OsmAnd is tot slot een navigatieapplicatie die volop gebruikmaakt van opensource-informatie. In dit geval gaat het om de data van OpenStreetMap. Dat is niet het enige dat dit zo'n sterke app maakt. Want OsmAnd legt voornamelijk de nadruk op offline gebruik. Zo kunnen gebruikers niet alleen hun eigen omgeving, maar ook gewoon de kaart van een volledig land offline beschikbaar maken. Dat zal de app dan ook meteen vragen op het moment dat je hem voor het eerst opent. Daardoor kun je niet alleen data besparen, ook heb je gewoon een goede kaart tot je beschikking wanneer je in een gebied bent met slecht internet. Verder is het fijn om te zien dat OsmAnd de basis op orde heeft als het gaat om de interface en navigatieopties. Alle basale functies die je mag verwachten van een kaartenapp zit in OsmAnd, dus je hoeft niets te missen.

OsmAnd is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

Liever een losse navigatie voor in je auto?

Voordeel: leidt je niet af met appjes en meldingen

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.