ID.nl logo
Groen tuinieren: 10 x waterbesparende tips voor de tuin
© mimagephotos - stock.adobe.com
Huis

Groen tuinieren: 10 x waterbesparende tips voor de tuin

Sommige zomers zijn droger dan droog. Het gazon ziet er al snel verlept geel uit, de planten gaan hangen en de grond voelt gortdroog aan. Je tuin is dan dankbaar voor elke druppel water die het krijgt. Op zo’n moment wil je al gauw de tuinslang op vol vermogen aanzetten. Maar om water te besparen ̶ goed voor het milieu en je portemonnee ̶ geef je het best op deze zuinige manieren de tuin water.

Vind je het belangrijk om zuinig te zijn met water? In het kort geef je minder water aan de tuin door:

  • Op de juiste tijdstippen water te geven
  • Regenwater te gebruiken
  • Minder vaak water te geven
  • Met de gieter te bewateren
  • Potplanten in de schaduw te zetten
  • Andere plantjes in je gazon laten groeien
  • Je grote tuin automatisch water te geven
  • Bodembedekkers te planten
  • De grond goed te checken
  • Voor sterke planten te kiezen

Lees ook: Groen, slim en geautomatiseerd: de revolutie in tuinieren

Tip #1: Geef op het juiste tijdstip water

Zie je dat de tuin wel weer wat water kan gebruiken? Wacht dan met het geven van water tot het avond is, of doe het in de vroege ochtend. ’s Ochtends en ’s avonds is het minder warm, waardoor het water niet verdampt voor het water de wortels van de planten bereikt. Daarnaast heb je minder kans dat de bladeren verbranden, want waterdruppels kunnen als vergrootglas in de zon werken. Voordat je water geeft, schoffel je eerst de droge aarde wat los, zodat het water beter bij de planten komt.

Tip #2: Hergebruik regenwater, zwembadwater en kookwater

Hoewel het in de zomer kurkdroog kan zijn, is het tijdens de andere jaargetijden regelmatig een natte boel. Zonde om niets te doen met al dat water. Vang het water dat door je dakgoten stroomt op met een watertank of een regenton. Gebruik dit regenwater vervolgens weer voor het bewateren van je planten. Heb je een verplaatsbaar zwembad in de tuin? Laat het vuile water niet zo wegspoelen door de put, maar gebruik het voor de planten. Net als kookwater van aardappels of pasta. Laat kookwater van groente en pasta wel eerst afkoelen voordat je het aan de planten geeft. Hiermee bespaar je liters water.

©Thijs de Graaf - stock.adobe.com

Vang regen op in een ton voor duurzaam water geven

Goed voor je plantjes en je portemonnee

Tip #3: Stop met het lui maken van je planten

Planten die in de volle grond staan hebben niet dagelijks water nodig. Door ze dagelijks water te geven, creëer je juist luie planten die niet diep wortelen. Geef je planten minder vaak water, waardoor ze goede wortelstelsels ontwikkelen om bodemwater op te nemen. Een keer per week geef je ze daarom water. Dit mag best een plens zijn, zodat de planten de overige dagen van de week met hun wortels dieper gaan om het water te zoeken dat naar de bodem is gezakt. Deze regel geldt niet voor potplanten en planten die je net hebt gepland, die kunnen wel wat extra liefde en verzorging gebruiken.

Ook interessant: Verticaal tuinieren: zo maak je een groene wand

Plant geen planten in de zomer Het is beter om niet tijdens de warme zomer nieuwe planten te planten. Leestip voor het juiste moment om te planten: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Tip #4: Geef handmatig water met de gieter

Wanneer je met een tuinslang water aan de tuin geeft, gaat een groot deel van het water verloren door verdamping en verspreiding op stukken tuin waar geen water nodig is. Zonde! Je kunt dus beter de gieter pakken, meteen bij je regenton water tanken en gericht de planten water geven. Vooral voor kleine tuinen is dit de beste oplossing.

©ldprod - stock.adobe.com

Tip #5: Geef potplanten een schaduwrijke plek

Potplanten die de hele dag in de volle zon staan, overleven zo’n droge zomer niet goed. Ze drogen flink uit. Verplaats de potplanten daarom tijdens warme zomerdagen liever naar een schaduwrijke plek. Je hoeft ze dan minder water te geven. Doe dit ook zeker als je op vakantie gaat, dat scheelt je buurvrouw of buurman water geven.

Tip #6: Laat andere plantjes toe in je grasmat

Het hoeft maar een paar weken droog te zijn en je gazon ziet eruit alsof je in Spanje woont. Een geel gazon met kale plekken is niet zo mooi. Natuurlijk kun je meer water geven, maar een andere optie is om meer andere plantjes in je grasveld te laten groeien. Denk aan madeliefjes, tijm, klaver en de zachte ooievaarsbek. Dit zijn plantjes die graag de kale plekken in het gazon opvullen. Deze planten kunnen de droogte goed aan en hebben niet zoveel water nodig om te blijven leven. De insecten in je tuin, zoals hommels en vlinders, zijn je dankbaar voor de bloemen van deze plantjes.

Tip #7: Geef de tuin automatisch water

Wanneer je een grote tuin hebt, is het water geven met de gieter onbegonnen werk. Een automatisch watersysteem is dan ideaal. Er zijn waterbesparende druppelirrigatiesystemen. Deze systemen geven druppelsgewijs water aan je planten, waardoor je tot wel 70 procent water kan besparen in vergelijking met handmatig met de tuinslang de tuin bewateren. Al het water komt precies daar waar het moet.

Wil je liever een sproeisysteem? Kies dan voor een systeem waar je zones instelt. Zo bepaal je wanneer de borders water krijgen, wanneer het gazon, maar ook dat het niet de tuin van de buren meeneemt. Voor grote tuinen zijn deze opties zuiniger dan wanneer je zelf de tuinslang erbij pakt.

©Mariusz Blach

Tip #8: Gebruik bodembedekkers en compost

Een manier om te zorgen dat de aarde niet zo uitdroogt tijdens de zomer, is door bodembedekkers te planten in de borders en compost te gebruiken. Hierdoor houdt de aarde rondom de planten beter het water vast. Of bedek de bodem met een mulchlaag van houtsnippers, stro, cacaodoppen of grasmaaisel. Hierdoor bescherm je de aarde tegen de felle zonnestralen, waardoor water minder snel verdampt.

Tip #9: Check de grond eerst

Soms lijkt de grond droog, maar is dit niet het geval. De bovenste laag van de aarde is dan door de zon opgedroogd, maar daaronder is de grond nog vochtig. Check daarom voordat je de tuin water geeft eerst of de aarde wel echt droog is. Wanneer dit zo is, laat je de gieter beter nog even staan.

Tip #10: Kies voor sterke planten

Controleer voordat je nieuwe planten aanschaft goed waar ze moeten staan. Zet schaduwplanten ook echt in de schaduw. Koop planten die goed tegen warmte kunnen, zoals de rode spoorbloem, klimop, mediterrane kruiden en duifkruid. Dit zijn planten die een dikke, viltige of vet blad en stengel hebben, wat de plant beschermt tegen droogte en warmte.

Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze