Groen tuinieren: 10 x waterbesparende tips voor de tuin
Sommige zomers zijn droger dan droog. Het gazon ziet er al snel verlept geel uit, de planten gaan hangen en de grond voelt gortdroog aan. Je tuin is dan dankbaar voor elke druppel water die het krijgt. Op zo’n moment wil je al gauw de tuinslang op vol vermogen aanzetten. Maar om water te besparen ̶ goed voor het milieu en je portemonnee ̶ geef je het best op deze zuinige manieren de tuin water.
Vind je het belangrijk om zuinig te zijn met water? In het kort geef je minder water aan de tuin door:
- Op de juiste tijdstippen water te geven
- Regenwater te gebruiken
- Minder vaak water te geven
- Met de gieter te bewateren
- Potplanten in de schaduw te zetten
- Andere plantjes in je gazon laten groeien
- Je grote tuin automatisch water te geven
- Bodembedekkers te planten
- De grond goed te checken
- Voor sterke planten te kiezen
Lees ook: Groen, slim en geautomatiseerd: de revolutie in tuinieren
Tip #1: Geef op het juiste tijdstip water
Zie je dat de tuin wel weer wat water kan gebruiken? Wacht dan met het geven van water tot het avond is, of doe het in de vroege ochtend. ’s Ochtends en ’s avonds is het minder warm, waardoor het water niet verdampt voor het water de wortels van de planten bereikt. Daarnaast heb je minder kans dat de bladeren verbranden, want waterdruppels kunnen als vergrootglas in de zon werken. Voordat je water geeft, schoffel je eerst de droge aarde wat los, zodat het water beter bij de planten komt.
Tip #2: Hergebruik regenwater, zwembadwater en kookwater
Hoewel het in de zomer kurkdroog kan zijn, is het tijdens de andere jaargetijden regelmatig een natte boel. Zonde om niets te doen met al dat water. Vang het water dat door je dakgoten stroomt op met een watertank of een regenton. Gebruik dit regenwater vervolgens weer voor het bewateren van je planten. Heb je een verplaatsbaar zwembad in de tuin? Laat het vuile water niet zo wegspoelen door de put, maar gebruik het voor de planten. Net als kookwater van aardappels of pasta. Laat kookwater van groente en pasta wel eerst afkoelen voordat je het aan de planten geeft. Hiermee bespaar je liters water.
©Thijs de Graaf - stock.adobe.com
Vang regen op in een ton voor duurzaam water geven
Goed voor je plantjes en je portemonnee
Tip #3: Stop met het lui maken van je planten
Planten die in de volle grond staan hebben niet dagelijks water nodig. Door ze dagelijks water te geven, creëer je juist luie planten die niet diep wortelen. Geef je planten minder vaak water, waardoor ze goede wortelstelsels ontwikkelen om bodemwater op te nemen. Een keer per week geef je ze daarom water. Dit mag best een plens zijn, zodat de planten de overige dagen van de week met hun wortels dieper gaan om het water te zoeken dat naar de bodem is gezakt. Deze regel geldt niet voor potplanten en planten die je net hebt gepland, die kunnen wel wat extra liefde en verzorging gebruiken.
Ook interessant: Verticaal tuinieren: zo maak je een groene wand
Plant geen planten in de zomer Het is beter om niet tijdens de warme zomer nieuwe planten te planten. Leestip voor het juiste moment om te planten: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig
Tip #4: Geef handmatig water met de gieter
Wanneer je met een tuinslang water aan de tuin geeft, gaat een groot deel van het water verloren door verdamping en verspreiding op stukken tuin waar geen water nodig is. Zonde! Je kunt dus beter de gieter pakken, meteen bij je regenton water tanken en gericht de planten water geven. Vooral voor kleine tuinen is dit de beste oplossing.
©ldprod - stock.adobe.com
Tip #5: Geef potplanten een schaduwrijke plek
Potplanten die de hele dag in de volle zon staan, overleven zo’n droge zomer niet goed. Ze drogen flink uit. Verplaats de potplanten daarom tijdens warme zomerdagen liever naar een schaduwrijke plek. Je hoeft ze dan minder water te geven. Doe dit ook zeker als je op vakantie gaat, dat scheelt je buurvrouw of buurman water geven.
Tip #6: Laat andere plantjes toe in je grasmat
Het hoeft maar een paar weken droog te zijn en je gazon ziet eruit alsof je in Spanje woont. Een geel gazon met kale plekken is niet zo mooi. Natuurlijk kun je meer water geven, maar een andere optie is om meer andere plantjes in je grasveld te laten groeien. Denk aan madeliefjes, tijm, klaver en de zachte ooievaarsbek. Dit zijn plantjes die graag de kale plekken in het gazon opvullen. Deze planten kunnen de droogte goed aan en hebben niet zoveel water nodig om te blijven leven. De insecten in je tuin, zoals hommels en vlinders, zijn je dankbaar voor de bloemen van deze plantjes.
Tip #7: Geef de tuin automatisch water
Wanneer je een grote tuin hebt, is het water geven met de gieter onbegonnen werk. Een automatisch watersysteem is dan ideaal. Er zijn waterbesparende druppelirrigatiesystemen. Deze systemen geven druppelsgewijs water aan je planten, waardoor je tot wel 70 procent water kan besparen in vergelijking met handmatig met de tuinslang de tuin bewateren. Al het water komt precies daar waar het moet.
Wil je liever een sproeisysteem? Kies dan voor een systeem waar je zones instelt. Zo bepaal je wanneer de borders water krijgen, wanneer het gazon, maar ook dat het niet de tuin van de buren meeneemt. Voor grote tuinen zijn deze opties zuiniger dan wanneer je zelf de tuinslang erbij pakt.
©Mariusz Blach
Tip #8: Gebruik bodembedekkers en compost
Een manier om te zorgen dat de aarde niet zo uitdroogt tijdens de zomer, is door bodembedekkers te planten in de borders en compost te gebruiken. Hierdoor houdt de aarde rondom de planten beter het water vast. Of bedek de bodem met een mulchlaag van houtsnippers, stro, cacaodoppen of grasmaaisel. Hierdoor bescherm je de aarde tegen de felle zonnestralen, waardoor water minder snel verdampt.
Tip #9: Check de grond eerst
Soms lijkt de grond droog, maar is dit niet het geval. De bovenste laag van de aarde is dan door de zon opgedroogd, maar daaronder is de grond nog vochtig. Check daarom voordat je de tuin water geeft eerst of de aarde wel echt droog is. Wanneer dit zo is, laat je de gieter beter nog even staan.
Tip #10: Kies voor sterke planten
Controleer voordat je nieuwe planten aanschaft goed waar ze moeten staan. Zet schaduwplanten ook echt in de schaduw. Koop planten die goed tegen warmte kunnen, zoals de rode spoorbloem, klimop, mediterrane kruiden en duifkruid. Dit zijn planten die een dikke, viltige of vet blad en stengel hebben, wat de plant beschermt tegen droogte en warmte.