ID.nl logo
DIY: zo bouw je zelf een insectenhuisje
Huis

DIY: zo bouw je zelf een insectenhuisje

Met een insectenhuisje trek je al deze nuttige insecten naar je tuin. Je kunt er een kopen, maar nog leuker is het om (samen met je kinderen) een insectenhuisje te maken. Met deze tips knutsel je ‘m in een middagje in elkaar.

De planten en bloemen in je tuin hebben insecten nodig; de hommels en de bijen helpen bij de bestuiving van planten, het lieveheersbeestje eet bladluis op, net als de gaasvlieg en de graafwespen. Graafwespen helpen trouwens ook met je tuin cicaden en bladkeverlarven vrij te houden.

Na het lezen van dit artikel weet je:

Wat heb je nodig voor een insectenhuisje?

Voor het insectenhotel kun je allemaal oude materialen gebruiken die je toch al hebt. Zo ruimt je schuur weer een beetje op. Let er wel op dat het hout onbewerkt is, of alleen bewerkt is met een milieu- en diervriendelijke verf of lak.

o Een zaag of een decoupeerzaag
o Een potlood
o Spijkers of schroeven van zo'n 1,5 bij 20 millimeter en 1,8 bij 30 millimeter
o Een liniaal
o Een hamer
o Een schroevendraaier
o Een boormachine met boortjes van 2 tot 3 millimeter
o Een nietmachine voor hout
o Een kniptang
o Haakjes om het insectenhuis op te hangen of bakstenen om 'm op neer te zetten
o Een houten plank van ongeveer 3 centimeter dik en 18 tot 25 centimeter breed, met deze plank maak je de achterkant
o Een houten plank tussen 1 en 1,5 centimeter dik en zo’n 10 tot 15 centimeter breed
o Een houten plank van 2 tot 3 cm dik
o Een massief stuk hout
o Vulling voor het insectenhuis, zoals takken met zachte binnenkant, bamboe, riet, een blok hout, houtwol, schors, houtsnippers, gebroken terracottapotten, mos en hooi of stro
o Een klein stukje fijnmazig kippengaas

Tip: wil je geen roestplekken in jouw insectenhuisje? Koop dan verzinkte spijkers of schroeven.

Stap 1: begin bij de achterkant

Pak de plank voor de achterkant erbij. Teken aan de bovenkant twee diagonale punten, zodat de plank een vorm van een huisje met een dak krijgt. Meet hiervoor de breedte van de plank op en deel dit getal door tweeën. Meet deze afstand vanaf de hoeken langs de zijkant naar beneden en zet een streepje. Meet de bovenkant van de plank en zet hier in het midden een streepje. Trek nu met de liniaal een lijn van de streepjes aan de zijkant naar de streep aan de bovenkant. Zaag nu de getekende hoeken eraf, zodat de plank de vorm van een huisje heeft.

Wij hebben ervoor gekozen om de achterkant 45 centimeter hoog te maken en 30 centimeter breed. Voor het dak hebben we 20 centimeter van de zijkant gerekend. Hierdoor is het een redelijk breed en groot insectenhuis geworden.

Stap 2: het dak maken

Dan is het nu tijd om het dak te maken. Maak dit van de houten plank van 2 tot 3 centimeter dik. Laat het dak iets aan de voorkant uitsteken, dus iets langer dan de plank aan de zijkant, zodat hij bescherming biedt tegen de regen. Meet de zijkanten van het dak op. Je maakt de twee planken voor het dak niet even lang. Een plank moet tegen de andere plank aan gaan bij het puntje van het dak. Dus als de ene plank 14 centimeter lang is, moet de andere plank 12 centimeter lang zijn.

Voor ons insectenhotel hebben we dakplanken gemaakt van 15 centimeter breed, 27 en 29 centimeter lang.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Stap 3: zaag de zijkanten van het insectenhuisje

De zijkanten van het insectenhotel maak je van de dunnere plank. Hierdoor is er meer ruimte in het insectenhuisje om kamers te maken voor de gasten. Meet de zijkanten vanaf de zijkanten van het dak op en zaag de plank twee keer in deze lengte.

Vogels in je tuin: nuttig en leuk om naar te kijken

Geef ze een eigen plek met een vogelhuisje

Stap 4: de vloer en de tussenschotten maken

Voor dit insectenhuisje maak je in ieder geval twee driehoekige kamers en een rechthoekige kamer. Zaag de plank voor de bodem op maat (de breedte van het hotel min de dikte van de zijkant). Zaag precies nog zo’n plank om te plaatsen onder het dak. En maak nog een plank die vanaf deze plank naar het dak komt.

Voor ons insectenhotel hebben we op het laatste moment nog een plank gemaakt die diagonaal in het insectenhuis kan. Gaandeweg kun je dus nog ervoor kiezen om meer kamers in het huisje te maken.

Stap 5: zet het insectenhuisje in elkaar

Nu heb je in totaal acht planken liggen, namelijk de achterkant, de helften van het dak, de zijkanten, de bodem, nog een plank in dezelfde maten als de bodem en een plank om verticaal in het insectenhuis te plaatsen. Wil je meer kamers maken? Zaag dan meer plankjes om meer kamers te creëren. Je zet het bouwpakket in elkaar door van binnenuit naar buiten te werken.

  1. Maak het verticale plankje vast aan het horizontale plankje. Deze plank moet vanuit het midden naar het punt van het dak komen.

  2. Maak een van de horizontale planken vast tegen de verticale plank. Je hebt nu een omgekeerde T gecreëerd tegen de achterkant van het insectenhuis.

  1. Bevestig de bodem aan de achterkant.

  2. Bevestig de zijkanten aan de achterkant en de bodem.

  3. Maak de dakdelen vast, waarbij je eerst het kortere dakdeel bevestigt aan de achterkant en zijkant. Leg nu het langere dakdeel eroverheen en maak dit vast aan de zijkant, de achterkant en het dakdeel.

  4. Wil je het insectenhuisje ergens tegenaan hangen, of wil je het huisje op een paal bevestigen die je in de grond steekt? Hang er dan een haakje aan, zodat je het huisje aan een uitstekende spijker hangt.

Stap 6: het insectenhuisje vullen

Nu je het insectenhuisje in elkaar hebt gezet, is het tijd om de vulling erin te maken. Je hebt drie of meer kamers om te vullen. Doe in een kamer wat takken met zachte binnenkant, riet en bamboe. Maak er een mix van, want bijen houden van de holle bamboetakken en riet, de graafwespen maken graag zelf holletjes in takken met een zachte binnenkant. Doe er zoveel mogelijk van dit materiaal in, zodat het stevig blijft zitten in het insectenhuisje. Blijft het materiaal niet stevig staan? Bind de takken vast met wat touw, zodat je het zo rechtop in het insectenhotel doet.

Plaats in een andere kamer een massief stukje hout en boor hier gaatjes van verschillende groottes in van 4 tot 8 millimeter dik. Dit zijn ook fijne holletjes voor de bijen. En stop in het insectenhotel houtwol, houtsnippers, schors, hooi of stro. Dit is het favoriete materiaal van gaasvliegen, torren en lieveheersbeestjes. Span hier een stukje fijnmazig kippengaas overheen en niet dit vast. Knip het resterende gaas weg met de kniptang. Nu kan het materiaal niet uit het insectenhuisje waaien of door vogels worden meegenomen.

@Raanan Cohen

Lees ook: Groen, slim en geautomatiseerd: de revolutie in tuinieren

Let ook nog even hierop bij het maken van een insectenhotel

  • Je hotelgasten vinden het fijn als het insectenhuisje op een zonnige plek op kniehoogte hangt. Het liefst nog onder een stukje afdak. Je kunt 'm ook op een laag tafeltje neerzetten of een stapeltje bakstenen.
  • Je hoeft het insectenhuisje niet perfect te maken. Insecten houden juist van kiertjes, dus heb je materiaal in het schuurtje liggen dat wat kleiner of groter is? Maak het dan daar gewoon mee.
  • Lak, verf of lijm het hout liever niet, daar houden insecten niet zo van. Wil je het huisje toch beschermen tegen de weersomstandigheden? Gebruik dan milieu- en diervriendelijke verf.
  • Maak het insectenhuisje niet schoon, maar verwijder wel eens in de zoveel tijd spinnenwebben met een plumeau. Controleer ook af en toe of al het materiaal nog in het insectenhuisje zit en vul het aan als dit niet zo is.
▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends
© Philips
Huis

Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends

Philips breidt zijn reeks halfautomatische koffiemachines uit met de Baristina Plus Stainless Steel. Het nieuwe model heeft een behuizing van roestvrij staal en een extra zetoptie voor iced coffee. Daarmee speelt het merk in op de groeiende populariteit van koude koffiedranken, ook buiten de zomer.

De Baristina Plus Stainless Steel is het nieuwste model binnen de Baristina-reeks. De machine heeft een volledig metalen ontwerp met houten accenten en voelt daardoor stevig aan. Volgens Philips draagt de constructie bij aan een langere levensduur en doet het ontwerp denken aan professionele espressomachines.

Net als eerdere modellen werkt de Baristina met versgemalen bonen, automatische dosering en een pompdruk van 16 bar. Nieuw is de mogelijkheid om iced coffee te zetten. Daarbij wordt de koffie eerst warm gebrouwen voor een volle smaak, waarna de doorstroom vertraagt om het drankje geleidelijk te koelen zonder dat de crema verdwijnt. De gebruiker hoeft alleen een glas met ijs te vullen, de iced coffee-optie te kiezen en te swipen om te beginnen.

©Philips

De Baristina Plus Stainless Steel is bovendien ontwikkeld met aandacht voor duurzaamheid. Omdat de machine werkt met verse bonen, ontstaat er geen afval van capsules of pads. Het apparaat gebruikt per kopje precies de benodigde hoeveelheid water en energie en is opgebouwd uit vervangbare onderdelen, wat de levensduur verlengt.

Hoe Nederland zijn koffie drinkt

Uit onderzoek dat Philips rond International Coffee Day liet uitvoeren, blijkt dat koffie voor ruim de helft van de Nederlanders onderdeel is van het ochtendritueel. Een kwart van de Nederlanders drinkt zijn eerste kop tussen zeven en acht uur ’s ochtends; bijna één op de vijf zelfs nog eerder. Voor veel mensen is dat eerste kopje onmisbaar: 62 procent wil liever geen gesprek aangaan vóór de eerste slok, terwijl de helft zich direct energieker voelt na het drinken.

Cappuccino blijft met 28 procent de populairste variant, maar iced coffee wint snel terrein. Koffie is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van inspiratie. Veel Nederlanders experimenteren met nieuwe smaken en texturen. Naast iced coffee moet je dan bijvoorbeeld denken aan varianten met opgeschuimde melk of een vleugje chocolade.

▼ Volgende artikel
☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding
© yossarian6 - stock.adobe.com
Gezond leven

☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding

Kijk naar buiten en het is meteen duidelijk: de herfst is begonnen. Moet jij ook op de fiets door de regen? Je houdt het droog met goede regenkleding. Van poncho tot pak: zo valt je fietstocht niet in het water!

Dit artikel in het kort:

🌧️ Waar gebruik jij je fiets voor? (want dat maakt uit)
🌧️ Verschillende soorten regenkleding
🌧️ Waterdichtheid, ademend vermogen, gebruikt materiaal en maat
🌧️ De invloed van het seizoen
🌧️ Bekende merken

Lees ook: Je regenjas wassen én waterdicht houden: natuurlijk kan dat!

Waar gebruik jij je fiets voor?

Welke regenkleding het best bij je past, hangt af van hoe je fietst. Leg je vaak flinke afstanden af, dan telt vooral comfort. Kies dan voor ademende materialen die soepel meebewegen en niet knellen. Gebruik je je (elektrische) fiets vooral voor het woon-werkverkeer of om naar school te gaan, dan is gemak belangrijker: regenkleding die je snel kunt aantrekken en weer uitdoen is dan ideaal.

Verschillende soorten regenkleding

Daarna kun je kijken welk type regenkleding het best bij je past. Een compleet regenpak met jas en broek is handig als je vaak fietst en goed beschermd wilt zijn. Toch vinden veel mensen vooral het aantrekken van de broek onhandig. In dat geval is een losse regenjas of een regenponcho een praktischer optie. Houd er wel rekening mee dat je benen dan bij stevige regen sneller nat worden. Misschien zijn regenchaps wat voor jou: hiermee bedek je alleen de voorkant van je bovenbenen. Ook slim: alvast nadenken over regenschoenen. Wanneer je echt een hekel hebt aan natte voeten, zijn overschoenen een welkome aanvulling op je regenoutfit!

Traditioneel regenpak

De klassieker onder de regenkleding is natuurlijk het regenpak. Dat bestaat uit een jas en een broek en is meestal gemaakt van waterdicht materiaal zoals PVC of nylon. Het voordeel is dat je praktisch helemaal bedekt bent, van je nek tot je enkels. Het nadeel? Vooral goedkope regenpakken kunnen wat minder ademend zijn, waardoor je bezweet kunt aankomen.

Losse regenjas

Een losse regenjas is handig wanneer je al een waterdichte broek hebt (of natuurlijk wanneer je het niet erg vindt als je benen natregenen). Regenjassen zijn vaak stijlvoller en kunnen bij slecht weer ook als gewone jas gedragen worden (iets wat je met een traditioneel regenpak niet zo snel zult doen). Let op details: getapete naden en een hoge kraag zorgen dat je beter beschermd bent tegen de regen.

Regencape/regenponcho

Hoef je maar een kort stukje te fietsen? Dan is een regencape of - poncho ideaal: gewoon een kwestie van omslaan of over je hoofd aantrekken. Met een cape of poncho heb je veel bewegingsvrijheid, maar bij harde wind kunnen ze een beetje onhandig zijn. Er zijn ook regencapes die bijvoorbeeld elastieken aan de mouwen hebben die je aan het stuur kunt vastmaken, of een extra koord om je middel waardoor de cape minder wappert en klappert in de wind.

Regenoverschoenen

Niets zo vervelend als helemaal droog blijven dankzij een goed regenpak, maar aankomen met doorweekte schoenen. Regenoverschoenen zijn dé oplossing. Ze zijn gemaakt van waterdicht materiaal en je schuift ze makkelijk over je normale schoenen heen.

TypeVoordelenNadelen
RegenpakVolledig beschermdMinder ademend
RegenjasStijlvol, veelzijdigBenen blijven onbedekt
Cape/ponchoMakkelijk aan-/uitdoen Windgevoelig
OverschoenenDroge voetenExtra aankoop

©iuricazac - stock.adobe.com

Waar moet je op letten bij het kiezen van regenkleding?

➜ Waterdichtheid

Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste om op te letten! Om te weten hoe goed een regenjas je droog kan houden, kijk je naar de waterkolomwaarde op het etiket. Hoe hoger de waarde, hoe beter de waterdichtheid. Een waarde van 10.000 mm of meer is uitstekend. In de tabel hieronder zie je hoe goed verschillende waterkolomwaarden je beschermen.

➜ Ademend vermogen

Je wilt droog blijven, maar je wilt ook dat je eigen zweet niet blijft hangen in je regenpak. Materialen zoals Gore-Tex zijn waterdicht maar toch ademend.

➜ Materiaal

Het materiaal is ook iets om rekening mee te houden. Polyester is licht en ademend maar minder duurzaam. PVC is zwaarder maar gaat langer mee. Kies wat bij jou en je fietsgedrag past.

➜ Prijs-kwaliteitverhouding

Goedkoop is vaak duurkoop, vooral als je dagelijks fietst. Investeer in kwalitatief goede regenkleding die jaren meegaat.

De juiste maat kiezen

Bij het kiezen van de juiste maat is het belangrijk om rekening te houden met de kleding die je eronder draagt. Pas verschillende maten en draag de kleding die je normaal tijdens het fietsen draagt. Bepaal of je genoeg bewegingsvrijheid overhoudt. Een regenjas die zó strak om je armen zit dat je niet goed meer richting kunt aangeven, dat moet je natuurlijk niet willen.

Tabel: waterdichtheid

Waterdichtheid van regenkleding wordt gemeten in millimeters waterkolom (mm). Dit geeft aan hoe hoog een kolom water kan zijn voordat deze door de stof heen dringt. Voor regenkleding voor de fiets is minimaal 5.000 tot 10.000 mm aan te raden.

Aantal mm:Waterdichtheid:Beschermt tegen:
0 - 1.500SpatwaterdichtLichte regen en spatten
1.500 - 5.000WaterdichtMatige tot zware regen
5.000 - 10.000WaterdichtBijna alle regen, wel wat vochtdoorslag mogelijk
10.000 - 20.000Hoogwaardig waterdichtZware stortbuien
20.000+Extreem waterdichtExtreme omstandigheden

➜ Zomer of winter?

Wat voor regenkleding je kiest, hangt ook af van het seizoen en van wat je allemaal op de fiets doet.

Zomer

In de zomer is lichte, ademende kleding het prettigst. Ga voor materialen die waterdicht én ventilerend zijn, zoals Gore-Tex. Dat houdt regen buiten maar laat vocht van binnen ontsnappen. Zo blijf je droog van de regen én raak je overtollige warmte kwijt tijdens het fietsen. Ideaal dus voor warme, wisselvallige dagen waarop je actief bent.

Winter

In de winter draait het juist om warmte. Een regenjas met thermische voering houdt je niet alleen droog, maar ook behaaglijk. Veel modellen hebben een uitneembare voering, zodat je dezelfde jas ook in het voor- en najaar kunt dragen. Houd wel rekening met een hogere prijs, maar daar krijg je meer comfort en veelzijdigheid voor terug.

Testen voor gebruik

Wil je zeker weten dat je droog overkomt? Het klinkt gek, maar spuit jezelf nat met een tuinslang om te testen hoe waterdicht de kleding echt is. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Welk merk fietskleding moet je kiezen?

In Nederland zijn er verschillende bekende merken die regenkleding van hoge kwaliteit aanbieden. Dit zijn enkele van de meest populaire:

1: Agu

Dit Nederlandse merk is vooral bekend onder fietsers en biedt een breed scala aan regenkleding, van jassen tot broeken en overschoenen.

2: Rains

Dit Deense merk is ook populair in Nederland en staat bekend om zijn minimalistische en stijlvolle regenjassen.

3: Mac in a Sac

Dit merk biedt lichtgewicht en opvouwbare regenkleding die gemakkelijk op te bergen is.

4: Vaude

Dit Duitse merk is populair onder outdoorliefhebbers en biedt duurzame en milieuvriendelijke regenkleding.

5: Columbia

Dit Amerikaanse merk is ook in Nederland verkrijgbaar en biedt een breed scala aan regenkleding, vaak gemaakt van hun gepatenteerde Omni-Tech-materiaal dat zowel waterdicht als ademend is.

©Martin - stock.adobe.com

✅ Checklist regenkleding kopen

☐ Bepaal je behoeften: dagelijks gebruik, lange ritten, woon-werkverkeer.
☐ Kies het type regenkleding: regenpak, losse jas, cape/poncho, overschoenen.
☐ Controleer de waterdichtheid: zoek naar de waterkolomwaarde.
☐ Let op het ademend vermogen: materialen zoals Gore-Tex zijn ideaal.
☐ denk om het seizoen: licht en ademend voor de zomer, geïsoleerd voor de winter.
☐ Check de prijs-kwaliteitverhouding: goedkoop is niet altijd beter.
☐ Pas verschillende maten: houd rekening met de kleding die je eronder draagt.
☐ Test de kleding indien mogelijk: gebruik een tuinslang of lees online reviews.
☐ Lees het waslabel: sommige kledingstukken hebben speciale zorg nodig.
☐ Overweeg extra's: zoals reflecterende strips voor veiligheid.