ID.nl logo
Basis-tuingereedschap dat je écht nodig hebt
© Petro - stock.adobe.com
Huis

Basis-tuingereedschap dat je écht nodig hebt

Je hebt een tuin of tuintje? Mooi, maar dat betekent ook onderhoud. Welk tuingereedschap moet iedereen in huis hebben om die veelvoorkomende klussen uit te voeren? We zetten ze voor je op een rijtje!

In dit artikel zetten we de tuingereedschappen die je écht nodig hebt voor je op een rijtje: Schop (niet alleen voor gaten graven) | Snoeischaar om allerlei struiken en planten mee te temmen| Heggenschaar (maar dan wel alleen voor als je een heg hebt staan) | Schoffels om de grond open te houden en onkruid weg te werken | Hark om te dealen met onkruid en/of bladeren | en nog veel meer...

Ook interessant: Waar let je op bij slimme verlichting voor buiten?

Schop

De aloude schop is een onmisbaar basisgereedschap in de tuin. Je kunt er grond mee omspitten, maar ook komt het gereedschap uitstekend van pas bij het scheppen van bijvoorbeeld aarde uit een kruiwagen. En – nogal voor de handliggend – je kunt er ook gaten mee graven. Dat is nodig als je een nieuwe plant, struik of boom wilt planten. De soort schop is een persoonlijke keuze. Kies iets wat bij jouw ‘afmetingen’ past, niet te groot en niet te klein. Ook geldt dat als je een klein voortuintje hebt, een grote, zware schop zinloos is.

Tip: Kijk uit met spitten in de buurt van boomwortels, zeker als je het wortelstelsel van een jong boompje ernstig beschadigd is de kans op overleving klein.

Snoeischaar

De snoeischaar is misschien wel het meest gebruikte tuingereedschap. Let wel, we hebben het hier over de krom- en kortgebekte snoeischaar die je met één hand gebruikt en niet een veel grotere heggenschaar. Daar komen we straks nog op. De snoeischaar is noodzakelijk om struiken en dergelijke een beetje in het gareel te houden. Met name rozen en heesters hebben regelmatig een snoeibeurt nodig. Kies trouwens ook altijd een snoeischaar waarbij de snijbladen langs elkaar schuiven, zoals bij een reguliere schaar. Daarmee ben je er zeker van dat de takken echt doorgesneden worden. Je hebt ook nog de ‘aambeeld-snoeischaar’ waarbij een mes op een platte onderkant drukt. Feitelijk plet je een tak dan meer dan dat je hem netjes doorsnijdt. Niet goed voor de boom of struik.

Tip: Knip verdorde rozen(bottels) af, dat zorgt voor ademruimte voor nieuwe rozen het volgend seizoen.

©africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy)

Heggenschaar

Heb je een heg in of rondom de tuin, dan ontkom je niet aan een heggenschaar om die heg in toom te houden. Het is echt een schaar die hoofdzakelijk voor dat doel geschikt is. Als je geen traditionele heg hebt staan, is het voor jou géén noodzakelijk basisgereedschap!

Tip: Een heggenschaar is echt alleen handig voor heggen. Waarbij geldt dat je de schaar kunt gebruiken om je heg kaarsrecht te knippen, maar ook een bol- of andere vorm is een optie.

Schoffel

De schoffel is nodig om grond om te woelen en beluchten. Ook kun je er onkruid mee uit de tuin halen. Schoffelen wijst zich vanzelf, gewoon het mes op de grond zetten en korte bewegingen maken. Let wel op dat je niet te dicht bij stammetjes van jonge aanplant komt; als je die beschadigt is dat slecht voor een boompje of plant. Ook diep schoffelen in de buurt van planten en boompjes die je wilt behouden is iets dat je moet vermijden, om wortelbeschadiging te voorkomen.

Tip: leg een schoffel (en eigenlijk elk ander tuingereedschap) nooit plat neer. Als je erop stapt, loop je het risico om op cartooneske wijze de steel tegen te hoofd te krijgen.

©antonivano - stock.adobe.com

Bezem

Tja, misschien een beetje open deur, maar de aloude bezem behoort eigenlijk ook tot het standaard tuingereedschap. Zeker als je een deels betegelde tuin hebt, of een patio, oprit enzovoort. Komt altijd van pas. Bladeren wegvegen, maar ook de rommel die je achterlaat bij het werken in de tuin en dragen van tuinafval veeg je er snel mee weg.

Tip: Een overweging waard is wellicht de karakteristieke straatvegersbezem. Het is een simpel maar doeltreffend geheel: een takkenbos opgebonden aan het eind van een steel. Je veegt er zijdelings naar beide kanten voor je voeten mee weg. Erg praktisch voor zand en ander klein spul.

Hark

Harken zijn er in verschillende soorten en maten. Je hebt de hark met het stalen en starre puntige ‘tandenwerk’ aan het eind. Hiermee kun je grond wat opentrekken, ideaal om bijvoorbeeld de grond te openen of grotere plakkaten onkruid mee weg te halen. De bladhark is het exemplaar met de flexibele ‘waaier’ aan het eind van de steel. Vermijd plastic exemplaren, tenzij je ze heel sporadisch gebruikt. De stalen waaiers zijn niet alleen steviger; ze gaan ook langer mee. De bladhark komt goed van pas in de herfst, je harkt er al het afgevallen blad mee op een hoop. Ook praktisch als je bloesembomen in de tuin hebt staan: alle afgevallen bloesem is in een handomdraai verdwenen.

Tip: Als je een wat ruimer bemeten tuin hebt, heb je zowel de reguliere hark als de bladhark nodig, voor het prille begin volstaat de bladhark.

©Kamil Macniak

Handschoenen

Hoewel er niks op tegen is om eens lekker met je blote handen in de aarde te wroeten, is er altijd het risico op verwondingen. Een glasscherf of een roestige spijker kunnen ellende veroorzaken. Ook het werken aan ‘prikkelende’ planten als rozen, bramen enzovoort kunnen schrammen opleveren. Tuinhandschoenen beschermen je daar voor een groot deel tegen. Bovendien blijven je handen schoon. Last but not least: er is ook onkruid dat irriterende sappen produceert als je afsnijdt en beetpakt. Wederom beschermen handschoenen daartegen.

Tip: kies goed passende handschoenen van een stevig materiaal. Handschoenen die niet goed passen zitten niet lekker bij langdurig gebruik; handschoenen van slechte kwaliteit beschermen onvoldoende.

Geen vuile handen na het werken in de tuin?

Bescherm je huid en nagels met stevige tuinhandschoenen

Grasmaaier

Heb je een gazon of klein gazonnetje, dan ontkom je niet aan een grasmaaier. En dat hoeft bij een kleine tuin helemaal geen ingewikkeld apparaat te zijn. In dat geval voldoet de aloude handmaaier uitstekend. Kies er wel een met een grasopvangzak, want anders moet je na het maaien aan de slag met de bladhark. Dat laatste is sowieso geen heel slecht idee, want na elke maaibeurt is er wel wat gras op het gazon gevallen. Maar als het leeuwendeel al is opgevangen door de grasmaaier is dat geen zwaar werk. Heb je een groter gazon, dan is een elektrische grasmaaier praktisch. Een benzinemaaier heb je anno nu eigenlijk niet meer nodig, behalve op plekken waar echt geen elektriciteit in de wijde omtrek te vinden is. 

Tip: Voor heel kleine tuintjes zou je een elektrische bosmaaier kunnen overwegen. Daarbij wordt een plastic draadje aan het eind van de steel heel snel rondgedraaid; deze hakt het gras af. Ook handig voor borders.

©Wade - stock.adobe.com

Klein handgereedschap

Klein handgereedschap kan best van pas komen voor een ieder wiens tuin hoofdzakelijk uit bloembakken bestaat. Denk hierbij aan een balkontuintje, maar zeker ook aan een kleine deels betegelde voortuin met hier en daar wat grond. Met een handschep kun je kleine planten, bollen enzovoorts planten: gaatje graven en klaar. Ook bestaan er hand-harkjes en bollenprikkers. Nadeel van dit handgereedschap is wel dat je het veelal zittend op je knieën gebruikt, een rubbermat of kniebeschermers om je knieën te beschermen is bij gebruik van handgereedschap eveneens geen overbodige luxe.

Tip: Met de bollenprikker(planter) maak je gaatjes op precies de gewenste diepte. Bolletje erin, afdekken en klaar. Handig voor als je veel bollen gaat planten.

Tuinslang of gieter?

De welbekende tuingieter is zeker in de zomermaanden nagenoeg onmisbaar. Het is vooral een musthave voor bezitters van kleine (voor)tuintjes en dergelijke. Nadeel van de tuingieter is dat hij in gevulde toestand best zwaar is. Heb je een wat grotere tuin of niet de kracht voor een tuingieter? Dan komt de tuinslang goed van pas. Voor kleinere tuinen geldt dat je deze via een koppelstuk aan kunt sluiten op een kraan in de tuin of wc in huis. Bij een grotere (achter)tuin kun je voor een externe waterkraan kiezen, deze is door een loodgieter altijd te installeren. In dat geval moet je beslist niet vergeten om deze voor de winter leeg te laten lopen en af te sluiten, om leiding- en kraanschade te voorkomen. De tuinslang is naast bewatering ook ideaal trouwens om je balkon of terras mee schoon te spuiten. Check wel eerst of er een goede (en niet verstopte) afvoer aanwezig is.

Tip: heb je eenmaal een tuinslang, dan kun je daar een sproeier op aansluiten. Ideaal voor droge zomermaanden. Sproeien moet je wel in de avond doen, nooit overdag in de felle zon.

©KOSTIC DUSAN_VUK


Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen