Niemand vindt dweilen echt leuk, toch? Daarom kun je het maar beter in één keer goed doen, zodat je niet voor Jan met de korte achternaam aan het werk ben. We laten zien welke 5 fouten veel gemaakt worden. Vermijd je die, dan is het werk al half gedaan!

Lees ook: Van houten vloer en pvc tot laminaat: alle vloeren weer blinkend schoon

Wat voor harde vloer je ook hebt, dweilen is helaas een onderdeel van het huishouden waar je niet onderuit komt. Dergelijke vloeren zien er al snel vies uit wanneer mensen met hun modderstampers naar binnen waggelen of wanneer je tijdens het koken saus of iets anders morst. Soms voelt het ook alsof je dweilt met de kraan open: dan wordt de grond er niet per se schoner op wanneer je staat te hannesen. Veel mensen maken namelijk veel dezelfde fouten, die we hieronder behandelen.

Fout 1: Vergeten eerst te stofzuigen

Als je gaat dweilen, dan mag je eigen nooit vergeten eerst te stofzuigen. Doe je dat niet, dan smeer je eigenlijk alle viezigheid gewoon uit over de vloer en dan ben je geen meter opgeschoten. Of erger nog: als er steentjes of scherpe dingen op de vloer liggen, dan kan het zijn dat je de vloer beschadigt. Investeer dus in een goede stofzuiger (een draadloze of eentje die het werk voor je uit handen neemt) en ga daarmee goed door het huis voordat je die emmer met water pakt.

Fout 2: (Te veel) water gebruiken op bepaalde vloeren

Als we iets in huis schoonmaken, dan komt daar meestal water aan te pas. Maar water is niet altijd de beste vloeistof voor het dweilen, zeker wanneer je laminaat of hardhout hebt liggen. Dan kan het zijn dat het water door de spleten sijpelt en mogelijk eventueel aanwezige beschermlagen erodeert. Het hout zwelt op door al dat water en krimpt weer wanneer het opdroogt, waardoor je kromgetrokken planken overhoudt. Vandaar dat je voor dat soort vloeren speciaalmiddelen gebruikt (zoek bijvoorbeeld bij een winkel als Bol.com op 'laminaatreiniger').

De leverancier voor de vloer die je in huis hebt, kan meestal een schoonmaakmiddel aanbevelen. Maar in de meeste gevallen kun je gewoon de beschikbare opties in de supermarkt aanschaffen. Mocht je de vloeren toch met water schoonmaken, bijvoorbeeld met een dweilrobot, zorg er dan voor dat je niet te veel water gebruikt. De vloer moet binnen enkele minuten volledig opgedroogd kunnen zijn. Voorkom ook dat je de natte dweil op zo’n houten vloer laat staan.

Lees ook: Review: Dreame L10s Ultra robotstofzuiger - duur, maar ook heel zorgvuldig

Fout 3: Niet goed ventileren tijdens en na het dweilen

Na het dweilen ben je er nog niet. Want dan moet je ervoor zorgen dat de grond de tijd en ruimte krijgt om op te drogen. Daar kun je gelukkig een handje bij helpen. Tijdens en na het dweilen kun je het beste even goed ventileren in huis, door ramen en deuren open te zetten. Daardoor gaat het opdrogen veel sneller en minimaliseer je de kans op schade. Wat je ook kunt doen: nog een keer met een droge dweilkop over de vloer heen gaan, maar dan ben je dus in feite twee keer aan het dweilen.

Fout 4: De dweil niet goed drogen

Na het dweilen en ventileren is het tijd om de dweilkop goed schoon te maken en te laten drogen. Want als je de volgende keer de dweil erbij pakt en je er verder geen erg in hebt, dan ben je zomaar ineens aan het dweilen met een vieze kop. Dit levert niet alleen een vieze vloer, maar ook vieze luchtjes op door aanwezige bacteriën. Voordat je hem droogt, is het zaak dat je de kop goed schoonmaakt. Pas wanneer het water dat je uit de kop wringt helder is, ben je klaar.

Je kunt de dweilkop wellicht ook in de wasmachine wassen (daarvoor staan mogelijk instructies op de verpakking) en anders kun je hem onder een lauwe kraan schoonmaken. Je kunt hem ook even laten inweken in een emmer lauw water met wat bleek.

Hoe je hem ook besluit schoon te maken, vergeet hem echt niet volledig te laten drogen voordat je hem opbergt. Je wilt namelijk ook geen vieze, vochtige plekken in de kast hebben (waar je de dweil opbergt).

©steklo

Fout 5: Jezelf vastzetten tijdens het dweilen (in de hoek)

Soms zie je het in films, en soms zie je ineens jezélf in de hoek van de woonkamer staan. Tja, nu is de grond vochtig en schoon, terwijl je zelf geen kant meer op kunt. Zorg er daarom voor dat je naar een punt dweilt waar je de komende tien, vijftien minuten kunt bivakkeren. Dweil naar de voordeur toe om even snel een boodschap te doen, of naar de bank zodat je rustig je serie kunt kijken terwijl de grond opdroogt. Sta je toch in de hoek? Doe dan je sokken uit, en loop op je tenen naar een veilige plek.

Wie regelmatig reist of naar zijn werk pendelt, vertrouwt waarschijnlijk op Google Maps. Niet voor niets hebben veel mensen het navigatiesysteem van hun auto verruild voor deze gratis app. De app beschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

In Nederland is elektrisch rijden het voordeligst als je je auto thuis kunt opladen met eigen stroom, bijvoorbeeld van zonnepanelen. Maar dan moet je wel een eigen oprit hebben of van de gemeente toestemming krijgen om een laadkabel over de stoep te leggen. Uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat slechts een op de drie gemeenten dit toestaat.

Je auto voor de deur opladen met je eigen stekker kan op verschillende manieren: met een kabelmat, speciale kabelgoottegels of een laadarm die over de stoep hangt. De laatstgenoemde optie wordt alleen toegestaan in Haarlem en Zuidplas. Kabelgoottegels, waarbij de laadkabel verzonken ligt in de stoep, zijn het populairst - een kwart van de gemeenten experimenteert hiermee of heeft dit in het verleden gedaan. Het gebruik van een kabelmat is de meest toegankelijke oplossing, wat in 27 gemeenten (8 procent) is toegestaan.

Bron: Zonneplan

Vooral in de Randstad, Zeeland en Noord-Brabant zijn gemeenten flexibeler wat betreft het opladen over de stoep. In Drenthe, Groningen en Limburg is dit vrijwel nergens toegestaan, al hebben woningen daar vaker een eigen oprit.

Momenteel beschikt één op de twaalf Nederlandse huishoudens (8 procent) over een eigen laadpaal. Dit percentage is het hoogst in de gemeente Laren, waar bijna een derde van de huizen een laadvoorziening heeft. Ook in Rozendaal, Blaricum, Bloemendaal, Bergen en Oostzaan ligt dit percentage boven de 20 procent. Financiële middelen lijken een grotere rol te spelen bij het aanschaffen van een elektrische auto dan de fysieke ruimte voor een laadpaal.

"Het voordeel van thuis kunnen opladen ten opzichte van de openbare laadpaal is aanzienlijk," licht Zonneplan toe. Bij een gemiddeld jaarkilometrage van 18.200 kilometer en een verbruik van 187 Wattuur per kilometer betaal je aan een openbare laadpaal ongeveer 1530 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld tarief van 45 cent per kWh.

Thuisladen is merkbaar voordeliger. Met een vast of variabel contract komt het gemiddelde tarief momenteel op 28 cent per kWh, wat neerkomt op 952 euro per jaar. EV-rijders met een dynamisch contract betaalden bij Zonneplan de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 22 cent per kWh, wat resulteert in een jaarlijkse kostenpost van 748 euro. Bovendien hebben veel thuisladende elektrische rijders zonnepanelen, waardoor ze een groot deel van het jaar gratis kunnen laden.

Kosten

De mogelijkheden voor het opladen van een elektrische auto via de stoep zijn afhankelijk van het beleid van de gemeente waarin je woont. De kosten voor thuisladen variëren tussen de 748 en 952 euro per jaar, afhankelijk van je energiecontract, terwijl opladen aan een openbare laadpaal gemiddeld 1530 euro per jaar kost.