ID.nl logo
Functies in Google Maps en Google Earth die je nog niet kende
© PXimport
Huis

Functies in Google Maps en Google Earth die je nog niet kende

Google Maps en Google Earth hoeven we je vast niet meer voor te stellen, althans niet wanneer het om het opzoeken van locaties of routes gaat. Maar met de juiste tools, technieken en services is er nog heel wat meer mogelijk met deze services.

Tip 01: Maps & Earth

De grens tussen Google Maps en Google Earth is intussen behoorlijk vervaagd. Overschakelen van Google Maps naar een Earth-weergave kan heel eenvoudig door het Satelliet-pictogram aan te klikken. Met het 3D-pictogram kun je een virtuele vlucht over de ganse aardbol maken en wanneer je de Ctrl-toets ingedrukt houdt, kantelt het beeld om zijn as. In een Chrome-browser kun je de nieuwste versie van Google Earth bekijken, inclusief 3D- en Street View-beelden. Klik hier het hamburgerpictogram aan en kies Instellingen als je de Vlieganimatiesnelheid wilt aanpassen of wanneer je – op een krachtige pc – een grotere geheugencache wilt instellen voor nog meer details.

Als je kml-bestanden wil importeren, moet je deze optie eerst nog even inschakelen, daarna kun je zo’n bestand ophalen via Mijn plaatsen. In de mobiele app van Google Earth kun je kml-bestanden direct ophalen via Mijn plaatsen / Kml-bestand importeren. Onder aan deze webpagina vind je een hele reeks interessante kml-bestanden.

©PXimport

Tip 02: Van Maps naar gpx

Je weet uiteraard hoe je een route plant in Google Maps, maar hoe zet je die instructies in een gpx-bestand zodat je dat bijvoorbeeld naar een handheld-gps kunt overzetten? Daarvoor maken we handig gebruik van de gratis webapp op www.mapstogpx.com. Je hoeft hier alleen maar de link naar je Google Maps-kaartje met de route te plakken. Zo’n link krijg je als volgt: ga naar Google Maps en zet je route uit. Klik het menu-icoontje aan en kies Kaart delen of insluiten / Link kopiëren. De (verkorte) url bevindt zich nu in het Windows-klembord dat je met Ctrl+V in MapstoGPX kunt plakken. Klik in de webapp de gewenste opties aan (zoals Track Points, Route Name of een van de andere opties onder Advanced Settings – zorg ervoor dat GPX Output aangevinkt staat – en bevestig met Let’s go. Het gpx-bestand wordt gedownload. De eenvoudigste manier om het bestand op je gps te krijgen, is via EasyGPS. Haal het bestand op via File / Open, zorg dat je gps met je pc is verbonden en kies GPS / Send to GPS, waarna je het juiste merk en model en de gewenste opties instelt. Een andere manier is door het zelf, handmatig, naar je aangesloten gps te kopiëren.

Zet je Google Maps-route om in een gpsx-bestand, klaar voor je handheld-gps

-

Tip 03: Interactieve kaart

Er bestaan talloze zogenoemde mash-ups: webapps of -services die informatie uit verschillende bronnen combineren en als één geografisch geheel presenteren. Vanaf tip 8 leren we je hoe je je eigen kaarten en mash-ups maakt, maar warm je alvast op met een aantal fraaie voorbeelden, zoals die op de verzamelsite Maps Mania te vinden zijn. Rechtsonder, in het archief, kun je door een chronologische lijst met vele honderden interactieve, historische kaarten bladeren die op het moment van publicatie vaak heel actueel waren (van april 2005 tot de dag waarop je dit leest).

Van geheel andere aard is de mash-up Gmap Pedometer. Hier kun je fiets- en looptrajecten op een kaart uittekenen, waarna de app de exacte afstand en het aantal verbrande calorieën op basis van je gewicht zal berekenen. Handig is ook nog dat je een hoogteprofiel kunt instellen.

Er zijn ook heuse gaming sites die op Google Maps zijn gebaseerd, bijvoorbeeld Geoguessr. Je krijgt bij Geoguessr willekeurige Google Street View-foto’s te zien waarvan je moet raden wat de locatie is. Bij elk antwoord zie je de juiste locatie en verneem je hoeveel kilometer je er vanaf zat. Bij Pursued word je ontvoerd en moet je met behulp van Google Street View (en bewerkte beelden) zo snel mogelijk trachten uit te vissen in welke stad je je bevindt. Smarty Pins stelt je vragen over bepaalde locaties waarbij het de bedoeling is dat je telkens de juiste locatie in Google Maps aanwijst.

Een zoektocht naar ‘google maps games’ of ‘google maps mashups’ levert je trouwens nog meer interessante sites op.

©PXimport

Tip 04: Route opnemen

Met behulp van de inmiddels gratis tool Google Earth Pro (beschikbaar voor Windows en MacOS) kun je videobeelden opnemen, zowel in realtime (op basis van muisbewegingen en toetsaanslagen), als op basis van een bestaande tour. We bekijken hoe je beelden op kan nemen aan de hand van een bestaande tour.

Positioneer de kaart naar wens en klik op het knopje Een tour opnemen. Er verschijnt een zwevend balkje met een rode startknop en een microfoonknop om commentaar op te nemen. Je kunt nu de navigatieknoppen gebruiken of je dubbelklikt in de zijbalk (kies Weergave / Zijbalk) op de gewenste locatie in de rubriek Mijn plaatsen; deze locaties zet je hier vooraf in. Klik nogmaals op de rode knop om de opname te beëindigen en het resultaat te bekijken. Via het diskette-pictogram sla je de tour op waarna deze in de rubriek Mijn plaatsen verschijnt.

Je kunt ook anders te werk gaan: klik op het knopje Pad toevoegen en stip de diverse locaties aan. Vervolgens stel je een tour samen via het knopje Tour starten, rechts onder het venster Plaatsen.

©PXimport

Met Google Earth Pro kun je een platte route omzetten naar een boeiende video

-

Tip 05: Gps-route

Een opgeslagen route op je gps kun je ook omzetten naar een Google Earth-tour. Op een moderne wandel-gps, zoals die van Garmin, lukt dat normaliter zonder veel moeite. Je verbindt de gps dan met een usb-kabel, zodat je gps – als het goed is – opduikt in de Verkenner. Hier vind je enkele gpx-bestanden terug, wellicht in de map \Garmin\GPX (je actuele route bevindt zich waarschijnlijk in de submap \Current). Kopieer het gewenste bestand naar je pc en start Google Earth Pro op. Ga naar Bestand / Openen en kies Gps […] in het uitklapmenu en verwijs naar je bestand. Open vervolgens GPS device / Tracks aan de linkerkant en selecteer de betreffende track. Via Tour starten bekijk je de route en bewaar je ‘m eventueel in Mijn Plaatsen. Overigens kun je je gps misschien ook wel rechtstreeks benaderen, via Extra / GPS.

©PXimport

Tip 06: Video bewaren

Hoe zet je die opgenomen tour nu om naar een videobestand? Via het menu Extra / Movie Maker – zorg er wel voor dat je het touropnamebalkje eerst afgesloten hebt! Er verschijnt een dialoogvenster waarin je allerlei parameters voor je video in kunt stellen. Dat gaat van QVGA (320x240) tot UHD (3840x2160), maar ook Custom is mogelijk, zodat je zelf de Afbeeldingsgrootte en het aantal Frames per seconde kunt instellen. Verder duid je de gewenste Beeldkwaliteit en het Bestandstype aan, zoals H.264 (.m4v), VP9 (.webm) of MJPEG (.mp4). Bovenaan kies je tussen Een opgeslagen tour (die je dan terugvindt bij Mijn plaatsen) en Live-navigatie met muis en toetsenbord. Je start de opname met Film maken, een proces dat wel even kan duren. Bekijk het resultaat met een gratis tool als VLC Media Player.

©PXimport

Tip 07 Beeldoverlay creëren

Je kunt zelfs eigen kaarten of plattegronden naar je gps uploaden. Niet-gedigitaliseerde afbeeldingen moet je uiteraard wel eerst scannen, waarbij de optimale scanresolutie overeenkomt met de weergaveresolutie van je gps. Bij een Garmin Oregon is dat bijvoorbeeld 155 dpi. Bewaar de scan als jpg. Heb je met een pdf te maken, dan kun je die alsnog omzetten naar een jpg-bestand met een online tool.

Positioneer vervolgens vanuit Google Earth (Pro) je jpg als een deklaag (overlay) op een geografische locatie. Navigeer alvast naar de locatie waar je de overlay wilt hebben. Open daarna het menu Toevoegen en kies Beeldoverlay. Vul een geschikte naam in, klik op Bladeren en haal je jpg-bestand op. Dat verschijnt nu als een overlay over het satellietbeeld. Via de schuifknop bij Transparantie zorg je ervoor dat de satellietbeelden nog enigszins zichtbaar zijn. Schaal en positioneer de kaart met behulp van de groene handvatten (het driehoekje is voor rotatie; het kruis om te verplaatsen). Op het tabblad Hoogte geef je eventueel de juiste geografische hoogte voor je overlay aan; standaard is dat Grond. Stel hier tevens de Tekenvolgorde in, dat is de volgorde waarin de kaarten op je toestel moeten worden afgebeeld – probeer het eerst eens met de waarde 50. Bewaar de overlay met OK, zodat die in het linkerpaneel opduikt bij Plaatsen. Zorg dat je gps-toestel met je pc is verbonden, klik op de overlay in het linkervenster met de rechtermuisknop en kies Plaats opslaan als. Zoek je gps-toestel op vanuit de Verkenner (bij een Garmin bijvoorbeeld open je de map Garmin/CustomMaps) en bewaar je bestand in het kmz-formaat. Afhankelijk van je gps kun je die kaart (de)activeren via het menu Stel in / Kaart / Kaartinformatie / Selecteer kaart.

©PXimport

Tip 08: Eigen kaarten

Naast het creëren van beeldoverlays kun je ook zelf kaarten in Google Maps maken. Meld je daarvoor aan bij Google, surf naar Google Maps, ga naar het menu en kies Mijn plaatsen / Kaarten / Kaart maken (helemaal onderaan). Je kunt nu allerlei onderdelen aan je kaart toevoegen, zoals markeringen (in diverse kleuren en pictogrammen), afbeeldingen, video’s, lijnen, routebeschrijvingen

en extra informatielagen. Via de knop Delen kun je anderen uitnodigen om je kaart te bekijken of – als je dat zo instelt – te bewerken.

©PXimport

Ontwerp je eigen mash-up, bijvoorbeeld een overzicht van je reizen of je favoriete restaurants

-

Tip 09 Eigen mash-ups

Nog leuker wordt het wanneer je je hoogsteigen mash-ups ontwerpt die je dan bijvoorbeeld op je eigen site of blog plaatst. Denk bijvoorbeeld aan een overzicht van je reizen, je favoriete restaurants of de locaties van de zeldzame planten die je hebt gezien. Er zijn een aantal tools die je kunnen helpen bij het opmaken van zo’n mash-up. Eén ervan is BatchGeo. Je kunt hier meteen proefdraaien op basis van enkele Apple Store-adressen in de VS: klik op Breng nu in kaart en even later op Maak kaart en op Opslaan & Doorgaan, waarna je de modelkaart meteen kunt opslaan en aan een unieke url kunt koppelen.

Het is echter niet veel moeilijker om een kaart op basis van je eigen gegevens te creëren. Klik onder aan de pagina op Spreadsheet Template (sjabloon) en open het xls-bestand in Excel of LibreOffice Calc. Vul de gewenste data in en kopieer ze naar het klembord. Terug bij BatchGeo klik je in de voorbeeldtabel en verwijder je de gemarkeerde inhoud met Delete. Plak hier je eigen data in met Ctrl+V, klik opnieuw op Breng nu in kaart en bewaar de kaart. Je ontvangt dan de bijhorende url via e-mail. Via Valideer & Stel opties in en Toon Geavanceerde opties kun je je kaart trouwens nog op diverse manieren aanpassen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.