ID.nl logo
Zo creëer je een virtuele computer met VMware Workstation Player
© Nayyab - stock.adobe.com
Huis

Zo creëer je een virtuele computer met VMware Workstation Player

Wil je aan de slag met Linux of met een testversie van Windows? Of wil je een testlab opzetten om bijvoorbeeld je netwerkkennis te vergroten? Een virtuele omgeving is niet alleen voordeliger, maar ook praktischer en veiliger. Je kunt zo’n omgeving opzetten met (de gratis versie van) VMware Workstation Player.

In dit artikel bekijken we hoe je een besturingssysteem op een virtuele machine installeert in plaats van op een fysieke machine:

  • VMware Workstation Player downloaden en installeren
  • Vooraf gecofigureerde virtual machine toevoegen, wij kiezen voor Kali Linux
  • Zelf een virtual machine creëren op basis van een bestaande virtuele schijf (vmdk)
  • Virtual machine creëren met een iso-bestand

Of ga aan de slag met Virtualbox: Virtualiseren kun je leren: zo boots je een tweede computer na

Voor het opzetten en beheren van VM’s is speciale software nodig, namelijk een hypervisor, oftewel Virtual Machine Manager (VMM). We onderscheiden twee hoofdtypes: type 1 en type 2. Type 1-hypervisors, ook bekend als ‘bare-metal’, installeer je direct op de fysieke hardware, zonder een ander besturingssysteem. Voorbeelden hiervan zijn VMware ESXi en Microsoft Hyper-V.

In dit artikel focussen we op een type 2-hypervisor, ook wel hosted genoemd, omdat je deze installeert bovenop een bestaand besturingssysteem (het hostsysteem). Voorbeelden hiervan zijn Oracle VirtualBox en VMware Workstation Player.

We gaan aan de slag met VMware Workstation Player, omdat dit programma inmiddels zeer stabiel is en regelmatig updates ontvangt. Bovendien is onze ervaring dat Windows 11-installaties, met hun strengere systeemvereisten, vaak makkelijker virtueel via VMware te installeren zijn. Dit artikel is ook te volgen voor wie nog geen ervaring heeft met virtuele machines.

Downloaden en installeren

Download VMware Workstation Player. We gaan uit van versie 17.5 en downloaden de gratis versie voor persoonlijk gebruik. Voor commercieel gebruik heb je Workstation Pro nodig, die biedt onder meer ondersteuning voor het maken van snapshots van je VM’s.

Workstation Player is beschikbaar voor zowel Linux als Windows. We richten ons op de Windows-versie, maar de verschillen met Linux zijn minimaal.

Start de installatie door te dubbelklikken op het gedownloade exe-bestand. Volg de set-upwizard: druk op Next, accepteer de voorwaarden, druk weer op Next en kies eventueel via Change een geschikte installatiemap. Eventueel plaats je een vinkje bij Enhanced Keyboard Driver, wat in sommige gevallen een betere toetsenbordmapping en -respons kan opleveren, en klik op Next. Haal eventueel het vinkje weg bij Join the VMware Customer Experience Improvement Program en klik alweer op Next (2x). Sluit af met Install (of eventueel Upgrade) en uiteindelijk met Finish. Na de installatie kan het nodig zijn je systeem opnieuw op te starten.

Automatische updates zijn zinvol, gebruikersfeedback kun je uitschakelen.

VM openen

Wanneer je Workstation Player voor het eerst opstart, zal de lijst met VM’s in het hoofdscherm leeg zijn. Het is de bedoeling dat je hier VM’s aan toevoegt, wat op twee manieren kan: door te verwijzen naar een bestaande VM (met de bestandsextensie vmx, ovf of ova), of door zelf een VM te creëren. We beginnen met het toevoegen van een vooraf geconfigureerde VM.

Online kun je kant-en-klare VM’s vinden, zoals voor de distributie Kali. Deze distributie is erg populair bij hackers, maar geen zorg: we gebruiken het hier puur voor educatieve doeleinden. Download het bijbehorende 7z-archief en pak dit uit naar een aparte map.

Klik in Workstation Player op Open a Virtual Machine, navigeer naar de map waarin je het archief hebt uitgepakt, en selecteer het bijbehorende vmx-bestand van de VM. Deze verschijnt vervolgens bovenaan je lijst met VM’s. Je ziet nu ook dat het om het 64bit-besturingssysteem Debian 10.x gaat en dat de VM 2 GB RAM zal gebruiken. Wil je meer technische details bekijken, klik dan op Edit virtual machine settings. Bekijk gerust alle onderdelen op de tabbladen Hardware en Options, maar wijzig (vooralsnog) niets. Je zult bijvoorbeeld zien dat er een virtuele Hard Disk (SCSI) van 80.1 GB beschikbaar is die verwijst naar een (opgesplitst) vmdk-bestand (virtual machine disk) in je uitpakmap.

Bekijk gerust de hardware-eigenschappen en configuratie-opties van je VM.

VM starten

Sluit het eigenschappenvenster en klik in het hoofdvenster op Play virtual machine. Kali Linux zal dan opstarten in een schaalbaar venster. Log in met de gebruikersnaam ‘kali’ en het wachtwoord ‘kali’ (waarbij de standaard toetsenbordindeling qwerty is), zoals aangegeven op de website van Kali Linux. Klik op het Kali-knopje linksboven om een uitgebreid assortiment aan hacktools te bekijken.

Bovenaan in het venster van Workstation Player vind je de knoppenbalk met opties als Send Ctrl+Alt+Del to virtual machine, wat een bruuske manier is om je bij Kali af te melden, en Enter full screen mode voor weergave op een volledig scherm (klik nogmaals om terug te keren naar de venstermodus). Ook de mooi geïntegreerde Unity mode is beschikbaar, al werkt deze modus niet binnen Linux. Klik op het pijlknopje naast Suspend Guest om de opties te zien waarmee je Kali Linux geforceerd kunt herstarten, afsluiten of bevriezen (Suspend). In het laatste geval wordt de huidige status van je VM opgeslagen, zodat je er later via Play virtual machine weer naar terug kunt keren.

Om je gast-distributie minder abrupt af te sluiten, klik je op het Log Out-knopje rechtsboven en kies je vervolgens voor Shut Down.

Er zijn meerdere manieren om Kali Linux af te sluiten.

Systeemvereisten Workstation Player vereist een 64bit-besturingssysteem en een 64bit-processor. Met Windows 11 als hostsysteem zit je wat dit betreft al goed. Voor Windows 10 controleer je via Instellingen / Systeem / Info of je de 64bit-versie gebruikt. Verder moet hardwarevirtualisatie, zoals Intel VT-x of AMD-V, beschikbaar en ingeschakeld zijn. Dit controleer je door Ctrl+Shift+Esc in te drukken, naar Prestaties te gaan, Processor te selecteren en te kijken of Virtualisatie ingeschakeld is. Als dit niet het geval is, schakel je dit in via het BIOS/UEFI van je systeem, mogelijk bij Chipset, Northbridge of Advanced CPU Configuration. Raadpleeg desnoods je systeemhandleiding.

Daarnaast heb je voor een soepele werking van je hostsysteem minstens 6 GB RAM nodig, plus extra geheugen voor elke simultaan draaiende VM. Wil je bijvoorbeeld een virtuele Kali Linux (2 tot 4 GB) en Windows 10 (minstens 4 GB) tegelijk draaien, zorg er dan voor dat je minimaal 12 GB RAM hebt.

Vergeet ook niet voldoende opslagruimte voor je virtuele schijfstations (vmdk-bestanden) te reserveren. Deze kunnen nog in omvang toenemen als je voor dynamische toewijzing hebt gekozen. Je controleert dit in Workstation Player via het eigenschappenvenster van je VM, onder Hard Disk (Capacity: Current size versus Maximum size).

Een dynamisch toegewezen schijf kan verder groeien tot het ingestelde maximum.

Schijfbestand voorbereiden

Voor Kali Linux gebruikten we een kant-en-klare VM, maar voor veel andere distributies en versies van besturingssystemen, zoals Windows, moet je zelf een VM (vmx-bestand) creëren. Dit kun je met of zonder een bestaande virtuele schijf (vmdk-bestand) doen.

Open Workstation Player en selecteer in het hoofdvenster – klik eventueel op Home – de optie Create a New Virtual Machine. Je krijgt nu de keuze tussen Installer disc image file (iso) en I will install the operating system later.

We gaan ervanuit dat je al over een virtueel schijfbestand beschikt. Je kunt deze bijvoorbeeld vinden op OSBoxes. Selecteer daar VM IMAGES, kies voor VMware Images en je krijgt keuze uit ongeveer zestig images. We nemen vrij willekeurig CentOS als voorbeeld. Klik op VMware (VMDK) image, ga naar het tabblad VMware en klik op Download om een 7z-archiefbestand binnen te halen. In Windows 11 klik je met rechts op het 7z-bestand en kies je Alles uitpakken, of je gebruikt de gratis tool 7-Zip om het archief uit te pakken.

Terug in Workstation Player kies je voor I will install the operating system later. Klik op Next, selecteer bij Guest operating system de optie Linux en kies CentOS 64-bit (8 of hoger). Klik op Next, geef je VM een naam en kies een locatie. Klik weer op Next. Stel de Maximum disk size (GB) (voorlopig) in op 1 GB, kies voor Store virtual disk as a single file, klik op Next en dan op Finish.

De VM wijst voorlopig naar een ‘nep’ schijfbestand van 1GB.

Schijfbestand koppelen

Je VM staat nu bovenaan de lijst. Nu moet je deze nog koppelen aan je gedownloade en uitgepakte vmdk-bestand. Selecteer de VM en open Edit virtual machine settings. Ga naar Hard Disk en verwijder de placeholder-schijf door op Remove te klikken. Klik vervolgens op Add, kies Hard Disk en druk op Next. Laat de aanbevolen optie NVMe gerust staan, klik op Next en kies dan voor Use an existing virtual disk. Klik weer op Next en navigeer via Browse naar het vmdk-bestand van je keuze (in ons voorbeeld CentOS). Bevestig met Openen en klik op Finish. Kies voor Keep Existing Format en sluit af met OK. Selecteer je VM en start deze met Play virtual machine. Bevestig een eventuele vraag rond een ‘virtual device’ met Yes en gebruik als standaardwachtwoord osboxes.org.

Absoluut handig om weten: zit je cursor ooit ‘gevangen’ in het venster van een VM, dan geef je met Ctrl+Alt de controle weer aan je hostsysteem.

Ook CentOS draait vlot als VM onder de bezielende leiding van gastheer Windows.

Iso-bestand ophalen

We hebben dus al gezien hoe je een kant-en-klare VM gebruikt en hoe je een nieuwe VM creëert op basis van een bestaande virtuele schijf (vmdk). Is er geen geschikt vmdk-bestand voorhanden, dan kun je er zelf een creëren. Je start dan een schijfkopie op, wat meestal een iso-bestand is. Deze zijn te vinden op de officiële websites van Linux-distributies of op verzamelsites als DistroWatch. Iso-bestanden van Windows 8.1 tot en met 11 kun je op deze pagina downloaden. Houd er rekening mee dat deze Windows-versies zonder activering na enige tijd beperkingen vertonen.

Je kunt Windows als iso-bestand in diverse talen downloaden.

Windows 11-iso installeren

Laten we een Windows 11-versie gebruiken als voorbeeld. Open Workstation Player en kies Create a New Virtual Machine. Kies Installer disc image file (iso) en navigeer met Browse naar je gedownloade iso-bestand. Bevestig met Openen en druk op Next. Kies Microsoft Windows, Windows 11x64 en druk op Next. Kies een geschikte naam en opslaglocatie. Klik alweer op Next. In verband met de verplichte encryptie kun je het vinkje laten staan bij Only the files needed to support a TPM are encrypted. Vul tevens een wachtwoord in (2x). Je mag het vinkje bij Remember this password on this machine in Credential Manager laten staan. Ga verder met Next, wijs minstens 80 GB virtuele schijfruimte toe en kies voor Store virtual disk as a single file. Klik op Next, haal het vinkje weg bij Power on this virtual machine after creation en sluit af met Finish.

Na afloop klik je op Edit virtual machine settings bij de nieuwe VM. Controleer of er minstens 4 GB geheugen en 2 processors zijn toegevoegd. Pas dit aan indien nodig. Check ook of een Network Adapter (NAT) en Trusted Platform Module aanwezig zijn. Als alles correct is, druk je op OK en start je de VM met Play virtual machine. Druk in het venster van de VM snel op enkele willekeurige toetsen zodra Press any key to boot from CD or DVD verschijnt voor de Windows-set-up. Je kunt hier eventueel Ik heb geen productcode kiezen. Na enkele automatische reboots kun je aan de slag met je virtuele Windows-machine.

Je kunt zelf kiezen welke versie van Windows 11 je in je VM wilt.

VMware Tools

Tijdens de installatie van Windows kun je een melding over VMware Tools hebben gezien. Deze tools verbeteren de prestaties en optimaliseren muis- en videofuncties. Je installeert VMware Tools als volgt: start je VM, klik linksboven op de knop Player, selecteer Manage en kies (Re)install VMware Tools. (Hier vind je ook de optie Virtual Machine Settings voor aanpassingen aan je de VM die op dat moment draait). Open in je virtuele Windows de Verkenner en ga naar Dvd-station (D:) VMware Tools. Dubbelklik op setup64 en bevestig met Ja. Klik op Next (2x), kies Install, sluit af met Finish en herstart je VM.

Ook handig om te weten: via Player / Removable devices kun je apparaten zoals een dvd-speler, netwerkadapter, geluidskaart en webcam koppelen aan of ontkoppelen van je gastsysteem.

VMware Tools wordt geïnstalleerd.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.