Zelfrijdende voertuigen van de toekomst: Deel 2
Zelfrijdende voertuigen hebben de toekomst! En dan niet alleen op het gebied van personenauto's, maar ook - of juist - in het openbaar vervoer. In dit artikel kijken we hoe het er voor staat met de veelbelovende initiatieven van vandaag de dag.
Lees eerst: Zelfrijdende voertuigen van de toekomst: Deel 1
WEpods
In Wageningen heeft in 2016 eveneens een proef met autonome busjes gedraaid (zie afbeelding boven dit artikel). Vergelijkbaar met het systeem van ParkShuttle betrof het hier minibusjes die zich automatisch kunnen voortbewegen. Het grootste verschil is dat de busjes in Wageningen wél de openbare weg op mochten. Door middel van een lasersysteem en gps konden de wagentjes zich met een snelheid van 25 km/u een weg door de straten banen.
Het experiment was echter van korte duur; de wagentjes mochten van de provincie Gelderland 50 km/u rijden, maar die snelheid is nooit gehaald. Wel zijn er passagiers vervoerd op de Wageningse campus, maar de techniek voor het rijden tussen het overige verkeer bleek uiteindelijk toch ingewikkelder dan in eerste instantie werd gedacht.
De pods rijden niet meer, maar de provincie Gelderland hoopt – na een eerdere investering van 4,1 miljoen euro – dat een andere partij zich op de verdere uitrol van het systeem wil storten. Het bedrijf achter WEpods blijft de pods echter nog wel in de regio testen, in de hoop een investeerder te vinden die wil helpen het systeem verder uit te rollen.
Elektrische bus van Connexxion
©PXimport
De elektrische bus is in Nederland in opkomst. Zo maakte Connexxion begin dit jaar bekend vanaf 10 december 2017 de grootste elektrische busvloot van Europa te gaan inzetten in de concessie Amstelland-Meerland. De 100 elektrische bussen zullen worden ingezet in de busdiensten van het Schipholnet, met speciaal aan te leggen oplaadplekken bij parkeerplaats P30, busstation Schiphol-Noord en Amstelveen.
Ook bij een aantal tussenhaltes en eindpunten worden speciale laadpunten aangelegd, waarbij een bus binnen 20 tot 40 minuten kan worden opgeladen. De bussen hebben namelijk een beperkte actieradius van 70 kilometer, en dat vereist een nieuwe planning van de dienstregeling en regelmatig ‘bijtanken’. De huidige dieselbussen worden nu ‘s ochtends helemaal afgetankt en kunnen vervolgens een hele dag rijden.
Voor de elektrische bus geldt dat deze op meerdere momenten gedurende een dienst tussendoor moet worden opgeladen. Chauffeurs worden echter opgeleid om zo zuinig mogelijk te rijden, waarbij goed rijgedrag zelfs wordt beloond met een bonus.
Hybride tram/bus
©PXimport
Een andere ontwikkeling op het gebied van (deels geautomatiseerd) busvervoer is de zogeheten geleidebusbaan. Al in de jaren zeventig werd in de Duitse stad Essen een grote proef gedaan met een betonnen busbaan, waar bussen werden geleid door middel van een verhoogde rand. Zijwielen op de bussen zorgden ervoor dat de bus zijn baan bleef volgen.
Het enige dat de chauffeur hoefde te doen, was remmen en gas geven. Op plekken waar de vrije busbaan eindigde, kon de bus zich met het overige verkeer vervoegen en nam de chauffeur het stuur weer over. Essen was de eerste stad waar dit systeem werd geïntroduceerd. Het werd voornamelijk toegepast in tramtunnels, waar de bussen en trams gezamenlijk konden rijden.
De busbaan is nog deels in gebruik en wereldwijd vinden we geleidebusbanen in Adelaide in Australië, Cambridge en Manchester in Groot-Brittannië en Japan. Een nadeel van zo’n systeem is dat de aanleg van een vrije busbaan met geleiderail een kostbare aangelegenheid is, maar het is eenvoudig en goedkoop om bestaande bussen om te bouwen om van de baan gebruik te maken.
Horizontale lift
©PXimport
De Duitse Liftfabrikant ThyssenKrupp heeft een liftsysteem ontwikkeld waarbij geen gebruik meer wordt gemaakt van kabels en vaste verticale schachten. Een wereldprimeur. De liftcabine van de MULTI drijft zichzelf aan via een lineair motorsysteem en de route van de cabine kan dan zowel verticaal als horizontaal lopen.
Op plekken waar de lift horizontaal kan bewegen, zijn draaibare geleiderails geplaatst. Zodra de liftcabine aankomt op de plek waar de cabine zich horizontaal kan bewegen, draait het geleidesysteem van de cabine aan de achterzijde om zijn as en kan de cabine zijn horizontale route vervolgen.
Het systeem is nog in ontwikkeling en is nog niet toegepast in gebouwen, maar ThyssenKrupp heeft wel een volledig werkend systeem operatief in de 246 meter hoge testtoren in het Duitse Rottweil. De toren en het systeem kunnen worden bezocht, want het is namelijk ook een toeristenattractie.
Lift met dubbele afzonderlijke cabines
©PXimport
Uniek is ook een liftsysteem waarbij in een enkele schacht twee cabines zijn geplaatst. De TWIN-lift van ThyssenKrupp is een systeem met verticaal en los van elkaar bewegende liftcabines in een enkele liftschacht. De capaciteit neemt daardoor met 40 procent toe.
Passagiers geven bij aankomst bij de lift op een panel aan naar welke etage ze willen, dus niet meer in de cabine zelf. Beide liften stoppen alleen op bepaalde verdiepingen, maar ze kunnen wel allebei de begane grond aandoen. Een van de liften die geen passagiers heeft, daalt dan tot in de kelder onder het niveau van de laagste etage, zodat de andere lift die etage aan kan doen.
De toekomst
De vraag naar hoogwaardig geautomatiseerd openbaar vervoer stijgt. De wereldpopulatie groeit en door de vele files en opstoppingen wereldwijd in steden en daarbuiten is de noodzaak om het openbaar vervoer efficiënter, sneller maar ook energiezuiniger te maken hoger dan ooit.
Daar is automatisering voor nodig, want dankzij computersystemen kunnen voertuigen elkaar sneller opvolgen, zodat er bijvoorbeeld elk x-aantal minuten een trein langs het perron komt of een bus bij de halte. Belangrijk in een succesvolle uitrol van (deels) geautomatiseerde openbaarvervoersystemen is standaardisering. Initiatieven en ontwikkelingen vinden vaak plaats op lokaal niveau, maar er wordt niet wereldwijd aan een enkel systeem gewerkt.
Natuurlijk is het zo dat veel oplossingen vaak specifiek voor een bepaalde stad of regio worden ontworpen, maar elke stad heeft uiteindelijk een netwerk dat niet veel verschilt van andere regio’s.