ID.nl logo
Weg van big tech, dit is het fediverse
© grgroup - stock.adobe.com
Huis

Weg van big tech, dit is het fediverse

Nagenoeg alle bekende sociale mediaplatformen zijn in handen van ‘big tech’, zoals Meta, Google en Microsoft. Ze zijn erg populair, maar veel gebruikers voelen zich gevangen in zo’n ecosysteem. Met het ‘fediverse’ komt langzaam een alternatieve structuur op gang.

In dit artikel gaan we in op wat het fediverse is en wat de tegenhangers van de bekende socialmediaplatformen zijn, zoals:

  • Mastodon
  • PeerTube
  • Pixelfed
  • Lemmy

Lees zeker ook: Exit-strategie: zo verlaat je Google, Microsoft, Apple of Meta

Socialmediaplatformen als Facebook, YouTube, Instagram, Twitter, Snapchat, Pinterest, Reddit en WhatsApp hoeven we je uiteraard niet meer voor te stellen. Maar namen als Friendica/Diaspora, PeerTube, Pixelfed, Mastodon, Movim, Prismo, Lemmy en Element/Matrix komen je wellicht veel minder bekend voor. Toch zijn dit ook socialmediaplatformen. In feite zijn het zelfs stuk voor stuk tegenhangers van de bekende platformen. Om uit te leggen in welk opzicht ze tegenhangers zijn, moeten we het eerst uitgebreid over het ‘fediverse’ hebben.

1 Opzet

De naam fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’, oftewel een gefedereerd of federatief universum en in het Nederlands daarom soms ook wel aangeduid als fediversum. Je moet het zien als een verzameling onderling verbonden servers, ook wel instances genoemd, die onafhankelijk worden beheerd door individuen of organisaties. Gemeenschappelijke protocollen zorgen voor onderlinge communicatie. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld een account aanmaken op een server, en vervolgens communiceren en gegevens delen met gebruikers op andere servers binnen het fediverse, informeel ook wel fedi genoemd. Dit maakt gedecentraliseerde sociale interacties mogelijk zonder afhankelijkheid van één centrale entiteit, in tegenstelling tot traditionele socialemediaplatformen.

Heb je bijvoorbeeld een Instagram-account, dan kun je geen contact onderhouden met X-gebruikers, tenzij je je ook bij dat platform aansluit. Binnen het fediverse daarentegen kun je vrijelijk bewegen tussen verschillende servers en platformen, mits je je aan de regels van het fediverse, de platformen en de servers houdt. Gebruikers die zich niet thuisvoelen bij een instance kunnen ook hun eigen server hosten, met eigen regels en voorwaarden, en een aangepast moderatiebeleid.

Het populairste (maar niet officiële) logo van het fediverse.

2 Start

De ontwikkeling van het fediverse begon in 2008, toen een Canadese software-ontwikkelaar een opensource-microbloggingplatform oprichtte, genaamd Laconica. Dit was gebaseerd op het OpenMicroBlogging-protocol, dat communicatie tussen verschillende microbloggingsites mogelijk maakte. Een jaar later werd het platform hernoemd in StatusNet en enkele jaren later fuseerde het met afgeleide projecten tot GNU social, dat nog steeds actief is.

Langzamerhand werden de beperkingen van het OpenMicroBlogging-protocol, ontworpen voor eenrichtingsverkeer van tekstberichten, duidelijker. Daarom werd het nieuwe protocol OStatus als open standaard voor microblogging ontworpen. Rond dezelfde tijd werd het sociale netwerk Diaspora populairder, dat een eigen federatief protocol gebruikte voor gegevensuitwisseling tussen onafhankelijke servers. Om onderscheid te maken tussen beide netwerken en protocollen kwamen vooral vanaf 2017 de termen fediverse (voor OStatus) en federation (voor Diaspora) in gebruik.

Het sociaal netwerkplatform GNU Social en het gefedereerd OStatus-protocol vormen de basis van het fediverse.

3 (Protocol)ontwikkeling

Enkele populaire microbloggingsites binnen GNU Social lieten al snel het OStatus-protocol achter zich en gingen over op het nieuwe protocol Pump.io (voorheen ActivityPump), dat meer data-uitwisseling mogelijk maakte dan alleen statusupdates. Begin 2018 nam het W3C (World Wide Web Consortium) het heft in handen en stelde de opvolger, ActivityPub, als aanbevolen open standaard voor.

In 2019 schakelden de meeste platformen over op dit protocol, en de naam fediverse verwijst nu vooral naar socialenetwerk-platformen die hierop gebaseerd zijn. Het protocol kreeg eind 2022 een boost nadat Elon Musk Twitter had opgekocht. Veel gebruikers vertrouwden deze overname niet en stapten over naar het fediverse-alternatief Mastodon. Ook andere sociale media toonden en tonen interesse in ActivityPub, waaronder Flicker, Flipboard, Threads en Tumblr.

ActivityPub mag dan het meest gebruikte protocol zijn, er zijn er nog meer binnen het fediverse. Naast OStatus en Diaspora zijn er bijvoorbeeld XMPP, Matrix, AT (Bluesky) en Zot. Een platform kan ook meerdere protocollen ondersteunen. Zo ondersteunt Hubzilla naast Zot ook ActivityPub, OStatus en Diaspora. Een recenter protocol is Nostr (Notes and Other Stuff Transmitted by Relays), waarbij gebruikers zich met cryptografische sleutels authenticeren en hun berichten naar een of meerdere relays versturen, waarop andere gebruikers zich kunnen abonneren om zo censuur te omzeilen.

Gebruikers van Nostr ondertekenen en versleutelen berichten met een cryptografisch sleutelpaar.

4 Werking

In onze definitie van het fediverse zie je ongetwijfeld parallellen met hoe een P2P-netwerk (peer-to-peer) opereert. Beide systemen delen aspecten als decentralisatie, met onafhankelijke servers in plaats van een centrale server die alle gegevens beheert, en directe communicatie tussen gebruikers op verschillende servers.

Toch zijn er ook verschillen. Terwijl bij P2P alle knooppunten gelijkwaardig zijn als server en client, zijn er bij het fediverse onafhankelijke servers waarop gebruikersaccounts worden aangemaakt. Elke administrator is bovendien verantwoordelijk voor de veiligheid, het onderhoud en de moderatie van zijn eigen server.

Binnen het fediverse bepaalt het ActivityPub-protocol hoe activiteiten zoals het volgen van personen, het posten van berichten en het geven van likes tussen de servers worden uitgewisseld. Elke server beslist zelf welke andere servers hij vertrouwt en met welke er communicatie wordt toegelaten, doorgaans op basis van blokkeerlijsten of een specifiek federatie- en moderatiebeleid.

Wanneer een gebruiker op server Y data van server X wil bekijken, stuurt Y een verzoek naar X om de data op te halen als deze nog niet lokaal zijn opgeslagen. Dit vermindert de noodzaak voor centrale opslag en zorgt voor gedistribueerde aflevering van content. Het zorgt er ook voor dat de rest van het netwerk operationeel blijft als een server offline gaat. Bovendien kunnen gebruikers hun accounts en data naar andere servers migreren als ze dat willen.

Jeroen heeft de afbeelding ‘wereld.png’ op een Pixelfed-instance geplaatst. ActivityPub zorgt voor de rest.

5 Plussen en minnen

Er kleven dus onmiskenbaar enkele voordelen aan het fediverse. Zo maakt het netwerk gebruik van open standaarden en opensource-software, wat betekent dat er geen verborgen code wordt gebruikt en dat de code goed up-to-date kan worden gehouden. De decentralisatie zorgt er ook voor dat er geen ‘single point of failure’ is: als een server uitvalt, blijven de andere functioneren. Bovendien, terwijl traditionele social media de eigenaarschap van je data overnemen om je gerichte advertenties en gesponsorde content te sturen, kun je in het fediverse instances kiezen met een strikt privacybeleid, zodat je geen last hebt van tracking, advertenties of ongewilde censuur. Het fediverse biedt daarnaast meer diversiteit, omdat je je gemakkelijk met andere gemeenschappen kunt verbinden.

Houd er wel rekening mee dat de open structuur en de vaak minimale moderatie makkelijker tot controversiële agenda’s en content kunnen leiden. Wel kunnen instances via blacklists andere instances en gebruikers blokkeren. Verder is het fediverse minder gebruiksvriendelijk dan de gepolijste interfaces van de traditionele sociale media. En de veiligheid van je data op een instance hangt sterk af van de kennis en integriteit van de administrator. Het is evenmin helemaal uit te sluiten dat een instance om welke reden ook wordt afgesloten (zoals gebeurde met de mastodon-server Kolektiva.social, die door de FBI werd geconfisqueerd), wat kan leiden tot verlies van je data en contacten.

Tot slot, weet dat wanneer je je gegevens wist op je eigen instance, deze niet automatisch worden verwijderd op andere instances die je data hebben ontvangen.

Mastodon-server Kolektiva.social profileert zich als een ‘antikoloniaal anarchistisch collectief’.

6 Platformen

We hebben het tot nu toe vooral gehad over microbloggingplatformen binnen het fediverse, bedoeld voor kortere updates en beperkte berichten. Bekende platformen zijn Mastodon, Pleroma, Misskey, Firefish, Micro.blog en GNU social.

Maar ook andere platformen maken graag gebruik van het federatieve model. Zo zijn er platformen voor macroblogging, bedoeld voor uitgebreide blogposts met multimedia, zoals Write Freely, Streams, Plume en Hubzilla (deze laatste is ook bruikbaar voor cms, bestandsopslag, wiki en fotogalerijen). Voor het delen van afbeeldingen kun je terecht bij Pixelfed, terwijl PeerTube zich richt op video’s en Funkwhale op audio. Lemmy, Kbin, Prismo en Raddle fungeren vooral als link-aggregators en fora.

In de rest van dit artikel gaan we in op enkele uiteenlopende platformen. We laten zien hoe en waar je een account aanmaakt bij een geschikte instance, en hoe je actief deelneemt aan het platform. In het kader ‘Eigen instance’ geven we een aanzet tot het opzetten van een eigen instance.

Enkele bekende takken aan het fediverse-boom (foto: Per Axbom, CC BY-SA 4.0).

7 Instances

Om je bij de fediverse-gemeenschap aan te sluiten, kies je eerst een geschikt platform (zie paragraaf 6). De volgende stap is het selecteren van een geschikte instance, waarvan de community en het beleid aansluiten bij je leefwereld en interesses.

Een goed vertrekpunt is Fediverse Party. Klik hier op Menu / All apps om volgens diverse criteria, zoals categorie, protocol, programmeertaal en licentie, een instance te kiezen. Ook op FediDB kun je terecht, waar je in de secties Servers en Software een uitgebreid overzicht vindt, en je kunt nog terecht op The Federation.

Het populairste platform, met circa twee derde van alle 12 miljoen fediverse-gebruikers, is Mastodon, gericht op microblogging. Wil je je hierbij aansluiten, maar vind je via Fediverse Party niet meteen een geschikte instance, dan kun je ook terecht op de officiële Mastodon-site. Je vindt hier servers gesorteerd op taal, regio, onderwerp en Mastodon-instances.

Op basis van onze criteria leidde de wizard ons naar vier Mastodon-instances.

8 Mastodon

We nemen het Nederlandse Mastodon als voorbeeld, een instance voor en door de Nederlandse community. Logischerwijs dien je je hier eerst te registreren. Na het accepteren van enkele basisregels kun je een account creëren en ontvang je een bevestigingsmail. Daarna kun je meteen aan de slag.

Je krijgt instructies voor het aanpassen van je profiel en je starttijdlijn, waar je medegebruikers kunt volgen en ontvolgen. Je leert ook hoe je je mastodon-profiel deelt en je eerste bericht post – bij Mastodon heet dit toot(en). Je kunt je berichten voorzien van een thematische hashtag om ze beter te kunnen categoriseren en vindbaar te maken. In de zoekbalk kun je naar specifieke hashtags zoeken en via Hashtag volgen ontvang je automatisch een update wanneer iemand een bericht met die hashtag post. Het is ook mogelijk een toot te boosten, zodat je het bericht deelt met je eigen volgers (vergelijkbaar met retweeten of reposten). En verken zeker ook de openbare tijdlijnen, zowel op je eigen instance als op andere Mastodon-servers.

Alle vertrouwde ingrediënten zijn aanwezig: (re)toots, tijdlijn, meldingen, favorieten en meer.

Eigen instance We hebben uitgelegd hoe je je bij enkele fediverse-platformen kunt aansluiten via een bestaande instance. Bij nagenoeg alle platformen kun je ook je eigen instance inrichten. We hebben niet de ruimte hier dieper op in te gaan, maar geven je wel de basisstappen.

  • Kies eerst een fediverse-platform, zoals Mastodon of Pleroma.
  • Registreer daarna een domeinnaam voor je instance. Je hebt uiteraard ook een server nodig om je instance te hosten. Dit kan een VPS (Virtuele Private Server) zijn bij een hostingprovider. Controleer of deze aan alle vereisten voldoet, want de systeemvereisten kunnen fors zijn, vooral qua opslagruimte (eventueel kan dit bij een cloudopslagprovider).
  • Beveilig je verbinding met een ssl-certificaat, bijvoorbeeld via een gratis exemplaar van Let’s Encrypt.
  • Maak je server klaar met een geschikt en up-to-date besturingssysteem, doorgaans een Linux-distributie. Installeer dan de noodzakelijke onderdelen, zoals een webserver als Nginx of Apache en een database als PostgreSQL. Installeer en configureer vervolgens het gekozen platform evenals de afhankelijkheden, en configureer je webserver.
  • Creëer een admin-gebruiker en pas via de beheermodule zaken als het moderatiebeleid, federatievoorkeuren en gebruikersinstellingen aan.

Zorg dat alles goed is beveiligd, maak frequent back-ups, zorg voor updates en monitor regelmatig de prestaties van je server.

De site-instellingen van Mastodon.

9 PeerTube

Zoals de naam al doet vermoeden lijkt PeerTube, van Franse origine, sterk op YouTube. Dit platform draait dan ook om videostreaming en -sharing, maar dan binnen het fediverse. Een goed vertrekpunt voor de circa 1000 instances is www.joinpeertube.org/instances (selecteer eventueel Video maker bij Your Profile als je ook zelf video’s wilt uploaden) of https://instances.joinpeertube.org/instances. Wil je op zoek naar specifieke video’s of kanalen, ga dan naar www.joinpeertube.org/browse-content. Afhankelijk van de gekozen instance vind je hier een knop Een account aanvragen.

Met een account kun je reageren op video’s, een kijkgeschiedenis opbouwen, video’s op je eigen kanaal publiceren (dat je tijdens de accountregistratie kunt aanmaken) en je abonneren op andere kanalen. Bij de meeste instances duurt het ongeveer een dag voor een moderator op je aanvraag reageert. Je kunt je via Lokale video’s ook op een RSS-feed abonneren. Weet wel dat het aantal video’s bij veel instances voorlopig beperkt is en dus niet te vergelijken is met het aanbod bij YouTube of Vimeo.

Video’s op PeerTube kun je ook zonder account bekijken.

10 Pixelfed

Het aantal instances op Pixelfed is vooralsnog niet zo groot. Volgens de officiële webpagina zijn er momenteel ongeveer veertig, waarvan slechts twee in Nederland (waaronder hidden.pics, met zo’n 100 actieve gebruikers en focus op artistiek naakt).

De serverregels zijn telkens duidelijk vermeld. Via Explore krijg je, ook zonder eigen account, een overzicht van de trending posts, en via Directory kun je direct doorklikken naar specifieke gebruikers en hun afbeeldingen bekijken. Om foto’s te liken of er commentaar op te geven, heb je wel een account nodig.

Om je te registeren, doorloop je enkele stappen: de serverregels accepteren, een account aanmaken en reageren op de bevestigingsmail. In de meeste gevallen zal een moderator je aanvraag handmatig goedkeuren, waarna je binnen 48 uur een reactie kunt verwachten.

Op Pixelfed kun je terecht voor ‘alternatieve’ foto’s, van kinky tot kunst, en van kitsch tot knap.

11 Lemmy

Met zo’n 700 actieve servers en een totaal van 400.000 gebruikers mag Lemmy, dat enigszins vergelijkbaar is met Reddit, zich tot de populairdere fediverse-platformen rekenen. Je kunt deelnemen aan bestaande communities (subfora) of je eigen communities opzetten. Binnen elke community kun je posts creëren, inclusief links, afbeeldingen en video’s. Door posts te upvoten, komen interessantere discussies naar boven.

Op de officiële website kun je klikken op Deelnemen aan een server, waarna je een topic en taal selecteert en hopelijk een geschikte instance vindt (de combinatie ‘technologie’ en ‘English’ leverde bijvoorbeeld 18 hits op).

Bij veel Lemmy-instances kun je je direct registreren zonder dat je hoeft te wachten op acceptatie door een moderator. Je krijgt meteen de nieuwste berichten te zien, kunt (standaard) verborgen berichten bekijken of alleen de berichten opvragen van de gemeenschappen waarop je bent geabonneerd. Via filters zoom je snel in op berichten met een specifieke status, zoals Actief, Populair, Controversieel, Besteafgelopen maand enzovoort.

Lemmy-instances schuwen de controverse niet.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.