ID.nl logo
Weg van big tech, dit is het fediverse
© grgroup - stock.adobe.com
Huis

Weg van big tech, dit is het fediverse

Nagenoeg alle bekende sociale mediaplatformen zijn in handen van ‘big tech’, zoals Meta, Google en Microsoft. Ze zijn erg populair, maar veel gebruikers voelen zich gevangen in zo’n ecosysteem. Met het ‘fediverse’ komt langzaam een alternatieve structuur op gang.

In dit artikel gaan we in op wat het fediverse is en wat de tegenhangers van de bekende socialmediaplatformen zijn, zoals:

  • Mastodon
  • PeerTube
  • Pixelfed
  • Lemmy

Lees zeker ook: Exit-strategie: zo verlaat je Google, Microsoft, Apple of Meta

Socialmediaplatformen als Facebook, YouTube, Instagram, Twitter, Snapchat, Pinterest, Reddit en WhatsApp hoeven we je uiteraard niet meer voor te stellen. Maar namen als Friendica/Diaspora, PeerTube, Pixelfed, Mastodon, Movim, Prismo, Lemmy en Element/Matrix komen je wellicht veel minder bekend voor. Toch zijn dit ook socialmediaplatformen. In feite zijn het zelfs stuk voor stuk tegenhangers van de bekende platformen. Om uit te leggen in welk opzicht ze tegenhangers zijn, moeten we het eerst uitgebreid over het ‘fediverse’ hebben.

1 Opzet

De naam fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’, oftewel een gefedereerd of federatief universum en in het Nederlands daarom soms ook wel aangeduid als fediversum. Je moet het zien als een verzameling onderling verbonden servers, ook wel instances genoemd, die onafhankelijk worden beheerd door individuen of organisaties. Gemeenschappelijke protocollen zorgen voor onderlinge communicatie. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld een account aanmaken op een server, en vervolgens communiceren en gegevens delen met gebruikers op andere servers binnen het fediverse, informeel ook wel fedi genoemd. Dit maakt gedecentraliseerde sociale interacties mogelijk zonder afhankelijkheid van één centrale entiteit, in tegenstelling tot traditionele socialemediaplatformen.

Heb je bijvoorbeeld een Instagram-account, dan kun je geen contact onderhouden met X-gebruikers, tenzij je je ook bij dat platform aansluit. Binnen het fediverse daarentegen kun je vrijelijk bewegen tussen verschillende servers en platformen, mits je je aan de regels van het fediverse, de platformen en de servers houdt. Gebruikers die zich niet thuisvoelen bij een instance kunnen ook hun eigen server hosten, met eigen regels en voorwaarden, en een aangepast moderatiebeleid.

Het populairste (maar niet officiële) logo van het fediverse.

2 Start

De ontwikkeling van het fediverse begon in 2008, toen een Canadese software-ontwikkelaar een opensource-microbloggingplatform oprichtte, genaamd Laconica. Dit was gebaseerd op het OpenMicroBlogging-protocol, dat communicatie tussen verschillende microbloggingsites mogelijk maakte. Een jaar later werd het platform hernoemd in StatusNet en enkele jaren later fuseerde het met afgeleide projecten tot GNU social, dat nog steeds actief is.

Langzamerhand werden de beperkingen van het OpenMicroBlogging-protocol, ontworpen voor eenrichtingsverkeer van tekstberichten, duidelijker. Daarom werd het nieuwe protocol OStatus als open standaard voor microblogging ontworpen. Rond dezelfde tijd werd het sociale netwerk Diaspora populairder, dat een eigen federatief protocol gebruikte voor gegevensuitwisseling tussen onafhankelijke servers. Om onderscheid te maken tussen beide netwerken en protocollen kwamen vooral vanaf 2017 de termen fediverse (voor OStatus) en federation (voor Diaspora) in gebruik.

Het sociaal netwerkplatform GNU Social en het gefedereerd OStatus-protocol vormen de basis van het fediverse.

3 (Protocol)ontwikkeling

Enkele populaire microbloggingsites binnen GNU Social lieten al snel het OStatus-protocol achter zich en gingen over op het nieuwe protocol Pump.io (voorheen ActivityPump), dat meer data-uitwisseling mogelijk maakte dan alleen statusupdates. Begin 2018 nam het W3C (World Wide Web Consortium) het heft in handen en stelde de opvolger, ActivityPub, als aanbevolen open standaard voor.

In 2019 schakelden de meeste platformen over op dit protocol, en de naam fediverse verwijst nu vooral naar socialenetwerk-platformen die hierop gebaseerd zijn. Het protocol kreeg eind 2022 een boost nadat Elon Musk Twitter had opgekocht. Veel gebruikers vertrouwden deze overname niet en stapten over naar het fediverse-alternatief Mastodon. Ook andere sociale media toonden en tonen interesse in ActivityPub, waaronder Flicker, Flipboard, Threads en Tumblr.

ActivityPub mag dan het meest gebruikte protocol zijn, er zijn er nog meer binnen het fediverse. Naast OStatus en Diaspora zijn er bijvoorbeeld XMPP, Matrix, AT (Bluesky) en Zot. Een platform kan ook meerdere protocollen ondersteunen. Zo ondersteunt Hubzilla naast Zot ook ActivityPub, OStatus en Diaspora. Een recenter protocol is Nostr (Notes and Other Stuff Transmitted by Relays), waarbij gebruikers zich met cryptografische sleutels authenticeren en hun berichten naar een of meerdere relays versturen, waarop andere gebruikers zich kunnen abonneren om zo censuur te omzeilen.

Gebruikers van Nostr ondertekenen en versleutelen berichten met een cryptografisch sleutelpaar.

4 Werking

In onze definitie van het fediverse zie je ongetwijfeld parallellen met hoe een P2P-netwerk (peer-to-peer) opereert. Beide systemen delen aspecten als decentralisatie, met onafhankelijke servers in plaats van een centrale server die alle gegevens beheert, en directe communicatie tussen gebruikers op verschillende servers.

Toch zijn er ook verschillen. Terwijl bij P2P alle knooppunten gelijkwaardig zijn als server en client, zijn er bij het fediverse onafhankelijke servers waarop gebruikersaccounts worden aangemaakt. Elke administrator is bovendien verantwoordelijk voor de veiligheid, het onderhoud en de moderatie van zijn eigen server.

Binnen het fediverse bepaalt het ActivityPub-protocol hoe activiteiten zoals het volgen van personen, het posten van berichten en het geven van likes tussen de servers worden uitgewisseld. Elke server beslist zelf welke andere servers hij vertrouwt en met welke er communicatie wordt toegelaten, doorgaans op basis van blokkeerlijsten of een specifiek federatie- en moderatiebeleid.

Wanneer een gebruiker op server Y data van server X wil bekijken, stuurt Y een verzoek naar X om de data op te halen als deze nog niet lokaal zijn opgeslagen. Dit vermindert de noodzaak voor centrale opslag en zorgt voor gedistribueerde aflevering van content. Het zorgt er ook voor dat de rest van het netwerk operationeel blijft als een server offline gaat. Bovendien kunnen gebruikers hun accounts en data naar andere servers migreren als ze dat willen.

Jeroen heeft de afbeelding ‘wereld.png’ op een Pixelfed-instance geplaatst. ActivityPub zorgt voor de rest.

5 Plussen en minnen

Er kleven dus onmiskenbaar enkele voordelen aan het fediverse. Zo maakt het netwerk gebruik van open standaarden en opensource-software, wat betekent dat er geen verborgen code wordt gebruikt en dat de code goed up-to-date kan worden gehouden. De decentralisatie zorgt er ook voor dat er geen ‘single point of failure’ is: als een server uitvalt, blijven de andere functioneren. Bovendien, terwijl traditionele social media de eigenaarschap van je data overnemen om je gerichte advertenties en gesponsorde content te sturen, kun je in het fediverse instances kiezen met een strikt privacybeleid, zodat je geen last hebt van tracking, advertenties of ongewilde censuur. Het fediverse biedt daarnaast meer diversiteit, omdat je je gemakkelijk met andere gemeenschappen kunt verbinden.

Houd er wel rekening mee dat de open structuur en de vaak minimale moderatie makkelijker tot controversiële agenda’s en content kunnen leiden. Wel kunnen instances via blacklists andere instances en gebruikers blokkeren. Verder is het fediverse minder gebruiksvriendelijk dan de gepolijste interfaces van de traditionele sociale media. En de veiligheid van je data op een instance hangt sterk af van de kennis en integriteit van de administrator. Het is evenmin helemaal uit te sluiten dat een instance om welke reden ook wordt afgesloten (zoals gebeurde met de mastodon-server Kolektiva.social, die door de FBI werd geconfisqueerd), wat kan leiden tot verlies van je data en contacten.

Tot slot, weet dat wanneer je je gegevens wist op je eigen instance, deze niet automatisch worden verwijderd op andere instances die je data hebben ontvangen.

Mastodon-server Kolektiva.social profileert zich als een ‘antikoloniaal anarchistisch collectief’.

6 Platformen

We hebben het tot nu toe vooral gehad over microbloggingplatformen binnen het fediverse, bedoeld voor kortere updates en beperkte berichten. Bekende platformen zijn Mastodon, Pleroma, Misskey, Firefish, Micro.blog en GNU social.

Maar ook andere platformen maken graag gebruik van het federatieve model. Zo zijn er platformen voor macroblogging, bedoeld voor uitgebreide blogposts met multimedia, zoals Write Freely, Streams, Plume en Hubzilla (deze laatste is ook bruikbaar voor cms, bestandsopslag, wiki en fotogalerijen). Voor het delen van afbeeldingen kun je terecht bij Pixelfed, terwijl PeerTube zich richt op video’s en Funkwhale op audio. Lemmy, Kbin, Prismo en Raddle fungeren vooral als link-aggregators en fora.

In de rest van dit artikel gaan we in op enkele uiteenlopende platformen. We laten zien hoe en waar je een account aanmaakt bij een geschikte instance, en hoe je actief deelneemt aan het platform. In het kader ‘Eigen instance’ geven we een aanzet tot het opzetten van een eigen instance.

Enkele bekende takken aan het fediverse-boom (foto: Per Axbom, CC BY-SA 4.0).

7 Instances

Om je bij de fediverse-gemeenschap aan te sluiten, kies je eerst een geschikt platform (zie paragraaf 6). De volgende stap is het selecteren van een geschikte instance, waarvan de community en het beleid aansluiten bij je leefwereld en interesses.

Een goed vertrekpunt is Fediverse Party. Klik hier op Menu / All apps om volgens diverse criteria, zoals categorie, protocol, programmeertaal en licentie, een instance te kiezen. Ook op FediDB kun je terecht, waar je in de secties Servers en Software een uitgebreid overzicht vindt, en je kunt nog terecht op The Federation.

Het populairste platform, met circa twee derde van alle 12 miljoen fediverse-gebruikers, is Mastodon, gericht op microblogging. Wil je je hierbij aansluiten, maar vind je via Fediverse Party niet meteen een geschikte instance, dan kun je ook terecht op de officiële Mastodon-site. Je vindt hier servers gesorteerd op taal, regio, onderwerp en Mastodon-instances.

Op basis van onze criteria leidde de wizard ons naar vier Mastodon-instances.

8 Mastodon

We nemen het Nederlandse Mastodon als voorbeeld, een instance voor en door de Nederlandse community. Logischerwijs dien je je hier eerst te registreren. Na het accepteren van enkele basisregels kun je een account creëren en ontvang je een bevestigingsmail. Daarna kun je meteen aan de slag.

Je krijgt instructies voor het aanpassen van je profiel en je starttijdlijn, waar je medegebruikers kunt volgen en ontvolgen. Je leert ook hoe je je mastodon-profiel deelt en je eerste bericht post – bij Mastodon heet dit toot(en). Je kunt je berichten voorzien van een thematische hashtag om ze beter te kunnen categoriseren en vindbaar te maken. In de zoekbalk kun je naar specifieke hashtags zoeken en via Hashtag volgen ontvang je automatisch een update wanneer iemand een bericht met die hashtag post. Het is ook mogelijk een toot te boosten, zodat je het bericht deelt met je eigen volgers (vergelijkbaar met retweeten of reposten). En verken zeker ook de openbare tijdlijnen, zowel op je eigen instance als op andere Mastodon-servers.

Alle vertrouwde ingrediënten zijn aanwezig: (re)toots, tijdlijn, meldingen, favorieten en meer.

Eigen instance We hebben uitgelegd hoe je je bij enkele fediverse-platformen kunt aansluiten via een bestaande instance. Bij nagenoeg alle platformen kun je ook je eigen instance inrichten. We hebben niet de ruimte hier dieper op in te gaan, maar geven je wel de basisstappen.

  • Kies eerst een fediverse-platform, zoals Mastodon of Pleroma.
  • Registreer daarna een domeinnaam voor je instance. Je hebt uiteraard ook een server nodig om je instance te hosten. Dit kan een VPS (Virtuele Private Server) zijn bij een hostingprovider. Controleer of deze aan alle vereisten voldoet, want de systeemvereisten kunnen fors zijn, vooral qua opslagruimte (eventueel kan dit bij een cloudopslagprovider).
  • Beveilig je verbinding met een ssl-certificaat, bijvoorbeeld via een gratis exemplaar van Let’s Encrypt.
  • Maak je server klaar met een geschikt en up-to-date besturingssysteem, doorgaans een Linux-distributie. Installeer dan de noodzakelijke onderdelen, zoals een webserver als Nginx of Apache en een database als PostgreSQL. Installeer en configureer vervolgens het gekozen platform evenals de afhankelijkheden, en configureer je webserver.
  • Creëer een admin-gebruiker en pas via de beheermodule zaken als het moderatiebeleid, federatievoorkeuren en gebruikersinstellingen aan.

Zorg dat alles goed is beveiligd, maak frequent back-ups, zorg voor updates en monitor regelmatig de prestaties van je server.

De site-instellingen van Mastodon.

9 PeerTube

Zoals de naam al doet vermoeden lijkt PeerTube, van Franse origine, sterk op YouTube. Dit platform draait dan ook om videostreaming en -sharing, maar dan binnen het fediverse. Een goed vertrekpunt voor de circa 1000 instances is www.joinpeertube.org/instances (selecteer eventueel Video maker bij Your Profile als je ook zelf video’s wilt uploaden) of https://instances.joinpeertube.org/instances. Wil je op zoek naar specifieke video’s of kanalen, ga dan naar www.joinpeertube.org/browse-content. Afhankelijk van de gekozen instance vind je hier een knop Een account aanvragen.

Met een account kun je reageren op video’s, een kijkgeschiedenis opbouwen, video’s op je eigen kanaal publiceren (dat je tijdens de accountregistratie kunt aanmaken) en je abonneren op andere kanalen. Bij de meeste instances duurt het ongeveer een dag voor een moderator op je aanvraag reageert. Je kunt je via Lokale video’s ook op een RSS-feed abonneren. Weet wel dat het aantal video’s bij veel instances voorlopig beperkt is en dus niet te vergelijken is met het aanbod bij YouTube of Vimeo.

Video’s op PeerTube kun je ook zonder account bekijken.

10 Pixelfed

Het aantal instances op Pixelfed is vooralsnog niet zo groot. Volgens de officiële webpagina zijn er momenteel ongeveer veertig, waarvan slechts twee in Nederland (waaronder hidden.pics, met zo’n 100 actieve gebruikers en focus op artistiek naakt).

De serverregels zijn telkens duidelijk vermeld. Via Explore krijg je, ook zonder eigen account, een overzicht van de trending posts, en via Directory kun je direct doorklikken naar specifieke gebruikers en hun afbeeldingen bekijken. Om foto’s te liken of er commentaar op te geven, heb je wel een account nodig.

Om je te registeren, doorloop je enkele stappen: de serverregels accepteren, een account aanmaken en reageren op de bevestigingsmail. In de meeste gevallen zal een moderator je aanvraag handmatig goedkeuren, waarna je binnen 48 uur een reactie kunt verwachten.

Op Pixelfed kun je terecht voor ‘alternatieve’ foto’s, van kinky tot kunst, en van kitsch tot knap.

11 Lemmy

Met zo’n 700 actieve servers en een totaal van 400.000 gebruikers mag Lemmy, dat enigszins vergelijkbaar is met Reddit, zich tot de populairdere fediverse-platformen rekenen. Je kunt deelnemen aan bestaande communities (subfora) of je eigen communities opzetten. Binnen elke community kun je posts creëren, inclusief links, afbeeldingen en video’s. Door posts te upvoten, komen interessantere discussies naar boven.

Op de officiële website kun je klikken op Deelnemen aan een server, waarna je een topic en taal selecteert en hopelijk een geschikte instance vindt (de combinatie ‘technologie’ en ‘English’ leverde bijvoorbeeld 18 hits op).

Bij veel Lemmy-instances kun je je direct registreren zonder dat je hoeft te wachten op acceptatie door een moderator. Je krijgt meteen de nieuwste berichten te zien, kunt (standaard) verborgen berichten bekijken of alleen de berichten opvragen van de gemeenschappen waarop je bent geabonneerd. Via filters zoom je snel in op berichten met een specifieke status, zoals Actief, Populair, Controversieel, Besteafgelopen maand enzovoort.

Lemmy-instances schuwen de controverse niet.

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!