ID.nl logo
Huis

Wat brengt usb 3.1?

De nieuwe usb 3.1-standaard biedt hogere snelheden dan we tot nu toe gewend waren van usb 3.0. Tegelijkertijd hebben de bedrijven achter de populaire standaard een nieuwe stekker bedacht: usb Type-C is niet alleen handig in gebruik, maar biedt ook verschillende nieuwe mogelijkheden.

De usb-poort is op een moderne pc niet meer weg te denken: of het nu gaat om muis en toetsenbord, een externe harde schijf, een printer of een webcam, tegenwoordig wordt zo'n beetje alle randapparatuur aangesloten met één en dezelfde stekker. Wie ruim vijftien jaar geleden al met pc's in de weer was, zal zich de tijd van vele verschillende aansluitingen nog wel herinneren en zal het gebruiksgemak van usb extra kunnen waarderen. Lees ook: In 3 stappen - Maak van je usb-stick een toegangssleutel.

Usb werd geïntroduceerd in 1996 en de initiële versies (usb 1.0 en 1.1) kenden een maximale doorvoersnelheid van 12 megabit per seconde, wat men destijds Full Speed USB noemde. In 2000 volgde usb 2.0 - Hi-Speed USB in officieel jargon - dat 40x hogere prestaties bood: 480 megabit/s. Usb 3.0 ofwel SuperSpeed USB stamt uit 2008 en biedt doorvoersnelheden tot 5 gigabit/s. Bij al deze bestaande varianten gaan dankzij zogenaamde 8b/10b-codering voor iedere 8 bit die verstuurd worden, er 10 bit daadwerkelijk over de kabel. Hierdoor zijn de datasnelheden van de drie standaard respectievelijk 1,2 megabyte/s, 48 megabyte/s en 500 megabyte/s. Dankzij overhead van de gebruikte protocollen kun je in de praktijk met usb 1.1, 2.0 en 3.0 snelheden tot circa 0,8 mbyte/s, 35 mbyte/s en 400 mbyte/s behalen.

Usb 3.1

Die 400 mbyte/s die usb 3.0 in de praktijk kan bieden, is voor veel toepassingen meer dan voldoende, maar begint voor andere toepassingen een bottleneck te worden. Denk bijvoorbeeld aan externe schijven: dankzij SSD-technologie is het eenvoudig om een externe disk te maken die snelheden richting de gigabyte per seconde biedt, maar dan moet er wel een interface zijn die dat ondersteunt. Maar ook voor bijvoorbeeld camera's die (vrijwel) ongecodeerde HD- of Ultra HD-video doorsturen kan usb 3.0 te weinig snelheid bieden.

Vandaar dat in 2013 de usb3.1-standaard werd voltooid. De eerste producten zijn inmiddels op de markt. De nieuwe versie luistert naar de naam SuperSpeed+ en de signaalsnelheid is verdubbeld van 5 gigabit/s naar 10 gigabit/s. Tegelijkertijd is de 8b/10b codering veranderd naar 128b/132b, ofwel voor iedere 128 bit data, gaan er 132 over de kabel. Dat zorgt voor minder verlies en maakt dat usb 3.1 tot 1241 mbyte/s kan transporteren. In de praktijk verwacht men dat snelheden tot circa 1000 mbyte/s mogelijk gaan zijn, ruim een verdubbeling ten opzichte van usb 3.0 dus!

Usb 3.1 kan gebruikmaken van dezelfde kabels als usb 3.0, hardwarematig is er in feite niets veranderd. Wel is het zo dat tegelijkertijd een nieuwe stekker is bedacht, waarover hierna meer. Waar usb3.0-poorten bij de meeste pc's en laptops te herkennen zijn aan een blauwe kleur - wat overigens nooit een verplichting is geweest - schrijft het consortium achter de standaard voor usb 3.1 een blauwgroenige kleur voor. In de praktijk wordt die echter door maar weinig fabrikanten van moederborden, pc's en laptops gebruikt.

Onduidelijk Wat ons betreft een faliekante misser van het consortium achter de standaard, is dat men bij de introductie van usb 3.1 de nieuwe standaard met hogere snelheid officieel 'USB 3.1 Gen 2' noemt en dat men usb 3.0 met terugwerkende kracht als 'USB 3.1 Gen 1' betitelt. Veel hardwarefabrikanten doen aan die onduidelijke naamgeving gelukkig niet mee en kiezen voor het duidelijke en simpele usb 3.0 en usb 3.1. Maar er zijn ook bijvoorbeeld moederborden waarbij de fabrikant aangeeft "2x usb 3.1 Gen 2 en 6x usb 3.1 Gen 1". Om het nóg vervelender te maken, zijn er ook fabrikanten en webshops die de generatie-toevoeging achterwege laten. Zo heeft de nieuwe Apple MacBook één usb3.1-aansluiting. Bij de meeste shops staat bij de specificaties echter niet duidelijk dat het over usb 3.1 Gen 1 gaat, in feite dus het bekende usb 3.0.

©PXimport

Nieuwe connector

Vrijwel tegelijkertijd met de nieuwe usb3.1-standaard heeft het consortium van fabrikanten dat de standaard ontwikkelt, ook een nieuwe connector afgeleverd: usb Type-C. Deze nieuwe stekker moet vooral een beter gebruiksgemak bieden. De Type-C-connector is ongeveer net zo klein als de bestaande micro-usb-stekker, maar is omkeerbaar, wat betekent dat het niet uitmaakt hoe je de stekker in een apparaat stopt. Bezitters van een iPhone of iPad met Lightning-connector weten hoe handig zo'n omkeerbare stekker is.

De Type-C-stekker is er verder zowel voor de zogenaamde host- als de client-kant. Ofwel: aan beide kanten van de kabel dezelfde stekker! Daarmee komt een eind aan het verschil tussen de zogenaamde Type-A-stekkers die je in de regel op pc en laptop vindt en Type-B-stekkers die je vindt op randapparatuur en mobiele apparaten. Vooral voor makers van laptops is dat goed nieuws, aangezien de normale usb-connector inmiddels een beperking wordt bij het alsmaar dunner maken van notebooks.

De nieuwe connector staat zoals geschreven los van de usb3.1-standaard. Dat houdt in dat er ook prima usb3.0-poorten met Type-C uitgevoerd kunnen worden. Dit is op de nieuwe MacBook bijvoorbeeld het geval. Tegelijkertijd kan usb 3.1 ook prima met de bestaande Type-A-connector worden uitgevoerd. Totdat de hele industrie over is op Type-C-connectors, wat vermoedelijk zal gaan gebeuren, zullen we nog een tijdje moeten prutsen met allerhande verloopkabels.

©PXimport

Meer dan alleen usb

Het mooie van de Type-C-stekker is dat deze officieel gebruikt kan en mag worden voor meer dan alleen usb. Dankzij de zogenaamde Alternative Mode staat het fabrikanten vrij om andere soorten interface over usb Type-C-kabels te laten gaan, in plaats van of aanvullend op usb. En dat gaat gebeuren ook! De VESA-organisatie die verantwoordelijk is voor de DisplayPort-standaard heeft al aangegeven dat men usb Type-C gaat gebruiken en Intel gebruikt de Type-C-stekker ook voor de nieuwe Thunderbolt3-interface. En aangezien de stekker ook nog eens gebruikt kan worden voor het met meer power opladen van apparaten, is het prima denkbaar dat op niet al te lange termijn laptops alleen nog maar een rijtje Type-C-connectoren hebben. De genoemde Apple MacBook is daar al een voorbode van.

Opladen

Usb-kabels worden al sinds jaar en dag gebruikt voor het opladen van smartphones, tablets en andere apparaten. Op dit moment kunnen usb2.0-poorten tot 2,5 W vermogen (5 V met 500 mA stroom) en usb3.x-poorten tot 4,5 W (5 V met 900 mA) vermogen leveren voor het laten werken of opladen van externe apparaten. Usb-laders bieden al hogere stromen (tot vlak boven de 2 A) om sneller op te laden, maar zonder gelijktijdige datacommunicatie.

De nieuwe usb Power Delivery-standaard biedt de mogelijk om usb Type-C-kabels veel hogere vermogens te laten transporteren dan de standaard 900 mA. De standaard voorziet in 10 W (5 V met 2 A), 18 W (12 V met 1,5 A), 36 W (12 V met 3 A), 60 W (12 V met 5 A of 20 V met 3 A) en zelfs 100W-profielen (20 V met 5 A). 60 of 100 watt is meer dan voldoende om een laptop op te laden!

Voor usb Power Delivery zijn wel speciale kabels nodig, waarin chips zitten die de aangesloten apparaten vertellen welke profielen ondersteund worden. De standaard maakt het in ieder geval mogelijk dat je in de toekomst een laptop via een Type-C kabel aansluit op een docking-station en dat via die kabel dus én de laptop wordt opgeladen, én de laptop communiceert met randapparatuur. En het gaat zelfs nog een stapje verder: de standaard voorzien in bi-directioneel opladen, waarmee apparaten dus kunnen overleggen wie wie van stroom voorziet. Op die manier kun je dus niet alleen je tablet opladen vanaf je laptop, maar dus ook je tablet gebruiken als 'powerbank' voor je laptop als dat op dat moment handig is.

In de praktijk

Het is nog even wachten op de eerste laptops of andere apparaten die de nieuwe usb Power Delivery-standaard ondersteunen, maar met usb 3.1 (of beter gezegd dus usb 3.1 Gen 2) kún je nu al aan de slag. De Taiwanese chipontwerper ASMedia heeft sinds enige maanden de eerste usb3.1-controllers beschikbaar die nu al gebruikt worden door onder meer verschillende moederbordfabrikanten op hun nieuwste modellen. Ook de eerste laptops met usb 3.1 zijn er al, al zal het in de mobiele markt voornamelijk wachten zijn op de volgende generatie modellen (die eind van het jaar uitkomen) eer de nieuwe standaard gemeengoed wordt.

©PXimport

Voor wie een bestaande desktop-pc wil uitbreiden met usb 3.1, heeft onder meer het merk Sharkoon een PCI Express-insteekkaart met daarop de nieuwe controller. De eerste usb3.1-randapparatuur begint ook langzaamaan op de markt te komen. Zo heeft bijvoorbeeld SanDisk al een snelle externe SSD met usb 3.1 aangekondigd en heeft het genoemde Sharkoon inmiddels een lege usb3.1-schijfbehuizing waar je zélf een 2,5inch-SSD in kunt plaatsen.

Wij hebben inmiddels al de nodige ervaring opgedaan met de nieuwe standaard bij tests van verschillende moederborden uit de nieuwste generatie met daarop de genoemde controller. Daarop sluiten we een externe SSD aan die intern is opgebouwd uit een RAID0-configuratie van twee snelle Samsung 850 Evo-SSD's. In verschillende benchmarks, waaronder Crystal DiskMark, hebben we snelheden boven de 700 megabyte/s gemeten. Wanneer je Windows instelt op Hoge Prestaties bij energiebeheer en ook in de BIOS van de pc diverse energiebesparende technieken uitschakelt, zijn zelfs snelheden ruim boven de 800 mbyte/s mogelijk. Dezelfde externe SSD aangesloten op een usb3.0-poort blijft net boven de 400 mbyte/s steken. Wanneer je bijvoorbeeld tientallen of honderden gigabytes aan data wilt kopiëren van of naar je externe schijf, kan dat vele minuten tijd schelen.

Conclusie

In de tijd van externe SSD's zijn de hogere snelheden van usb 3.1 zeer welkom. De nieuwe Type-C-stekker is echter veel groter nieuws: het kleine formaat en de 'omkeerbaarheid' zorgen voor een groter gebruiksgemak. Het feit dat de stekker ook voor andere doeleinden gebruikt zal gaan worden, waaronder DisplayPort, maakt dat de standaard nog universeler wordt dan ie al is. Zeker gecombineerd met de Power Delivery-standaard wordt het in de toekomst mogelijk om een laptop met één kabel op een dockingstation aan te sluiten en dan is alles geregeld. Toch zorgt de nieuwe standaard ook voor onduidelijkheid.

De usb 3.1 Gen 1 en Gen 2 benaming is wat ons betreft echt een grote misser van het consortium. We zien nu al dat producten worden aangeprezen als usb 3.1, terwijl het in feite om usb 3.0 gaat. En veel van dezelfde connectors op de pc kan ook verwarrend zijn, zeker als je in de toekomst Type-C-aansluitingen krijgt die puur DisplayPort bieden en geen usb. Het 'als het past werkt het'-adagium van usb gaat daarmee op de schop. Het is aan de fabrikanten van desktops, laptops en andere apparaten om op beide vlakken voldoende duidelijkheid te scheppen.

▼ Volgende artikel
De slimste onafhankelijke smarthome-oplossingen voor in en om huis
© AlexanderD - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

De slimste onafhankelijke smarthome-oplossingen voor in en om huis

Smarthome-apparaten zijn handig, maar vaak ook relatief prijzig. Dan wil je natuurlijk niet dat de fabrikant na een paar jaar de ondersteuning stopt. Daar hoef je niet bang voor te zijn als je spullen koopt die gebruikmaken van standaarden die door iedereen gebruikt kunnen worden. Wij hebben allerlei smarthome-spullen voor je gezocht die werken met open standaarden, zoals Zigbee, Z-Wave of wifi, die je daardoor met een eigen systeem als Home Assistant of Homey kunt gebruiken.

In dit artikel hebben wij allerlei smarthome-spullen verzameld die je met een eigen systeem als Home Assistant of Homey kunt gebruiken:

  • Sensoren voor deuren en ramen
  • Rookmelders
  • Tuinverlichting
  • (Wand)schakelaars en slimme stekkers
  • Klimaatbeheersing voor in huis

Lees ook: 5 fouten die je niet moet maken in je smarthome

5x Beveiliging

Aqara Deur en Raam Sensor T1

Aqara is een fabrikant van smarthomeproducten die bedoeld zijn om te gebruiken in combinatie met een eigen hub, maar vaak gebruikmaken van Zigbee. Zo is de Deur en Raam Sensor T1 een compact deur- of raamcontact die je via Zigbee kunt koppelen met onder andere Home Assistant. Je plakt de twee delen van de sensor met bijgeleverde tape op je raam of deur, waarna gedetecteerd kan worden of je raam of deur openstaat. De sensor werkt op een CR1632-knoopcel die ongeveer twee jaar meegaat.

Aeotec Multipurpose Sensor

De Aeotec Multipurpose Sensor is in eerste instantie een deur- of raamcontact waarmee je kunt detecteren of een raam of deur open of dicht is. Aeotec heeft daarnaast een temperaratuursensor en accelerometer ingebouwd. Hierdoor kan de Multipurpose Sensor de temperatuur en de hoek van de sensor detecteren, maar ook trillingen. Met die hoek kun je bijvoorbeeld bepalen of een raam in de kiepstand openstaat, terwijl trillingen naast inbraakdetectie voor allerlei dingen gebruikt kunnen worden.

De sensor communiceert via Zigbee en werkt op een CR2450-knoopcelbatterij die het ongeveer een jaar uithoudt.

IKEA Vallhorn

Het grootste voordeel van de IKEA Vallhorn is de prijs, want voor 10 euro heb je een bewegingssensor die je kunt koppelen via Zigbee. Veel van IKEA’s slimme producten gebruiken Zigbee voor communicatie met de eigen hub. De bewegingssensor heeft een ingebouwde timer die je kunt instellen op één of vijf minuten waarmee de status na het verstrijken van die tijd weer op geen beweging wordt gezet.

Je kunt hem neerzetten, maar de behuizing is ook voorzien van gaten waarmee je hem aan de muur kunt monteren. De IKEA Vallhorn werkt op twee AAA-baterijen waarbij je het best oplaadbare batterijen kunt gebruiken. Een nadeel is dat de behuizing door deze normale batterijen vrij groot is.

©PER LIEDBERG

Aeotec Sirene 6

De Aeotec Siren 6 is een sirene die gebruikmaakt van Z-Wave. Het apparaat kan hard geluid maken en lichtsignalen geven als er alarm is, maar je kunt hem ook voor andere doeleinden gebruiken. Het is namelijk mogelijk om verschillende geluiden te programmeren waardoor de speaker ook te gebruiken is voor bijvoorbeeld een deurbel of andere situatie waarin je een melding wilt horen. De sirene werkt op een netspanningsadapter, maar is voorzien van een back-upbaterij voor wanneer de stroom uitvalt.

Philips Hue Motion Sensor

De Hue Motion Sensor is uiteraard bedoeld voor Philips’ eigen Hue-bridge, maar maakt gebruik van Zigbee en je kunt hem ook koppelen met andere smarthome-systemen. Het grootste voordeel van de Hue Motion Sensor is dat de compacte behuizing een fraai uiterlijk heeft. Behalve neerzetten, kun je hem ook aan de muur monteren, bijvoorbeeld bovenaan in een hoek je van het plafond. De sensor werkt op twee AAA-batterijen.

3x Rookmelder

FIBARO Smoke Sensor 2

Uiteraard is het primaire doel van een rookmelder om bij brand jouw leven te redden als je thuis bent en de Fibaro Smoke Sensor 2 waarschuwt daarom met licht- en geluidsignalen als er rook gedetecteerd wordt. Daarnaast wordt een signaal verstuurd naar je smarthome-systeem. Er wordt hiervoor gebruikgemaakt van Z-Wave, dus die draadloze standaard moet dus wel ondersteund worden door je smarthome-systeem. Deze rookmelder werkt op een verwisselbare CR123A-batterij die ongeveer twee jaar meegaat.

KlikAanKlikUit ZSDR-850

Ook als je Zigbee gebruikt, is er een geschikte rookmelder voor Home Assistant of andere smarthome-systemen in de vorm van de KlikAanKlikUit ZSDR-850. Hoewel je dit merk waarschijnlijk kent van zijn 433MHz-producten, maakt de fabrikant tegenwoordig ook Zigbee-producten. Dezelfde producten worden ook onder de merknaam Trust verkocht.

De rookmelder heeft een luid alarm van 85 dB, dat afgaat als rook gedetecteerd wordt. Hij werkt op een verwisselbare CR123A-batterij, die volgens de fabrikant zo’n drie jaar meegaat. De rookmelder geeft uiteraard ook een luid geluidssignaal als er rook gedetecteerd wordt.

Shelly Plus Smoke

Heb je geen Zigbee- of Z-Wave-radio in je smarthome-systeem, dan kun je terecht bij de Shelly Plus Smoke. Deze rookmelder gebruikt wifi voor de verbinding met onder andere Home Assistant.

Ook de rookmelder heeft een verwisselbare CR123A-batterij, die volgens de fabrikant vijf jaar meegaat. Dat lijkt ons wat optimistisch, zorg er bij iedere rookmelder voor dat je een reservebatterij op voorraad hebt, zodat je deze direct kunt vervangen als de batterij leeg is.

3x Tuinverlichting

Philips Hue Buitensensor

Wil je de buitenverlichting niet de hele tijd laten branden, maar wel als er beweging gedetecteerd wordt? Dan heeft Philip met de Hue Buitensensor een bewegingssensor in het assortiment die je dankzij een weerbestendige behuizing buiten kunt gebruiken.

De bewegingssensor is in eerste instantie bedoeld om te koppelen aan een Hue Bridge, maar maakt gebruik van Zigbee en is hiermee ook direct te koppelen aan Home Assistant. De sensor werkt op twee AA-batterijen, die minimaal twee jaar meegaan.

Innr Outdoor Smart Pedestal Light Colour

De Innr Outdoor Smart Pedestal Light Colour is een setje van drie lichtpaaltjes waarmee je verlichting in ieder denkbare kleur kunt maken met een lichtopbrengst van maximaal 230 lumen per paaltje.

De paaltjes zijn voorzien van scherpe punten die je in de grond of een plantenbak kunt prikken. De lampen zelf werken op 24volt-gelijkspanning, er wordt een adapter meegeleverd die je in een stopcontact steekt. Als de meegeleverde kabels te kort zijn, levert Innr verlengkabels in twee of vijf meter. Verbinden doe je via het Zigbee-protocol.

Philips Hue Impress Sokkellamp

Philips levert diverse Hue-buitenlampen, waaronder deze Impress-buitenlamp op sokkel. Er is zowel een variant die je direct op de netspanning aansluit als in een variant die je aansluit op een 24volt-adapter. Beide varianten hebben een lichtopbrengst van maximaal 1180 lumen en kosten hetzelfde.

Voor de laagspanningsvariant moet je de benodigde buitenvoeding wel los aanschaffen, waarbij de goedkoopste 40watt-variant 50 euro kost en genoeg is om bijvoorbeeld vijf Impress-buitenlampen op sokkels van energie te voorzien.

4x Schakelen

Sonoff ZBMiniL2

Met een inbouwmodule kun je een wandschakelaar slim maken en zo normale lampen opnemen in je smarthome. Veel inbouwmodules hebben een nuldraad nodig, maar zo’n draad ontbreekt in de meeste inbouwdozen voor wandschakelaars. Gelukkig hoeft een draad trekken niet per se, want de Sonoff ZBMiniL2 vereist geen nuldraad.

De inbouwmodule gebruikt Zigbee en is lekker compact, waardoor hij achter de meeste wandschakelaars moet passen.

Innr Outdoor Smart Plug

Met een slimme stekker kun je allerlei apparaten schakelen via je smarthome-systeem, waaronder lampen. Ook buiten kan zo’n slimme stekker handig zijn, bijvoorbeeld voor kerstverlichting. Een willekeurige slimme stekker buiten gebruiken is natuurlijk niet zo’n goed idee, maar de Innr Outdoor Smart Plug met Zigbee is wel ontworpen voor buiten en is spatwaterdicht.

Let er op dat deze slimme stekker met randaarde maximaal een belasting van 10 ampère (2300 watt) aan kan.

Fibaro Walli Outlet

Je kunt een wandcontactdoos slim maken met een inbouwmodule, maar er bestaan ook complete slimme wandcontactdozen, zoals de Walli Outlet van Fibaro. Dit slimme stopcontact maakt gebruik van Z-Wave, en is er in een witte of zwarte uitvoering.

Fibaro levert het stopcontact inclusief afdekraam, maar de Walli Outlet is ook compatibel met schakelmateriaal van andere fabrikanten. Behalve schakelen kan de Walli Outlet ook het energieverbruik meten en wordt dit ook getoond middels een gekleurde ring.

EcoDim Draadloze schakelaar

EcoDim maakt onder andere diverse smarthome-producten met Zigbee of Z-Wave. De fabrikant heeft onder andere Zigbee-schakelaars in het assortiment, in een witte of zwarte uitvoering. Ze werken draadloos als een afstandsbediening en je kunt ze dus over al tegen de muur bevestigen, maar ze passen ook over een inbouwdoos. De schakelaars zijn er met één, twee of vier groepen, zodat je ook in een kamer met meerdere lampen toch een wandbediening kunt gebruiken.

4x Binnenklimaat

IKEA Vindstyrka

Voor een dashboard is het handig als je voor iedere kamer gegevens hebt als de temperatuur en luchtvochtigheid. Daar kun je de IKEA Vindstyrka voor gebruiken, die je kunt koppelen via Zigbee. De Vindstyrka meet fijnstof, de temperatuur en de luchtvochtigheid. Ook wordt aangegeven of vluchtige organische stoffen toe- of afnemen. Handig is dat deze luchtkwaliteitssensor ook zijn eigen schermpje heeft.

Awair Element

De Awair Element is een prettig ontworpen kastje dat de luchtkwaliteit in de gaten houdt en sensors heeft voor de temperatuur, luchtvochtigheid, CO2, luchtige organische stoffen en fijnstof. Het apparaat heeft een ingebouwd ‘scherm’ bestaande uit leds waarmee je de verschillende waarden kunt aflezen.

Awair-apparaten communiceren via wifi en gebruik je eigenlijk met een eigen app en clouddienst. Je kunt echter instellen dat Home Assistant het apparaat lokaal kan benaderen via een API-functie.

Lees ook: Slimme luchtkwaliteitsmeter: zo meet en verbeter je de luchtkwaliteit in huis

Aqara Temperature and Humidity Sensor T1

Wil je de temperatuur en luchtvochtigheid onopvallend in de gaten houden, dan heeft Aqara met de Temperature and Humidity Sensor een compacte optie. De behuizing heeft een afmeting van slechts 3,6 bij 3,6 centimeter en is nog geen centimeter plat. Een perfect apparaatje dus om op een onopvallende plek op de muur te plakken.

De sensor werkt op een CR2032-knoopcelbatterij, die zo’n twee jaar meegaat. Daarbij zijn ze ook nog eens redelijk betaalbaar, waardoor je je hele huis in de gaten kunt houden.

IKEA Badring

De IKEA Badring maakt gebruik van Zigbee voor de communicatie en detecteert waterlekkage. Leg hem dus onder je wasmachine, in je keukenkastje of andere plekken waar het risico op waterlekkage groot is en voorkom de schade die lekkage altijd veroorzaakt. Uiteraard kun je IKEA-sensors ook gebruiken in combinatie met IKEA’s eigen smarthome-systeem.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.