ID.nl logo
Vragen? Zo stel je gemakkelijk een online enquête op
© © Edgars Sermulis, All Rights Reserved
Huis

Vragen? Zo stel je gemakkelijk een online enquête op

Je wilt een enquête uitvoeren, maar alle vragen stellen via e-mail blijkt niet zo handig. Met krachtige webformulieren werkt dit ook veel beter: ze bieden een gestructureerd overzicht van de vragen en later ook de resultaten, zodat je er praktisch mee aan de slag kunt.

Na het lezen van dit artikel kun je zelf een formulier opstellen met Microsoft Formulieren of Jotform. Zo leer je onder meer:

  • De verschillende vraagopties kennen
  • Hoe je secties kunt instellen
  • Je formulier mooi opmaken
  • Het geheel verzenden
  • De resultaten verzamelen

Voor een simpele vraag is zelfs WhatsApp geschikt: Laat je vrienden beslissen: zo maak je een WhatsApp-peiling!

Microsoft Formulieren

Tip 01: Sjablonen

De (web-)app Microsoft Formulieren is misschien niet de krachtigste dienst voor formulieren, maar het is wel handig voor wie vertrouwd is met andere Microsoft-producten. Je kunt bijvoorbeeld formulieren invoegen in diverse Microsoft 365-applicaties of de resultaten van je enquête door Excel verder laten analyseren.

Om ermee aan de slag te gaan, moet je over een Microsoft-account of Microsoft 365-account beschikken. Desnoods maak je er een aan op https://account.microsoft.com (klik op Aanmelden en Maak nu een account).

Heb je dit voor elkaar, ga dan naar https://forms.office.com. Er verschijnen twee knoppen, Nieuw formulier en Nieuwe quiz, samen met enkele sjabloontypen, zoals Feedback- en evaluatie-enquêtes en Registratie- en aanmeldingsformulieren. Of je klikt op Meer weergeven of op Sjablooncategorieën verkennen voor extra sjablonen. Kik op een van die kant-en-klare sjablonen voor een formulier met een reeks voorbeeldvragen die je nog naar wens kunt aanpassen. Je kunt ook vragen verwijderen en toevoegen.

Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden: maak handig gebruik van een sjabloon.

Alternatieven In dit artikel introduceren we twee specifieke diensten voor webformulieren, elk met zijn eigen voordelen: Microsoft Formulieren en Jotform. Uiteraard zijn er nog andere diensten, zoals Google Formulieren. Je kunt direct een nieuw formulier aanmaken via www.forms.new. Deze dienst is zeer gebruiksvriendelijk en past naadloos in Googles ecosysteem. Hij blinkt vooral uit door de verschillende vraagtypen, de mogelijkheid om afbeeldingen of video’s aan je vragen te koppelen, of respondenten eigen bestanden te laten uploaden met het formulier.

Een andere degelijke dienst is Wufoo, die al enige tijd geleden is overgenomen door het Amerikaanse SurveyMonkey. Voor een onbeperkt aantal formulieren betaal je bij Wufoo maandelijks ongeveer 29 dollar en bij SurveyMonkey circa 39 euro.

Google Formulieren biedt een hele waaier aan vraagtypen aan.

Tip 02: Vanaf nul

We gaan ervan uit dat je een standaard webformulier wilt maken (geen quiz of test) en dat je dit wilt ontwerpen vanaf niks. Klik dus op Nieuw formulier. Je nieuwe, nog lege formulier verschijnt. Klik op Naamloos formulier en geef het een naam. Vul tevens een omschrijving van je formulier in, waarin je bijvoorbeeld aangeeft waarvoor het formulier bedoeld is en welke vragen je gaat stellen (zie ook het kader ‘Doeltreffende formulieren’).

Wellicht krijg je al meteen enkele vraagsuggesties, maar als je hier niets mee wilt, kun je deze verwijderen door op het kruisje te klikken. Klik op +Nieuwe invoegen om uit verschillende vraagtypen te kiezen. In eerste instantie heb je de keuze uit Keuze, Tekst, Beoordeling en Datum. Als je op het pijlknopje klikt, verschijnen er nog enkele andere vraagtypen, zoals Classificatie, Likert (om houdingen en meningen over een onderwerp te meten) en Net Promoter Score (een waarschijnlijkheidsscore van 0 tot 10). Als je per ongeluk het verkeerde vraagtype hebt geselecteerd, kun je dit verwijderen met het vuilnisbakicoon. Afhankelijk van het gekozen vraagtype krijg je aangepaste opties te zien.

Microsoft Formulieren ondersteunt zeven vraagtypen.

Tip 03: Vraagopties

Bij het vraagtype Keuze zie je standaard twee keuzerondjes. Je kunt er meer toevoegen door op +Optie toevoegen te klikken. Schakel Meerdere antwoorden in om de keuzerondjes te vervangen door selectievakjes, zodat de respondent meer dan één optie kan selecteren. Bij Totaal van opties selecteren kun je een limiet instellen. Klik op het menuknopje met de drie puntjes en selecteer Vervolgkeuzelijst als je de opties als een uitklapbare lijst wilt weergeven (meerdere antwoorden zijn dan niet mogelijk). Via het foto-icoon kun je afbeeldingen toevoegen, bijvoorbeeld vanuit OneDrive, via Bing zoeken of vanaf je eigen pc. Als je Vereist inschakelt, kan de respondent deze vraag niet negeren.

Het vraagtype Tekst is wellicht het eenvoudigste. Schakel Lang antwoord in als je meerdere regels voor het antwoord wilt toestaan. Met de optie Beperkingen kun je verschillende restricties instellen, zoals Groter dan 1 (voor getallen).

Het vraagtype Beoordeling vraagt naar een mening in de vorm van twee of meer sterren of andere symbolen, zoals duimen, hartjes en vinkjes.

Het vraagtype Datum heeft zo goed als geen extra opties. De respondent kan een datum invullen in het formaat dd-mm-jjjj of een datum selecteren via een pop-upkalender.

Een vraag is niet in steen gebeiteld. Er zijn diverse aanpassingsopties beschikbaar.

Tip 04: Sectionering

Lange formulieren splits je het best op in behapbare secties. Zo’n overzichtelijke indeling heeft nog een ander voordeel: je kunt een respondent snel naar een specifieke formuliersectie sturen op basis van een gegeven antwoord.

Je maakt zo’n sectie als volgt aan. Klik op +Nieuwe invoegen, druk op het pijlknopje en kies Sectie. Vul een titel en een eventuele ondertitel in; op deze manier voeg je alle gewenste secties toe.

Stel nu, je wilt de respondent naar Sectie 3 sturen als hij bij een keuzevraag het eerste keuzerondje kiest en naar Sectie 4 als hij het tweede keuzerondje selecteert. Klik dan op de vraag om die te bewerken. Druk op het menuknopje met de drie puntjes en kies Vertakkingen toevoegen. Bij Ga naar naast het eerste keuzerondje selecteer je dan Sectie 3 [naam] en bij het tweede keuzerondje verwijs je naar Sectie 4 [naam] enzovoort.

Naast secties kun je hier ook gewoon Volgende laten staan of je kiest bijvoorbeeld Einde van formulier. Klik bovenaan op Terug om naar de standaard bewerkingsmodus terug te keren.

Vertakkingen zijn erg handig om de respondent snel in de gewenste richting te sturen.

Tip 05: Inkleding

Je vragen (en antwoorden) zijn klaar, maar je webformulier ziet er nog niet erg aantrekkelijk uit. Gelukkig kun je dat snel oplossen. Klik rechtsboven op Stijl. Microsoft heeft waarschijnlijk al enkele geschikte thema’s (kleur en geanimeerde achtergrondafbeelding) voor je formulier gevonden op basis van kunstmatige intelligentie. Klik gewoon op een van die thema’s. Je kunt ook kiezen uit de beschikbare achtergrondkleuren of op Meer weergeven klikken voor extra kleuren en thema’s. Als je wilt, kun je zelfs de knop voor Achtergrondmuziek inschakelen en kiezen uit enkele muzieknummers.

Heb je nog steeds niet gevonden wat je zoekt? Druk dan op de plusknop voor twee extra knoppen: Kleur aanpassen (waar je een kleur in HEX-formaat kunt invoeren) en Afbeelding uploaden (voor een eigen achtergrondafbeelding).

Alle wijzigingen die je aan je formulier doorvoert, worden nagenoeg onmiddellijk opgeslagen en je vindt het netjes terug in het startvenster bij Mijn formulieren.

Een aantrekkelijke vormgeving zal meer respondenten aanzetten tot het invullen van het formulier.

Tip 06: Verzending

Voor je het afgewerkte formulier daadwerkelijk publiceert, is het verstandig om eerst op Preview te klikken. Je kunt dit op elk moment tijdens de ontwerpfase doen. Klik op Nu starten voor een interactieve voorbeeldweergave. Bovenaan kun je kiezen tussen een weergave voor een computer en een mobiele telefoon. Het is goed om te weten dat je ook vanuit de mobiele Microsoft Office-app webformulieren kunt bekijken, bewerken en creëren.

Met de knop Terug keer je terug naar de ontwerpmodus. Je vindt hier ook de knop Presenteren waarmee je als in een diapresentatie door de formuliervragen navigeert. Klik zeker ook op het knopje met de drie puntjes en kies Instellingen. Er komen nu allerlei antwoordopties beschikbaar, zoals Antwoorden accepteren (schakel dit uit als je geen antwoorden meer wilt ontvangen), Tijdsduur instellen, Voortgangsbalk weergeven en Bedankberichten aanpassen.

Om het formulier te verspreiden, klik je op Antwoorden verzamelen. Er zijn verschillende opties beschikbaar: via een url, een aantrekkelijke e-mail (eventueel met voorblad), een QR-code, html-code voor je blog of webpagina, of met Facebook of Twitter.

Via Antwoorden linksboven in je formulierontwerp krijg je een overzicht van de ingezonden reacties. Je ziet het aantal ontvangen antwoorden, de gemiddelde invultijd, evenals de antwoorden op de verschillende vragen. Klik op Openen in Excel om de resultaten op te slaan als een xlsx-bestand. Met het menuknopje met de drie puntjes kun je onder andere een samenvatting afdrukken en een url met het resultatenoverzicht genereren.

Je kunt je formulieren op verschillende manieren naar de respondenten sturen.

Offline formulieren Stuur je maar zeer sporadisch een invulformulier en gebruik je hiervoor liever geen webdienst, dan kan dit ook met een tekstverwerker zoals Microsoft Word of LibreOffice Writer.

Met die laatste, onderdeel van de gratis kantoorsuite, maak je zelfs een echt pdf-formulier. Start Writer, ga naar Formulieren en schakel Ontwerpmodus in, zodat diverse besturingselementen zichtbaar worden. Selecteer een geschikt element (zoals Tekstvak, Numeriek veld, Groepsvak of Datumveld) en teken een kader in je document. Klik met de rechtermuisknop op een element en kies Eigenschappen van besturingselementen voor verdere aanpassingen. Mocht je tussendoor het formulier willen testen, vergeet dan niet de ontwerpmodus even uit te schakelen.

Ben je klaar, open dan Bestand / Exporteren als / Exporteren als PDF. Plaats een vinkje bij PDF-formulier maken en selecteer PDF bij Opmaak bevestigen.

Met LibreOffice Writer kun je een pdf-formulier samenstellen.

Jotform

Tip 07: Start

Jotform kun je net als Microsoft Formulieren gratis gebruiken, maar de gratis versie komt wel met een reeks beperkingen. Op www.jotform.org/pricing krijg je een mooi overzicht van de verschillende abonnementen, van Brons (34 dollar per maand) tot Goud (99 dollar per maand). Wij houden het hier bij de gratis editie: maximaal 5 formulieren en 100 velden per formulier, tot 100 maandelijkse inzendingen en 100 MB online opslagruimte, en onderaan heeft het formulier een advertentieregel. Kun je hiermee leven, meld je dan aan via e-mail, Google of Facebook.

Doe jezelf een plezier en open eerst de rubriek Sjablonen / Formulier Sjablonen. In de tabel links kun je snel inzoomen op honderden formuliertypen, sectoren en beroepen en je kunt van elk sjabloon een voorbeeld bekijken. Zit er iets interessants tussen, druk dan op Kies dit Sjabloon. Houd er rekening mee dat nagenoeg alle formulieren Engelstalig zijn, maar weet ook dat je alle vragen nog kunt aanpassen.

Geen geschikt sjabloon gevonden? Ga dan naar Mijn Formulieren en kies Formulier maken, waar je eventueel nog Importeer Formulier kunt kiezen. Handig als je bijvoorbeeld al over een pdf-formulier beschikt of een formulier op een webpagina hebt gevonden. Toch niet? Een blanco formulier dan maar.

Bij Jotform kun je uit vele honderden (Engelstalige) sjablonen kiezen.

Tip 08: Ontwerp

Wij gaan voor een Klassiek Formulier (waarbij alle vragen op een enkele pagina worden getoond) en deze keuze brengt ons naar het eigenlijke ontwerpvenster – hier Bouwen genoemd. Wanneer je links op Toevoegen element klikt, verschijnt een keuzevenster met tientallen formulierelementen, opgedeeld in Basis, Betalingen en Widgets. We houden het hier bij de categorie Basis Elementen, zoals Korte Tekst, Lange Tekst, Dropdown, Meerkeuze, Afbeelding en Bestand uploaden.

Je hoeft het gewenste element alleen maar naar de gewenste plek op je formulierontwerp te verslepen en de gewenste tekst in te tikken. Klik op het tandwielpictogram naast het toegevoegde element voor extra opties. Deze verschijnen aan de rechterkant van het browservenster. Bij Enkele Keuze bijvoorbeeld zijn deze opties opgedeeld in de rubrieken Algemeen, Opties, Onderzoeken en Gevorderd. Je hebt meteen begrepen dat de mogelijkheden hier veel ruimer zijn dan bij Microsoft (of Google) Formulieren.

Om snel een idee te krijgen van hoe je formulier er momenteel uitziet, schakel je rechtsboven de functie Voorbeeld Formulier in.

De mogelijkheden zijn legio: van formulierelementen tot specifieke opties. 

Tip 09: Instellingen

De handige vertakkingen zoals we die kennen uit Microsoft Formulieren zijn uiteraard ook beschikbaar in Jotform. Hiervoor open je eerst de rubriek Instellingen boven aan het formulier. In het linkerdeelvenster klik je op Voorwaarden en daarna op Spring naar / Pagina verbergen. Bij Als selecteer je het gewenste veld (formulierelement), en vul je de velden Status en Waarde in. Bijvoorbeeld: Vraag 3 Welk besturingssysteem gebruik je (het meest), Is gelijk aan, macOS. Kies vervolgens bij Doen bijvoorbeeld Ga naar de Pagina met de Knop Volgende en selecteer het gewenste paginanummer. Je kunt pagina’s toevoegen door onderaan je formulierontwerp op Hier nieuwe pagina toevoegen te klikken.

Er zijn ook andere voorwaarden beschikbaar, zoals Toon / Verberg veld, Update / Bereken veld en Verander “Thank you” Pagina. Maar dit is nog lang niet alles. Naast Voorwaarden vind je ook andere instellingen, zoals E-mails (om automatische reacties en meldingen te versturen), Integraties (om je formulier te koppelen met een van de vele ondersteunde apps, denk aan Google Drive, Zoom, OneDrive of PayPal) en Mobiele notificaties (om meldingen te ontvangen via de Jotform Mobile Formulieren-app).

Het is even zoeken maar ook voorwaardelijke vertakkingen zijn hier zeker mogelijk.

Tip 10: Publicatie

Is je formulier helemaal naar wens, dan is het tijd voor de rubriek Publiceren. Hier zijn er ook indrukwekkend veel mogelijkheden. Bij Snel delen vind je de url van je formulier die je via e-mail, QR-code of sociale media kunt delen. In de rubriek Invoegen vind je kant-en-klare codestukjes om je formulier op allerlei manieren aan je webpagina toe te voegen, bijvoorbeeld als iframe, met een feedback-knop, in een pop-up of een lightbox.

Andere opties zijn PDF (om een invulbare pdf te downloaden) en Platforms. Bij die laatste kun je uit meer dan veertig diensten kiezen, zoals WordPress, Facebook, Blogger en Joomla. Jotform genereert de nodige code en geeft instructies om deze aan de gekozen dienst toe te voegen.

De ingestuurde responses vind je terug op je Jotform-dashboard, bij Mijn formulieren. Plaats een vinkje bij het betreffende formulier en klik op Inzendingen om de resultaten in een overzichtelijke tabel te zien. Je kunt hier naar trefwoorden zoeken en via de knop Kolommen geef je aan welke kolommen je al dan niet zichtbaar wilt maken. Klik op Alles Downloaden om de resultaten op te halen als csv, xlsx of pdf. Eventuele ingestuurde bestanden kun je in zip-formaat ophalen met Bijlagen Downloaden.

Naast Inzendingen is er onder meer nog de knop Rapporten / Nieuw rapport toevoegen. Hiermee kun je de gegevens in diverse rapportvormen gieten, zoals Excel, html-tabel en rss-lijst. Veel succes met je enquête!

Je kiest zelf op welke manier je het formulier wilt verspreiden.

Doeltreffende formulieren Wanneer je een (web)formulier verstuurt, wil je waarschijnlijk dat ontvangers het volledig ingevuld terugsturen. Hier zijn enkele tips om je formulieren zo efficiënt mogelijk te maken.

  • Vraag alleen wat je echt nodig hebt, in een zo logisch mogelijke volgorde.
  • Vertel ook bij het begin wat je zoal verwacht, vooral bij extra taken als het raadplegen van een document of bij berekeningen.
  • Leg uit waarom bepaalde informatie nodig is en geef een indicatie van de invultijd.

Langere formulieren splits je het best op in overzichtelijke stappen. En het wordt helemaal mooi als je degenen die een volledig en correct ingevuld formulier terugsturen, met een kleine attentie beloont.

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.