ID.nl logo
Ontwerp je eigen documenten, boeken en tijdschriften: vormgeven in Word
© C.Castilla - stock.adobe.com
Huis

Ontwerp je eigen documenten, boeken en tijdschriften: vormgeven in Word

In Word een documentje maken met een paar afbeeldingen erin is niet zo moeilijk. Maar een fraaie brochure of clubblad maken? Goed nieuws: dat lijkt misschien ingewikkeld, maar niet als je dit stappenplan van ID.nl volgt!

Wat gaan we doen?

In dit artikel laten we je kennismaken met diverse functies en trucs voor in Word zodat je ook met je vertrouwde tekstverwerker professioneel ogende dtp-publicaties kunt maken. We behandelen onder andere de volgende punten:

Stap 1: Beperkingen 

Laten we beginnen met wat Word op het vlak van desktoppublishing helaas niet in huis heeft. Immers, Word is in de eerste plaats een tekstverwerker en geen dtp-programma zoals Publisher, het gratis Scribus en professionele toepassingen als Adobe InDesign of QuarkXPress. 

De grootste beperkingen zul je ondervinden wanneer je met het eindresultaat naar een professionele drukkerij gaat. Zo’n drukkerij werkt namelijk op basis van CMYK-kleuren, terwijl Word alleen RGB-kleuren ondersteunt. Dit verhoogt het risico dat de afgedrukte kleuren er wellicht anders zullen uitzien dan op een scherm. 

Word mist ook een functie voor een zogenoemde ‘master page’ (een pagina met objecten die je op meerdere pagina’s op een consistente manier wilt zien terugkeren), maar er zijn gelukkig functies waarmee Word hieraan deels tegemoet komt (zie Stap 4). 

Standaard beperkt Word de uitvoerresolutie ook tot 220 dpi, wat voor professionele drukkerijen (te) weinig is. Vind je grafische kwaliteit belangrijk, open dan Bestand in Word en kies Opties / Geavanceerd. Scrol tot bij Grootte en kwaliteit vanafbeelding. Plaats een vinkje bij Afbeeldingen in het bestand niet comprimeren en stel de optie Standaardresolutie in op 330 dpi of zelfs Hoge beeldkwaliteit

Word mag dan geen volbloed dtp-programma zijn, laat dit je niet ontmoedigen. De applicatie bevat heel wat functies die dtp prima mogelijk maken. 

Hetzelfde beeld links in RGB (schermbeeld), midden in CMYK (afgedrukt), rechts (rode kleur geeft de RGB-kleuren aan die CMYK niet exact kon weergeven). 

Stap 02: Papierformaat 

Voor gewone documenten werk je ongetwijfeld het meest met een A4-formaat, maar voor brochures, magazines, clubbladen enzovoort kan dat gerust ook een ander (kleiner) formaat zijn. In dit geval doe je er goed aan eerst de paginagrootte op de beoogde afmetingen af te stemmen. Open hiervoor het tabblad Indeling en kies Formaat in de rubriek Pagina-instelling. Onderin het uitklapmenu klik je op Meer papierformaten en vul je op het tabblad Papier de velden Breedte en Hoogte in. 

Bij veel professionele publicaties worden afbeeldingen vaak tot tegen de papierrand uitgelijnd, zodat je geen witruimte meer hebt tussen de rand van de afbeelding en van het papier. Wil je zo’n effect ook in jouw publicatie, dan stel je het papierformaat het best circa 6 mm ruimer in, zowel in de breedte als in de hoogte. Stel, je beoogt een papierformaat van 18 cm op 13 cm, dan stel je een formaat in van 18,6 cm op 13,6 cm. 

Je stelt het papierformaat zowel horizontaal als verticaal het best zo’n 6 mm groter in. 

Stap 03: Marges 

In ons voorbeeld is het dus de bedoeling dat rondom rond het papier 6 mm wordt bijgeknipt. Voor afbeeldingen die je tot tegen de (afgesneden) papierrand wilt laten komen, stel je je dan aan elke zijde een marge van circa 3 mm in. Objecten die je tot tegen deze marge laat komen zullen dan uiteindelijk zo’n 3 mm worden afgeknipt (6 mm - 3 mm = 3 mm). Deze marges worden ook wel snijmarges, afloop of in het Engels ‘bleed’ genoemd. 

Je configureert dit als volgt in Word. Ga naar Indeling en selecteer Marges /Aangepaste marges. Bij zowel Boven, Onder, Links als Rechts vul je telkens 0,3 cm in. Bevestig met OK

Natuurlijk wil je tekst of afbeeldingen zoals logo’s niet afknippen! Let er dus dat je een veiligheidsmarge van circa 5 mm aanhoudt tussen deze elementen en de snijmarge. Eén manier is om hiervoor tabstops in te stellen. Open het tabblad Start en klik op het pijlknopje rechts onder bij Alinea. Op het tabblad Inspringingenen afstand klik je op Tabs en tik je 0,5 cm in bij Tabpositie. Bevestig met Instellen en met OK. Bij het begin van een regel druk je dan één keer op de Tab-toets zodat je 5 mm (voorbij de snijmarge) inspringt voor je tekst. 

Het nadeel van een tabstop is dat-ie alleen werkt op die ene plek waar je hem hebt ingesteld (op één regel). Prima voor een kop, maar niet handig voor een langere tekst. Dan kun je beter de functie Inspringen gebruiken. Ga wederom naar het tabblad Inspringingenen afstand en stel die veiligheidsmarge van 0,5 cm in achter de opties Links en (eventueel) Rechts onder Inspringen

Je werkt het best met snijmarges en je voorziet ook een ‘veiligheidsmarge’ (via tabs of inspringen). 

Stap 04: Thema’s en stijlen 

Van een clubblad wil je natuurlijk meerdere edities publiceren en sommige onderdelen, zoals een logo of de opbouw van de cover wil je zo consistent mogelijk houden. De beste garantie voor een consistente huisstijl en design bereik je in Word met thema’s, stijlen en sjablonen. Beginnen we met thema’s en stijlen. 

Open het tabblad Ontwerpen en klik links op Thema’s. Hier kun je een thema selecteren dat goed aansluit bij het beoogde ontwerp. Ga naar het tabblad Start en klik op het pijlknopje rechts onder bij de rubriek Stijlen (of druk op Ctrl+Alt+Shift+S) om de stijlen in het deelvenster Stijlen te zien die bij dit thema horen. Vervolgens selecteer je een stuk tekst en kies je een passende stijl. 

Uiteraard kun je een stijl ook zelf aanpassen. Klik met rechts op een stijl in het deelvenster Stijlen en kies Wijzigen. Voer alle gewenste aanpassingen door en bevestig met OK. Houd er rekening mee dat alle tekstfragmenten waarop je eerder in dit document al deze stijl had toegepast nu automatisch worden aangepast. Een eigen stijl maken kan ook. Klik onderaan het deelvenster Stijlen op de knop Nieuwe stijl en laat je creativiteit de vrije loop. Zie in dit dialoogvenster de knop Opmaak niet over het hoofd, want ook hiermee kun je allerlei fraaie effecten instellen. Geef je stijl een naam en bevestig met OK

Thema’s en stijlen maken het makkelijker een consistente (huis)stijl aan te houden. 

Stap 05: Sjablonen 

Mede op basis van een thema en stijlen kun je ook een pagina samenstellen waarin je bijvoorbeeld al een (rubriek)titel, enkele tekstvakken (zie stappen 6 tot 9) en andere onderdelen toevoegt die je ook voor volgende edities kunt gebruiken. Je kunt zo’n pagina dan als een sjabloon bewaren en dat oproepen wanneer je het nodig hebt. 

Je bewaart zo’n sjabloondocument als volgt: kies Bestand / Opslaanals en in het uitklapmenu bij Opslaan als selecteer je Word-sjabloon (*.dotx). Voor je sjablonen laat je bij voorkeur de voorgestelde opslaglocatie staan (standaard C:\Users\<accountnaam>\Documents\Aangepaste Office-sjablonen). 

Om het sjabloon op te roepen, ga je naar Bestand / Nieuw, open je hier de rubriek Privé en selecteer je het gewenste exemplaar. 

Maak een leeg basisontwerp voor je publicatie en bewaar die als sjabloon. 

Stap 06: Tekstvakken 

Tekstvakken zijn een van de handigste functies bij het vormgeven in Word. Laat de naam je trouwens niet van de wijs brengen: in zo’n tekstvak kun je bijvoorbeeld ook afbeeldingen en andere objecten kwijt. 

Je maakt zo’n tekstvak als volgt: open het tabblad Invoegen en klik in de rubriek Tekst op Tekstvak. Er zijn tientallen ontwerpen beschikbaar, maar via Tekstvak maken kun je ook je eigen tekstvak in je document tekenen. Om het tekstvak optimaal te positioneren, schakel je op het tabblad Beeld (tijdelijk) de opties Linialen en Rasterlijnen in. 

Wanneer je een tekstvak selecteert en het tabblad Vormindeling opent of op het tekstvak dubbelklikt, kun je rechtsboven de afmetingen aflezen en hier meteen ook aanpassen. Experimenteer op dit tabblad zeker ook met opties als Vormopvulling, Vormcontour, Vormeffecten en Tekstrichting. Met deze laatste kun je tekst bijvoorbeeld makkelijk roteren. 

Tekst invoeren kan simpelweg door in het tekstvak te dubbelklikken. Om een en ander te testen, kun je tijdelijk ook met neptekst werken. Tik bijvoorbeeld maar eens =rand(3,5) in zo’n tekstvak: je zal zien dat het tekstvak nu wordt opgevuld met (promotionele) tekst in 3 alinea’s van elk 5 tekstregels. 

Tekstvakken zijn uitermate handig bij het vormgeven van een (creatieve) publicatie. 

Stap 07: Koppeling 

Je hebt vast al gemerkt dat bij veel publicaties een tekst begint in het ene kader en dan mooi overloopt naar een ander kader. Je kunt zoiets handmatig bepalen, maar zodra je de tekst wat aanpast of een andere lettergrootte instelt, raakt die tekstdoorloop verminkt. 

Om dit te vermijden, zorg je voor een automatische (overloop)koppeling tussen je tekstvakken. We gaan ervan uit dat je de nodige tekstvakken al hebt geplaatst. Vul nu het eerste tekstkader met alle tekst. Selecteer dit tekstkader, ga naar Vormgeving en klik in de rubriek Tekst op Koppelen. Je tekstcursor wordt nu een icoon met een maatbeker. Klik hiermee in het volgende tekstvak om de overtollige tekst automatisch naar dit tweede tekstvak te laten doorlopen. Als het nodig is, kun je dit herhalen voor een derde, vierde tekstvak enzovoort. Word zorgt er nu voor dat de doorloop intact blijft, ook wanneer je de tekst of het lettertype aanpast. Via de optie Koppeling verbreken kun je de automatische doorloop trouwens altijd weer stopzetten. 

Koppel je tekstkaders om de tekst automatisch te laten doorlopen. 

Stap 08: Positionering 

Zodra je een tekstvak selecteert, verschijnen de nodige handgrepen waarmee je het vak kunt verplaatsen, schalen en zelfs roteren. De inhoud past zich automatisch aan. Wil je een speciaal effect, dan kun je tekstvakken bijvoorbeeld ook deels laten overlappen. Klik een tekstvak met de rechtermuisknop aan, klik op het pijltje bij Naar voorgrond of Naarachtergrond en vervolgens (bijvoorbeeld) Naar voren of Naar achteren

Om ervoor te zorgen dat tekstvakken onderling mooi worden uitgelijnd, selecteer je de betreffende tekstvakken (met ingedrukte Ctrl-toets) en kies je bij Vormindeling de optie Uitlijnen in de rubriek Rangschikken. Plaats bij voorkeur een vinkje bij Hulplijnen vooruitlijning gebruiken of bij Rasterlijnen weergeven (via # Rasterinstellingen bepaal je zelf de rastergrootte) en selecteer een van de beschikbare uitlijningsopties, zoals Uitlijnen op marge / Boven uitlijnen

Heb je meerdere tekstvakken onderling perfect uitgelijnd, dan kun je die ook als een onverbrekelijk geheel laten beschouwen. Selecteer dan deze tekstvakken en kies bij Vormindeling de optie Groeperen / Groeperen. Nu komt automatisch ook de optie Groeperen opheffen beschikbaar. 

Je kunt ook de onderlinge positie van je tekstvakken nauwkeurig bepalen. 

Stap 09: Verankering 

Je hebt inmiddels gemerkt dat er een anker-icoon verschijnt wanneer je een tekstvak selecteert. Dit betekent dat het om een zwevend object gaat dat zich als het ware boven de normale tekstlaag bevindt: kijk maar wat er gebeurt wanneer je zo’n tekstvak over je reguliere tekst verplaatst. 

Is het anker-icoon niet zichtbaar, open dan Bestand / Opties /Weergave en zet een vinkje bij Objectankers. Je zult ook merken wanneer je bijvoorbeeld extra tekst invoegt na dit ankerpunt, dan zal de positie van het betreffende tekstvak ongewijzigd blijven. Voeg je tekst voor dit ankerpunt toe, dan zal het tekstvak doorgaans wel mee verschuiven. Je kunt zo’n ankerpunt ook zelf verplaatsen met de muis. 

Om ervoor te zorgen dat een tekstvak onwrikbaar op dezelfde plaats in je document blijft, klik je met rechts op het geselecteerde tekstvak, selecteer je Meer indelingsopties en haal je op het tabblad Positie het vinkje weg bij Object met tekstverplaatsen. Of je kiest Anker vergrendelen als je wilt dat het tekstvak zich altijd op dezelfde pagina bevindt als het bijbehorende objectanker. Merk op dat je hier ook de exacte locatie van het tekstvak kunt ingeven. 

Ook de positie van het tekstvak tegenover je documenttekst is instelbaar. 

Stap 10: Secties 

Je merkt dus dat er heel wat creatieve mogelijkheden zijn met tekstvakken, maar je kunt hiermee wellicht niet de volledige lay-out van je publicatie optimaal regelen. Stel, je wilt regelnummers bij slechts een deel van de pagina of je wilt dit een andere afdrukstand geven. In dit geval werk je beter met secties. 

Positioneer je tekstcursor tot net voor het tekstfragment. Ga naar het tabblad Indeling en kies Eindemarkeringen / Doorlopend. Herhaal dit net na het einde van je tekstfragment. Klik ergens in het fragment, open opnieuw Indeling en kies Regelnummers / Doorlopend. Met Regelnummeropties kun je de regelnummering verder optimaliseren. Om dit fragment (weliswaar op een afzonderlijke pagina) in een liggende stand te plaatsen, kies je Indeling / Afdrukstand / Liggend

De achterliggende sectiecodes kun je altijd bekijken via het tabblad Start waar je in de rubriek Alinea op het knopje Alles weergeven drukt. 

Met secties kun je een fragment makkelijker een afwijkende lay-out geven. 

Stap 11: Grafische extra’s 

Word heeft als tekstverwerker best veel grafische functies aan boord. We vermelden hier enkele leuke opties, zoals de mogelijkheid om tekst op een bepaalde manier rond een object, bijvoorbeeld een tekstvak of een afbeelding, te laten lopen. Selecteer hiervoor het object, ga naar Vormindeling of Afbeeldingsindeling, kies Tekstterugloop en kies een van de talrijke terugloopmogelijkheden, zoals Achter tekst, Vierkant of Teruglooppuntenbewerken. Bij deze laatste kun je zelf punten maken en verplaatsen langs je objecten, waarna de tekst netjes langs deze punten zal lopen. Dit heeft eigenlijk alleen maar zin bij afbeeldingen met een onregelmatige vorm. Gaat het om een rechthoekige afbeelding, dan kun je vanuit Word eventueel wel eerst de achtergrond van het plaatje verwijderen: kies Afbeeldingsindeling / Achtergrond verwijderen

Er zijn nog enkele leuke grafische blikvangers. Wat dacht je bijvoorbeeld van een decoratieve initiaal? Selecteer een alinea, ga naar Invoegen en selecteer in de rubriek Tekst de optie Decoratieve Initiaal. Vervolgens selecteer je In tekst of In marge en optimaliseer je het effect met Opties voor decoratieve initialen

Laat je gerust ook inspireren door enkele mogelijkheden op het tabblad Invoegen, zoals Vormen, 3D-modellen en (vooral ook) SmartArt. Je clubblad of brochure zal er in elk geval niet saai uitzien! 

Achtergrond verwijderen en teruglooppunten bewerken. 

Stap 12: Pdf 

Druk je je ontwerp op een eigen printer af, dan kun je dit rechtstreeks doen vanaf je docx-document. Is het de bedoeling het resultaat aan een professionele drukker te bezorgen, dan bewaar je dit beter als pdf-document. Dit kun je in principe vanuit Word doen, via Bestand / Exporteren / PDF of XPS maken. Laat zeker de optie Standaard(online publiceren en afdrukken) geselecteerd. Klik ook even op Opties en plaats een vinkje bij Optimaliseren voor afbeelding kwaliteit. Eventueel zet je ook een vinkje bij Bitmaptekst, als lettertypen niet mogen worden ingesloten. Dit zorgt ervoor dat Word geen (lelijke) vervangfonts gaat gebruiken voor fonts die niet op het doelapparaat beschikbaar zijn, maar bitmapfiguren van die letters maakt. Besef wel dat deze zich minder mooi laten schalen. 

Zelfs met alle opties optimaal ingesteld (zie ook stap 1), ondervonden we dat de pdf-conversie vanuit Word wat betreft de grafische kwaliteit vaak niet optimaal verloopt. Je krijgt wellicht betere resultaten met een externe pdf-conversietool, van docx naar pdf in dit geval. Wij behaalden doorgaans iets betere resultaten met bijvoorbeeld de gratis online converter van Adobe Acrobat. Experimenteer gerust zelf ook met andere tools, zoom goed op het eindresultaat in en vergelijk de resultaten. 

De ene pdf-converter kan grafisch net iets beter zijn dan de andere. 

Om Word te kunnen gebruiken heb je een licentie voor Microsoft Office nodig. Dit komt met een bijbehorend abonnement, waarbij ook andere programma's als Excel, PowerPoint, OneNote en Outlook gekoppeld zitten. Wil je liever niet vastzitten aan maandelijkse kosten of gekoppelde apps op je pc, dan kun je ook kiezen voor alternatieven als Google Drive of LibreOffice.

▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.

▼ Volgende artikel
Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)
© Copyright © 2017 Michael Burrell
Huis

Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)

Tabbladen zijn handig, maar kunnen al snel uitmonden in een onoverzichtelijke wirwar. Om dat probleem aan te pakken, introduceerde Google Chrome tabgroepen: een slimme manier om je openstaande tabs te ordenen en labelen.

Wat gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je tabgroepen aanmaakt, benoemt en indeelt, zodat je browser niet langer uitpuilt. Je leert hoe je snel een nieuwe groep maakt, kleuren gebruikt om orde te scheppen en hoe je groepen verplaatst, sluit of opheft. Zo blijft je werkruimte overzichtelijk, zelfs als je tientallen tabbladen open hebt staan.

Lees ook: Trage Chrome? Zet de efficiëntiemodus uit!

Stap 1: Nieuwe groepen

Zorg eerst dat je de nieuwste versie van Chrome op je laptop hebt staan. Klik op de drie puntjes rechtsboven, kies Help / Over Google Chrome en installeer eventueel de update. Om tabbladgroepen in de vingers te krijgen, open je snel een paar tabbladen. Denk aan pagina's over hetzelfde onderwerp of project. Klik met de rechtermuisknop op een tabblad en kies Toevoegen aan een nieuwe groep.

Met de rechtermuisknop maak je een nieuwe tabbladgroep.

Stap 2: Naam en kleur

Er verschijnt een venstertje waarin je de groep een naam en kleur kunt geven. Kies een korte, herkenbare naam die het onderwerp van de groep weergeeft, zoals 'Werk', 'Recepten' of 'Vakantieplanning'. Een kleur toewijzen helpt je om snel onderscheid te maken tussen verschillende groepen. De groep verschijnt vervolgens als een gekleurde knop tussen je tabbladen. Een groot voordeel: als je op de groepsnaam klikt, worden de bijbehorende tabbladen ingeklapt, dat bespaart ruimte.

Tabbladen kun je later eenvoudig toevoegen: klik met de rechtermuisknop op het gewenste tabblad en kies de gewenste groep.

Ieder tabblad kun je snel aan een bestaande of nieuwe groep toevoegen.

Stap 3: Groep sluiten

Klik je met de rechtermuisknop op de naam van de tabbladgroep, dan krijg je andere mogelijkheden. Met de optie Nieuw tabblad in groep open je een leeg tabblad in de bestaande groep. Het is ook mogelijk om een bestaand tabblad gewoon in de groep te slepen. Kies je Groep verplaatsen naar een nieuw venster, dan opent Chrome een nieuw browservenster met daarin alle opgenomen tabbladen. Met de opdracht Groep sluiten verdwijnt de groep van je scherm. Dit doe je als je de hele groep niet meer nodig hebt en je de tabbladen niet langer wilt openhouden. Met Groep verwijderen (in sommige versies: Groep opheffen) blijven de tabbladen open, maar worden ze losgekoppeld van de groep. De kleur en de groepsnaam verdwijnen. Dit doe je als je de inhoud nog nodig hebt, maar je geen groepsindeling meer wilt.

Je kunt de groep verwijderen dan blijven de ingesloten tabbladen wel bestaan.


5x Chromebooks

Zeg je Chrome, dan denk je ook al snel aan Chromebooks. Hieronder een selectie 5 fijne modellen.

Acer Chromebook Plus 514

Compacte 14-inch Chromebook met vlotte prestaties, lichte aluminium behuizing en degelijke accuduur.

HP Chromebook x360 14b‑cd0625nd

14″ touchscreen Chromebook met 8 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor alle dagelijkse taken.

Acer Chromebook Plus 515 CB515-2H-32UH

Stevige 15,6″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel Core-i3, 8 GB RAM en 128 GB SSD, geschikt voor werk, school, surfen en media.

Lenovo IdeaPad / Slim 3 Chrome / 83BN0038MH

Compacte 14″ Chromebook met Full HD-scherm en Intel Core i3, prima voor school, mail, web en licht werk.

HP Chromebook 14a-nf0050nd

Lichte 14″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel N-processor, 4 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor internet, mail, documenten en basisgebruik op school of werk.

Ook je papieren overzichtelijk?

Berg ze op in sorteermappen