ID.nl logo
Ontwerp je eigen documenten, boeken en tijdschriften: vormgeven in Word
© C.Castilla - stock.adobe.com
Huis

Ontwerp je eigen documenten, boeken en tijdschriften: vormgeven in Word

In Word een documentje maken met een paar afbeeldingen erin is niet zo moeilijk. Maar een fraaie brochure of clubblad maken? Goed nieuws: dat lijkt misschien ingewikkeld, maar niet als je dit stappenplan van ID.nl volgt!

Wat gaan we doen?

In dit artikel laten we je kennismaken met diverse functies en trucs voor in Word zodat je ook met je vertrouwde tekstverwerker professioneel ogende dtp-publicaties kunt maken. We behandelen onder andere de volgende punten:

Stap 1: Beperkingen 

Laten we beginnen met wat Word op het vlak van desktoppublishing helaas niet in huis heeft. Immers, Word is in de eerste plaats een tekstverwerker en geen dtp-programma zoals Publisher, het gratis Scribus en professionele toepassingen als Adobe InDesign of QuarkXPress. 

De grootste beperkingen zul je ondervinden wanneer je met het eindresultaat naar een professionele drukkerij gaat. Zo’n drukkerij werkt namelijk op basis van CMYK-kleuren, terwijl Word alleen RGB-kleuren ondersteunt. Dit verhoogt het risico dat de afgedrukte kleuren er wellicht anders zullen uitzien dan op een scherm. 

Word mist ook een functie voor een zogenoemde ‘master page’ (een pagina met objecten die je op meerdere pagina’s op een consistente manier wilt zien terugkeren), maar er zijn gelukkig functies waarmee Word hieraan deels tegemoet komt (zie Stap 4). 

Standaard beperkt Word de uitvoerresolutie ook tot 220 dpi, wat voor professionele drukkerijen (te) weinig is. Vind je grafische kwaliteit belangrijk, open dan Bestand in Word en kies Opties / Geavanceerd. Scrol tot bij Grootte en kwaliteit vanafbeelding. Plaats een vinkje bij Afbeeldingen in het bestand niet comprimeren en stel de optie Standaardresolutie in op 330 dpi of zelfs Hoge beeldkwaliteit

Word mag dan geen volbloed dtp-programma zijn, laat dit je niet ontmoedigen. De applicatie bevat heel wat functies die dtp prima mogelijk maken. 

Hetzelfde beeld links in RGB (schermbeeld), midden in CMYK (afgedrukt), rechts (rode kleur geeft de RGB-kleuren aan die CMYK niet exact kon weergeven). 

Stap 02: Papierformaat 

Voor gewone documenten werk je ongetwijfeld het meest met een A4-formaat, maar voor brochures, magazines, clubbladen enzovoort kan dat gerust ook een ander (kleiner) formaat zijn. In dit geval doe je er goed aan eerst de paginagrootte op de beoogde afmetingen af te stemmen. Open hiervoor het tabblad Indeling en kies Formaat in de rubriek Pagina-instelling. Onderin het uitklapmenu klik je op Meer papierformaten en vul je op het tabblad Papier de velden Breedte en Hoogte in. 

Bij veel professionele publicaties worden afbeeldingen vaak tot tegen de papierrand uitgelijnd, zodat je geen witruimte meer hebt tussen de rand van de afbeelding en van het papier. Wil je zo’n effect ook in jouw publicatie, dan stel je het papierformaat het best circa 6 mm ruimer in, zowel in de breedte als in de hoogte. Stel, je beoogt een papierformaat van 18 cm op 13 cm, dan stel je een formaat in van 18,6 cm op 13,6 cm. 

Je stelt het papierformaat zowel horizontaal als verticaal het best zo’n 6 mm groter in. 

Stap 03: Marges 

In ons voorbeeld is het dus de bedoeling dat rondom rond het papier 6 mm wordt bijgeknipt. Voor afbeeldingen die je tot tegen de (afgesneden) papierrand wilt laten komen, stel je je dan aan elke zijde een marge van circa 3 mm in. Objecten die je tot tegen deze marge laat komen zullen dan uiteindelijk zo’n 3 mm worden afgeknipt (6 mm - 3 mm = 3 mm). Deze marges worden ook wel snijmarges, afloop of in het Engels ‘bleed’ genoemd. 

Je configureert dit als volgt in Word. Ga naar Indeling en selecteer Marges /Aangepaste marges. Bij zowel Boven, Onder, Links als Rechts vul je telkens 0,3 cm in. Bevestig met OK

Natuurlijk wil je tekst of afbeeldingen zoals logo’s niet afknippen! Let er dus dat je een veiligheidsmarge van circa 5 mm aanhoudt tussen deze elementen en de snijmarge. Eén manier is om hiervoor tabstops in te stellen. Open het tabblad Start en klik op het pijlknopje rechts onder bij Alinea. Op het tabblad Inspringingenen afstand klik je op Tabs en tik je 0,5 cm in bij Tabpositie. Bevestig met Instellen en met OK. Bij het begin van een regel druk je dan één keer op de Tab-toets zodat je 5 mm (voorbij de snijmarge) inspringt voor je tekst. 

Het nadeel van een tabstop is dat-ie alleen werkt op die ene plek waar je hem hebt ingesteld (op één regel). Prima voor een kop, maar niet handig voor een langere tekst. Dan kun je beter de functie Inspringen gebruiken. Ga wederom naar het tabblad Inspringingenen afstand en stel die veiligheidsmarge van 0,5 cm in achter de opties Links en (eventueel) Rechts onder Inspringen

Je werkt het best met snijmarges en je voorziet ook een ‘veiligheidsmarge’ (via tabs of inspringen). 

Stap 04: Thema’s en stijlen 

Van een clubblad wil je natuurlijk meerdere edities publiceren en sommige onderdelen, zoals een logo of de opbouw van de cover wil je zo consistent mogelijk houden. De beste garantie voor een consistente huisstijl en design bereik je in Word met thema’s, stijlen en sjablonen. Beginnen we met thema’s en stijlen. 

Open het tabblad Ontwerpen en klik links op Thema’s. Hier kun je een thema selecteren dat goed aansluit bij het beoogde ontwerp. Ga naar het tabblad Start en klik op het pijlknopje rechts onder bij de rubriek Stijlen (of druk op Ctrl+Alt+Shift+S) om de stijlen in het deelvenster Stijlen te zien die bij dit thema horen. Vervolgens selecteer je een stuk tekst en kies je een passende stijl. 

Uiteraard kun je een stijl ook zelf aanpassen. Klik met rechts op een stijl in het deelvenster Stijlen en kies Wijzigen. Voer alle gewenste aanpassingen door en bevestig met OK. Houd er rekening mee dat alle tekstfragmenten waarop je eerder in dit document al deze stijl had toegepast nu automatisch worden aangepast. Een eigen stijl maken kan ook. Klik onderaan het deelvenster Stijlen op de knop Nieuwe stijl en laat je creativiteit de vrije loop. Zie in dit dialoogvenster de knop Opmaak niet over het hoofd, want ook hiermee kun je allerlei fraaie effecten instellen. Geef je stijl een naam en bevestig met OK

Thema’s en stijlen maken het makkelijker een consistente (huis)stijl aan te houden. 

Stap 05: Sjablonen 

Mede op basis van een thema en stijlen kun je ook een pagina samenstellen waarin je bijvoorbeeld al een (rubriek)titel, enkele tekstvakken (zie stappen 6 tot 9) en andere onderdelen toevoegt die je ook voor volgende edities kunt gebruiken. Je kunt zo’n pagina dan als een sjabloon bewaren en dat oproepen wanneer je het nodig hebt. 

Je bewaart zo’n sjabloondocument als volgt: kies Bestand / Opslaanals en in het uitklapmenu bij Opslaan als selecteer je Word-sjabloon (*.dotx). Voor je sjablonen laat je bij voorkeur de voorgestelde opslaglocatie staan (standaard C:\Users\<accountnaam>\Documents\Aangepaste Office-sjablonen). 

Om het sjabloon op te roepen, ga je naar Bestand / Nieuw, open je hier de rubriek Privé en selecteer je het gewenste exemplaar. 

Maak een leeg basisontwerp voor je publicatie en bewaar die als sjabloon. 

Stap 06: Tekstvakken 

Tekstvakken zijn een van de handigste functies bij het vormgeven in Word. Laat de naam je trouwens niet van de wijs brengen: in zo’n tekstvak kun je bijvoorbeeld ook afbeeldingen en andere objecten kwijt. 

Je maakt zo’n tekstvak als volgt: open het tabblad Invoegen en klik in de rubriek Tekst op Tekstvak. Er zijn tientallen ontwerpen beschikbaar, maar via Tekstvak maken kun je ook je eigen tekstvak in je document tekenen. Om het tekstvak optimaal te positioneren, schakel je op het tabblad Beeld (tijdelijk) de opties Linialen en Rasterlijnen in. 

Wanneer je een tekstvak selecteert en het tabblad Vormindeling opent of op het tekstvak dubbelklikt, kun je rechtsboven de afmetingen aflezen en hier meteen ook aanpassen. Experimenteer op dit tabblad zeker ook met opties als Vormopvulling, Vormcontour, Vormeffecten en Tekstrichting. Met deze laatste kun je tekst bijvoorbeeld makkelijk roteren. 

Tekst invoeren kan simpelweg door in het tekstvak te dubbelklikken. Om een en ander te testen, kun je tijdelijk ook met neptekst werken. Tik bijvoorbeeld maar eens =rand(3,5) in zo’n tekstvak: je zal zien dat het tekstvak nu wordt opgevuld met (promotionele) tekst in 3 alinea’s van elk 5 tekstregels. 

Tekstvakken zijn uitermate handig bij het vormgeven van een (creatieve) publicatie. 

Stap 07: Koppeling 

Je hebt vast al gemerkt dat bij veel publicaties een tekst begint in het ene kader en dan mooi overloopt naar een ander kader. Je kunt zoiets handmatig bepalen, maar zodra je de tekst wat aanpast of een andere lettergrootte instelt, raakt die tekstdoorloop verminkt. 

Om dit te vermijden, zorg je voor een automatische (overloop)koppeling tussen je tekstvakken. We gaan ervan uit dat je de nodige tekstvakken al hebt geplaatst. Vul nu het eerste tekstkader met alle tekst. Selecteer dit tekstkader, ga naar Vormgeving en klik in de rubriek Tekst op Koppelen. Je tekstcursor wordt nu een icoon met een maatbeker. Klik hiermee in het volgende tekstvak om de overtollige tekst automatisch naar dit tweede tekstvak te laten doorlopen. Als het nodig is, kun je dit herhalen voor een derde, vierde tekstvak enzovoort. Word zorgt er nu voor dat de doorloop intact blijft, ook wanneer je de tekst of het lettertype aanpast. Via de optie Koppeling verbreken kun je de automatische doorloop trouwens altijd weer stopzetten. 

Koppel je tekstkaders om de tekst automatisch te laten doorlopen. 

Stap 08: Positionering 

Zodra je een tekstvak selecteert, verschijnen de nodige handgrepen waarmee je het vak kunt verplaatsen, schalen en zelfs roteren. De inhoud past zich automatisch aan. Wil je een speciaal effect, dan kun je tekstvakken bijvoorbeeld ook deels laten overlappen. Klik een tekstvak met de rechtermuisknop aan, klik op het pijltje bij Naar voorgrond of Naarachtergrond en vervolgens (bijvoorbeeld) Naar voren of Naar achteren

Om ervoor te zorgen dat tekstvakken onderling mooi worden uitgelijnd, selecteer je de betreffende tekstvakken (met ingedrukte Ctrl-toets) en kies je bij Vormindeling de optie Uitlijnen in de rubriek Rangschikken. Plaats bij voorkeur een vinkje bij Hulplijnen vooruitlijning gebruiken of bij Rasterlijnen weergeven (via # Rasterinstellingen bepaal je zelf de rastergrootte) en selecteer een van de beschikbare uitlijningsopties, zoals Uitlijnen op marge / Boven uitlijnen

Heb je meerdere tekstvakken onderling perfect uitgelijnd, dan kun je die ook als een onverbrekelijk geheel laten beschouwen. Selecteer dan deze tekstvakken en kies bij Vormindeling de optie Groeperen / Groeperen. Nu komt automatisch ook de optie Groeperen opheffen beschikbaar. 

Je kunt ook de onderlinge positie van je tekstvakken nauwkeurig bepalen. 

Stap 09: Verankering 

Je hebt inmiddels gemerkt dat er een anker-icoon verschijnt wanneer je een tekstvak selecteert. Dit betekent dat het om een zwevend object gaat dat zich als het ware boven de normale tekstlaag bevindt: kijk maar wat er gebeurt wanneer je zo’n tekstvak over je reguliere tekst verplaatst. 

Is het anker-icoon niet zichtbaar, open dan Bestand / Opties /Weergave en zet een vinkje bij Objectankers. Je zult ook merken wanneer je bijvoorbeeld extra tekst invoegt na dit ankerpunt, dan zal de positie van het betreffende tekstvak ongewijzigd blijven. Voeg je tekst voor dit ankerpunt toe, dan zal het tekstvak doorgaans wel mee verschuiven. Je kunt zo’n ankerpunt ook zelf verplaatsen met de muis. 

Om ervoor te zorgen dat een tekstvak onwrikbaar op dezelfde plaats in je document blijft, klik je met rechts op het geselecteerde tekstvak, selecteer je Meer indelingsopties en haal je op het tabblad Positie het vinkje weg bij Object met tekstverplaatsen. Of je kiest Anker vergrendelen als je wilt dat het tekstvak zich altijd op dezelfde pagina bevindt als het bijbehorende objectanker. Merk op dat je hier ook de exacte locatie van het tekstvak kunt ingeven. 

Ook de positie van het tekstvak tegenover je documenttekst is instelbaar. 

Stap 10: Secties 

Je merkt dus dat er heel wat creatieve mogelijkheden zijn met tekstvakken, maar je kunt hiermee wellicht niet de volledige lay-out van je publicatie optimaal regelen. Stel, je wilt regelnummers bij slechts een deel van de pagina of je wilt dit een andere afdrukstand geven. In dit geval werk je beter met secties. 

Positioneer je tekstcursor tot net voor het tekstfragment. Ga naar het tabblad Indeling en kies Eindemarkeringen / Doorlopend. Herhaal dit net na het einde van je tekstfragment. Klik ergens in het fragment, open opnieuw Indeling en kies Regelnummers / Doorlopend. Met Regelnummeropties kun je de regelnummering verder optimaliseren. Om dit fragment (weliswaar op een afzonderlijke pagina) in een liggende stand te plaatsen, kies je Indeling / Afdrukstand / Liggend

De achterliggende sectiecodes kun je altijd bekijken via het tabblad Start waar je in de rubriek Alinea op het knopje Alles weergeven drukt. 

Met secties kun je een fragment makkelijker een afwijkende lay-out geven. 

Stap 11: Grafische extra’s 

Word heeft als tekstverwerker best veel grafische functies aan boord. We vermelden hier enkele leuke opties, zoals de mogelijkheid om tekst op een bepaalde manier rond een object, bijvoorbeeld een tekstvak of een afbeelding, te laten lopen. Selecteer hiervoor het object, ga naar Vormindeling of Afbeeldingsindeling, kies Tekstterugloop en kies een van de talrijke terugloopmogelijkheden, zoals Achter tekst, Vierkant of Teruglooppuntenbewerken. Bij deze laatste kun je zelf punten maken en verplaatsen langs je objecten, waarna de tekst netjes langs deze punten zal lopen. Dit heeft eigenlijk alleen maar zin bij afbeeldingen met een onregelmatige vorm. Gaat het om een rechthoekige afbeelding, dan kun je vanuit Word eventueel wel eerst de achtergrond van het plaatje verwijderen: kies Afbeeldingsindeling / Achtergrond verwijderen

Er zijn nog enkele leuke grafische blikvangers. Wat dacht je bijvoorbeeld van een decoratieve initiaal? Selecteer een alinea, ga naar Invoegen en selecteer in de rubriek Tekst de optie Decoratieve Initiaal. Vervolgens selecteer je In tekst of In marge en optimaliseer je het effect met Opties voor decoratieve initialen

Laat je gerust ook inspireren door enkele mogelijkheden op het tabblad Invoegen, zoals Vormen, 3D-modellen en (vooral ook) SmartArt. Je clubblad of brochure zal er in elk geval niet saai uitzien! 

Achtergrond verwijderen en teruglooppunten bewerken. 

Stap 12: Pdf 

Druk je je ontwerp op een eigen printer af, dan kun je dit rechtstreeks doen vanaf je docx-document. Is het de bedoeling het resultaat aan een professionele drukker te bezorgen, dan bewaar je dit beter als pdf-document. Dit kun je in principe vanuit Word doen, via Bestand / Exporteren / PDF of XPS maken. Laat zeker de optie Standaard(online publiceren en afdrukken) geselecteerd. Klik ook even op Opties en plaats een vinkje bij Optimaliseren voor afbeelding kwaliteit. Eventueel zet je ook een vinkje bij Bitmaptekst, als lettertypen niet mogen worden ingesloten. Dit zorgt ervoor dat Word geen (lelijke) vervangfonts gaat gebruiken voor fonts die niet op het doelapparaat beschikbaar zijn, maar bitmapfiguren van die letters maakt. Besef wel dat deze zich minder mooi laten schalen. 

Zelfs met alle opties optimaal ingesteld (zie ook stap 1), ondervonden we dat de pdf-conversie vanuit Word wat betreft de grafische kwaliteit vaak niet optimaal verloopt. Je krijgt wellicht betere resultaten met een externe pdf-conversietool, van docx naar pdf in dit geval. Wij behaalden doorgaans iets betere resultaten met bijvoorbeeld de gratis online converter van Adobe Acrobat. Experimenteer gerust zelf ook met andere tools, zoom goed op het eindresultaat in en vergelijk de resultaten. 

De ene pdf-converter kan grafisch net iets beter zijn dan de andere. 

Om Word te kunnen gebruiken heb je een licentie voor Microsoft Office nodig. Dit komt met een bijbehorend abonnement, waarbij ook andere programma's als Excel, PowerPoint, OneNote en Outlook gekoppeld zitten. Wil je liever niet vastzitten aan maandelijkse kosten of gekoppelde apps op je pc, dan kun je ook kiezen voor alternatieven als Google Drive of LibreOffice.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.