ID.nl logo
Sla Word en Excel-bestanden op zonder tussenkomst van OneDrive
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Sla Word en Excel-bestanden op zonder tussenkomst van OneDrive

In Microsoft 365 zit de functie Automatisch opslaan. Dat betekent het programma voortdurend een kopie van je werk opslaat op OneDrive. Toch is het via een omweg mogelijk om te zorgen dat Word en Excel je werk systematisch op de harde schijf opslaan, zonder de tussenkomst van OneDrive.

Nadat je dit artikel gelezen hebt, weet je hoe je Word en Excel in kunt stellen zodat deze programma’s op regelmatige tijdstippen hun documenten lokaal opslaan, zónder dat deze op OneDrive terechtkomen.

Ook interessant: Dit zijn de nieuwe AI-functies in Office

Tip 01: Automatisch opslaan

De Microsoft 365-applicaties zoals Word, Excel en PowerPoint hebben een grote knop Automatisch opslaan in de linkerbovenhoek. Die knop staat standaard aan. Je kunt deze schakelaar uitzetten, maar dat geeft geen veilig gevoel. Deze functie zorgt namelijk dat het document volgens een ingesteld tijdsinterval automatisch wordt opgeslagen terwijl je werkt. Sommige gebruikers realiseren zich niet dat het bestand door Automatisch opslaan niet lokaal wordt bewaard maar in de cloud, namelijk op OneDrive.

In de onlineversie van Office 365 worden je documenten trouwens altijd automatisch opgeslagen. Aan de andere kant biedt Microsoft ook de optie AutoHerstel aan. Verwar Automatisch opslaan niet met AutoHerstel. Die laatste helpt je uit de nood in het geval van een systeemcrash en bij de eerste kun je de versiegeschiedenis raadplegen.

Eigenlijk duwt Microsoft de gebruiker op die manier OneDrive door de strot. Het bedrijf vindt het blijkbaar vanzelfsprekend dat jouw documenten automatisch in de cloud terechtkomen.

Gebruik je OneDrive liever niet dan is Automatisch opslaan voor jou niet beschikbaar. Of wil je OneDrive toch liever gebruiken zoals Dropbox, om zelfgekozen bestanden in de cloud te parkeren zonder dat Word of Excel dit op eigen initiatief doet, dan kun je de schakelaar Automatisch opslaan natuurlijk gewoon uitzetten. In dat geval mag je niet vergeten je werk voortdurend zelf lokaal te bewaren.

In Microsoft 365 lijkt het niet mogelijk om de auto-bewaarfunctie lokaal in te stellen. Hoewel, het lukt toch als je de invoegtoepassing installeert waarover we het later in het artikel hebben. Deze oplossing werkt in Microsoft Word en Excel. Voor PowerPoint is er (nog) geen uitkomst.

Als je Automatisch opslaan activeert, kun je in OneDrive de versiegeschiedenis zien. (Klik op de afbeeldingen voor een betere resolutie.)

Tip 02: Opties aanpassen

Start Microsoft Word en selecteer Opties in de linkerzijbalk. Als je al in een document aan het werken bent, dan ga je via het menu Bestand naar de Opties. Daar kies je in de linkerkolom het onderdeel Opslaan. In de groep Documenten opslaan zet je eerst het vinkje uit bij Bestanden die standaard in de cloud zijn opgeslagen, automatisch opslaan in Word. Hiermee schakel je automatisch opslaan naar OneDrive uit. Je zult straks ook merken dat hierdoor de grote knop in het Word-document uit staat.

Bekijk ook de tijdsinterval voor AutoHerstel. Standaard staat dit ingesteld dat iedere 10 minuten AutoHerstel-gegevens worden opgeslagen. Je kunt dit interval aanpassen. Daarna zet je een vinkje bij de optie Standaard opslaan naar computer. Hierdoor wordt het AutoHerstel-bestand op de harde schijf weggeschreven. Hiermee ben je klaar voor Word. Doe hetzelfde voor Excel. Ook hier zul je merken dat voortaan bij alle Excel-bestanden de knop Automatisch opslaan gedimd is.

Haal het vinkje hier weg, zodat Word niet langer automatisch opslaat in OneDrive.

Tip 03: Opslaglocatie

Nu je toch in de opties bent, kun je de standaard-opslaglocatie aanpassen. Dat is de map die Word en Excel in eerste instantie zal voorstellen om je documenten te bewaren. De standaardlocatie is de map Documenten. Met de knop Bladeren kun je een andere standaardlocatie selecteren.

Hier zit een klein verschil tussen Word en Excel. In Word beschik je hier over de knop Bladeren om een standaardmap te selecteren. In Excel ontbreekt die knop en moet je de locatie handmatig typen in dit vak. Bijvoorbeeld: C:\Users\gebruikersnaam\Documents\Excel-bestanden.

In Excel moet je het pad naar de standaardmap plakken of typen.

Tip 04: Invoegtoepassingen

Op dit moment kun je OneDrive uiteraard nog steeds aanspreken als online opslagplaats voor allerlei bestanden, maar de automatische back-up naar deze dienst werkt niet langer in Word en Excel. Om de autobewaarfunctie lokaal in te stellen, moet je beroep doen op een invoegtoepassing van Graham Mayor. Op zijn website vind je twee invoegtoepassingen — hier noemen ze dat add-ins. Eén voor Word, de andere is voor Excel. Download beide zip-bestanden. Het eerste heet SaveReminder.zip en het tweede SaveReminder-Excel.zip. Ieder zip-bestand bevat twee bestanden: een zelfuitpakkend exe-bestand en het invoegtoepassingsbestand (.dotm voor Word, .xlam voor Excel).

Er is een zipje voor Word en een ander zipje voor Excel.

Extra functionaliteit Invoegtoepassingen zijn miniprogramma’s die je eerst moet binnenhalen voordat je ze kunt gebruiken. Er zijn invoegtoepassingen die door Microsoft werden gemaakt, maar de meeste zijn creaties van anderen, de zogenaamde third-party-invoegtoepassingen. Meestal kun je invoegtoepassingen binnenhalen via het tabblad Invoegen, dan kies je Invoegtoepassingen downloaden en zo kom je in de Store voor invoegtoepassingen. In dit geval gaat het eigenlijk om een macro die je op een andere manier installeert. Hiervoor moet je een specifieke weg volgen.

In de Store vind je nog meer invoegtoepassingen.

Tip 05: Handmatig plaatsen

Deze invoegtoepassingen moet je nog in de juiste mappen plaatsen. Dat kan op twee manieren. We beginnen met de handmatige manier. De invoegtoepassing voor Word, dat is dus SaveReminder Ver 2.7.dotm, die moet terechtkomen in de map C:\Users\gebruikersnaam\AppData\Roaming\Microsoft\Word\OPSTARTEN. Dat gaat het makkelijkste als je het dotm-bestand in de map Downloads kopieert om die daarna in de map OPSTARTEN te plakken.

De standaardlocatie van de invoegtoepassingsmap voor Excel is: C:\Users\gebruikersnaam\AppData\Roaming\Microsoft\Addins. Je kopieert dus SaveReminder Ver 1.2.xlam en je plakt die in de map Addins. Het voordeel van de handmatige manier is dat je straks deze bestanden gemakkelijker terugvindt om straks de eigenschappen aan te passen. En mocht je niet tevreden zijn over de invoegtoepassingen, dan kun je ze ook gemakkelijk verwijderen uit deze mappen.

Sleep of kopieer het dotm-bestand naar de map OPSTARTEN.

Tip 06: Via exe-bestanden

De tweede manier om deze invoegtoepassingen in de juiste mappen te plaatsen, verloopt via de exe-bestanden die in beide zipjes zitten. Zorg dat Word en Excel gesloten zijn en ga terug naar de inhoud van de zip-bestanden die je hebt uitgepakt. Begin met de invoegtoepassing voor Word en dubbelklik op het bestand SaveReminder.exe. Er volgt waarschijnlijk een waarschuwing van Microsoft Defender Smartscreen, maar die mag je negeren. Daarna opent een venstertje met een boodschap van de auteur, daar klik je op de knop Accept. Dan krijg je de boodschap dat de add-in automatisch in de juiste map zal worden geplaatst. Klik op Extract en klaar.

Daarna doe je hetzelfde voor SaveReminder – Excel.exe, zodat het xlam-bestand ook in de juiste map terechtkomt.

Het exe-bestand plaatst de invoegtoepassing meteen in de juiste map.

Tip 07: Blokkering opheffen

Je moet nu nog iets in de eigenschappen van het dotm- en het xlam-bestand aanpassen. Wanneer je Word of Excel nu zou proberen openen, dan krijg je een beveiligingswaarschuwing dat het programma een macro probeert te openen die afkomstig is van een andere computer. Dit wordt om veiligheidsredenen geweigerd. Ga dus naar de map OPSTARTEN en klik met de rechtermuisknop op het bestand SaveReminder Ver2.dotm om de Eigenschappen te openen. Rechts onderaan zie je de optie Blokkering opheffen. Plaats hier een vinkje en klik op de knop Toepassen. Sluit de Eigenschappen. Doe hetzelfde voor SaveReminder Ver 1.2.xlam.

Hef de blokkering op in de Eigenschappen.

Tip 08: Save Reminder Word

Klaar om deze auto-bewaarfunctie voor het eerst in Word te proberen? Open Word en dan krijg je een beveiligingswaarschuwing dat de macro’s zijn uitgeschakeld. Klik op de knop Inhoud inschakelen. Rechtsboven in het lint zie je het tabblad Invoegtoepassingen. Klik daarop en dan vind je de nieuwe knop Save Reminder Options. Dubbelklik op de knop om de instellingen van Save Reminder te zien. De eerste optie dient om deze invoegtoepassing uit te schakelen. Daaronder lees je hoe vaak Save Reminder zijn werk moet doen: na 1, 5, 10, 20, 25 of 30 minuten. Je kunt de vervolgkeuzeknop gebruiken en een interval selecteren, of je kunt een getal tussen 1 en 99 typen om te bepalen hoe vaak de invoegtoepassing moet worden uitgevoerd. Vervolgens bepaal je wat er moet opgeslagen worden: alle open documenten of alleen het actieve document.

Als je niet iedere keer de melding wilt ontvangen om het bestand op te slaan, dan zet je een vinkje bij Save automatically, without prompting. En ten slotte is het mogelijk om een kopie van het document in het pdf-formaat op te slaan. Wanneer je deze instellingen sluit, zal de Save Reminder automatisch zijn werk doen.

Stel de voorkeuren van Save Reminder in via het tabblad Invoegtoepassingen.

Tip 09: Save Reminder Excel

In Excel moet je een extra stap uitvoeren. Open Microsoft Excel en selecteer Opties in de linkerzijbalk. Daarna kun je in de linkerzijbalk de invoegtoepassingen selecteren in het venster van Opties voor Excel. Onderaan in het centrale venster zie je de optie Beheren. Daar kies je Excel-invoegtoepassingen en klik je op Start. Hierdoor opent een klein venster waarin alle beschikbare invoegtoepassingen staan. Als Savereminder Ver 1.2 niet in het lijstje voorkomt, dan moet je deze nog handmatig toevoegen. Klik op de knop Bladeren en navigeer naar C:\Users\gebruikersnaam\AppData\Roaming\Microsoft\Addins om die invoegtoepassing te selecteren. Hierdoor komt deze add-in wel in de lijst beschikbare invoegtoepassingen. Plaats een vinkje bij Savereminder, zodat die actief wordt. Vanaf dan kun je ook via het tabblad Invoegtoepassingen naar de knop van Save Reminder Options.

Activeer Savereminder in de lijst beschikbare invoegtoepassingen.

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.