ID.nl logo
Hét alternatief voor Twitter: aan de slag met Mastodon
© rob2516@hotmail.com
Huis

Hét alternatief voor Twitter: aan de slag met Mastodon

Goed nieuws voor wie helemaal klaar is met Twitter: je hoeft niet uit te wijken naar een ander sociaal netwerk beheerd door een rijke techmiljardair, maar kunt er gewoon eentje starten vanaf je zolderkamer. Met je eigen Mastodon kun je berichten uitwisselen met al je vrienden op andere servers. We leggen uit hoe dat zit en hoe je begint.

Met Mastodon kun jij je eigen sociale netwerk opzetten. Dit artikel vertelt je er alles over. In een notendop:

  • Hoe werkt Mastodon?
  • Wat is een instance?
  • Wat heb je aan hard- en software nodig?

Lees ook: Social media verandert razendsnel door AI

Twitter staat al maanden in brand. Sinds techmiljardair Elon Musk het bedrijf heeft gekocht, is het er complete chaos. Van de 7500 werknemers bij het sociale platform zijn er nog 2000 over, waarbij zelfs hele teams zijn gedecimeerd. Journalisten kunnen al maandenlang geen vragen meer stellen aan het bedrijf, omdat de persafdeling is opgeheven. Belangrijke infrastructuur wordt niet langer gemonitord, wat leidt tot storingen. Tegelijkertijd neemt Musk de ene na de andere rare beslissing, zoals het vergrendelen van simpele beveiligingsopties achter een betaald abonnement. Experts vrezen ook voor een vloedgolf aan nepnieuws en verwarring, omdat iedereen voortaan een verificatievinkje kan kopen op de site – een middel dat tot op heden werd gebruikt om onder andere beroemdheden en journalisten te onderscheiden van nepaccounts.

Dit alles heeft er toe geleid dat het vertrouwen in Twitter fors is afgenomen en velen hun accounts hebben verlaten of zelfs verwijderd. De zoektocht naar een goed alternatief is dan ook in volle gang. Nieuwe apps schieten als paddenstoelen uit de grond, maar verreweg het populairst is Mastodon: een dienst die belooft het nét iets anders te doen dan we van sociale netwerken gewend zijn.

©cryptoFX - stock.adobe.com

Mastodon is een alternatief voor Twitter, dat het net even anders doet.

Gemaakt in Duitsland

Mastodon is gemaakt door de in Duitsland gevestigde Rus Eugen Rochko. Hij wilde een sociaal netwerk bouwen dat niet werd beheerd door de grote techbobo’s uit Silicon Valley, maar dat een inherent onderdeel van het internet is. In 2016 bracht hij een eerste testversie uit en inmiddels beheert Rochko Mastodon fulltime als een non-profit-project. In eerdere interviews zei de Rus het allemaal niet voor het geld te doen; advertenties of andere verdienmodellen vind je er dan ook niet. Mastodon gebruiken is helemaal gratis, zonder dat jij als gebruiker zelf het product wordt. Je kunt wel geld doneren, zodat Rochko de ontwikkeling kan voortzetten en de kosten voor zijn eigen Mastodon-servers kan blijven betalen, want die lopen natuurlijk op naarmate de dienst populairder wordt. Op moment van schrijven wordt er door gebruikers samen ruim 30.000 euro per maand gedoneerd.

Het platform telt nog lang niet de gebruikersaantallen van Twitter of Facebook, maar groeit wel gestaag. Ter illustratie: Mastodon had voor de Twitter-overname door Musk minder dan een half miljoen gebruikers, inmiddels zijn dat er iedere maand ruim 1,5 miljoen.

Qua interface lijkt Mastodon precies op zijn grote concurrenten, inclusief een eindeloos lange tijdlijn met berichten van iedereen die je op het platform volgt.

Lees ook: Zo verwijder je je Twitter-account

Verspreid over het internet

Waar je bij de meeste socialmedia-platformen één centrale website bezoekt die wordt beheerd door een techbedrijf met grote investeerders, bestaat Mastodon uit talloze kleine onderdeeltjes, die ook wel instances worden genoemd. Iedereen kan zo’n instance starten en zo een ‘eigen’ Mastodon-site beginnen. Die instances zijn geen individuele eilandjes, maar kunnen met elkaar communiceren. Een gebruiker op de instance https://mastodon.social kan een gebruiker op https://mastodon.nl volgen en privéberichten sturen naar weer iemand anders op https://mstdn.social. Je aanmelden voor zo’n instance is een kwestie van de betreffende website bezoeken en een account aanmaken.

Mocht het allemaal een beetje vaag klinken, vergelijk Mastodon dan eens met e-mail. Je kunt bijvoorbeeld een mailadres openen bij Gmail, waarmee je vervolgens berichten kunt uitwisselen met Yahoo, Outlook of welke maildienst dan ook. Net als bij e-mail hangt tussen iedere Mastodon-server een protocol dat ervoor zorgt dat berichten worden uitgewisseld. Het is mail, maar dan voor je ‘toots’ (zoals berichten op Mastodon worden genoemd) in plaats van digitale brievenpost.

Maakt het dan nog uit op welke instance je gaat zitten? Niet héél veel. Je instance bepaalt bij wie je data in handen is, dus mensen die veel waarde hechten aan hun privacy zullen wellicht willen weten of de server in een land staat met goede privacywetgeving. En een grote, goed beheerde server zal wat minder storingen hebben dan eentje beheerd door een hobbyist. Maar waar je ook zit, je kunt altijd met dezelfde mensen kletsen.

Beheerders kunnen er overigens voor kiezen om een instance te blokkeren, zodat je daar niet meer mee kunt communiceren. Grote servers deden dat eerder bij extreemrechtse instances en communities waarin het alleen over complottheorieën ging. Op die manier kunnen Mastodon-gebruikers gezamenlijk proberen om extremistische onderwerpen buiten de deur te houden, iets waar Twitter en Facebook al langer mee worstelen.

©xiaoliangge - stock.adobe.com

Iedereen kan een eigen instance voor Mastodon maken, waarna al die sites met elkaar verbinden.

Andere instances Wie geen zin heeft om een eigen instance op te zetten, kan ook een account maken op de instance van een ander. Hieronder een drietal suggesties.

  • Mastodon.social - De grootste Mastodon-instance met ruim 173.000 leden. Wordt beheerd door het bedrijf achter de software en is daarom altijd up-to-date.
  • Mastodon.nl - Een Nederlandstalige server met zo’n 11.000 leden.
  • Mstdn.social - Deze server wordt ook door een Nederlander beheerd, maar is internationaler ingestoken. Is met 41.000 bezoekers ook iets groter.

Privacy

Iedereen met een beetje technische kennis kan een eigen Mastodon-instance opzetten. Het kost best even tijd, maar de voordelen zijn groot. In de eerste plaats omdat alle data in je eigen beheer blijven. Je toots met foto’s en video’s komen op je eigen server terecht, in plaats van dat ze, zoals bij Twitter, door een groot conglomeraat worden opgeslagen.

Het betekent tevens dat je gegevens niet zomaar kunnen worden misbruikt. Dat gebeurde afgelopen jaren meermaals bij grote sociale netwerken: databedrijf Cambridge Analytica bemachtigde bijvoorbeeld gebruikersdata van Facebook, waarmee ze psychologische profielen maakten, en zo persoonlijk toegesneden politieke advertenties toonden, om de verkiezingscampagne van Trump en het Brexit-referendum te beïnvloeden.

©Valerio Rosati

Er is een officiële app, maar je kunt ook door anderen gemaakte applicaties gebruiken om Mastodon te bezoeken. Foto: rarrarorro – stock.adobe.com.

Let op je DM’s! Hoewel Mastodon veel privacyvriendelijker is dan de grote socialmediabedrijven, is er één ding waar je goed op moet letten: je privéberichten. Die worden namelijk niet door Mastodon versleuteld, waardoor de beheerder van een instance ze in theorie kan meelezen. Dat lijkt een klein probleem als je zelf een servertje beheert, maar als jij berichten uitwisselt met een gebruiker op een andere instance, dan komen die berichten ook binnen bij die beheerder. Zelfs op je eigen server moet je dus goed nadenken over wie je een bericht stuurt, om te voorkomen dat de gedeelde informatie ineens in foute handen komt.

Voor een vlotte babbel zal dat zelden problemen opleveren, maar voor gesprekken met gevoelige inhoud kun je nog steeds het beste terecht bij chat-apps zoals Signal of WhatsApp. Die versleutelen je gesprekken automatisch.

De juiste hardware

Wie zelf een Mastodon-server wil opzetten, moet daar wel de juiste hardware voor in huis hebben. Wat je nodig hebt, hangt af van je ambities. Als je instance alleen voor jezelf en een of twee vrienden bedoeld is, dan is een oude computer of zelfs een Raspberry Pi (verkrijgbaar bij bijvoorbeeld Bol.com of Conrad) ruim voldoende. Zorg wel dat er veel opslag aanwezig is voor alle foto’s en video’s die je op het sociale netwerk gaat posten. En onthoud: zelfs als alleen jij en je vrienden op de server zitten, kunnen jullie nog gewoon met iedereen op alle Mastodon-servers praten.

Wil je de instance voor iedereen openstellen, dan heb je zwaarder geschut nodig. Je kunt er dan voor kiezen om een Virtual Private Server (VPS) af te nemen bij een hostingbedrijf als TransIP. Dat is een computer in de cloud, waar je op afstand bij kunt inloggen om van alles op te doen. Groot voordeel van een VPS is dat je hem altijd kunt upgraden, zodat je snel meer capaciteit kunt krijgen als dat nodig is.

Grootse plannen met Mastodon?

Dan kun je wel een eigen server gebruiken

Domein, maildienst en Linux

Naast een server of VPS heb je nog een paar dingen nodig, zoals een domeinnaam waarop je instance online bereikt kan worden. Daarnaast is het verstandig een account te maken bij een mailprovider, zoals Mailgun of Postmark, waarmee bevestigingsmailtjes naar je Mastodon-gebruikers worden gestuurd. Je kunt ook proberen zelf een mailserver te hosten, maar dat maakt het project vele malen complexer.

In dit artikel gaan we ervan uit dat je Mastodon op een Linux-machine probeert te installeren, gezien dat bij de meeste servers het geval is. Enige kennis over hoe je zo’n server beheert, is vereist. Zorg ervoor dat je de laatste packages hebt geïnstalleerd en op afstand kunt inloggen met een key in plaats van met een wachtwoord.

Zelf opzetten

Op https://docs.joinmastodon.org vind je een uitgebreide gids met uitleg hoe je zelf een instance kunnen opzetten. Hier wordt stap voor stap uiteengezet hoe je een SQL-server opzet, webhosting regelt en de juiste certificaten vastlegt, waarna je de software van Mastodon zelf installeert.

De mate van aanwezige kennis bepaalt hoe goed je server straks in elkaar steekt. Een goede zoekmachine voor je Mastodon-server vereist bijvoorbeeld dat je ElasticSearch installeert en configureert, een projectje dat al snel een middag in beslag neemt.

Het meeste werk gaat zitten in dit soort externe software, want het configureren van Mastodon zelf is relatief simpel. Je installeert de software, configureert de instellingen naar wens en start de boel op. Maar je kunt ervan uit gaan dat het een paar dagen prutsen is voor je hier aan toe bent.

©Tee11 - stock.adobe.com

Voor het zelf opzetten van een instance is de nodige kennis vereist.

Een externe partij

Je kunt ook kiezen voor de makkelijke route. Websites zoals Masto.host, Hostdon, Spacebear en Cloudplane bieden speciale hostingabonnementen, waarbij ze jou een kant-en-klare Mastodon-server leveren. Je hoeft alleen maar een domein te koppelen en de juiste abonnementsvorm te kiezen.

Je moet dan wel bereid zijn iets meer te betalen. De goedkoopste abonnementen vind je bij Cloudplane en Masto.host, die je al voor zes euro per maand een instance leveren. Bouw je de server zelf op een goedkope VPS, dan ben je met vergelijkbare hardware ongeveer de helft kwijt. Een verschil van drie euro is niet veel, maar houd rekening met stijgende prijzen naarmate je server drukker bezocht wordt. Dan moet je immers upgraden naar een krachtigere server met een duurder abonnement en kan het verschil oplopen naar tientallen euro per maand. Als je zelf een sterke machine hebt staan die al bijvoorbeeld je website host, is dat een nog veel voordeligere plek voor je instance.

Omdat deze hostingpartijen zelf de server voor je configureren, heb je ook minder de touwtjes in handen. Zij bepalen wanneer updates worden geïnstalleerd en hebben in theorie toegang tot de data van je gebruikers. Daarnaast kan de server misschien wel in een land staan waar je de privacyregels niet van kent of vertrouwt. Vind je dat belangrijk? Onderzoek dan goed waar je Mastodon-server precies komt te staan, voordat je een abonnement afsluit.

Wie niet bereid of in staat is om zelf een volledige server op te bouwen, kan ook een externe partij betalen om dat te doen.

Een goede app is het halve werk Omdat Mastodon een open platform is, kunnen ontwikkelaars heel makkelijk zelf apps maken om het sociale netwerk mee te bezoeken. We zetten de beste opties op een rij.

  • Mastodon (gratis, iOS en Android) – Tja, de officiële app van het bedrijf achter Mastodon is gewoon prima. Omdat hij door hetzelfde team wordt gemaakt, vind je hierin vaak ook als eerste nieuwe functies.
  • Ivory (18 euro per jaar, iOS) - Verreweg de duurste Mastodon-app. Ivory is ontwikkeld door Tapbots, het bedrijf dat jarenlang de Twitter-app Tweetbot beheerde. Dat was verreweg de beste manier om Twitter op je iPhone of Mac te gebruiken, en qua interface is Ivory grotendeels gelijk gebleven.
  • Ice Cubers (gratis, iOS) - Deze iOS-app voor Mastodon krijgt constant updates met nieuwe functies, wat het een van de meest complete opties maakt.
  • Tusky (gratis, Android) - Verreweg de populairste Android-app voor Mastodon. De app is helemaal gratis en reclameloos, al kun je geld doneren om de ontwikkeling te ondersteunen.
  • Elk (gratis, web) - Deze web-app, te vinden op www.elk.zone, giet Mastodon in een mooier, minimalistisch ontwerp dat een beetje lijkt op de website van Twitter.
De makers van populaire Twitter-app Tweetbot hebben ook een versie gemaakt speciaal voor op Mastodon.
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.