ID.nl logo
Foto's bewerken met GIMP
© Reshift Digital
Huis

Foto's bewerken met GIMP

GIMP is een gratis en zeer veelzijdig fotobewerkingsprogramma en dankzij de Nederlandstalige gebruikersomgeving eenvoudig te bedienen. Effecten toevoegen, tinten aanpassen, kleuren bewerken, lagen gebruiken, klonen etc., het behoort allemaal tot de mogelijkheden. In een recente vergelijkende test van Computer!Totaal kreeg GIMP het Redactie TIP-keurmerk, waardoor het hoog tijd is voor een uitgebreide workshop.

1. Installatie

Surf naar de website van GIMP om de freeware te downloaden. Er is een versie voor Windows, Linux en Mac OS X beschikbaar. Zodra u GIMP opstart, komt u terecht in de Nederlandstalige interface. Die bestaat uit drie dialoogvensters. In het hoofdvenster kunt u een foto openen en u vindt er de menubalk. De Gereedschapskist met alle gebruikelijke tools wordt als een apart venster weergegeven. Rechts in beeld staat nog een venster met daarin lagen, kanalen enzovoort. Het voordeel van de losse dialoogvensters is dat u de werkomgeving gemakkelijk zelf kunt aanpassen.

©PXimport

2. Bestanden openen

U opent eenvoudig een afbeelding in het werkvlak. Ga naar Bestand / Openen en zoek een afbeelding met behulp van de mappenstructuur. Dubbelklik op het bestand om het te openen. GIMP ondersteunt alle bekende grafische formaten, zoals gif, jpg, psd, png en tif. Het is tevens mogelijk om een foto vanuit Windows Verkenner of het bureaublad naar het hoofdvenster te slepen. U kunt ook zelf een afbeelding ontwerpen in het programma: ga naar Bestand / Nieuw en bepaal in pixels of millimeters hoe groot u het plaatje wilt maken. Klik op OK, waarna er een wit werkvlak verschijnt.

©PXimport

3. Selectie maken

Met het selecteren van objecten is het mogelijk om het deel afzonderlijk te bewerken. Klik op het gereedschap Rechthoekige of Ovale selectie en sleep met de muisaanwijzer over het gewenste gebied. Door middel van Vrije selectie trekt u zelf lijnen om het gewenste onderwerp. Een prettige methode is de Toverstaf. Hiermee selecteert u een aaneengesloten gebied op basis van kleur. U stelt de nauwkeurigheid in met de schuifbalk achter Drempelwaarde in de Gereedschapskist. Houd de Shift-knop ingedrukt om de selectie uit te breiden. Zo is het selecteren van lastige vormen mogelijk.

©PXimport

4. Helderheid en contrast

Bij een onjuiste belichting kan een foto te licht of te donker zijn. In veel gevallen bereikt u alsnog het gewenste resultaat door de helderheid en het contrast aan te passen. Zeker bij foto's die fletse kleuren vertonen, verbetert u gemakkelijk de kwaliteit. Ga naar Kleuren / Helderheid/contrast. Er verschijnen twee schuifbalken in beeld. Beweeg de schuifknop achter Helderheid naar rechts om de kleuren iets lichter te maken. Door naar links te bewegen, worden de kleuren juist donkerder. Ook de contrastwaarde wijzigt u op deze manier. U bekijkt direct het resultaat van uw aanpassing.

©PXimport

5. Toonbereik corrigeren

Het aanpassen van de curven is een goede manier om lichte en donkere kleuren afzonderlijk aan te corrigeren. Open het gereedschap via Kleuren / Curves. Op de horizontale as staan links de donkerste waarden (schaduwen) en rechts de lichtste met daartussen diverse grijstinten. In het histogram staat schematisch de hoeveelheid van elke waarde aangegeven. Beweeg de lijn op verschillende punten om donkere of lichte tinten aan de foto toe te voegen. De verticale as gebruikt u om af te lezen op welke wijze het toonbereik is gewijzigd na bewerking van de foto.

©PXimport

6. Verscherpen

Foto's kunt u een beetje verscherpen. U gebruikt hiervoor een Onscherp masker. De fotobewerker controleert in hoeverre de kleuren van aangrenzende pixels van elkaar verschillen, en zorgt vervolgens voor een hoger contrast tussen deze pixels. Navigeer naar Filters / Versterken / Onscherp masker. Bepaal met de bovenste schuifknop binnen welke straal u de pixels wilt vergelijken. Bij Drempelwaarde geeft u aan hoeveel kleurtonen de pixels minimaal verschillen. Gebruik ten slotte het schuifje achter Hoeveelheid om het contrast langzaam op te voeren.

©PXimport

7. Kleurverzadiging

Een methode voor aanpassing van fletse foto's is het opvoeren van de kleurverzadiging. Hiermee worden de kleuren versterkt weergegeven. Bijvoorbeeld om de lucht blauwer of bladeren van een boom groener te maken. Het kan ook omgekeerd: foto's met felle kleuren neutraler maken. Ga naar Kleuren / Tint/verzadiging. Beweeg de schuifregelaar bij Verzadiging naar rechts om de kleuren feller te maken. Overdrijf dit niet, want dit maakt de foto onrealistisch. Wilt u een zwart-witfoto, zet dan het schuifje Verzadiging naar links. Pas eventueel helderheid en tinten aan.

©PXimport

8. Horizon rechtzetten

Het is lastig om een foto zonder statief helemaal recht te maken. Bij landschapsfotografie resulteert dat al snel in een scheve horizonlijn. Klik in de Gereedschapskist op de Passer en trek met de cursor een streep over de scheve horizonlijn. Onderaan het hoofdvenster ziet u hoeveel graden de horizonlijn afwijkt. Ga naar Laag / Transformeren / Willekeurige draaiing. Vul achter Hoek het aantal graden in dat u wilt corrigeren. Indien u tegen de klok in wilt draaien, dan zet u een minteken voor het getal. U gebruikt als alternatief de schuifregelaar om de afbeelding te draaien.

©PXimport

9. Uitsnede maken

Wanneer u een horizon hebt rechtgezet, dan zult u merken dat de randen van de foto scheef zijn. U lost dat op door de foto bij te snijden. Een uitsnede maken is trouwens in meer situaties handig, bijvoorbeeld als u slechts een deel van de foto wilt behouden. Klik in de Gereedschapskist op de functie Bijsnijden. Als u wilt dat de verhoudingen behouden blijven, zet u een vinkje voor Vast. Trek met de cursor een rechthoek over de foto. Zorg ervoor dat de scheve randen buiten de selectie terechtkomen. Druk op Enter om de randen weg te snijden.

©PXimport

Geschiedenis GIMP

GIMP is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een redelijk volwassen fotobewerkingspakket, waarmee u zowel simpele als geavanceerde correcties uitvoert. Het programma ontstond vijftien jaar geleden uit een schoolproject van de Amerikaanse studenten Peter Mattis en Spencer Kimball, die studeerden aan de universiteit in Berkeley (Californië). Het fotobewerkingspakket werd in eerste instantie alleen toegankelijk gemaakt voor Linux, maar later kwamen er tevens versies voor Windows en Mac OS X. GIMP wordt uitgegeven onder een GPL-licentie, zodat de broncode voor iedereen toegankelijk is. Hierdoor hebben externe ontwikkelaars de mogelijkheid om plug-ins en scripts te creëren.

©PXimport

Zichtbaarheid plug-ins

Het installeren van plug-ins is in GIMP een fluitje van een cent. Nadat u het bestand vanaf de site GIMP Plugin Registry hebt gedownload, dient u dit meestal in een systeemmap op uw computer te plaatsen. De exacte instructies vindt u op de website of in een meegeleverd txt-bestand. De uitbreiding is niet direct zichtbaar, het is noodzakelijk dat u het programma herstart, zodat GIMP de gelegenheid krijgt om de nieuwe onderdelen te laden. U vindt de toegevoegde functie(s) vervolgens terug in de menubalk.

10. Objecten wegwerken

Een foto kan onregelmatigheden bevatten, bijvoorbeeld door een waterdruppel of haartje op de lens. Of er staan ongewenste objecten in beeld. U gebruikt in dergelijke situaties de kloonfunctie van GIMP. Hiermee plaatst u een goed stukje van een foto over het ongewenste object. Klik op het gereedschap Klonen. Selecteer een prettig penseel en stel bij Schalen het juiste formaat in. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op het gebied dat u wilt kopiëren. Laat de Ctrl-toets los en klik op het ongewenste object. Direct wordt het geselecteerde stukje eroverheen geplaatst.

©PXimport

11. Vervagen

Vanwege privacyredenen is het soms noodzakelijk of verstandig om onderwerpen op een foto onherkenbaar te maken, bijvoorbeeld een gezicht of het nummerbord van een auto. GIMP bevat voldoende vervagingstechnieken. Selecteer met een selectiegereedschap het juiste gedeelte van de foto en ga naar Filters / Vervagen / Gaussiaans vervagen. Geef onder Vervagingsstraal aan in welke mate u het onderwerp onherkenbaar wilt maken. Hoe hoger de waarden, hoe sterker het filter wordt toegepast. De vervagingsmethode IIR is de beste instelling voor foto's.

©PXimport

12. Rode ogen

Bij het gebruik van flitslicht worden er soms rode pupillen op portretfoto's weergegeven. Gelukkig bevat GIMP een functie om de rode kleur te vervangen. Klik in de Gereedschapskist op het Vergrootglas en zoom flink in op het rode oog. Klik daarna op het gereedschap Ovale selectie en trek met de cursor zo nauwkeurig mogelijk een cirkel om de pupil. Navigeer naar Filters / Versterken / Rode ogen verwijderen. Verhoog de drempelwaarde om de intensiteit toe te laten nemen. Bekijk aan de hand van het voorbeeld in het instellingsvenster of u tevreden bent met het resultaat.

©PXimport

13. Effecten toevoegen

U kunt foto's een speciaal, origineel effect geven door filters toe te passen. Maak zo nodig een selectie en navigeer bijvoorbeeld naar Filters / Artistiek / Olieverf. Gebruik de schuifknop achter Maskergrootte om aan te geven in welke mate u het effect wilt gebruiken. Bevestig met OK en wacht even totdat de foto is bijgewerkt. Onder Artistiek vindt u verder mogelijkheden om een striptekening of fotokopie te maken. Kijk ook bij Vervormingen om leuke effecten uit te proberen, zoals Mozaïek, Golven, Krantendruk, Reliëf en Wind.

©PXimport

14. Tekenen

Bij de gereedschappen vindt u verschillende opties om in een foto te tekenen. Klik op het Potlood en geef aan wat voor penseel u wilt gebruiken. Bepaal achter Schalen de penseeldikte door het schuifje te bewegen. Klik op het vlak met de voorgrondkleur om deze te wijzigen. Nadat u een kleur hebt uitgekozen, kunt u met de cursor tekenen. U gebruikt de Shift-toets om rechte lijnen te maken. U kunt het penseel extra effect meegeven door op het plusje bij Penseeldynamiek te klikken en vinkjes te plaatsen. Andere tekengereedschappen zijn penseel, verfspuit, inktpot, emmer en gum.

©PXimport

15. Afbeelding schalen

U kunt een afbeelding groter of kleiner maken. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u een foto online wilt publiceren of de bestandsgrootte wilt beperken. Ga naar Afbeelding / Afbeelding schalen. Onder Afbeeldinggrootte bekijkt u uit hoeveel pixels het beeld bestaat. U wijzigt gemakkelijk de waarden door andere getallen in te vullen. De breedte en hoogte zijn aan elkaar gekoppeld, zodat de juiste verhoudingen worden gehandhaafd. Klikt u op Beeldpunten, dan kunt u ook kiezen voor aanduiding in procenten of millimeters. Klik op de knop Schalen om de afbeeldingsgrootte aan te passen.

©PXimport

16. Lagen gebruiken

Het is slim om bewerkingen van een foto in diverse lagen toe te passen. Hierdoor voert u verschillende correcties uit, terwijl u het resultaat van elke bewerking afzonderlijk bekijkt (en verwijdert indien nodig). Druk op de sneltoets Ctrl+L om het juiste dialoogvenster op te roepen. Klik linksonder in het venster op de knop Een nieuwe laag aanmaken en bevestig met OK. Via het oogje bepaalt u of u de inhoud van een laag wel of niet wilt weergeven. Gebruik desgewenst de pijltjes onderaan het venster om de stapelvolgorde te veranderen.

©PXimport

17. Foto's opslaan

GIMP ondersteunt veel bestandsformaten om een foto te bewaren. Ga naar Bestand / Opslaan als en selecteer de gewenste locatie in de mappenstructuur. Bedenk eventueel een toepasselijke naam en klik op Selecteer bestandstype. Als u een afbeelding met lagen wilt bewaren dan kiest u het xcf- of psd-formaat, zodat u de lagen later alsnog kunt bewerken. U kunt de foto ook in een gecomprimeerd bestandsformaat opslaan om deze bijvoorbeeld te gebruiken in een ander programma of per e-mail te verzenden. Voorbeelden hiervan zijn jpg, png en gif. Maak een keuze en klik op Opslaan.

©PXimport

18. Uitbreidingen

GIMP beschikt over honderden uitbreidingsmogelijkheden met behulp van gratis plug-ins. Surf naar het Popular content-deel van de website GIMP Plugin Registry. U ziet hier scripts en plug-ins staan om onder meer 3D-afbeeldingen, watermerken en laageffecten toe te voegen. Raadpleeg bij iedere uitbereiding de instructies, want in de meeste gevallen dient u de plug-in of het scriptbestand in een systeemmap te plaatsen. Voor hobbyfotografen is UFRaw, om raw-bestanden te openen, een aanrader. Daarnaast is de plug-in Save for Web nuttig als u foto's op een website wilt plaatsen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.