ID.nl logo
Foto's bewerken met GIMP
© Reshift Digital
Huis

Foto's bewerken met GIMP

GIMP is een gratis en zeer veelzijdig fotobewerkingsprogramma en dankzij de Nederlandstalige gebruikersomgeving eenvoudig te bedienen. Effecten toevoegen, tinten aanpassen, kleuren bewerken, lagen gebruiken, klonen etc., het behoort allemaal tot de mogelijkheden. In een recente vergelijkende test van Computer!Totaal kreeg GIMP het Redactie TIP-keurmerk, waardoor het hoog tijd is voor een uitgebreide workshop.

1. Installatie

Surf naar de website van GIMP om de freeware te downloaden. Er is een versie voor Windows, Linux en Mac OS X beschikbaar. Zodra u GIMP opstart, komt u terecht in de Nederlandstalige interface. Die bestaat uit drie dialoogvensters. In het hoofdvenster kunt u een foto openen en u vindt er de menubalk. De Gereedschapskist met alle gebruikelijke tools wordt als een apart venster weergegeven. Rechts in beeld staat nog een venster met daarin lagen, kanalen enzovoort. Het voordeel van de losse dialoogvensters is dat u de werkomgeving gemakkelijk zelf kunt aanpassen.

©PXimport

2. Bestanden openen

U opent eenvoudig een afbeelding in het werkvlak. Ga naar Bestand / Openen en zoek een afbeelding met behulp van de mappenstructuur. Dubbelklik op het bestand om het te openen. GIMP ondersteunt alle bekende grafische formaten, zoals gif, jpg, psd, png en tif. Het is tevens mogelijk om een foto vanuit Windows Verkenner of het bureaublad naar het hoofdvenster te slepen. U kunt ook zelf een afbeelding ontwerpen in het programma: ga naar Bestand / Nieuw en bepaal in pixels of millimeters hoe groot u het plaatje wilt maken. Klik op OK, waarna er een wit werkvlak verschijnt.

©PXimport

3. Selectie maken

Met het selecteren van objecten is het mogelijk om het deel afzonderlijk te bewerken. Klik op het gereedschap Rechthoekige of Ovale selectie en sleep met de muisaanwijzer over het gewenste gebied. Door middel van Vrije selectie trekt u zelf lijnen om het gewenste onderwerp. Een prettige methode is de Toverstaf. Hiermee selecteert u een aaneengesloten gebied op basis van kleur. U stelt de nauwkeurigheid in met de schuifbalk achter Drempelwaarde in de Gereedschapskist. Houd de Shift-knop ingedrukt om de selectie uit te breiden. Zo is het selecteren van lastige vormen mogelijk.

©PXimport

4. Helderheid en contrast

Bij een onjuiste belichting kan een foto te licht of te donker zijn. In veel gevallen bereikt u alsnog het gewenste resultaat door de helderheid en het contrast aan te passen. Zeker bij foto's die fletse kleuren vertonen, verbetert u gemakkelijk de kwaliteit. Ga naar Kleuren / Helderheid/contrast. Er verschijnen twee schuifbalken in beeld. Beweeg de schuifknop achter Helderheid naar rechts om de kleuren iets lichter te maken. Door naar links te bewegen, worden de kleuren juist donkerder. Ook de contrastwaarde wijzigt u op deze manier. U bekijkt direct het resultaat van uw aanpassing.

©PXimport

5. Toonbereik corrigeren

Het aanpassen van de curven is een goede manier om lichte en donkere kleuren afzonderlijk aan te corrigeren. Open het gereedschap via Kleuren / Curves. Op de horizontale as staan links de donkerste waarden (schaduwen) en rechts de lichtste met daartussen diverse grijstinten. In het histogram staat schematisch de hoeveelheid van elke waarde aangegeven. Beweeg de lijn op verschillende punten om donkere of lichte tinten aan de foto toe te voegen. De verticale as gebruikt u om af te lezen op welke wijze het toonbereik is gewijzigd na bewerking van de foto.

©PXimport

6. Verscherpen

Foto's kunt u een beetje verscherpen. U gebruikt hiervoor een Onscherp masker. De fotobewerker controleert in hoeverre de kleuren van aangrenzende pixels van elkaar verschillen, en zorgt vervolgens voor een hoger contrast tussen deze pixels. Navigeer naar Filters / Versterken / Onscherp masker. Bepaal met de bovenste schuifknop binnen welke straal u de pixels wilt vergelijken. Bij Drempelwaarde geeft u aan hoeveel kleurtonen de pixels minimaal verschillen. Gebruik ten slotte het schuifje achter Hoeveelheid om het contrast langzaam op te voeren.

©PXimport

7. Kleurverzadiging

Een methode voor aanpassing van fletse foto's is het opvoeren van de kleurverzadiging. Hiermee worden de kleuren versterkt weergegeven. Bijvoorbeeld om de lucht blauwer of bladeren van een boom groener te maken. Het kan ook omgekeerd: foto's met felle kleuren neutraler maken. Ga naar Kleuren / Tint/verzadiging. Beweeg de schuifregelaar bij Verzadiging naar rechts om de kleuren feller te maken. Overdrijf dit niet, want dit maakt de foto onrealistisch. Wilt u een zwart-witfoto, zet dan het schuifje Verzadiging naar links. Pas eventueel helderheid en tinten aan.

©PXimport

8. Horizon rechtzetten

Het is lastig om een foto zonder statief helemaal recht te maken. Bij landschapsfotografie resulteert dat al snel in een scheve horizonlijn. Klik in de Gereedschapskist op de Passer en trek met de cursor een streep over de scheve horizonlijn. Onderaan het hoofdvenster ziet u hoeveel graden de horizonlijn afwijkt. Ga naar Laag / Transformeren / Willekeurige draaiing. Vul achter Hoek het aantal graden in dat u wilt corrigeren. Indien u tegen de klok in wilt draaien, dan zet u een minteken voor het getal. U gebruikt als alternatief de schuifregelaar om de afbeelding te draaien.

©PXimport

9. Uitsnede maken

Wanneer u een horizon hebt rechtgezet, dan zult u merken dat de randen van de foto scheef zijn. U lost dat op door de foto bij te snijden. Een uitsnede maken is trouwens in meer situaties handig, bijvoorbeeld als u slechts een deel van de foto wilt behouden. Klik in de Gereedschapskist op de functie Bijsnijden. Als u wilt dat de verhoudingen behouden blijven, zet u een vinkje voor Vast. Trek met de cursor een rechthoek over de foto. Zorg ervoor dat de scheve randen buiten de selectie terechtkomen. Druk op Enter om de randen weg te snijden.

©PXimport

Geschiedenis GIMP

GIMP is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een redelijk volwassen fotobewerkingspakket, waarmee u zowel simpele als geavanceerde correcties uitvoert. Het programma ontstond vijftien jaar geleden uit een schoolproject van de Amerikaanse studenten Peter Mattis en Spencer Kimball, die studeerden aan de universiteit in Berkeley (Californië). Het fotobewerkingspakket werd in eerste instantie alleen toegankelijk gemaakt voor Linux, maar later kwamen er tevens versies voor Windows en Mac OS X. GIMP wordt uitgegeven onder een GPL-licentie, zodat de broncode voor iedereen toegankelijk is. Hierdoor hebben externe ontwikkelaars de mogelijkheid om plug-ins en scripts te creëren.

©PXimport

Zichtbaarheid plug-ins

Het installeren van plug-ins is in GIMP een fluitje van een cent. Nadat u het bestand vanaf de site GIMP Plugin Registry hebt gedownload, dient u dit meestal in een systeemmap op uw computer te plaatsen. De exacte instructies vindt u op de website of in een meegeleverd txt-bestand. De uitbreiding is niet direct zichtbaar, het is noodzakelijk dat u het programma herstart, zodat GIMP de gelegenheid krijgt om de nieuwe onderdelen te laden. U vindt de toegevoegde functie(s) vervolgens terug in de menubalk.

10. Objecten wegwerken

Een foto kan onregelmatigheden bevatten, bijvoorbeeld door een waterdruppel of haartje op de lens. Of er staan ongewenste objecten in beeld. U gebruikt in dergelijke situaties de kloonfunctie van GIMP. Hiermee plaatst u een goed stukje van een foto over het ongewenste object. Klik op het gereedschap Klonen. Selecteer een prettig penseel en stel bij Schalen het juiste formaat in. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op het gebied dat u wilt kopiëren. Laat de Ctrl-toets los en klik op het ongewenste object. Direct wordt het geselecteerde stukje eroverheen geplaatst.

©PXimport

11. Vervagen

Vanwege privacyredenen is het soms noodzakelijk of verstandig om onderwerpen op een foto onherkenbaar te maken, bijvoorbeeld een gezicht of het nummerbord van een auto. GIMP bevat voldoende vervagingstechnieken. Selecteer met een selectiegereedschap het juiste gedeelte van de foto en ga naar Filters / Vervagen / Gaussiaans vervagen. Geef onder Vervagingsstraal aan in welke mate u het onderwerp onherkenbaar wilt maken. Hoe hoger de waarden, hoe sterker het filter wordt toegepast. De vervagingsmethode IIR is de beste instelling voor foto's.

©PXimport

12. Rode ogen

Bij het gebruik van flitslicht worden er soms rode pupillen op portretfoto's weergegeven. Gelukkig bevat GIMP een functie om de rode kleur te vervangen. Klik in de Gereedschapskist op het Vergrootglas en zoom flink in op het rode oog. Klik daarna op het gereedschap Ovale selectie en trek met de cursor zo nauwkeurig mogelijk een cirkel om de pupil. Navigeer naar Filters / Versterken / Rode ogen verwijderen. Verhoog de drempelwaarde om de intensiteit toe te laten nemen. Bekijk aan de hand van het voorbeeld in het instellingsvenster of u tevreden bent met het resultaat.

©PXimport

13. Effecten toevoegen

U kunt foto's een speciaal, origineel effect geven door filters toe te passen. Maak zo nodig een selectie en navigeer bijvoorbeeld naar Filters / Artistiek / Olieverf. Gebruik de schuifknop achter Maskergrootte om aan te geven in welke mate u het effect wilt gebruiken. Bevestig met OK en wacht even totdat de foto is bijgewerkt. Onder Artistiek vindt u verder mogelijkheden om een striptekening of fotokopie te maken. Kijk ook bij Vervormingen om leuke effecten uit te proberen, zoals Mozaïek, Golven, Krantendruk, Reliëf en Wind.

©PXimport

14. Tekenen

Bij de gereedschappen vindt u verschillende opties om in een foto te tekenen. Klik op het Potlood en geef aan wat voor penseel u wilt gebruiken. Bepaal achter Schalen de penseeldikte door het schuifje te bewegen. Klik op het vlak met de voorgrondkleur om deze te wijzigen. Nadat u een kleur hebt uitgekozen, kunt u met de cursor tekenen. U gebruikt de Shift-toets om rechte lijnen te maken. U kunt het penseel extra effect meegeven door op het plusje bij Penseeldynamiek te klikken en vinkjes te plaatsen. Andere tekengereedschappen zijn penseel, verfspuit, inktpot, emmer en gum.

©PXimport

15. Afbeelding schalen

U kunt een afbeelding groter of kleiner maken. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u een foto online wilt publiceren of de bestandsgrootte wilt beperken. Ga naar Afbeelding / Afbeelding schalen. Onder Afbeeldinggrootte bekijkt u uit hoeveel pixels het beeld bestaat. U wijzigt gemakkelijk de waarden door andere getallen in te vullen. De breedte en hoogte zijn aan elkaar gekoppeld, zodat de juiste verhoudingen worden gehandhaafd. Klikt u op Beeldpunten, dan kunt u ook kiezen voor aanduiding in procenten of millimeters. Klik op de knop Schalen om de afbeeldingsgrootte aan te passen.

©PXimport

16. Lagen gebruiken

Het is slim om bewerkingen van een foto in diverse lagen toe te passen. Hierdoor voert u verschillende correcties uit, terwijl u het resultaat van elke bewerking afzonderlijk bekijkt (en verwijdert indien nodig). Druk op de sneltoets Ctrl+L om het juiste dialoogvenster op te roepen. Klik linksonder in het venster op de knop Een nieuwe laag aanmaken en bevestig met OK. Via het oogje bepaalt u of u de inhoud van een laag wel of niet wilt weergeven. Gebruik desgewenst de pijltjes onderaan het venster om de stapelvolgorde te veranderen.

©PXimport

17. Foto's opslaan

GIMP ondersteunt veel bestandsformaten om een foto te bewaren. Ga naar Bestand / Opslaan als en selecteer de gewenste locatie in de mappenstructuur. Bedenk eventueel een toepasselijke naam en klik op Selecteer bestandstype. Als u een afbeelding met lagen wilt bewaren dan kiest u het xcf- of psd-formaat, zodat u de lagen later alsnog kunt bewerken. U kunt de foto ook in een gecomprimeerd bestandsformaat opslaan om deze bijvoorbeeld te gebruiken in een ander programma of per e-mail te verzenden. Voorbeelden hiervan zijn jpg, png en gif. Maak een keuze en klik op Opslaan.

©PXimport

18. Uitbreidingen

GIMP beschikt over honderden uitbreidingsmogelijkheden met behulp van gratis plug-ins. Surf naar het Popular content-deel van de website GIMP Plugin Registry. U ziet hier scripts en plug-ins staan om onder meer 3D-afbeeldingen, watermerken en laageffecten toe te voegen. Raadpleeg bij iedere uitbereiding de instructies, want in de meeste gevallen dient u de plug-in of het scriptbestand in een systeemmap te plaatsen. Voor hobbyfotografen is UFRaw, om raw-bestanden te openen, een aanrader. Daarnaast is de plug-in Save for Web nuttig als u foto's op een website wilt plaatsen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: