ID.nl logo
Eigen boek maken in Word: Van cover tot index
© Reshift Digital
Huis

Eigen boek maken in Word: Van cover tot index

Je hebt vast veel Word-documenten aangemaakt in je leven. Dat is niet zo ingewikkeld, maar wanneer je een boek, scriptie of rapport wilt maken, dan komt er meer bij kijken. Denk aan onderdelen als een cover, een voorwoord, een inhoudsopgave, paginering en voet- en eindnoten. Wil je een eigen boek maken in Word? We behandelen hier de belangrijkste facetten.

We gebruiken voor dit artikel MS Word 365, maar alle technieken zijn bruikbaar in MS Word 2019 en 2016. Heel wat tips kun je ook in oudere Word-versies toepassen. We gaan zoveel mogelijk te werk in de volgorde van je boek: van coverpagina, voorwoord en inhoudsopgave tot tekstopdeling, paginering, eindnoten en index.

Je hoeft dit natuurlijk niet in deze volgorde uit te voeren. We kunnen ons voorstellen dat bijvoorbeeld de cover, het voorwoord en de inhoud achteraf nog de nodige aandacht krijgen. Maar het is wel goed om alles goed door te nemen voordat je met je magnum opus begint.

Cover toevoegen

We gaan ervan uit dat je ook de coverpagina op een thuisprinter afdrukt. Je kunt je cover natuurlijk creëren met een grafisch ontwerpprogramma als MS Publisher of het gratis Inkscape. Je kunt zelfs een fotobewerkingstool gebruiken, maar wij houden het hier bij MS Word.

Een snelle en tegelijk fraaie manier om een coverpagina toe te voegen gaat via het menu Invoegen, waar je links op Pagina’s klikt en Voorblad selecteert. Je kunt hier uit zestien ontwerpen kiezen. Vervolgens vervang je de voorbeeldtekst maar door je eigen tekst. De pagina-elementen kun je gerust verplaatsen en schalen.

©PXimport

Werken met een hoofddocument

Belangrijk om over na te denken is of je je boek in één Word-document opslaat of dat je voor elk hoofdstuk een apart document aanmaakt. Een enkel document is makkelijker te beheren, maar wordt na verloop van tijd wel logger om mee te werken. In principe kun je het boekwerk in vrij willekeurige delen opsplitsen, natuurlijk wel op basis van hetzelfde stijlsjabloon. Later kun je de diverse documenten samenbrengen met het oog op de zonet vermelde onderdelen.

We willen je ook wijzen op het concept hoofddocument zoals Word dat begrijpt. Creëer een nieuw document en noem dat bijvoorbeeld hoofddocument.docx. Vervolgens open je het menu Beeld en klik je op Overzicht. Vul nu onder elkaar de verschillende (sub)titels van je boekwerk in. Maak hierbij gebruik van de aangeboden niveaus (Niveau 1 tot 9), links op het lint. Kies voor Document weergeven zodra je hiermee klaar bent. Druk op Ctrl+A om alles te selecteren, klik op Maken, waarna je het document nogmaals bewaart.

©PXimport

Je zult zien dat elk hoofdstuk in een eigen kader wordt opgenomen en in een afzonderlijk bestand terechtkomt. Klik nu op Overzichtsweergave sluiten, positioneer de tekstcursor bovenaan je document, open het menu Verwijzingen, klik op Inhoudsopgave en kies een automatische inhoudsopgave.

Sluit het opgeslagen document af en roep het weer op. Je kunt nu van hieruit naar de subdocumenten doorklikken (via Ctrl+muisklik) en die van inhoud voorzien.

©PXimport

Daarna open je de overzichtsweergave van je hoofddocument en klik je op Subdocumenten uitvouwen. Sluit de overzichtsweergave, selecteer je inhoudsopgave en kies Tabel bijwerken. Lijkt dit concept je iets, dan kun je op basis hiervan je boekwerk verder samenstellen.

Inhoudsopgave maken in Word

We blijven nog even bij de inhoudsopgave. Handmatig een inhoudsopgave maken, is niet handig. Die moet je dan bij elke wijziging zelf aanpassen. De inhoudsopgave is in Word gelukkig te automatiseren. Maar dat lukt alleen goed als je in de verschillende (sub)hoofdstukken een consistente opmaakstijl hebt aangehouden.

In het menu Start, bij de rubriek Stijlen kun je hiervoor Kop 1, Kop 2,et ceteraselecteren. Zodra je Kop 2 hebt toegepast komt ook Kop 3 tevoorschijn en daarna de rest.

Je kunt weliswaar ook andere stijlen voor je documenthiërarchie gebruiken, maar dan moet je zelf wel aangeven welke stijl Word als niveau 1, 2, 3… moet beschouwen. Plaats je tekstcursor hiervoor in het tekstdeel, open het tabblad Verwijzingen, kies Tekst toevoegen en duid het gewenste niveau aan.

©PXimport

Om je inhoudsopgave te plaatsen gebruik je het liefst een lege pagina. Ga opnieuw naar Verwijzingen en klik op Inhoudsopgave, waar je een gepaste lay-out aanduidt. De inhoudsopgave verschijnt nagenoeg meteen. Klik op Inhoudsopgave, Aangepaste inhoudsopgave als je nog een of ander wilt aanpassen.

Om gewijzigde tekst in je inhoudsopgave aan te passen, kies je bij Verwijzingen de optie Bijwerken, In zijn geheel bijwerken.

Pagina's zonder paginanummer

Vaak is het zo dat bij een voorwoord geen paginering wordt opgenomen of toch minstens een afwijkende paginering. Hoe krijg je nu de gewenste paginanummers op specifieke pagina’s?

Je zou in principe kunnen starten van een sjabloon dat al in de gewenste nummering voorziet. In dat geval open je Bestand, Nieuw en zoek je naar pagina nummering bij Online sjablonen zoeken. Uiteraard kun je ook zelf de gewenste nummering aangeven.

Normaal gesproken voeg je paginanummers toe vanuit een kop- of voettekst. We gaan er even vanuit dat je onderaan de oneven en even pagina’s een andere lay-out wilt (zodat het paginanummer ook bij een dubbelzijdige afdruk aan de buitenste rand verschijnt) en dat je enkele beginpagina’s, zoals die van je voorwoord, buiten deze paginanummering wilt houden.

We beginnen met het laatste. Positioneer de cursor onderaan de laatste pagina van je voorwoord, open het menu Indeling en kies Invoegen, Eindemarkeringen, Volgende pagina (bij Sectie-einden). We raden je aan in het menu Start op de knop ¶ (Alles weergeven) te klikken zodat je de (verborgen) markering ziet verschijnen.

©PXimport

Vervolgens klik je in het voettekstgebied van de pagina die meteen na je voorwoord komt. In het lint verschijnen nu de opties voor Koptekst en voettekst. Hier plaats je een vinkje bij Even en oneven pagina’s verschillend en klik je op Aan vorige koppelen zodat de indicatie Zelfde als vorige net boven je voettekst verdwijnt. Vervolgens klik je links op Paginanummer, Huidige positie en kies je een geschikte nummerweergave.

Druk nu enkele keren op Tab tot het nummer correct is gepositioneerd. Klik opnieuw op Paginanummer, kies Opmaak paginanummers en vul 1 in bij Beginnen bij.

©PXimport

Dubbelklik in je document om de voettekst te sluiten en herhaal de procedure voor de voettekst op een even pagina, waarbij je deze keer de voettekst wel aan de vorige gekoppeld laat en de nummering nu uiterst links positioneert.

Eventueel geef je afzonderlijke paginanummers aan je voorwoord. Je kunt kiezen voor een ander type: bij Opmaak paginanummers, Nummering kun je bijvoorbeeld Romeinse cijfers selecteren. Overigens kun je in je kop- of voettekst ook andere elementen opnemen, zoals een titel, je naam en de datum.

Voetnoten en eindnoten toevoegen

In een (wetenschappelijke) non-fictietekst wil je wellicht ook voet- of eindnoten toevoegen. Dat gaat vrij makkelijk in Word. Klik op de plaats waar je een voet- of eindnoot wilt koppelen. Open het menu Verwijzingen en kies Voetnoot invoegen of Eindnoot invoegen.

Standaard verschijnt een lijntje onderaan de pagina (bij voetnoot) of achteraan je document (bij eindnoot), met daaronder een cijfer waarachter je de voet- of eindnoot kunt intikken. Dubbelklik op dit cijfer om meteen naar de koppeling in je document terug te keren.

Uiteraard hoef je niet tevreden te zijn met de standaardlay-out van deze voet- of eindnoten. Ga opnieuw naar het menu Verwijzingen en klik het pijltje rechtsonder de rubriek Voetnoten aan. Er verschijnt een dialoogvenster waar je Voetnoot of Eindnoot aanvinkt en alle instellingen naar wens aanpast, zoals het type en of de telling al dan niet bij elke pagina of sectie opnieuw moet beginnen. Bij Wijzigingen toepassen op leg je vast of de aanpassingen zich alleen op de huidige sectie of in het gehele document moeten doorzetten.

©PXimport

Index aanmaken

Een index tot slot is een lijst met termen die in je boekwerk aan bod zijn gekomen, inclusief de paginanummers waar deze te vinden zijn. Je zult begrijpen dat het opzetten van zo’n index de nodige voorbereiding vergt. In een eerste fase markeer je alle vermeldingen in je tekst, bij voorkeur in volgorde van het begin tot het einde. Markeer het woord of tekstdeel zoals je dat ook in de index wilt zien verschijnen.

Open het menu Verwijzingen en klik in de rubriek Index op Item markeren. Bij Hoofdgegeven verschijnt standaard de tekst die je had gemarkeerd, maar dat kun je hier nog aanpassen. Stel dat je het woord Eindemarkeringen hebt gemarkeerd, maar in de index wil je de lezer gewoon doorverwijzen naar de term Secties, dan vink je Kruisverwijzing aan. Hier vul je vervolgens Zie Secties in, zodat in de index zal verschijnen: Eindemarkeringen -> Zie Secties.

©PXimport

Meteen nadat je met Markeren hebt bevestigd, toont Word alle markeringen. Die zien eruit als {XE “<naam-verwijzing>“ }Via de knop Alles weergeven op het tabblad Start maak je die snel weer (on)zichtbaar. Heb je alle vermeldingen gemarkeerd, dan is het tijd voor de eigenlijke index, bijvoorbeeld op een nieuwe pagina op het einde van je boekwerk.

Open alweer Verwijzingen en klik in de rubriek Index op Index invoegen. In het dialoogvenster kun je allerlei opmaakelementen instellen, zoals het aantal kolommen voor je trefwoorden, de uitlijning van de paginanummers en het eventuele opvulteken en de indeling (de stijl, bijvoorbeeld Modern of Decoratief. Bevestig met OK.

Via de knop ¶ (Alles weergeven) in het Start-menu kun je nog wijzigingen aanbrengen. Houd er rekening mee dat je de index na je eventuele aanpassingen nog moet hernieuwen: ga naar Verwijzingen en klik op Index bijwerken in de rubriek Index. Nu is je boek compleet!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.