ID.nl logo
Een virtueel netwerk met VirtualBox
© PXimport
Huis

Een virtueel netwerk met VirtualBox

Misschien wil je eens kennismaken met een ander besturingssysteem, zoals een bepaalde Linux-distributie of een Windows-previewbuild. Of je wilt graag een testlab opzetten voor je experimenten met penetratietests of ethisch hacken. In beide gevallen biedt virtualisatie een uitweg. We tonen hoe je met het gratis VirtualBox niet alleen virtuele machines, maar ook heuse virtuele netwerken opzet, voor diverse scenario’s.

Code downloaden

In dit artikel worden wat voorbeelden van stukken code gegeven. Omdat overtikken van code erg foutgevoelig is, kun je die code ook downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand code-virtualbox.txt, beschikbaar via

Een eenduidige definitie van virtualisatie geven is lastig, aangezien er diverse virtualisatietypen bestaan. De twee bekendste zijn applicatievirtualisatie (waarbij toepassingen worden geïsoleerd van het onderliggende besturingssysteem en van andere programma’s door ze in een zogenoemde sandbox te stoppen) en systeemvirtualisatie. Bij dit tweede type zorgt een virtuele-machinemanager (VMM), oftewel hypervisor, ervoor dat er meerdere besturingssystemen gelijktijdig op één fysieke machine kunnen draaien door voor elk besturingssysteem de nodige hardware te emuleren. Dat kan via een zogenoemde native of bare-metal-hypervisor, die rechtstreeks op de hardware draait zonder onderliggend besturingssysteem, zoals Microsoft Hyper-V en VMware vSphere/ESXi. Of je zet een hosted hypervisor in, die bovenop een conventioneel besturingssysteem draait, zoals VMware Workstation, Parallels Desktop en Oracle VM VirtualBox. Hypervisors van het eerste type zijn doorgaans stabieler en performanter, maar hypervisors van het tweede type laten zich makkelijker installeren en kunnen met meer diverse hardware overweg.

In deze masterclass focussen we ons op dit tweede type, op het gratis VirtualBox om specifiek te zijn. We leggen eerst kort uit hoe je een virtuele machine (VM) installeert, maar de nadruk ligt verder vooral op het opzetten van virtuele netwerken.

01 Virtuele schijf

Je vindt VirtualBox op www.virtualbox.org, voor diverse host-besturingssystemen. Wij gaan aan de slag met VirtualBox 6.1 voor Windows. Installeer het programma met de voorgestelde componenten en start de beheermodule op. Klik op Nieuw om een VM te maken en druk op de knop Expertmodus. Geef je VM een Naam en Machinemap (oftewel opslaglocatie) en selecteer Type en Versie voor het virtuele gast-besturingssysteem. Zie je in het uitklapmenu alleen 32bit-versies verschijnen terwijl je echt een x64-cpu en een 64bit-Windows hebt, lees dan eerst het kader ‘Check-up’. Stel een geschikte geheugengrootte in (besef wel dat de ingestelde hoeveelheid geheugen niet beschikbaar is voor je host-besturingssysteem zolang je VM draait), laat de optie Nieuwe virtuele harde schijf aanmaken geselecteerd en kies Aanmaken. Selecteer een geschikte bestandsgrootte voor de virtuele schijf. Je laat dit het best staan op Dynamisch gealloceerd, zodat de schijf tot het ingestelde plafond kan meegroeien naargelang de behoefte. Doorgaans kies je het standaardtype VDI voor je virtuele schijf. Bevestig met Aanmaken, waarna de schijf in het beheervenster opduikt.

©PXimport

Check-up

Hypervisors stellen doorgaans wel de nodige hardware-eisen, vooral wat de cpu betreft. Zo heb je meestal een 64bit-processor nodig die SLAT (Second Level Address Translation) en virtualisatie ondersteunt. Gelukkig ondersteunen de meeste moderne cpu’s van AMD en Intel die functies. Je controleert het best vooraf in je UEFI/BIOS of deze functie daadwerkelijk is ingeschakeld. Je vindt die ongetwijfeld in een menu als Advanced CPU Configuration, Northbridge of Chipset (bij items als AMD-V of Intel VT). Lukt het je toch niet om virtuele machines te starten, ga dan na of je al een bare-metal-hypervisor zoals Hyper-V hebt draaien, want die verhindert dat een hosted hypervisor zijn werk kan doen. In Windows 10 druk je hiervoor op Windows-toets+R, voer je optionalfeatures uit en kijk je bij Hyper-V.

©PXimport

02 Virtueel besturingssysteem

Geen VM zonder virtueel besturingssysteem natuurlijk en dat regel je als volgt. Selecteer de nieuw aangemaakte schijf en klik op Starten. Via het mapicoon en de knop Toevoegen verwijs je naar een (gedownload) schijfkopiebestand, bijvoorbeeld van een Linux-distributie (meestal een iso-bestand). In principe kun je ook naar een usb-stick met een live-besturingssysteem verwijzen (zie het kader ‘Usb-stick’). Selecteer het toegevoegde schijfkopiebestand, klik op Kiezen en op Start, waarna je het virtuele besturingssysteem op de gebruikelijke manier installeert.

Goed om weten, is dat VirtualBox voor veel gastsystemen extra stuurprogramma’s en systeemtoepassingen biedt. Die installeert je als volgt: start je VM op, open het menu Apparaten en kies Invoegen Guest Additions CD-image. Dit cd-image verschijnt dan als een virtueel station in je gast-besturingssysteem. Open dit en voer VBoxWindowsAdditions uit. Je kunt nu bijvoorbeeld vanuit het menu Apparaten / USB-apparaten een usb-stick aan het besturingssysteem toewijzen, en het klembord en mappen delen tussen host en gast.

©PXimport

Usb-stick

Met enige moeite (en met behulp van de opdrachtregelversie van VirtualBox) krijg je ook een live-besturingssysteem op een usb-stick in VirtualBox aan de praat. Plug de stick in je pc en open Windows Schijfbeheer (druk op Windows-toets+R en voer diskmgmt.msc uit), waar je het schijfnummer van de stick noteert (Schijf

©PXimport

Huidig besturingssysteem

Het is ook mogelijk je huidige Windows-installatie te virtualiseren om er bijvoorbeeld op hetzelfde of een ander toestel mee te experimenteren. Dat kan met behulp van de al wat oudere tool Disk2vhd. Na de installatie start je de toepassing op en plaats je een vinkje bij je Windows-volume en bij het (kleine) systeemvolume. Haal het vinkje weg bij Use Vhdx, maar laat het staan bij Use Volume Shadow Copy. Vul een geschikte locatie en naam in, en bevestig met Create. Het hele proces kan behoorlijk lang duren. Na afloop start je dan VirtualBox op, maak je een nieuwe VM, kies je bij Harde schijf de optie Bestaand virtuele harde schijf-bestand gebruiken en verwijs je naar het vhd-bestand.

©PXimport

03 NAT

Als je in de beheermodule van VirtualBox met rechts klikt op een (bij voorkeur afgesloten) VM en Instellingen / Netwerk selecteert, dan merk je dat VirtualBox één virtuele netwerkadapter heeft ingeschakeld en die heeft gekoppeld aan NAT (Network Address Translation). Klik je op Geavanceerd, dan zie je dat VirtualBox als adaptertype wellicht Intel PRO/1000 MT Desktop heeft ingesteld, omdat VirtualBox weet dat het betreffende gast-besturingssysteem de benodigde stuurprogramma’s voor die netwerkadapter heeft.

NAT is het standaardtype, omdat dit een veilige en makkelijke netwerkconfiguratie is (waarbij zo goed als niets hoeft te worden ingesteld). De NAT-modus zorg er namelijk voor dat VirtualBox als een soort router fungeert, tussen elke VM en het host-besturingssysteem. Op deze manier kunnen de VM’s elkaar niet benaderen en kunnen externe toestellen evenmin de VM’s bereiken.

In omgekeerde richting kan je VM doorgaans wel het externe netwerk en internet op. Zo kan je VM de zogenoemde loopback-interface van je host benaderen (via het standaardadres 10.0.2.2), evenals eventuele netwerkservices die op de host actief zijn. Dat kan nuttig zijn als bijvoorbeeld een applicatie op je VM een databaseserver nodig heeft die op je host draait.

Een VM krijgt zijn ip-adres van een DHCP-service die actief is in VirtualBox. Bij de eerste netwerkadapter is dat standaard netwerk 10.0.2.0, schakel je een extra virtuele netwerkadapter in (open het tabblad Adapter 2, plaats een vinkje bij Netwerkadapter inschakelen en kies Gekoppeld aan: NAT), dan wordt die aan netwerk 10.0.3.0 gekoppeld enzovoort.

©PXimport

04 Poortdoorverwijzing

Stel, je hebt een of andere netwerkservice op je VM draaien en die wil je nu toch ook bereikbaar maken voor de host of andere machines in je (fysieke) netwerk. Dat is niet zomaar mogelijk in NAT-modus, tenzij je portforwarding inschakelt. Open hiervoor Instellingen / Netwerk van je VM, klik op Geavanceerd / Poortdoorverwijzing en druk op het groene plusknopje. Geef je portforwarding-regel een naam, kies het protocol (TCP of UDP) en vul de velden Hostpoort en Gastpoort in. We nemen de simpele multi-platform MiniWeb HTTP Server als voorbeeld, omdat die zich in een paar seconden laat opzetten (handig voor kleinschalige experimenten). Deze draait standaard op poort 8000, maar wil je die bijvoorbeeld bereiken wanneer je op je host http://localhost:8088 invoert, dan vul je de velden van de portforwarding-regel als volgt in: MiniWeb HTTP Server, TCP, 8088, 8000.

Je hoeft het veld Host IP alleen in te vullen als je het verkeer van een specifieke netwerkinterface op je host wilt doorsturen. Het veld Gast-IP is nodig als je de VM een statisch ip-adres hebt meegegeven.

Je kunt dergelijke netwerkconfiguraties trouwens ook vanaf de Opdrachtprompt regelen via de meegeleverde tool VBoxManage.exe (zie ook het kader ‘Usb-stick’), met de volgende syntax:

vboxmanage modifyvm "<vm-naam>" --natpf<x> "MiniWeb HTTP Server,<protocol>,<host-ip>,<host-poort>,<gast-ip>,<gast-poort>"

Hierbij verwijst <x> naar het nummer van de virtuele netwerkadapter.

Mocht je ooit een netwerkscenario willen opzetten met een vijfde virtuele netwerkadapter (acht is overigens het maximum), dan is VBoxManage de enige manier:

vboxmanage modifyvm "<vm-naam>" –nic5 <netwerktype>

In plaats van <netwerktype> kun je onder meer kiezen uit de opties nat, intnet, bridged, hostonly en natnetwork (in de komende paragrafen worden deze opties individueel besproken).

©PXimport

05 Intern netwerk

Een NAT-constructie is al behoorlijk veilig, maar wil je dat een VM alleen andere VM’s, maar geen externe systemen of internet mag benaderen, dan kies je het best voor Gekoppeld aan: Intern netwerk. Zo’n opzet vertoont flink wat overeenkomst met een Bridged adapter (zie paragraaf 6), maar bij deze laatste loopt alle verkeer over de fysieke netwerkinterface van je host. Dat maakt dat een netwerksniffer als Wireshark via deze weg ook het verkeer tussen je VM’s kan monitoren – wat in bepaalde gevallen juist je bedoeling kan zijn.

Voor ons scenario selecteer je Intern netwerk en kies je de standaard beschikbare optie intnet. Of je tikt hier gewoon zelf de naam voor het internet netwerk in. Wil je andere VM’s van ditzelfde netwerk gebruik laten maken, dan moet je uiteraard ook daar diezelfde naam selecteren.

In het kader ‘Whonix’ illustreren we een slim gebruik van zo’n intern netwerk.

©PXimport

Whonix

De gratis tool Whonix, bedoeld om anoniem te kunnen surfen, illustreert mooi het nut van een constructie met NAT en een intern netwerk. Download het ova-bestand van Whonix, een kant-en-klaar ‘Open Virtual Appliance’, en installeer het in VirtualBox via Bestand / Appliance importeren. Na een snelle import zie je twee VM’s: Whonix-Gateway-XFCE en Whonix-Workstation-XFCE. Bij de gateway zijn twee netwerkadapters ingeschakeld: één gekoppeld aan NAT (om internet te kunnen bereiken) en één gekoppeld aan een intern netwerk (met de naam Whonix). De workstation-VM bevat slechts één adapter, die aan het interne netwerk Whonix is gekoppeld. Je surft vanuit deze VM dan via de gateway, die alle verkeer mooi over het anonimiserende Tor-netwerk laat lopen.

06 Bridged adapter

In paragraaf 5 hebben we al vermeld dat bij het type Bridged adapter alle verkeer via een fysieke netwerkinterface van je host loopt. Dat gebeurt via een zogenoemde netwerk-filter-driver op de host die data van de fysieke netwerkadapter filtert. Hierdoor kan VirtualBox pakketten van die adapter opvangen en ook data injecteren, zodat in zekere zin een softwarematige netwerkinterface wordt gecreëerd. Voor de host lijkt het alsof een VM fysiek aan de netwerkadapter is gekoppeld. De VM kan in principe in twee richtingen met de host communiceren en ook verbinding leggen naar het externe netwerk toe. Zo’n opzet kan bijvoorbeeld handig zijn als je netwerkservices op je VM draait die je bewust makkelijk bereikbaar wilt maken, zonder dat je met poortdoorverwijzing aan de slag moet.

De configuratie is vrij eenvoudig: selecteer Bridged adapter en kies daarna de gewenste fysieke netwerkadapter op je host.

©PXimport

07 Host-only adapter

Wil je je host toegang geven tot je virtuele machines en moeten die ook onderling met elkaar kunnen praten, dan biedt VirtualBox daarvoor de functie Host-only adapter. Communiceren met externe systemen is dan niet zonder meer mogelijk, aangezien je VM’s in dit geval niet zijn verbonden met een fysieke netwerkinterface. Wel wordt op de host een zogenoemde loopback-interface gecreëerd.

Deze setup zie je wel vaker opduiken bij vooraf geconfigureerde OVA-appliances waarbij de verschillende VM’s met elkaar moeten kunnen communiceren, zoals een webserver en een database. Wil je de webserver toch ook bereikbaar maken via internet, dan zou je hiervoor eventueel nog een bridged adapter kunnen instellen, zodat je database veilig afgeschermd blijft.

De configuratie vergt net iets meer werk. Eerst moet je namelijk een geschikte host-only adapter instellen. Scrol in je VM-lijst helemaal naar boven, kies Tools, klik op het menuknopje (met de drie streepjes) en selecteer Netwerk. Klik eventueel op Aanmaken en bevestig met Ja. Selecteer de adapter en vul het gewenste ip-adres en netwerkmasker in. Open het tabblad DHCP-server en plaats eventueel een vinkje bij Server inschakelen, waarna je de velden Serveradres, Servermasker, Laagste adres en Hoogste adres instelt. Bevestig met Toepassen. Tot slot open je Instellingen / Netwerk van je VM, kies je Gekoppeld aan: Host-only adapter en selecteer je de juiste adapter in het uitklapmenu.

©PXimport

08 NAT-netwerk

Wil je dat je virtuele machines onderling kunnen communiceren en ook het externe netwerk kunnen bereiken, dan koppel je best een NAT-service aan een intern netwerk, waar je vervolgens alle gewenste VM’s aan koppelt.

Denk bijvoorbeeld aan een scenario met een pentesting-appliance (penetration testing) als Kali Linux. We kunnen ons voorstellen dat je deze in zo’n NAT-netwerk wilt onderbrengen, samen met de VM’s die je als doelwit voor deze pentester wilt gebruiken.

Je maakt zo’n NAT-netwerk als volgt. Open het menu Bestand en kies Voorkeuren / Netwerk. Druk op het groene plusknopje en vervolgens op het oranje knopje Bewerk geselecteerd NAT-netwerk. Vul de velden Netwerknaam en Netwerk-CIDR in (bijvoorbeeld 192.168.1.0/24 voor het veld Netwerk-CIDR). Wellicht wil je het vinkje bij Ondersteunt DHCP laten staan. Onderaan in het venster staat de knop Poortdoorverwijzing. Zorg dat er een vinkje staat bij Inschakelen netwerk en bevestig met OK.

Vervolgens open je de netwerkinstellingen van je VM, waar je Gekoppeld aan: NAT-netwerk selecteert en in het uitklapmenu het zojuist aangemaakte NAT-netwerk aanduidt. Herhaal dit voor de virtuele machines die je aan ditzelfde netwerk wilt koppelen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers
© Bowers & Wilkins / McLaren| J.M.WILLIAMS PRODUCTIONS LTD
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een prijsvriendelijke smartspeaker? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple HomePod Mini

Deze betaalbare slimme speaker vormt een ideale match met je iPhone, iPad en/of Mac. Zo neemt de HomePod Mini bijvoorbeeld een luistersessie van Spotify of een andere muziek-app over, waardoor je thuis verder kunt luisteren. Dankzij integratie van de Siri-stemassistent kun je allerlei dingen vragen, zoals actueel nieuws, file-informatie of een recept. Daarnaast speelt het apparaat via spraakopdrachten net zo makkelijk een muziekalbum, podcast of audioboek af, waarbij je ondertussen met je stem het volumeniveau aanpast. Als alternatief vind je bovenop een klein bedieningspaneel om het volume te reguleren. Een nuttige toevoeging is dat je via deze smartspeaker ook allerlei apparaten in huis kunt aansturen, bijvoorbeeld een geschikte thermostaat of lamp.

Ondanks de bescheiden behuizing van 8,43 centimeter hoog heeft de HomePod Mini volgens de Amerikaanse techgigant een behoorlijk bereik. Voor een breder geluid is het mogelijk om meerdere HomePods aan elkaar te koppelen. Zo luister je in meerdere kamers naar dezelfde muziek. Verder is de intercomfunctie handig, want op die manier communiceer je op afstand eenvoudig met gezinsleden. Dit audioproduct is in vijf kleurstellingen te koop, namelijk zwart, blauw, geel, wit en rood. Bij de aanschaf is drie maanden toegang tot Apple Music inbegrepen. Voor een krachtiger geluid kun je ook de grotere Apple HomePod (zwart/wit) overwegen. Je leest in dit artikel meer over de verschillen tussen de HomePod en de HomePod Mini.

Google Nest Audio

De Google Nest Audio is een middelgrote smartspeaker met een bescheiden prijskaartje. Op het moment van schrijven is het product zelfs goedkoper dan ooit. Je kunt kiezen tussen een donkergrijze en witte uitvoering. In tegenstelling tot diverse andere slimme luidsprekers in deze prijsklasse heeft dit model twee actieve audiodrivers, namelijk een tweeter en woofer. Dat komt de audiokwaliteit ten goede! De klankkast meet 17,5 × 12,4 × 7,8 centimeter, zodat je hem bijvoorbeeld prima op een plank of meubel kunt plaatsen. Voor een ruimtelijker geluid koppel je eventueel twee Nest Audio-speakers aan elkaar.

De geïntegreerde wifi-adapter ondersteunt de 2,4GHz- én 5GHz-frequentieband. Een voordeel, want je vergroot daarmee de kans op een stabiele draadloze netwerkverbinding. Je stuurt de Nest Audio met je stem aan. Roep eerst 'Hey Google' en zeg vervolgens welke muziek je wilt horen. Je kunt ook informatie opvragen en geschikte slimme apparaten bedienen. Bang voor luistervinken? Zet dan via een schakelaar aan de achterzijde de microfoons uit. Je leest hier wat enkele gebruikers van deze smartspeaker vinden.

Google Nest Mini

Google bewijst dat een smartspeaker helemaal niet zoveel geld hoeft te kosten, want je betaalt voor de Nest Mini slechts enkele tientjes. Net als zijn grote broer is dit audioproduct eveneens in een donkergrijze en witte behuizing te koop. Het ronde apparaatje heeft een diameter van 9,8 centimeter en is slechts 4,2 centimeter hoog. Door de geringe omvang kun je hem makkelijk ergens in een hoekje kwijt. Voor de ontvangst van wifi is er ondersteuning voor de 2,4GHz- en 5GHz-frequentieband ingebakken.

In de behuizing bevindt zich één actieve audiodriver. Voor het luisteren van (achtergrond)muziek op een laag volumeniveau voldoet die prima. Dankzij Chromecast-integratie kies je vanuit jouw favoriete muziek-app een leuke afspeellijst. Daarnaast fungeert de slimme speaker als jouw persoonlijke assistent. Vraag bijvoorbeeld naar een overzicht met agenda-afspraken en de Nest Mini somt ze een voor een op. Je kunt dit Google-product álles vragen!

Lees ook: Meer dan muziek: kies jouw ideale slimme luidspreker

Sonos Roam 2

In tegenstelling tot de meeste andere smartspeakers gebruik je de Sonos Roam 2 zowel thuis als onderweg. De langwerpige klankkast van 16,8 × 6,2 × 6 centimeter herbergt een oplaadbare accu met een luistertijd van zo'n tien uur. Dit audioproduct is trouwens IP67-gecertificeerd, waardoor de Roam 2 prima stof en water kan verdragen. De behuizing is zelfs valbestendig! Koppel een smartphone via bluetooth en luister op elke plek naar goede muziek. Voor mobiel gebruik komt deze handige beschermhoes goed van pas.

Binnenshuis verbind je de smartspeaker met een 2,4GHz- of 5GHz-netwerk. Vervolgens kies je vanaf een willekeurige smartphone of tablet de muziek die je wilt horen. Installeer hiervoor de Sonos-app op het toestel. Dankzij ondersteuning voor AirPlay 2 vormt de Roam 2 een goede match met Apple-apparaten, zoals een iPhone, iPad en/of Mac. Voor de audioweergave heeft de klankkast een tweeter en woofer aan boord. Tot slot is er spraakondersteuning (Amazon Alexa) geïntegreerd. Je kunt de Sonos Roam 2 in een witte of zwarte behuizing kopen.

Bowers & Wilkins Zeppelin McLaren Edition

Hecht je veel waarde aan een origineel design en een hoge geluidskwaliteit? Overweeg dan deze opvallende McLaren-editie van de Bowers & Wilkins Zeppelin. Als alternatief is deze speaker ook in een zwarte en lichtgrijze behuizing te koop. In zijn eigen webshop rekent de Britse speakerspecialist 899 euro, maar enkele winkels hanteren momenteel een fikse korting. Reserveer voor deze speaker wel voldoende ruimte. De behuizing van 65 × 21 × 19,4 centimeter is voor een smartspeaker tenslotte behoorlijk aan de maat.

Onder de motorkap bevinden zich een wifi- en bluetooth-adapter. Kortom, open Spotify, Tidal of een andere muziek-app op je smartphone en tik een leuke afspeellijst aan. Dankzij AirPlay 2-integratie werkt de Zeppelin naadloos samen met een Apple-toestel. Er is middels Amazon Alexa ook nog een stemassistent geïntegreerd. Bowers & Wilkins heeft op audiogebied een uitstekende reputatie, waardoor je een hoge audiokwaliteit mag verwachten. De behuizing telt dan ook vijf actieve audiodrivers, namelijk twee tweeters, twee middentoners en een woofer. Met een totaal versterkervermogen van 240 watt ervaar je een kamervullend geluid.

▼ Volgende artikel
Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?
© Sony
Huis

Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?

Bij de mainstream oled-modellen is er ondertussen flink wat concurrentie. Sony heeft een reputatie voor uitstekende beeldkwaliteit, maar daar hangt een stevig prijskaartje aan. Kan Sony nog genoeg verschil maken om een hoge prijs te rechtvaardigen?

Uitstekend
Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet. De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken. Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.

Plus- en minpunten
  • Prima piekhelderheid en kleurweergave
  • Zeer goede beeldverwerking
  • Prima audio met Acoustic Surface, Dolby Atmos en DTS:X
  • Mooi afgewerkt design
  • Verbergt veel schaduwdetail
  • Slechts twee HDMI2.1-aansluitingen

Sony Bravia 8 K-65XR80

  • Adviesprijs: 2399 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz w-oled-tv
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (2x 48Gbps, 2x 18Gbps, ARC/eARC, ALLM, 4K120, VRR), S-middenspeaker, 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 3x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 6 (802.11ax)
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV (12), Chromecast, Airplay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, XR-processor
  • Afmetingen: 1442 × 909 × 248 mm (inclusief voet)
  • Gewicht: 23,2 kg (inclusief voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 83 kWh (E) / HDR 110 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Over design kun je van mening verschillen, maar over de kwaliteit van afwerking kan er zelden discussie zijn. Zo kunnen we het ontwerp van deze Sony echt wel waarderen, maar het is de uitstekende afwerking die we echt appreciëren. Het scherm heeft geen kader, wat tegenwoordig standaard is op een tv, maar alleen een dunne donkerzilveren rand rondom. De zacht gewelfde rug heeft een mooi vierkantjespatroon.

Opstellen kan op vier manieren. De zilveren, metalen poten kun je links en rechts onder het uiteinde van het toestel monteren, of meer naar het centrum. Voor beide keuzes biedt Sony ook nog de optie om de voeten hoog of laag te monteren, afhankelijk van de vraag of je een soundbar onder het scherm wil plaatsen. Al kun je natuurlijk ook uit esthetische overwegingen voor een bepaalde positie kiezen. 

©Sony

Aansluitingen

De XR80, overigens ook bekend als de Bravia 8, is uitgerust met vier HDMI-poorten, waarvan twee HDMI2.1-poorten met ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync Compatible).

Hoewel Sony zelf een spelconsole in huis heeft, worden gamers niet echt verwend. Zo kun je maximaal tot 120 Hertz gaan, terwijl alle concurrenten al 144 Hertz aankunnen. We vinden het jammer dat je nog steeds geen vier HDMI2.1-poorten krijgt op wat we toch wel een hoger gepositioneerd model mogen noemen. Zeker omdat ARC/eARC op een van die HDMI2.1-poorten staat.

Gamers met meerdere 4K120-bronnen die een soundbar willen, houden zo maar één poort over die 4K120 aankan. De inputlag is wel uitstekend, met 13,5 ms (4K60) en 5,1 ms (2K120) mag Sony prat gaan op topresultaten.

📺Duizelt het je van alle termen? Hier vind je uitleg: Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

©Sony

Verder vind je een optische digitale audio-uitgang, een dubbele tv-tuner met een CI+-slot en twee usb-poorten. Wie externe usb-opslag aansluit, kan tv kijken en tegelijk een ander kanaal opnemen. De S-Center-speaker-aansluiting maakt het mogelijk om de tv te gebruiken als centerkanaal wanneer je een externe Sony-audio-oplossing gebruikt. Bluetooth, wifi en een ethernetaansluiting maken de lijst compleet. 

Beeldverwerking

Sony levert bijzonder goede beeldverwerking, die over het algemeen duidelijk maar subtiel genoeg ingrijpt om het beeld te verbeteren zonder beeldartefacten te introduceren. De upscaling levert mooie scherpe beelden, die je een beetje extra detail kunt geven via de zogeheten Reality Creation-instelling. We merkten wel dat dit beter werkte voor HD-content dan voor SD-content (zoals dvd's). Bij die laatste introduceert Reality Creation wat valse details.

©Sony

De ruisonderdrukking werkt prima, maar waar Sony tot vorig jaar een aparte instelling had om kleurovergangen vloeiend te houden (Soepele Gradatie), is die dit jaar verdwenen. Toch kan de Bravia 8 ook op dat vlak nog prima resultaten produceren. Alleen bij onze lastigste testsequenties bleven er duidelijke kleurstroken zichtbaar.

We zien een verbetering in de MotionFlow-techniek. Wie dat vroeger activeerde om snelle camerabewegingen in films toch vloeiend weer te geven, merkte dat de processor soms aarzelde en wat beeldfouten veroorzaakte. Dat probleem is nu verholpen, waardoor de tv nu zeer goede bewegingsscherpte heeft.

Knap oled-contrast, maar matig zwartdetail

Sony gebruikt in zijn line-up geen w-oled-panelen (zie kader hieronder voor uitleg) met een microlenslaag (zoals de LG G4). Voor de topplaats in de line-up (de A95L) koos de fabrikant voor QD-oled-technologie. Daarom gebruikt deze Bravia 8 een standaard w-oled-paneel van de laatste generatie.

De televisie biedt een indrukwekkende beeldkwaliteit met levendige kleuren en een uitstekend contrast, dankzij een breed kleurbereik dat 98 procent van de P3-kleurruimte bestrijkt en een hoge piekhelderheid van 825 nits op een 10 procent venster, die zelfs kan oplopen tot boven de 900 nits voor het weergeven van kleine heldere details in het beeld.

WAT IS W-OLED?

W-oled (white oled) is een schermtechnologie waarbij organische materialen licht geven wanneer er stroom doorheen gaat. In een w-oledscherm wordt blauw en geel licht gecombineerd om wit licht te produceren, dat vervolgens door kleurfilters wordt gestuurd om de gewenste kleuren weer te geven. W-oled levert superieure beeldkwaliteit dankzij de zelfverlichtende pixels, hoog contrast en levendige kleuren.

Elke pixel kan individueel aan en uit, wat zorgt voor een hoog contrast en diepe zwarttinten. Zonder achtergrondverlichting zijn w-oledschermen ultradun. Vergeleken met lcd/led bieden w-oleddisplays rijkere, realistischere kleuren en meer detail in donkere scènes.

Op het volledig witte scherm houd je nog 154 nits over; dat is goed maar niet uitstekend. Het toont ook dat Sony de piekhelderheid relatief sterk dimt naarmate een groter deel van het beeld wit wordt. HDR-beelden met heldere accenten houdt de Sony uitstekend in balans door zijn eigen tonemapping-algoritme.

©Sony

Veel lichtnuances blijven bewaard, en intense heldere kleuren behouden goed hun tint. Minder goed vergaat het de tv met erg donkere beelden. Daar zien we dat er veel schaduwnuance verdwijnt. Donkere beelden krijgen daardoor sterker contrast, maar je mist veel detail. Dat zagen we bovendien ook in SDR-beelden.

Voor het meest natuurlijke beeld schakel je naar de Professional-beeldmodus. Die toonde over het algemeen mooie beelden, met natuurlijke kleuren, maar was minder accuraat dan we van Sony gewend zijn. Naast het ontbrekende schaduwdetail (in HDR en SDR) bleken in SDR de donkerste tinten wat te rood te zijn.

Geluid

Het (w)oledscherm van deze tv dient tevens als luidsprekermembraan, wat te maken heeft met het Acoustic Surface Audio+-systeem. Geluid komt daardoor rechtstreeks uit het beeld en volgt ook vrij goed de actie op het scherm. Sony heeft er dit jaar ook twee zijwaarts gerichte tweeters aan toegevoegd voor nog betere positionering en surround-effect. Het 50 watt sterke systeem ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. De audiokwaliteit is goed en heeft een degelijke basweergave.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Alleen onze krachtige metal-fragmenten klonken wat minder zuiver. Het maximale volume is voldoende, maar wie een grote kamer wil vullen met geluid zal het mogelijk wat krap vinden, vooral omdat de basweergave vermindert als je het geluid vrij hard zet. De surround-ervaring is goed, maar kan door het ontbreken van opwaarts gerichte speakers geen hoogte-effecten creëren.

Google TV

Sony kiest nog steeds voor Google TV en dat heeft zeker een aantal belangrijke voordelen. De Mediatek Pentonic MT5897-chipset met quad-core ARM Cortex-A73 CPU, 6GB-RAM en de Mali-G57 GPU garandeert alvast een vlotte ervaring. Daarnaast vind je op het Google TV-platform het ruimste aanbod apps, zodat je geen enkele streamingdienst hoeft te missen.

Google TV biedt uitgebreide aanbevelingen, gerangschikt per categorie, zoals actiefilm, thriller enzovoort. Een alternatieve mediaspeler (zoals VLC) of een mediabibliotheek-app (zoals Plex) maakt van de tv ook een uitstekende speler voor je thuisbibliotheek. Content van je smartphone afspelen is geen probleem dankzij ondersteuning voor Apple AirPlay 2 en Google Cast. Sony heeft ook nog een eigen streamingdienst, Sony Picture Core (het vroegere Bravia Core), waar je tal van films vindt.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De tv wordt geleverd met twee afstandsbedieningen. De klassieke versie stoppen we onmiddellijk in de la. Onze voorkeur gaat uit naar de moderne, compacte afstandsbediening. Die gebruikt een via usb-c oplaadbare accu, heeft verlichte toetsen en vooral een eenvoudiger maar erg goede lay-out. De toetsen hebben een aangename en precieze aanslag. Rechts bovenaan staan een toets voor het snelmenu en een voor het menu met extra functies zoals het on-screen toetsenbord. Het is even wennen, maar die zijn erg handig.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet.

De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken.

Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.