ID.nl logo
Een virtueel netwerk met VirtualBox
© PXimport
Huis

Een virtueel netwerk met VirtualBox

Misschien wil je eens kennismaken met een ander besturingssysteem, zoals een bepaalde Linux-distributie of een Windows-previewbuild. Of je wilt graag een testlab opzetten voor je experimenten met penetratietests of ethisch hacken. In beide gevallen biedt virtualisatie een uitweg. We tonen hoe je met het gratis VirtualBox niet alleen virtuele machines, maar ook heuse virtuele netwerken opzet, voor diverse scenario’s.

Code downloaden

In dit artikel worden wat voorbeelden van stukken code gegeven. Omdat overtikken van code erg foutgevoelig is, kun je die code ook downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand code-virtualbox.txt, beschikbaar via

Een eenduidige definitie van virtualisatie geven is lastig, aangezien er diverse virtualisatietypen bestaan. De twee bekendste zijn applicatievirtualisatie (waarbij toepassingen worden geïsoleerd van het onderliggende besturingssysteem en van andere programma’s door ze in een zogenoemde sandbox te stoppen) en systeemvirtualisatie. Bij dit tweede type zorgt een virtuele-machinemanager (VMM), oftewel hypervisor, ervoor dat er meerdere besturingssystemen gelijktijdig op één fysieke machine kunnen draaien door voor elk besturingssysteem de nodige hardware te emuleren. Dat kan via een zogenoemde native of bare-metal-hypervisor, die rechtstreeks op de hardware draait zonder onderliggend besturingssysteem, zoals Microsoft Hyper-V en VMware vSphere/ESXi. Of je zet een hosted hypervisor in, die bovenop een conventioneel besturingssysteem draait, zoals VMware Workstation, Parallels Desktop en Oracle VM VirtualBox. Hypervisors van het eerste type zijn doorgaans stabieler en performanter, maar hypervisors van het tweede type laten zich makkelijker installeren en kunnen met meer diverse hardware overweg.

In deze masterclass focussen we ons op dit tweede type, op het gratis VirtualBox om specifiek te zijn. We leggen eerst kort uit hoe je een virtuele machine (VM) installeert, maar de nadruk ligt verder vooral op het opzetten van virtuele netwerken.

01 Virtuele schijf

Je vindt VirtualBox op www.virtualbox.org, voor diverse host-besturingssystemen. Wij gaan aan de slag met VirtualBox 6.1 voor Windows. Installeer het programma met de voorgestelde componenten en start de beheermodule op. Klik op Nieuw om een VM te maken en druk op de knop Expertmodus. Geef je VM een Naam en Machinemap (oftewel opslaglocatie) en selecteer Type en Versie voor het virtuele gast-besturingssysteem. Zie je in het uitklapmenu alleen 32bit-versies verschijnen terwijl je echt een x64-cpu en een 64bit-Windows hebt, lees dan eerst het kader ‘Check-up’. Stel een geschikte geheugengrootte in (besef wel dat de ingestelde hoeveelheid geheugen niet beschikbaar is voor je host-besturingssysteem zolang je VM draait), laat de optie Nieuwe virtuele harde schijf aanmaken geselecteerd en kies Aanmaken. Selecteer een geschikte bestandsgrootte voor de virtuele schijf. Je laat dit het best staan op Dynamisch gealloceerd, zodat de schijf tot het ingestelde plafond kan meegroeien naargelang de behoefte. Doorgaans kies je het standaardtype VDI voor je virtuele schijf. Bevestig met Aanmaken, waarna de schijf in het beheervenster opduikt.

©PXimport

Check-up

Hypervisors stellen doorgaans wel de nodige hardware-eisen, vooral wat de cpu betreft. Zo heb je meestal een 64bit-processor nodig die SLAT (Second Level Address Translation) en virtualisatie ondersteunt. Gelukkig ondersteunen de meeste moderne cpu’s van AMD en Intel die functies. Je controleert het best vooraf in je UEFI/BIOS of deze functie daadwerkelijk is ingeschakeld. Je vindt die ongetwijfeld in een menu als Advanced CPU Configuration, Northbridge of Chipset (bij items als AMD-V of Intel VT). Lukt het je toch niet om virtuele machines te starten, ga dan na of je al een bare-metal-hypervisor zoals Hyper-V hebt draaien, want die verhindert dat een hosted hypervisor zijn werk kan doen. In Windows 10 druk je hiervoor op Windows-toets+R, voer je optionalfeatures uit en kijk je bij Hyper-V.

©PXimport

02 Virtueel besturingssysteem

Geen VM zonder virtueel besturingssysteem natuurlijk en dat regel je als volgt. Selecteer de nieuw aangemaakte schijf en klik op Starten. Via het mapicoon en de knop Toevoegen verwijs je naar een (gedownload) schijfkopiebestand, bijvoorbeeld van een Linux-distributie (meestal een iso-bestand). In principe kun je ook naar een usb-stick met een live-besturingssysteem verwijzen (zie het kader ‘Usb-stick’). Selecteer het toegevoegde schijfkopiebestand, klik op Kiezen en op Start, waarna je het virtuele besturingssysteem op de gebruikelijke manier installeert.

Goed om weten, is dat VirtualBox voor veel gastsystemen extra stuurprogramma’s en systeemtoepassingen biedt. Die installeert je als volgt: start je VM op, open het menu Apparaten en kies Invoegen Guest Additions CD-image. Dit cd-image verschijnt dan als een virtueel station in je gast-besturingssysteem. Open dit en voer VBoxWindowsAdditions uit. Je kunt nu bijvoorbeeld vanuit het menu Apparaten / USB-apparaten een usb-stick aan het besturingssysteem toewijzen, en het klembord en mappen delen tussen host en gast.

©PXimport

Usb-stick

Met enige moeite (en met behulp van de opdrachtregelversie van VirtualBox) krijg je ook een live-besturingssysteem op een usb-stick in VirtualBox aan de praat. Plug de stick in je pc en open Windows Schijfbeheer (druk op Windows-toets+R en voer diskmgmt.msc uit), waar je het schijfnummer van de stick noteert (Schijf

©PXimport

Huidig besturingssysteem

Het is ook mogelijk je huidige Windows-installatie te virtualiseren om er bijvoorbeeld op hetzelfde of een ander toestel mee te experimenteren. Dat kan met behulp van de al wat oudere tool Disk2vhd. Na de installatie start je de toepassing op en plaats je een vinkje bij je Windows-volume en bij het (kleine) systeemvolume. Haal het vinkje weg bij Use Vhdx, maar laat het staan bij Use Volume Shadow Copy. Vul een geschikte locatie en naam in, en bevestig met Create. Het hele proces kan behoorlijk lang duren. Na afloop start je dan VirtualBox op, maak je een nieuwe VM, kies je bij Harde schijf de optie Bestaand virtuele harde schijf-bestand gebruiken en verwijs je naar het vhd-bestand.

©PXimport

03 NAT

Als je in de beheermodule van VirtualBox met rechts klikt op een (bij voorkeur afgesloten) VM en Instellingen / Netwerk selecteert, dan merk je dat VirtualBox één virtuele netwerkadapter heeft ingeschakeld en die heeft gekoppeld aan NAT (Network Address Translation). Klik je op Geavanceerd, dan zie je dat VirtualBox als adaptertype wellicht Intel PRO/1000 MT Desktop heeft ingesteld, omdat VirtualBox weet dat het betreffende gast-besturingssysteem de benodigde stuurprogramma’s voor die netwerkadapter heeft.

NAT is het standaardtype, omdat dit een veilige en makkelijke netwerkconfiguratie is (waarbij zo goed als niets hoeft te worden ingesteld). De NAT-modus zorg er namelijk voor dat VirtualBox als een soort router fungeert, tussen elke VM en het host-besturingssysteem. Op deze manier kunnen de VM’s elkaar niet benaderen en kunnen externe toestellen evenmin de VM’s bereiken.

In omgekeerde richting kan je VM doorgaans wel het externe netwerk en internet op. Zo kan je VM de zogenoemde loopback-interface van je host benaderen (via het standaardadres 10.0.2.2), evenals eventuele netwerkservices die op de host actief zijn. Dat kan nuttig zijn als bijvoorbeeld een applicatie op je VM een databaseserver nodig heeft die op je host draait.

Een VM krijgt zijn ip-adres van een DHCP-service die actief is in VirtualBox. Bij de eerste netwerkadapter is dat standaard netwerk 10.0.2.0, schakel je een extra virtuele netwerkadapter in (open het tabblad Adapter 2, plaats een vinkje bij Netwerkadapter inschakelen en kies Gekoppeld aan: NAT), dan wordt die aan netwerk 10.0.3.0 gekoppeld enzovoort.

©PXimport

04 Poortdoorverwijzing

Stel, je hebt een of andere netwerkservice op je VM draaien en die wil je nu toch ook bereikbaar maken voor de host of andere machines in je (fysieke) netwerk. Dat is niet zomaar mogelijk in NAT-modus, tenzij je portforwarding inschakelt. Open hiervoor Instellingen / Netwerk van je VM, klik op Geavanceerd / Poortdoorverwijzing en druk op het groene plusknopje. Geef je portforwarding-regel een naam, kies het protocol (TCP of UDP) en vul de velden Hostpoort en Gastpoort in. We nemen de simpele multi-platform MiniWeb HTTP Server als voorbeeld, omdat die zich in een paar seconden laat opzetten (handig voor kleinschalige experimenten). Deze draait standaard op poort 8000, maar wil je die bijvoorbeeld bereiken wanneer je op je host http://localhost:8088 invoert, dan vul je de velden van de portforwarding-regel als volgt in: MiniWeb HTTP Server, TCP, 8088, 8000.

Je hoeft het veld Host IP alleen in te vullen als je het verkeer van een specifieke netwerkinterface op je host wilt doorsturen. Het veld Gast-IP is nodig als je de VM een statisch ip-adres hebt meegegeven.

Je kunt dergelijke netwerkconfiguraties trouwens ook vanaf de Opdrachtprompt regelen via de meegeleverde tool VBoxManage.exe (zie ook het kader ‘Usb-stick’), met de volgende syntax:

vboxmanage modifyvm "<vm-naam>" --natpf<x> "MiniWeb HTTP Server,<protocol>,<host-ip>,<host-poort>,<gast-ip>,<gast-poort>"

Hierbij verwijst <x> naar het nummer van de virtuele netwerkadapter.

Mocht je ooit een netwerkscenario willen opzetten met een vijfde virtuele netwerkadapter (acht is overigens het maximum), dan is VBoxManage de enige manier:

vboxmanage modifyvm "<vm-naam>" –nic5 <netwerktype>

In plaats van <netwerktype> kun je onder meer kiezen uit de opties nat, intnet, bridged, hostonly en natnetwork (in de komende paragrafen worden deze opties individueel besproken).

©PXimport

05 Intern netwerk

Een NAT-constructie is al behoorlijk veilig, maar wil je dat een VM alleen andere VM’s, maar geen externe systemen of internet mag benaderen, dan kies je het best voor Gekoppeld aan: Intern netwerk. Zo’n opzet vertoont flink wat overeenkomst met een Bridged adapter (zie paragraaf 6), maar bij deze laatste loopt alle verkeer over de fysieke netwerkinterface van je host. Dat maakt dat een netwerksniffer als Wireshark via deze weg ook het verkeer tussen je VM’s kan monitoren – wat in bepaalde gevallen juist je bedoeling kan zijn.

Voor ons scenario selecteer je Intern netwerk en kies je de standaard beschikbare optie intnet. Of je tikt hier gewoon zelf de naam voor het internet netwerk in. Wil je andere VM’s van ditzelfde netwerk gebruik laten maken, dan moet je uiteraard ook daar diezelfde naam selecteren.

In het kader ‘Whonix’ illustreren we een slim gebruik van zo’n intern netwerk.

©PXimport

Whonix

De gratis tool Whonix, bedoeld om anoniem te kunnen surfen, illustreert mooi het nut van een constructie met NAT en een intern netwerk. Download het ova-bestand van Whonix, een kant-en-klaar ‘Open Virtual Appliance’, en installeer het in VirtualBox via Bestand / Appliance importeren. Na een snelle import zie je twee VM’s: Whonix-Gateway-XFCE en Whonix-Workstation-XFCE. Bij de gateway zijn twee netwerkadapters ingeschakeld: één gekoppeld aan NAT (om internet te kunnen bereiken) en één gekoppeld aan een intern netwerk (met de naam Whonix). De workstation-VM bevat slechts één adapter, die aan het interne netwerk Whonix is gekoppeld. Je surft vanuit deze VM dan via de gateway, die alle verkeer mooi over het anonimiserende Tor-netwerk laat lopen.

06 Bridged adapter

In paragraaf 5 hebben we al vermeld dat bij het type Bridged adapter alle verkeer via een fysieke netwerkinterface van je host loopt. Dat gebeurt via een zogenoemde netwerk-filter-driver op de host die data van de fysieke netwerkadapter filtert. Hierdoor kan VirtualBox pakketten van die adapter opvangen en ook data injecteren, zodat in zekere zin een softwarematige netwerkinterface wordt gecreëerd. Voor de host lijkt het alsof een VM fysiek aan de netwerkadapter is gekoppeld. De VM kan in principe in twee richtingen met de host communiceren en ook verbinding leggen naar het externe netwerk toe. Zo’n opzet kan bijvoorbeeld handig zijn als je netwerkservices op je VM draait die je bewust makkelijk bereikbaar wilt maken, zonder dat je met poortdoorverwijzing aan de slag moet.

De configuratie is vrij eenvoudig: selecteer Bridged adapter en kies daarna de gewenste fysieke netwerkadapter op je host.

©PXimport

07 Host-only adapter

Wil je je host toegang geven tot je virtuele machines en moeten die ook onderling met elkaar kunnen praten, dan biedt VirtualBox daarvoor de functie Host-only adapter. Communiceren met externe systemen is dan niet zonder meer mogelijk, aangezien je VM’s in dit geval niet zijn verbonden met een fysieke netwerkinterface. Wel wordt op de host een zogenoemde loopback-interface gecreëerd.

Deze setup zie je wel vaker opduiken bij vooraf geconfigureerde OVA-appliances waarbij de verschillende VM’s met elkaar moeten kunnen communiceren, zoals een webserver en een database. Wil je de webserver toch ook bereikbaar maken via internet, dan zou je hiervoor eventueel nog een bridged adapter kunnen instellen, zodat je database veilig afgeschermd blijft.

De configuratie vergt net iets meer werk. Eerst moet je namelijk een geschikte host-only adapter instellen. Scrol in je VM-lijst helemaal naar boven, kies Tools, klik op het menuknopje (met de drie streepjes) en selecteer Netwerk. Klik eventueel op Aanmaken en bevestig met Ja. Selecteer de adapter en vul het gewenste ip-adres en netwerkmasker in. Open het tabblad DHCP-server en plaats eventueel een vinkje bij Server inschakelen, waarna je de velden Serveradres, Servermasker, Laagste adres en Hoogste adres instelt. Bevestig met Toepassen. Tot slot open je Instellingen / Netwerk van je VM, kies je Gekoppeld aan: Host-only adapter en selecteer je de juiste adapter in het uitklapmenu.

©PXimport

08 NAT-netwerk

Wil je dat je virtuele machines onderling kunnen communiceren en ook het externe netwerk kunnen bereiken, dan koppel je best een NAT-service aan een intern netwerk, waar je vervolgens alle gewenste VM’s aan koppelt.

Denk bijvoorbeeld aan een scenario met een pentesting-appliance (penetration testing) als Kali Linux. We kunnen ons voorstellen dat je deze in zo’n NAT-netwerk wilt onderbrengen, samen met de VM’s die je als doelwit voor deze pentester wilt gebruiken.

Je maakt zo’n NAT-netwerk als volgt. Open het menu Bestand en kies Voorkeuren / Netwerk. Druk op het groene plusknopje en vervolgens op het oranje knopje Bewerk geselecteerd NAT-netwerk. Vul de velden Netwerknaam en Netwerk-CIDR in (bijvoorbeeld 192.168.1.0/24 voor het veld Netwerk-CIDR). Wellicht wil je het vinkje bij Ondersteunt DHCP laten staan. Onderaan in het venster staat de knop Poortdoorverwijzing. Zorg dat er een vinkje staat bij Inschakelen netwerk en bevestig met OK.

Vervolgens open je de netwerkinstellingen van je VM, waar je Gekoppeld aan: NAT-netwerk selecteert en in het uitklapmenu het zojuist aangemaakte NAT-netwerk aanduidt. Herhaal dit voor de virtuele machines die je aan ditzelfde netwerk wilt koppelen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zo ontdek je snel of je online wordt opgelicht
Zekerheid & gemak

Zo ontdek je snel of je online wordt opgelicht

Je hoort het steeds vaker: iemand klikt op een link en belandt op een nepwebsite van de bank, waar intussen persoonlijke gegevens worden ingevuld. Of er komt ineens een WhatsApp-bericht van een ‘bekende’ met het verzoek om snel geld over te maken voor een ticket of een nieuwe telefoon. Natuurlijk trap jij daar niet zomaar in. Maar hoe herken je dit soort berichten nu het makkelijkst?

Online oplichting is een van de grootste zorgenkindjes van banken en de politie. Er wordt jaarlijks voor miljoenen gefraudeerd met valse links en nepberichten die via sms, e-mail of WhatsApp worden verstuurd. En met de komst van AI wordt het voor criminelen steeds makkelijk om zulke berichten zo echt mogelijk te laten lijken.

Goed lezen

Het herkennen van spamberichten of nepverzoeken om geld over te maken is niet altijd eenvoudig. Belangrijkste vuistregel: gaat het om geld, zeker om grote bedragen, controleer het bericht dan extra goed. Bij e-mail is dat meestal goed te doen. Twijfel je of een bericht een phishingmail is, beweeg dan met de muis over een link zonder erop te klikken. Onderaan in je browser verschijnt de url waar de link naartoe leidt.

Door met je muis over een linkje te zweven, zie je onderin waar de link naartoe gaat. Een goede controle voordat je de link ook daadwerkelijk aanklikt.

Soms zijn die adressen zo onduidelijk dat je er weinig uit kunt opmaken. Klik in dat geval met de rechtermuisknop op de link en kies Koppeling kopiëren. Plak het adres vervolgens in Kladblok, zodat je het kunt bekijken zonder de site daadwerkelijk te openen. Dat is de veiligste manier om te controleren waar de link naartoe verwijst. Vaak zie je dan vreemde of onbekende domeinnamen, een duidelijke aanwijzing dat de mail niet van je bank afkomstig is.

Twijfel? Bellen!

Krijg je een vreemd WhatsApp- of sms-bericht waarin het lijkt alsof een bekende je vraagt om geld over te maken, bijvoorbeeld omdat hij een ticket is kwijtgeraakt of omdat haar telefoon gestolen zou zijn? Dat kán natuurlijk echt zijn, maar vaak is het helaas nep. Zelfs als details in het bericht kloppen, zoals het land waar die persoon verblijft. Slimme oplichters halen dit soort informatie namelijk gewoon van sociale media. Nog een reden dus om niet zomaar online te delen dat je op vakantie gaat en waarheen.

Ga je op vakantie? dan zet je dat natuurlijk niet op social media.

Twijfel je aan de echtheid van het bericht? Bel de persoon zelf om het te controleren. Heb je daar ook geen goed gevoel bij en is diegene met anderen op reis, bijvoorbeeld met partner of kinderen, neem dan contact op met hen om te checken of het verhaal klopt. Dan heb je de waarheid meestal snel boven tafel.

Bankcontrole

Sommige banken helpen klanten bij het tegengaan van fraude. Bij de ING kun je bijvoorbeeld controleren of de bank jou ook echt belt op het moment dat je iemand aan de lijn hebt die zegt dat hij of zij van de ING is. Daarvoor hoef je alleen maar de ING-app te openen en te klikken op de knop 'Check het gesprek'.

Andere banken gebruiken andere methoden, maar in het algemeen kun je ervan uitgaan dat jouw bank je nooit belt. En als ze dat wel doen, zullen ze je nooit vragen om je geld (tijdelijk) over te boeken naar een andere rekening, je opdracht geven om je bankpas af te geven aan een koerier of vragen om je gebruikersnaam en wachtwoord.

Gebeurt dat wel, hang dan direct op en bel vervolgens je eigen bank. Al is het maar om te melden dat er scammers actief zijn.

Extra beveiliging

Wil je zelf niet constant controleren of een e-mailtje of berichtje echt is, maar kun je daar wat extra hulp bij gebruiken? Kies dan voor een goed beveiligingspakket. Vrijwel alle beveiligingssuites vissen dergelijke mailtjes er zo voor je uit en markeren deze als zijnde spam, of verplaatsen deze dan automatisch naar een aparte folder in je mailbox.

Bitdefender Premium Security is een allround beveiligingspakket die je mailboxen in de gaten houdt en automatisch controleert op spamberichten en scam-mails. Mailtjes die veilig zijn worden indien gewenst aangeduid met een groen 'Bitdefender Safe'-labeltje. Prettig daarbij is dat je die aanduiding ook op andere apparaten ziet waar je je mail leest, omdat Bitdefender op serverniveau controleert en niet alleen je lokale mailbox. Alles wordt dus online al voor je in de gaten gehouden.

Mailtjes met het groene Bitdefender Safe-labeltje zijn veilig.

Dat geldt natuurlijk ook voor alle software die je downloadt, ook dat wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van malware. En wie het zekere voor het onzekere neemt, maakt in Bitdefender ook nog eens gebruik van de extra AI-hulp Scam Copilot. Dankzij de ingebouwde chatfunctie kun je bijvoorbeeld een vraag stellen over scamming, maar ook een screenshot sturen van een sms- of WhatsApp-bericht. Scam Copilot scant het bericht en kan aangeven of het om een scambericht gaat.

Blijf alert

Een compleet beveiligingspakket is tegenwoordig toch echt wel een must. Zulke software neemt je aardig wat werk uit handen wat betreft de controle op fishing- en scammingmailtjes en de continu beveiliging van je apparaten als het op virussen en malware aankomt. De ontwikkelingen gaan echter snel en AI wordt meer en meer gebruikt om mensen te misleiden. Dat betekent dat je zelf ook constant alert moet blijven en je jezelf eigenlijk moet trainen om valse berichten te herkennen. Met een extra hulp als Scam Copilot van Bitdefender kun je dergelijke berichten al veel sneller onderscheppen, maar vereist het nog wel een extra stap aan jouw zijde, zoals het opsturen van een verdachte screenshot van een nep-WhatsApp-bericht. Blijf dus altijd opletten, hoe echt een bericht ook lijkt.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 10 Pro XL – iPhone-uitdager met kortere accuduur
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 10 Pro XL – iPhone-uitdager met kortere accuduur

De Google Pixel 10 Pro XL is de nieuwste en duurste reguliere smartphone van het merk. In deze review nemen we het toestel met een adviesprijs van 1299 euro onder de loep.

Uitstekend
Conclusie

De Google Pixel 10 Pro XL is een fraaie en complete smartphone met erg goede camera's en zeven jaar software-updates. De ondersteuning voor magnetische (oplaad)accessoires is een mooie vernieuwing en we zien ook potentieel voor de AI-functies. De accuduur is echter een zwakker punt en de adviesprijs vinden we aan de hoge kant.

Plus- en minpunten
  • Geschikt voor magnetische accessoires
  • Uitstekende camera's
  • Frisse software vol AI en 7 jaar updates
  • Zwaar
  • Processor minder krachtig
  • Kortere accuduur
  • Veel AI-functies nog niet in Nederland te gebruiken

Herkenbaar ontwerp met nieuwtje

Leg je de Pixel 10 Pro XL naast de 9 Pro XL, dan moet je wel heel goed kijken om verschillen te ontdekken. De toestellen ogen praktisch identiek. Maar er zijn wel degelijk verschillen. De Pixel 10 Pro XL is bijvoorbeeld nog zwaarder geworden en is met zijn 232 gram een van de zwaarste telefoons van het moment.

©Rens Blom

Daarnaast ondersteunt de Pixel 10 Pro XL als eerste bekende Android-smartphone magnetische accessoires aan de achterzijde (via Qi2). Je kunt bestaande Apple MagSafe-accessoires van je iPhone daardoor met de Pixel 10 Pro XL gebruiken, wat tof is en goed werkt.

©Rens Blom

De Pixel 10 Pro XL hangt keurig aan een MagSafe-oplader van Zens.

Goed om te weten: naast de Pixel 10 Pro XL zijn er ook een kleinere Pixel 10 en 10 Pro, die uiteraard andere specificaties én prijzen hebben. De Pixel 10 Pro XL heeft een prachtig 6,8-inch oledscherm dat bij de beste schermen hoort. Meer hoeven we er niet over te zeggen. De vingerafdrukscanner achter het scherm functioneert bovendien erg goed.

©Rens Blom

Niet de beste specificaties

Van een smartphone die maar liefst 1299 euro kost verwachten we heel goede specificaties. Google snapt dat en stopt daarom een royale 16 GB werkgeheugen in de Pixel 10 Pro XL, aangevuld met minimaal 256 GB opslagcapaciteit. Maar nu komt het: de Tensor G5-processor van Google zelf haalt het niet bij de chips in andere topsmartphones. Googles Pixel 10 Pro XL is in benchmarks minder snel en beperkt de chip sneller bij gamen om niet te warm te worden. Op papier jammer, in de praktijk merk je hier echter minder van. De smartphone is dan ook snel zat.

Waar je méér van merkt, is de accuduur. De Pixel 10 Pro XL heeft een 5200mAh-accu, wat een redelijk gangbare accucapaciteit is voor een 6,8inch-smartphone. Het lijkt er echter op dat de Tensor G5-chip en het modem minder energiezuinig zijn, want de accuduur maakt weinig indruk. Net als voorgaande Pixel-telefoons moeten we de Pixel 10 Pro XL steevast aan de oplader leggen als we gaan slapen. Op zo'n dag lezen we best wat nieuws op de telefoon, gebruiken we sociale media, plegen we wat belletjes, maken we foto's en gebruiken we een halfuur tot uur de hotspot-functie om in de trein te internetten op onze laptop. Veel andere telefoons hebben aan het eind van zo'n dag meer accu over dan de Pixel 10 Pro XL.

Opladen kan de smartphone via usb-c en draadloos. Bekabeld is de snelste methode; het duurt dan anderhalf uur om de accu volledig op te laden.

©Rens Blom

Uitstekende camera's

Pixel-smartphones staan al jaren bekend om hun uitstekende camera's. De Pixel 10 Pro XL houdt die reputatie hoog en biedt je drie geavanceerde camera's op de achterkant. Het gaat om een primaire camera, een groothoekcamera en een zoomcamera. Met alle camera's kun je overdag én in het donker echt hele goede foto's en video's schieten. Het verschil met de Pixel 9 Pro XL, die we hiervoor regelmatig gebruikten, vinden we echter niet groot. Gek is dat niet, want de 10 Pro XL heeft dezelfde camera's als zijn voorganger. Google zegt wel dat de optische beeldstabilisatie verbeterd is en voegt een zoommodus (tot 100x) toe, die sterk leunt op kunstmatige intelligentie (AI). En ja, tientallen keren zoomen is grappig, maar de resultaten zijn veel minder mooi dan een 'echte foto'. Wij adviseren je daarom om maximaal 10x te zoomen. Dan krijg je echt nog prima foto's.

Hieronder zie je twee fotoseries met telkens van boven naar beneden de hoofdcamera, de groothoekcamera en verschillende zoomstanden.

©Rens Blom

©Rens Blom

Opfrisbeurt voor software

Op de Pixel 10 Pro XL is Android 16 geïnstalleerd, de nieuwste software. Versie 16 oogt visueel anders dan versie 15 en is met name kleurrijker en vrolijker. Je kunt ook wat meer visuele zaken personaliseren. Wij zijn wel fan van deze opfrisbeurt.

Google stopt de software vol met AI-functies. Wat direct opvalt, is dat de Pixel 10 Pro XL in bijvoorbeeld de Verenigde Staten veel meer AI-functies heeft dan in Nederland. De AI werkt sowieso beter in het Engels. De functies die je hier wél kunt gebruiken, zijn overwegend nuttig en zeker het proberen waard. Nu maar hopen dat er meer (aangekondigde) functies naar Nederland komen.

Het updatebeleid van Google blijft erg goed: zeven jaar Android- en beveiligingsupdates. Wij vinden zeven jaar heel netjes, want we kunnen ons goed voorstellen dat het toestel na zeven jaar gebruik naar het einde van zijn (technische) levensduur kruipt.

Conclusie: Google Pixel 10 Pro XL kopen?

De Google Pixel 10 Pro XL is een fraaie en complete smartphone met erg goede camera's en zeven jaar software-updates. De ondersteuning voor magnetische (oplaad)accessoires is een mooie vernieuwing en we zien ook potentieel voor de AI-functies. De accuduur is echter een zwakker punt en de adviesprijs vinden we ook aan de hoge kant.