ID.nl logo
Een jaar na TrueCrypt - Kunnen we ons nog wel beveiligen?
© Reshift Digital
Huis

Een jaar na TrueCrypt - Kunnen we ons nog wel beveiligen?

Het is alweer een jaar geleden dat abrupt de stekker uit TrueCrypt werd getrokken. De populairste tool om je bestanden en schijven mee te beveiligen, was ineens niet meer betrouwbaar. Er lijkt geen degelijk alternatief te zijn opgestaan. Kunnen we onze bestanden nog wel afdoende beveiligen?

Paniek en ongeloof maakten zich op 29 mei 2014 meester van de gebruikers van het populaire versleutelingsprogramma TrueCrypt, toen vanuit het niets de ontwikkeling stopte. De website www.truecrypt.org, jarenlang een betrouwbare bron van software om digitale informatie te versleutelen, stuurde ineens alle bezoekers door naar een projectpagina op Sourceforge. Daarop stond dat TrueCrypt niet meer veilig was, vergezeld van het advies over te stappen op nota bene Microsoft BitLocker. Het enige wat verder op de Sourceforge-pagina stond: migratietips en een nieuwe versie van TrueCrypt die alleen nog geschikt was om bestaande schijven te ontsleutelen. Dit kon niet waar zijn!

Stekker eruit

Maar het was wel waar. Werd eerst nog aan een defacement gedacht, al snel werd duidelijk dat het toch echt de makers van TrueCrypt zelf waren die de stekker uit het project hadden getrokken. Zo bleek TrueCrypt 7.2, de versie die alleen geschikt is om eerder met TrueCrypt versleutelde gegevens te ontsleutelen, ondertekend te zijn met dezelfde digitale handtekening als de laatste volledige versie van het programma. Door dezelfde persoon dus. En ook de WHOIS en DNS-records van de TrueCrypt-website gaven geen aanleiding aan iets anders te denken dan een regulier einde van het project.

©PXimport

Ongeloof overheerste toen de TrueCrypt-site ineens meldde dat de ontwikkeling was gestopt en gebruikers moesten overstappen op BitLocker.

Een ongekend goede trackrecord

De eerste versie van TrueCrypt verscheen in februari 2004. In de tien jaar daarna heeft het een ongekend goede trackrecord opgebouwd van stabiliteit en functionaliteit en daarmee een grote schare gebruikers voor zich gewonnen. Er is natuurlijk meer software om gegevens te versleutelen, maar TrueCrypt was gratis, opensource en voorzag in alle functionaliteit die je nodig hebt om gegevens te versleutelen op massaal gebruikte media zoals een usb-stick of harde schijf en zelfs een hele computer inclusief de systeempartitie.

TrueCrypt biedt zogeheten transparante of on-the-fly-encryptie. De gegevens worden automatisch versleuteld en ontsleuteld bij het schrijven en lezen van de gegevens. Dit is verreweg de meest gebruiksvriendelijke manier van versleuteling, doordat het maar eenmaal nodig is om het juiste wachtwoord in te geven. Daarna zijn alle versleutelde gegevens direct toegankelijk.

TrueCrypt was bij uitstek ook geschikt voor de beveiliging van mobiele computers, die in de jaren na 2004 ook steeds populairder werden en een groeiend volume aan data bevatten. Daarbij was de software echt cross-platform met 32bit- én 64bit-versies voor Windows, Mac OS X én Linux. Het bestandsformaat van de versleutelde containers was daarbij tussen de platformen uitwisselbaar, wat ook weer een duidelijke plus was voor het programma. Logisch dus dat het zo populair was en het einde zoveel gebruikers voor een probleem stelt.

Zet je alu-hoedje op

Liefhebbers van complottheorieën kregen er met het plotse einde van TrueCrypt een dankbaar onderwerp bij. Waarom immers zou zo'n succesvol project stoppen? De aanbeveling om Microsoft BitLocker te gebruiken maakte het bovendien extra verdacht. Daar moest haast wel de NSA achter zitten, de door de onthullingen van Edward Snowden beschadigde Amerikaanse inlichtingendienst. De klokkenluider gebruikte bovendien zelf ook TrueCrypt om zijn documenten geheim te houden.

Wie gaat spitten in de wereld van TrueCrypt, heeft al snel aanleiding genoeg om achterdochtig te zijn. Zo hebben 'Ennead' en 'Syncon', de makers van TrueCrypt, hun identiteit nooit bekendgemaakt. Onbekend is ook David Tesařík, de eigenaar van de in Tsjechië geregistreerde merknaam TrueCrypt. De domeinnaam www.truecrypt.org was jarenlang geregistreerd op het valse adres 'NAVAS Station, Antarctica', terwijl de registratiegegevens nu via een privacydienst worden afgeschermd.

Ook de goede kwaliteit van TrueCrypt riep ironisch genoeg vragen op. Waren twee programmeurs genoeg om telkens zo snel de nieuwste versies van Windows, Linux en Mac OS X te ondersteunen? Dat het moeilijk bleek uit de broncode dezelfde binaries te compileren als die de TrueCrypt-ontwikkelaars aanboden, voedde bovendien weer speculaties over de aanwezigheid van backdoors.

©PXimport

De ontwikkelaars van TrueCrypt hebben hun identiteit altijd afgeschermd. Zo gebruiken ze PerfectPrivacy om hun domeingegevens geheim te houden.

Een aangekondigde dood

Waarom dan stoppen? Een reden hebben de ontwikkelaars van TrueCrypt nooit gegeven. Toch liggen redenen wel voor de hand. In februari 2014 publiceerde het Open Crypto Audit Project een eerste rapport op basis van een controle van de programmeercode van TrueCrypt. Onderzocht waren de Windows Kernel-code, de bootloader en de driver voor het bestandssysteem. Het kritische rapport beschreef enkele fouten die waren ontdekt. Bovendien bleek de kwaliteit van het programmeerwerk minder goed dan men had gehoopt en kon TrueCrypt alleen worden gecompileerd door gebruik te maken van enkele verouderde tools en libraries, die zelf al niet meer veilig waren. Alleen het oplossen van de bevindingen van de audit zou een team van ontwikkelaars een paar jaar werk opleveren, vermoedelijk zagen de ontwikkelaars van TrueCrypt dat niet meer zitten.

Piratenpartij

Deze conclusie wordt onderschreven door Jos Doekbrijder, de Nederlandse oprichter van Pure-Privacy, een organisatie die strijdt voor een kwaliteitskeurmerk voor opensource privacyproducten en tevens de ex-vicepresident van de Zwitserse Piratenpartij. Al snel na het einde van TrueCrypt startte Doekbrijder de website truecrypt.ch, met daarop de 7.1a-versies van TrueCrypt.

"De code van TrueCrypt is over vele jaren geschreven. Delen stammen uit het begin van de jaren negentig," vertelt Doekbrijder. "En hoewel het allemaal correct werkt, het is geen mooie code en niet goed genoeg gestructureerd en gedocumenteerd. De uitkomsten van de audit maakten de ontwikkelaars duidelijk dat ze niet met het fiksen van een paar bugs van TrueCrypt een moderne up-to-date tool zouden kunnen maken."

©PXimport

De TrueCrypt-site is onveranderd sinds de aankondiging dat het project stopte.

Het belang van encryptie

Cryptografie is Grieks voor geheimschrift. Het is de methode om informatie te bewaren en te transporteren, zodat alleen zij die toegang tot de informatie mógen hebben, er ook echt bij kunnen. Vaak zijn dit een zender en een ontvanger, maar je kunt cryptografie ook gebruiken om alleen zelf nog toegang tot de gegevens te hebben. Geheimhouding van de gegevens is overigens maar een van de kwaliteiten van cryptografie, maar in het geval van TrueCrypt draait het wel volledig om die vertrouwelijkheid; de gegevens geheimhouden.

Zoals de lezers van dit blad natuurlijk weten, is cryptografie of versleuteling tegenwoordig vooral belangrijk voor online privacy. Het is hét middel om vertrouwelijke informatie veilig te kunnen bewaren én te transporteren. Maar cryptografie kom je op nog veel meer plekken tegen: van de WPA-beveiliging van het draadloos netwerk tot de https-verbinding bij het internetbankieren. En zelfs je bankrekeningnummer zelf bevat een controlemechanisme die je tot de cryptografie kunt rekenen.

Open versus gesloten

Cryptografie staat en valt met geheimhouding. Maar niet de manier waarop de versleuteling plaatsvindt, wordt verborgen gehouden; alleen de sleutel die toegang geeft tot de data is geheim. Al het andere mag iedereen weten. Beter zelfs, de manier van versleutelen moet immers zo sterk zijn dat alleen een sleutel toegang geeft tot de informatie en die niet ook via een fout in het systeem kan worden verkregen.

Dit uitgangspunt, reeds in de negentiende eeuw vastgelegd door de cryptograaf Kerckhoffs, wordt ook vaak als argument gebruikt om beveiligingssoftware opensource te laten zijn.

Pure-Privacy-oprichter Jos Doekbrijder: "Per definitie kan alleen opensource-software veilig zijn. De logica is eenvoudig. Met een black box-benadering zoals bij closed source zie je de input, dat wat je versleutelt en de output. Maar er is geen enkele manier om te controleren of er niet meer output is dan strikt noodzakelijk, en er is ook geen enkele manier om te controleren of niet meer mensen dan jijzelf de output kunnen zien. Als garantie heb je alleen het woord van de ontwikkelaar. Als je Apple, Google of Microsoft vertrouwt, dan kun je hun producten gebruiken. Maar de mogelijkheid om de code te verifiëren en zelf te zien hoe de software doet wat het doet, die ontbreekt, en daarmee ontbreekt het ultieme element van vertrouwen dat je in een product kunt hebben."

Geen backdoor nodig

Ook zonder backdoor is TrueCrypt niet helemaal veilig, het programma is kwetsbaar voor een aantal aanvallen. Zo bewaart TrueCrypt de encryptiesleutels in het RAM-geheugen en kunnen deze in de seconden nadat een computer is uitgezet, maar het geheugen nog data bevat, worden 'bevroren' en uitgelezen. Crasht een pc terwijl TrueCrypt actief is, dan worden ook de sleutels opgeslagen in de geheugendump. Deze zwakheid is een van drie manieren waarop het programma Elcomsoft Forensic Disk Decryptor (EFDD) in het bezit kan komen van de sleutels van TrueCrypt en een versleutelde schijf of TrueCrypt-container kan mounten. EFDD kan dit trouwens ook bij schijven die met BitLocker en PGP zijn versleuteld, beide kennen dezelfde zwakheid.

©PXimport

EFDD van Elcomsoft haalt de encryptiesleutels uit een geheugendump en kan daarmee een TrueCrypt-schijf of -volume weer mounten.

Hoewel de broncode van TrueCrypt vrij beschikbaar is, is het programma zelf geen opensource-software. Dat TrueCrypt zichzelf aanprees als 'gratis opensource-software voor on-the-fly encryptie' is namelijk niet voldoende. Software geldt pas als opensource wanneer de licentie is goedgekeurd door een expertgroep zoals de Free Software Foundation (FSF), het Open Source Initiative (OSI) of het Debian of Fedora Project. En dit geldt niet voor de eigen TrueCrypt License van TrueCrypt. Hoewel het TrueCrypt-team de licentie in 2006 ter goedkeuring heeft aangeboden aan de OSI, trok men de aanvraag naarstig in toen bleek dat de kans op goedkeuring klein was.

De belangrijkste bezwaren van de OSI tegen de TrueCrypt-licentie zijn enkele beperkingen om de software vrij te mogen verspreiden en vooral onduidelijkheid of de TrueCrypt-code wel echt vrij was van auteursrechtelijke claims door derden. Volgens onderzoekers van de OSI en Fedora loopt iedereen die TrueCrypt verspreidt of gebruikt een serieus risico door rechthebbenden te worden aangeklaagd wegens het schenden van hun intellectuele eigendom.

©PXimport

Juristen van Fedora beoordeelden de TrueCrypt License als 'horrifying' en een risico voor iedereen die het product verspreidt of gebruikt.

Waarom is TrueCrypt geen opensource?

Dat TrueCrypt een eigen licentie gebruikt en niet een van de erkende opensource-licenties heeft, heeft een historische achtergrond. Al vanaf de eerste versie van TrueCrypt is er een dispuut met het Duitse bedrijf SecurStar over mogelijk onrechtmatig hergebruik van een deel van de broncode van het programma E4M ('Encryption for the Masses'). SecurStar claimt het recht op de code van E4M te hebben en zegt dat de vrijgave voor hergebruik door de ontwikkelaar van E4M illegaal is. SecurStar, dat nog steeds actief beveiligingsproducten ontwikkelt, biedt zelf onder meer het programma DriveCrypt aan. Dat heeft een vergelijkbare functionaliteit als TrueCrypt.

©PXimport

Een claim van leverancier SecurStar is mogelijk de reden dat TrueCrypt altijd een eigen licentie is blijven houden.

En wat moet je nu?

De TrueCrypt-audit

Simon Phipps, de president van de OSI, noemde TrueCrypt in een artikel op Infoworld

'wanna be open source software' en riep op tot een echte controle ('audit') van de broncode van TrueCrypt. Nadat de ontwikkeling van het programma plots stopte, werd die roep nog luider, vooral ook omdat de kans bestaat dat anderen de draad oppakken en afgeleiden van TrueCrypt ontwikkelen.

De broncode van een product zo groot en complex als TrueCrypt auditen is een kostbare zaak. Het is niet alleen veel werk, het moet ook nog eens door gekwalificeerde mensen gebeuren. Er lopen op dit moment diverse initiatieven om dit te doen. De belangrijkste is het Open Crypto Audit Project (OCAP), dat in oktober 2013 al een audit startte naar aanleiding van de berichten dat de National Security Agency (NSA) probeerde backdoors in bekende cryptografische software te krijgen of deze met supercomputers te kraken. Het onderzoek wilde duidelijk krijgen of TrueCrypt wel veilig was om te gebruiken en wist daar via crowdfunding in no time $70.000 voor bij elkaar te krijgen.

©PXimport

Op het hoofdkwartier van de NSA werken tussen de 30.000 en 40.000 medewerkers, onder meer aan het breken van cryptografie. (bron: Wikimedia Commons).

Maar ook voor de OCAP kwam het einde van TrueCrypt als een totale verrassing, wat leidde tot vertraging. Even heeft men overwogen het geld te bewaren om opvolgers van TrueCrypt te auditen, maar inmiddels is men toch met een tweede fase van de TrueCrypt-audit begonnen.

Doekbrijder is kort na het einde van TrueCrypt samen met Thomas Bruderer, een ander ex-lid van de Zwitserse Piratenpartij, een project gestart om de opvolgers van TrueCrypt te auditen. "Met Pure-Privacy (pure-privacy.org) en de website truecrypt.ch willen we de ontwikkeling van opvolgers van TrueCrypt ondersteunen. Op dit moment zijn meerdere programma's in de maak die de positie van TrueCrypt willen innemen. Welke uiteindelijk de opvolger wordt, is nog niet te zeggen," aldus Doekbrijder, die gegeven de onzekere situatie gebruikers aanraadt toch nog TrueCrypt 7.1a te gebruiken. "Wij vertrouwen en bevelen mensen TrueCrypt 7.1a aan tot de bevindingen van de Open Crypto Audit bekend zijn."

©PXimport

Geen toeval, het Amerikaanse National Cryptologic Museum is net als de National Security Agency (NSA) gevestigd in Fort Meade, Maryland.

Alternatieven voor TrueCrypt

Wie niet wil wachten tot de TrueCrypt-audit is voltooid, kan nu al aan de slag met een van de opvolgers. De bekendste zijn op dit moment VeraCrypt en CipherShed. VeraCrypt gebruikt de 7.1.a-code als basis voor het eigen project, maar heeft een aantal bevindingen uit de eerste auditfase van het Open Crypto Audit Project opgelost. Dit was niet mogelijk zonder de compatibiliteit met TrueCrypt te verliezen.

CipherShed is nog wel compatibel met TrueCrypt. Het gebruikt net als VeraCrypt de 7.1a-code, maar analyseert deze regel voor regel en herschrijft deze waar nodig om zo fouten eruit te halen en tot een betrouwbaar en beter product te komen. Daardoor is zeker CipherShed buiten testdoeleinden nog onbruikbaar voor gebruik. De makers spreken van een pre-alfa release, nog niet eens een bèta dus. Beide producten gebruiken tot op dit moment nog de TrueCrypt License.

©PXimport

Aan zowel VeraCrypt als CipherShed is duidelijk te zien dat ze zich nog grotendeels op de broncode van TrueCrypt baseren.

Conclusie

Een jaar na het plotse einde van TrueCrypt is het gat dat het programma achterliet, nog altijd niet opgevuld. Daarvoor werd TrueCrypt ondanks de twijfels ten aanzien van de betrouwbaarheid en de onduidelijkheden in de licentie, te massaal gebruikt. De audits die worden ondernomen, moeten duidelijk maken of de beschikbare broncode van TrueCrypt veilig is en bruikbaar als basis voor nieuwe producten. Zover is het nog niet, het definitieve antwoord zal nog jaren op zich laten wachten. In de dagelijkse praktijk is het misschien toch het verstandigst de stabiele TrueCrypt 7.1a te gebruiken, ondanks de bezwaren die daaraan kleven. De opvolgers zijn nog te onvolwassen om nu al te gebruiken.

Is BitLocker een alternatief?

Is Microsoft BitLocker dan geen goed alternatief? Het staat op veel computers, doordat het bijvoorbeeld standaard al in twee van de drie versies van Windows 8.1 zit. Het hangt helemaal af van de doelstelling. Wil je je gegevens beschermen tegen de hele wereld, dan voldoet BitLocker niet. Het is closed source en daarmee oncontroleerbaar.

Bovendien wordt in een van de documenten van Edward Snowden verslag gedaan van een succesvolle hack van BitLocker door de CIA. BitLocker bewaart de encryptiesleutels in de TPM-chip, en die had de CIA gekraakt, waardoor de inlichtingendienst toegang kon krijgen tot de beveiligde data. Verder heeft de FBI in 2005 druk uitgeoefend op Microsoft om een backdoor in BitLocker te bouwen, al is die actie vermoedelijk niet succesvol geweest.

Beschuldigingen dat het backdoors in zijn producten toelaat, heeft Microsoft ook altijd hard van de hand gewezen. "Dat zou economische zelfmoord zijn," aldus Scott Charney, Corporate Vice President van Microsoft. Volgens Hans Bos, National Technology Officer van Microsoft Nederland, is er geen reden aan de betrouwbaarheid van BitLocker te twijfelen. "Overheden kunnen en hebben de broncode van BitLocker gecontroleerd via het Government Security Program van Microsoft. Voor Nederland heeft het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging, onderdeel van de AIVD, BitLocker na controle goedgekeurd." Wie op de site van de AIVD kijkt, ziet dat dit echter alleen geldt voor het beveiligingsniveau Departementaal Vertrouwelijk, het laagste niveau.

©PXimport

Ook in Windows 10 biedt Microsoft BitLocker als manier om gegevensdragers en zelfs de hele computer te versleutelen.

▼ Volgende artikel
Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid
© JBL
Huis

Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid

Bluetooth-speakers zijn er in overvloed, waardoor fabrikanten zich maar moeilijk kunnen onderscheiden. Met zijn kersverse Grip doet JBL een dappere poging. Volgens het Amerikaanse merk is deze draadloze luidspreker met ingebouwde verlichting erg krachtig. Bijzonder, want de behuizing is niet veel groter dan een colablikje. Maakt JBL zijn belofte waar?

Goed
Conclusie

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Licht en compact
  • Valbestendig
  • IP68-gecertificeerde behuizing
  • Behoorlijke accuduur
  • Kan luid spelen
  • Sfeerverlichting
  • Uitgebreide app
  • Geen usb-c-kabel bijgesloten
  • Geen volwaardig 360 graden-geluid
  • Slechts één actieve audiodriver

De Grip is een begrijpelijke toevoeging binnen het uitgebreide gamma van de bekende audiofabrikant. Ten opzichte van de goedkopere GO 4 en Clip 5 is dit nieuwe model weliswaar iets groter, maar je krijgt daar een voller geluid voor terug. Vergelijken we de Grip met de iets duurdere Flip 7, dan is de cilindervormige behuizing van 6,4 × 15,3 × 6,5 centimeter juist weer iets compacter. Logischerwijs zag JBL dus een kans om dit gat in zijn assortiment te vullen. De speaker heeft een adviesprijs van 99,99 euro.

©Maikel Dijkhuizen

Het scheelt weliswaar niet veel, maar de JBL Grip is net iets forser dan een blikje frisdrank.

Luistertijd en bouwkwaliteit

Wie de JBL Grip koopt, moet zelf voor een usb-c-kabel zorgen, want deze kabel zit niet in het productdoosje. Eenmaal opgeladen gaat de accu van 2600 mAh op een gemiddeld volumeniveau ongeveer veertien uur mee. Normaal gesproken hebben JBL-speakers een stevige constructie. Dat is bij de Grip ook het geval, al kunnen we de behuizing op bepaalde plekken diep indrukken. Gelukkig veren het textiel en kunststof soepel terug. Wellicht verklaart het flexibele materiaal het lichte gewicht van 385 gram. Toch gaat deze luidspreker naar verwachting niet zo gauw stuk. JBL claimt dat de Grip een val van één meter hoogte op beton moeiteloos overleeft. Bovendien voldoet dit product aan de eisen van de IP68-norm. Het speakerkastje is dus volledig dompel- en stofdicht. Zeker voor luistersessies in de buitenlucht is dat natuurlijk een pluspunt. Dankzij de geïntegreerde lus hang je de Grip makkelijk ergens aan op.

©Maikel Dijkhuizen

Zelfs in een tropisch aquarium speelt deze volledig waterdichte bluetooth-speaker vrolijk door.

Muziek luisteren

Zodra de Grip met een bluetooth-bron is verbonden, bedien je de muziekweergave eenvoudig vanaf de speaker. Boven het JBL-logo vind je twee volumeknoppen en een play/pauze-toets. Door tweemaal op laatstgenoemde knop te drukken, kun je nummers skippen. Bovenop is er nog een optie om een andere geschikte JBL-speaker draadloos te koppelen. Je profiteert dan van een grootser geluid. Hoewel veel cilindervormige luidsprekers een zogeheten 360 graden-geluid ondersteunen, is dat bij dit exemplaar helaas niet het geval. De achterkant klinkt beduidend minder dan de voorkant.

Bij eenvoudige muziekcomposities, podcasts en luisterboeken is de geluidskwaliteit goed. Het is nogal verrassend hoeveel volume dit kleine apparaatje kan produceren. Met name bij opzwepende genres als dance en hiphop komt dat goed van pas. Verder zijn mensen duidelijk te verstaan, zodat je bijvoorbeeld een radioshow of audioboek makkelijk kunt volgen. Bij bombastische muziekstukken met veel instrumenten schiet de Grip iets tekort. Denk bijvoorbeeld aan genres als rock, metal en klassiek. Logisch, want het is ondoenlijk om de benodigde audiofrequenties uit een enkele fullrange-audiodriver te persen. Zeker op een wat hoger volumeniveau klinken dergelijke nummers ietwat chaotisch. Geen schande, want dat is vrijwel bij alle bluetooth-speakers met slechts één actieve audiodriver het geval.

©Maikel Dijkhuizen

Voor een betere geluidskwaliteit draai je de luidspreker bij voorkeur even om.

Sfeerverlichting en app

Op de achterkant zit een ledstrip van zo'n 6,5 centimeter. Dat geeft met name in het donker een leuk effect. Druk meermaals op de bijbehorende lichtknop voor verschillende thema's. Via de JBL Portable-app pas je optioneel de lichtintensiteit en kleur aan. Ook om andere redenen loont het de moeite om deze app op je smartphone te installeren. Je zet hiermee onder andere diverse equalizerinstellingen naar je hand. Kies bijvoorbeeld voor Chill, Vocal of Energetic. Tot slot stelt JBL vanuit de app regelmatig software-updates beschikbaar.

©Maikel Dijkhuizen

De JBL Portable-app telt een aantal nuttige functies.

JBL Grip kopen?

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

▼ Volgende artikel
Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro
© www.peopleimages.com
Huis

Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro

Hoeveel smartphone krijg je voor een scherpe prijs? In deze uitgebreide test vergelijken we negen populaire smartphones die tussen de 200 en 300 euro kosten. Uit die ervaringen blijkt dat een budgetsmartphone in heel wat gevallen voldoende kan zijn, maar er ook duidelijk argumenten zijn om door te sparen voor een duurder model.

We testen voortdurend smartphones in allerlei prijsklassen, waaronder het goedkope segment tot 300 euro. Heb je interesse in een budgetsmartphone, dan kun je bij veel merken terecht. Uiteraard van bekende namen als Samsung en Motorola en de Chinese grootmachten als Xiaomi en Oppo. Nieuwere merken zoals HMD en Nothing willen ook een puntje van de taart claimen. In deze test bespreken we – in willekeurige volgorde – smartphones van Samsung, Motorola, Xiaomi, Poco, Nothing, Oppo en HMD.

Testverantwoording

We hebben negen budgetsmartphones getest. In dit geval zijn dit toestellen die bij bekende (web)winkels tussen de 200 en 300 euro kosten. We hebben bij het selecteren van de geteste smartphones gekeken naar de straatprijzen van bekende aanbieders in november 2025. We nemen dus niet de adviesprijzen van fabrikanten, want die zijn veelal hoger. De straatprijzen geven het meest realistische beeld van de smartphones die je voor een bepaald budget kunt kopen.

Bij het testen van een toestel letten we onder andere op de bouw- en schermkwaliteit, aanvullende technische functies als de mate van repareerbaarheid en in hoeverre het apparaat bestand is tegen stof en water. We noteren ook hoe een smartphone bevalt in het dagelijks gebruik, van de snelheid en de accuduur tot hoe snel het opladen verloopt en of het opladen ook draadloos kan. Natuurlijk maken we ook de nodige foto’s en video’s met een smartphone, zowel overdag als in het donker. We nemen verder de geïnstalleerde softwareschil en het beloofde updatebeleid onder de loep. Zo kun je ook vergelijken tot wanneer je een smartphone comfortabel en veilig kunt gebruiken. Tot slot besteden we aandacht aan eventuele onderscheidende functies van een smartphone. Die zijn er namelijk, ook in het budgetsegment.

©Livinsky Alex

Ook budgetsmartphones zijn tegenwoordig voorzien van een usb-c-aansluiting.

CMF Phone 2 Pro

De CMF Phone 2 Pro is een toestel van techbedrijf Nothing, en de tweede smartphone in de CMF-lijn. De telefoon heeft een industrieel ontwerp dat duidelijk opvalt ten opzichte van de concurrentie en is geschikt voor los verkrijgbare accessoires van Nothing.

Nothing brengt een magnetische kaarthouder uit die je op de achterkant kunt plakken, een setje cameralenzen om meer functies aan de camera’s toe te voegen en een nekkoord. Enkel het nekkoord werkt ook met de vorige CMF-smartphone, waar overigens na de initiële drie accessoires geen nieuwe extra’s voor zijn uitgebracht. Nothings modulaire strategie weet ons daarom nog niet te overtuigen.

De CMF Phone 2 Pro doet dat als telefoon beter. Het 6,77inch-oledscherm (120 Hz) ziet er erg goed uit, onder de motorkap draait een prima MediaTek-processor met 8 GB werkgeheugen en de opslagcapaciteit bedraagt 128 GB. Blij zijn we met de hoofdcamera en de zoomcamera. De groothoekcamera is kwalitatief minder goed. De 5000mAh-batterij gaat zonder zorgen een lange dag mee. ‘s Nachts opladen is aan te bevelen. Dat kan met maximaal 33 watt via usb-c. De CMF Phone 2 Pro draait op Android 15, krijgt drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. De softwareschil voegt visueel toffe functies toe en is vrij van bloatware.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Onderscheidend uiterlijk
  • Optionele accessoires
  • Lang updatebeleid
  • Accessoire-strategie is onduidelijk
  • Matige groothoekcamera

Samsung Galaxy A36

Als je een betaalbare, moderne Samsung-smartphone zoekt, kun je bijvoorbeeld de Galaxy A26 overwegen. In deze test bespreken we beide modellen, te beginnen met de A36. Die weet ons niet helemaal te overtuigen. Ja, het toestel is waterdicht, kan tegen stof en heeft een prachtig 6,7inch-oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Ook de accuduur is ruimschoots voldoende, wat knap is omdat de 5000mAh-accu niet bijzonder groot is. Opladen kan de smartphone met maximaal 45 watt en dat is ook lekker rap.

Samsungs updatebeleid is met zes jaar Android- én beveiligingsupdates ook erg goed. Veel fabrikanten van budgetsmartphones kunnen hier nog een voorbeeld aan nemen. Maar die merken focussen zich weer op betere specificaties en op dat punt laat Samsung steken vallen met de A36. Het toestel is simpelweg traag in gebruik, zowel bij het navigeren door de softwareschil als bij het gebruiken van apps en games. De foto- en videokwaliteit valt ons ook tegen. Voor sociale media is de kwaliteit op zich prima, maar het moge duidelijk zijn dat je in dit prijssegment smartphones kunt kopen die realistischere plaatjes schieten. Door de zwakke prestaties vragen we ons ten zeerste af of de A36 na jarenlang gebruik én allemaal software-updates nog wel mee kan komen.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Lang updatebeleid
  • Te traag
  • Tegenvallende foto's en video's

Motorola Edge 50 Neo

Motorola biedt heel wat betaalbare smartphones aan in zijn Moto G- en Edge-series. De nieuwe Edge 60-serie is nog aan de dure kant en verderop in deze test bespreken we een Moto G-model. We zijn ook in de Edge 50 Neo gedoken, die nu bijna een jaar op de markt is. Dit toestel is met name interessant voor wie veel functies in een compacter toestel zoekt. De Edge 50 Neo weegt namelijk slechts 171 gram en is met zijn 6,4inch-scherm ook wat handzamer dan veel concurrenten. Het 120Hz-oledscherm laat een goede indruk achter. De gebruikte MediaTek-processor is niet de snelste, maar dat wordt deels gecompenseerd door liefst 12 GB werkgeheugen. Helemaal royaal is de opslagcapaciteit van 512 GB. Ook aanwezig zijn functies als e-sim, wifi 6E en draadloos opladen (met maximaal 15 watt). Dat laatste is best zeldzaam in dit prijssegment. Via de usb-c-poort kan de smartphone laden met maximaal 65 watt, al dien je zelf de juiste adapter te regelen. Het toestel heeft drie prima camera’s achterop, waarvan de hoofdcamera en groothoeklens optische beeldstabilisatie (OIS) hebben. Motorola geeft de Edge 50 Neo vijf jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is netjes en – verwarrend – langer dan de meeste duurdere Motorola-smartphones.

Fantastisch
Plus- en minpunten
  • Compact ontwerp
  • Functies
  • Niet de snelste
  • Verwarrend toestel

Xiaomi Redmi Note 14 Pro 5G

Let goed op, want Xiaomi’s Redmi Note 14-serie bestaat uit een handvol toestellen. Die hebben onder andere Pro- en Pro Plus-aanduidingen en zijn er soms ook al 4G- en 5G-versies, met iets uiteenlopende specificaties. Wij hebben de Note 14 Pro 5G onder handen genomen, die net onder de prijsgrens van deze test valt. Het toestel komt luxe over met zijn stevige behuizing, die ook een IP68-certificering bevat tegen water en stof. De smartphone heeft een groot 6,67inch-oledscherm (120 Hz) met scherpe resolutie van 2712 × 1220 pixels, dat een genot is om naar te kijken.

De prestaties zijn dankzij de vlotte MediaTek-processor ook dik in orde, geholpen door 8 GB werkgeheugen. Met 256 GB is de opslagcapaciteit van gebruikelijke grootte. Dankzij de 5110mAh-accu kun je de smartphone meer dan een dag gebruiken. Opladen gaat snel via de usb-c-poort (maximaal 45 watt) en we worden blij van de goede hoofdcamera. De extra camera’s vallen ons kwalitatief helaas tegen. Xiaomi’s softwareschil MIUI bevalt ook minder goed dan de andere geteste softwareschillen. MIUI bevat heel veel extra apps en onnodige functies en toont bovendien reclames. Het updatebeleid is met drie Android-upgrades (waarvan Android 15 er al één was) en vier jaar beveiligingsupdates ook wat benedengemiddeld.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Snel
  • Lange accuduur
  • Drukke software vol reclames
  • Sommige camera’s vallen tegen

Samsung Galaxy A26 5G

Iets eerder in dit artikel hierboven bespraken we de Galaxy A36 van Samsung, die wat duurder is dan de A26 die we nu toelichten. Wat direct opvalt, is dat Samsung nog meer compromissen moest sluiten om tot de lagere prijs te komen. Zo heeft de Galaxy A26 een usb 2.0-poort en is het sterk verouderde wifi 5 de hoogste wifistandaard. In de praktijk vallen ook de macrocamera en groothoekcamera erg tegen en heeft de gebruikte processor ook moeite om ons bij te benen. Het snelheidsverschil met sommige andere geteste telefoons is duidelijk merkbaar.

Het roept twijfels op over de prestaties van de A26 na een paar jaar gebruik. Op papier kan de smartphone lang mee. Samsung garandeert namelijk zes jaar updates, wat gelet op de scherpe prijs een erg sterk updatebeleid is. De A26 scoort ook pluspunten met zijn accuduur van ruim een dag, zijn goede hoofdcamera en zijn mooie oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Dat scherm is 6,7 inch groot en heeft een wat ouderwetse waterdruppel-inkeping bovenin voor de selfiecamera. Moderner is de IP67-certificering, die aangeeft dat het toestel bestand is tegen stof en water. Ten opzichte van sommige andere geteste smartphones vinden we dat de Galaxy A26 meer duidelijke aandachtspunten heeft.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Krijgt lang updates
  • Oude processor
  • Achterhaalde functies

Poco X7 Pro

Op de valreep kan hij mee, deze 8/256GB-versie van de Poco X7 Pro. Het zustermerk van Xiaomi verkoopt ook een 12/512GB-variant, die duurder is. Wat opvalt aan deze Poco X7 Pro is allereerst zijn ontwerp. Dit toestel is duidelijk gemaakt voor wie aandacht wil trekken. Spreekt het hippe ontwerp je niet aan, dan biedt een hoesje uitkomst. De smartphone is waterdicht en stofbestendig en heeft een groot 6,67inch-oledscherm. Met een resolutie van 2712 × 1220 pixels oogt het beeld erg scherp. Een 120Hz-verversingssnelheid maakt het scherm soepel in gebruik.

Ook soepel zijn de prestaties: dankzij de MediaTek-processor en 8 GB werkgeheugen is de telefoon erg snel. Van de camera’s zijn we minder onder de indruk, al kun je er prima mee uit de voeten. Vrolijker worden we van de accuduur. De 6000mAh-accu is op papier bovengemiddeld groot en gaat in de praktijk ook uren langer mee dan veel andere smartphones. Opladen kan vlot via de usb-c-poort. Poco levert de X7 Pro met Android 15 en garandeert drie Android-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Dat is aardig, maar korter dan heel wat concurrenten. Jammer is dat Poco zijn softwareschil volstopt met commerciële apps en games, al kun je een deel zelf verwijderen.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Razendsnel
  • Lange accuduur
  • Ondermaatse camera’s
  • Veel bloatware

Oppo A5 Pro 5G

Heb je behoefte aan een erg stevige smartphone, dan lijkt de Oppo A5 Pro (5G) een boeiende kandidaat. Dit toestel is IP66-, IP68- en IP69-gecertificeerd. Wat wil zeggen dat het toestel bestand is tegen stof, een val in het water en een harde waterstraal. Oppo zegt ook dat de smartphone geen schade oploopt door extreme temperaturen en dat er extra stevig glas voor het beeldscherm geplaatst is. Prettig is dat het stevige karakter van het Oppo-toestel helemaal niet opvalt. Er zit geen klepje voor de usb-c-poort, het toestel is met 194 gram niet bovengemiddeld zwaar en voelt ook aan als een reguliere telefoon. De prijs vinden we erg vriendelijk, zeker als je weet dat Oppo drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates garandeert.

De fabrikant heeft een extra grote accu (5800mAh-capaciteit) in zijn budgetsmartphone gestopt. Wij kunnen dan ook twee dagen vooruit met de A5 Pro (5G), al komt dat ook deels omdat het HD-scherm minder stroom verbruikt dan de Full-HD-schermen in concurrerende telefoons. Het HD-scherm oogt duidelijk minder scherp en is een stevige compromis. Op alle andere vlakken presteert de Oppo A5 Pro prima, zonder onderscheidend te zijn. Van Oppo’s drukke softwareschil vol bloatware zijn we minder gecharmeerd.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Extra stevig in normale behuizing
  • Accuduur
  • Heeft slechts een HD-scherm
  • Software erg druk

Motorola Moto G75 (Redactietip)

De Motorola Moto G75 is één van de vele Moto G-smartphones. Een ietwat verwarrende strategie van het merk, maar goed om te weten is dat de G75 een van de betere keuzes is. Niet alleen ten opzichte van zijn broers, maar ook in vergelijking met de concurrerende smartphones in deze test. Dat begint bij de buitenkant. De Moto G75 draagt een MIL-STF-810H-certificering, wat inhoudt dat hij een val van 1,2 meter hoogte moet overleven en IP68-gecertificeerd is. De smartphone kan dus tegen stof en water. Ook ondersteund zijn e-sim en draadloos opladen (met maximaal 15 watt), twee functies die we op maar weinig andere budgettelefoons terugzien.

Daar staat tegenover dat die smartphones veelal een oledscherm hebben en de Moto G75 het moet doen met een iets minder mooi lcd-scherm. Dat scherm meet maar liefst 6,78 inch, toont een Full-HD-resolutie en heeft een 120Hz-verversingssnelheid. Onder de motorkap draait een aardige processor met 8 GB werkgeheugen, maar er zijn snellere geteste smartphones. De opslagcapaciteit is met 256 GB wel van gebruikelijke grootte.

Motorola maakt een goede sier met zijn goede hoofdcamera en groothoekcamera – die ook een nauwkeurige macromodus heeft. Ook het updatebeleid is positief verrassend. De Moto G75 krijgt vijf Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Motorola’s softwareschil is lekker rustig.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Compleet in functies
  • Lang updatebeleid
  • Lcd-scherm
  • Relatief langzaam
Goed om te weten

In deze vergelijkende test worden budgetsmartphones van bekende en minder bekende merken bekeken, zodat we een goede afspiegeling van de markt kunnen geven. Die markt is natuurlijk nog veel groter. Zoals je in dit artikel kunt lezen, verkopen onder meer Motorola en Xiaomi veel smartphones in het goedkopere prijssegment. De merken concurreren dus niet alleen met elkaar, maar hun toestellen concurreren ook onderling. Toestellen die qua prijs en software(beleid) veel op elkaar lijken, kunnen verschillen in uiterlijk en specificaties.

Een alternatief toestel dat niet in deze test is meegenomen, wellicht dus meer bij je wensen aansluiten – zonder dat je meer hoeft te betalen. Wellicht vind je dat alle besproken budgetsmartphones te veel compromissen sluiten. In dat geval kun je beter doorsparen voor een midrange-smartphone, dus een model van circa 300 tot 500 euro. Dergelijke smartphones hebben doorgaans krachtiger specificaties, betere camera’s en kunnen vaak sneller opladen via usb-c.

Een deel van de mid-range smartphones krijgt bovendien zeven jaar updates, waardoor dergelijke toestellen langer prettig en veilig te gebruiken zijn. Als je van plan bent om jaren met je nieuwe smartphone te doen, kan het zeker de moeite waard zijn om eenmalig tientallen tot een paar honderd euro meer uit te geven aan je toestel.

HMD Fusion

De HMD Fusion is misschien wel de opvallendste smartphone in deze vergelijkende test. Dat komt door twee uiterlijke aspecten. Enerzijds is de Fusion zo ontwikkeld dat je hem met behulp van gereedschap en handleidingen van reparatiebedrijf iFixit zelf grotendeels uit elkaar kunt halen. Daarna kun je onderdelen vervangen. iFixit biedt onder meer een nieuw batterij, scherm en achterkant aan. De prijzen bedragen enkele tientjes per onderdeel. We waarderen deze duurzame aanpak van HMD.

Ook interessant zijn de pogo-pinnetjes op de achterkant van de smartphone, waar je speciale HMD-hoesjes aan kunt bevestigen. Zo’n hoesje biedt bijvoorbeeld een flitser aan de voorkant (voor betere selfies in het donker), de mogelijkheid om de smartphone draadloos op te laden of te veranderen in een handheld. De prijzen van de hoesjes vallen ons ook mee.

Toch kunnen we de HMD Fusion moeilijk aanraden. Als smartphone valt hij ons namelijk nogal tegen. Het HD-scherm ziet er niet zo fraai uit, door de eenvoudige Snapdragon-processor is de telefoon – nu al – vrij traag en HMD belooft slechts twee Android-upgrades en drie jaar beveiligingsupdates. Een telefoon uitbreiden met toffe hoesjes en onderdelen vervangen willen wij pas doen als de basis goed is. De HMD Fusion weet daar niet in te overtuigen.

Oké
Plus- en minpunten
  • Zelf te repareren
  • Optionele hoesjes met extra functies
  • Matige specificaties
  • Mager updatebeleid

Conclusie

Na het testen van negen budgetsmartphones, hebben we – niet voor het eerst – gemerkt dat er veel verschil zit in de totale gebruikservaring van goedkope toestellen. Natuurlijk, ten opzichte van bijvoorbeeld drie jaar geleden krijg je nu sowieso een betere telefoon voor hetzelfde geld. De geteste budgetsmartphones hebben allemaal een stevig ontwerp, voldoende werkgeheugen en opslagcapaciteit. Er is ook ruimte gekomen voor innovatie, zo laten Nothing en HMD zien met hun modulaire toestellen. Sommige merken geven hun budgetsmartphones ook een serieus updatebeleid. Met name Samsung en Motorola scoren goed op dit vlak. Deze test maakt ook duidelijk dat elk merk – nog steeds – compromissen moet sluiten om een prima budgettelefoon uit te brengen. Zo kiezen HMD en Oppo voor een HD-scherm, heeft een Samsung-model wifi5-ondersteuning en stopt Xiaomi zijn software vol reclames.

Onder de streep zijn we aangenaam verrast door veel smartphones, de Motorola Edge 50 Neo voorop. Die biedt een heel fijn totaalpakket voor een scherpe prijs. Dit toestel krijgt dan ook het predicaat Best getest. Onze Redactietip blijkt na grondig nadenken óók een Motorola-smartphone, namelijk de Moto G75. Die is nog goedkoper maar bevalt ook hartstikke goed, te danken aan prettige specificaties en rustige software die zes jaar updates krijgt.

1761730234-overzicht-smartphones-id-2025.pdf