ID.nl logo
De 13 beste powerline-adapters voor supersnel internet
© Reshift Digital
Huis

De 13 beste powerline-adapters voor supersnel internet

De ontwikkelingen op het gebied van het thuisnetwerk staan nooit stil, ook niet bij powerline-adapters. Sinds enige tijd zijn er modellen te koop die zijn ontwikkeld volgens de HomePlug AV2-standaard, die snelheden tot 1200 Mbit/s mogelijk maakt. Wij hebben dertien setjes van deze adapters getest.

Powerline-adapters zijn wellicht niet de meest sexy netwerkproducten, zeker niet als je ze vergelijkt met hippe 802.11ac-routers en -repeaters. Toch worden ze de afgelopen tijd steeds populairder. Dit heeft er in eerste instantie mee te maken dat deze producten steeds beter betaalbaar worden, waardoor een setje powerline-adapters een goed alternatief is geworden voor een repeater. Beide producten hebben globaal hetzelfde doel voor ogen, namelijk het realiseren van een netwerkverbinding op plaatsen waar je met je router niet kunt komen. Een tweede reden voor de toegenomen populariteit van powerline is de relatief recente toevoeging van wifi. Lees ook: 9 tips om langer met je mobiele batterij te doen.

Het gros van de netwerkverbindingen in huis wordt inmiddels draadloos gelegd, dus je kunt met een enkele adapter een hele verdieping van een netwerkverbinding voorzien. Van powerline-adapters moet je er minimaal twee hebben: eentje om bekabeld op je netwerk aan te sluiten en eentje die je in een stopcontact steekt waar je een netwerkaansluiting wilt realiseren. Die tweede adapter is er in meerdere varianten. Je hebt ze met een enkele netwerkaansluiting of met meerdere, maar ook met ingebouwd wifi-accesspoint. Je kunt uiteraard ook zelf een switch of accesspoint aansluiten op een powerline-adapter met één netwerkaansluiting. Van de geteste modellen vind je deze gegevens terug in de tabel.

©PXimport

©PXimport

Een powerline-adapter verandert je stopcontact in één of meerdere netwerkaansluitingen.

HomePlug AV2

Er is nog een andere reden waarom powerline een extra boost zou kunnen krijgen. Met de komst van HomePlug AV2 is er nu een standaard die ongekende prestaties belooft (en ook deels waarmaakt). Waar je het tot nu toe moest doen met adapters die maximaal 500 of 600 Mbit/s konden behalen, hebben de nieuwe modellen een opgegeven maximale bandbreedte van 1000 en zelfs 1200 Mbit/s.

Inmiddels zijn er ook al behoorlijk wat fabrikanten die modellen op de markt hebben, dus zal de vooralsnog vrij hoge prijs vanzelf wat zakken. Zoals de naam al aangeeft, is HomePlug AV2 een doorontwikkeling van de vorige standaard, HomePlug AV. Er is her en der dus nog wat ruimte gevonden om de prestaties verder de hoogte in te krijgen. In de basis draait het bij moderne powerline-adapters om drie zaken: frequentiespectrum, modulatie en MIMO. De verschillen tussen de op dit moment courante modellen (200, 500, 600, 1000 en 1200 Mbit/s) kunnen allemaal uitgelegd worden aan de hand van deze drie termen.

Frequentiespectrum en modulatie

Als we het hebben over frequentiespectrum, dan gaat het om de frequenties waarvan de adapters gebruikmaken om data te verzenden. Kijken we naar 200Mbit/s-adapters, dan beslaat het frequentiespectrum een vrij bescheiden 2-28 MHz, bij 500Mbit/s- en 600Mbit/s-modellen is dat 2-68 MHz. Ook de 1200Mbit/s-adapters met een chipset van Qualcomm gebruiken het frequentiespectrum van 2-68 MHz.

Broadcom gebruikt in zijn 1000- en 2000Mbit/s-chipsets het frequentiespectrum 2-86 MHz. Orthogonal Frequency-Division Multiplexing definieert binnen het frequentiegebied meerdere draaggolven die elkaar niet in de weg zitten. De eigenlijke digitale bits worden vervolgens middels modulatie op de analoge draaggolf geplaatst. De techniek die hiervoor gebruikt wordt heet QAM (Quadrature Amplitude Modulation). Daar zit dan ook het verschil tussen de verschillende soorten adapters. De 1000Mbit/s-adapters met een chipset van Broadcom hebben net als de 200- en 500Mbit/s-adapters een modulatie van 1024-QAM, terwijl de 600- en 1200Mbit/s-modellen met een chipset van Qualcomm een veel forsere 4096-QAM gebruiken.

©PXimport

De AVM Fritz!Powerline 1000E heeft een wat verwarrende naam. Ondanks de '1000' in de naam, is dit toch een 1200Mbit/s-exemplaar. Het getal in de naam slaat op de snelheid van de netwerkaansluiting.

Randaarde met MIMO

Volgers van de routermarkt zullen de term MIMO ongetwijfeld kennen, omdat multiple-input multiple-output al sinds de introductie van 802.11n gebruikt wordt bij wifi. Ook bij powerline-adapters houdt het in dat er meerdere signalen tegelijkertijd verstuurd en ontvangen kunnen worden. In het geval van powerline-adapters is dit mogelijk doordat niet alleen de nul- en de fasedraad worden gebruikt voor communicatie, maar ook de aardedraad.

Op deze manier is er een 2Tx2R-configuratie te maken: twee datastromen voor verzenden, twee voor ontvangen. Heb je een stroomnet zonder aarde door je huis lopen, dan heb je logischerwijs helemaal niets aan deze toevoeging en kun je de extra euro's die dit type kost beter besparen en voor een goedkoper SISO-exemplaar (single-input, single-output) gaan.

Toen we voor het eerst hoorden van de MIMO-technologie voor powerline-adapters, vroegen we ons af of dit eigenlijk wel toegestaan is in Nederland. Officieel mag de aardedraad nergens anders voor gebruikt worden. Volgens fabrikanten is dit gebruik van de aardedraad toch toegestaan. De MIMO-adapters hebben een geadverteerde snelheid van 1200 Mbit/s wanneer het om een Qualcomm-chipset gaat en een snelheid van 2000 Mbit/s als het om een Broadcom-chipset gaat. Die laatste zijn nog niet breed verkrijgbaar, de geteste 1000Mbit/s-adapters in deze test met een chipset van Broadcom zijn SISO-adapters die geen gebruikmaken van randaarde.

©PXimport

De Netgear PL1200 biedt een uitstekende prijs-prestatieverhouding.

Op de doos en in de praktijk

Als het gaat om beloofde maximale doorvoersnelheden of bandbreedte van netwerkproducten, is er altijd een verschil tussen wat er op de doos staat en wat je in de praktijk daadwerkelijk haalt. Dit heeft te maken met zaken zoals overhead van een bepaald protocol, maar ook met storingen. Dat is met powerline-adapters niet anders. Als je wat minder goed van vertrouwen bent, zou je kunnen zeggen dat je door de fabrikanten bewust voor het lapje gehouden wordt. Voor een deel gaan we hier ook zeker in mee. Als je als fabrikant de keuze hebt tussen bijvoorbeeld 300 of 1200 Mbit/s als snelheid op de doos, dan is de verleiding om voor het hogere getal te gaan waarschijnlijk te groot om te weerstaan.

Aan de andere kant is er ook wel degelijk iets te zeggen voor het melden van de onrealistisch hoge maximale doorvoersnelheden op de doos. Dat is namelijk de enige snelheid waar een objectief getal aan gehangen kan worden, omdat dat de snelheid is die op de bovenste, fysieke laag van de protocolstack behaald kan worden. Die wordt bepaald door de hardware en heeft geen last van overhead en storingen. De daadwerkelijke snelheid kan pas enkele lagen dieper, op applicatieniveau, worden vastgesteld. Hoe hoog die is, hangt echter voor het grootste gedeelte af van zaken die niet te controleren zijn, zoals de kwaliteit van de leidingen/kabels waar het netwerkverkeer doorheen moet en eventuele obstakels. Een setje adapters dat volgens de doos sneller is dan een ander setje, is dat in onze ervaring in de praktijk ook altijd. Dus de getallen op de doos zeggen wel degelijk iets.

©PXimport

TP-Link heeft op de TL-PA8030P drie netwerkaansluitingen aangebracht, op beide adapters.

Obstakels

Net als bij wifi, ontkom je ook bij powerline-adapters niet aan storende elementen. Allereerst is het stroomnet niet ontwikkeld voor het transport van data. Daarnaast worden stroomdraden aan elkaar gekoppeld met behulp van lasklemmen, dus ook daar zullen datapakketjes verloren gaan. Vergeet verder ook niet de andere apparaten die op het stroomnet aangesloten zijn en voor stroompieken zorgen. Iedere stroompiek zorgt voor een verstoring van het signaal. Verder heb je in een gemiddeld huis vrijwel altijd meerdere groepen. Het signaal moet dan dus door de meterkast naar een andere groep, wat wederom leidt tot een verlies van pakketjes.

Veel nieuwbouwhuizen worden tegenwoordig opgeleverd met meerdere fases. Voorheen was dat een onoverkomelijk probleem voor powerline-adapters, maar inmiddels niet meer. Van zowel Devolo als TP-Link weten we dat hun nieuwste adapters zijn voorzien van een zogeheten fasesprong waarmee communicatie tussen fases mogelijk is. Wil je het optimale uit je powerline-adapters halen, dan is het handig als je weet hoe je stroomnet (ongeveer) in elkaar zit. Hoe minder obstakels het signaal moet overwinnen, hoe beter. Zo kan het zijn dat er een groot verschil in doorvoer zit tussen twee direct naast elkaar gelegen stopcontacten. Het nadeel van deze obstakels is feitelijk hetzelfde als bij wifi het geval is. Het is onmogelijk om vooraf te zeggen of powerline-adapters in jouw situatie tot een bevredigend resultaat leiden. Dankzij de toegenomen rekenkracht en bandbreedte bij de nieuwste modellen, blijft er wel steeds meer bandbreedte over. De kans dat je uit de voeten kunt met powerline-adapters, is dus wel groter geworden.

©PXimport

Het mag dan een van de oudste HomePlug AV2-modellen zijn, de ZyXEL PLA5206 is een goede keuze als je voor een 1000Mbit/s-exemplaar gaat en geen randaarde hebt.

Wifi

Zoals al eerder opgemerkt, is de toevoeging van wifi een belangrijke factor geweest in het relatieve succes van powerline-adapters in Nederland de afgelopen jaren. De nieuwe HomePlug AV2-standaard mag dan bekabeld nog zoveel sneller zijn dan zijn voorlopers, zolang er geen wifi aan toegevoegd wordt, zal het geen doorslaand succes worden. Vooralsnog zijn de fabrikanten van powerline-adapters echter zeer voorzichtig op dit punt. Op zich is dat niet zo gek, want wifi maakt de adapters alleen maar duurder. En ze zijn al niet bepaald goedkoop te noemen, zeker de 1200Mbit/s-modellen niet. Vooralsnog is Devolo de enige die een 1200Mbit/s-kitje heeft met een 802.11ac-accesspoint geïntegreerd in een van de adapters.

Die heeft dan ook de niet malse prijs van 189 euro. Daar koop je bijvoorbeeld ook een uitstekende router voor. Zeker als je bedenkt dat je altijd nog maar moet afwachten hoe goed powerline-adapters in jouw specifieke situatie werken, is het echt een flink bedrag. Ook hier geldt dat concurrentie de prijs vanzelf naar beneden toe drijft. TP-Link heeft in ieder geval al aangegeven met een concurrerend model te komen, maar dat was niet op tijd binnen om mee te nemen in deze test.

©PXimport

Wil je de beste en meest complete powerline-adapters van het moment, dan kom je uit bij de Devolo DLAN 1200+ WiFi AC.

Prestaties

Waar we uiteraard met name benieuwd naar waren bij deze nieuwe generatie powerline-adapters, zijn de prestaties. Gebaseerd op onze tests is HomePlug AV2 de grootste sprong voorwaarts die we tot nu toe hebben gezien bij powerline-adapters. We hebben onder perfecte omstandigheden snelheden genoteerd die de 450 Mbit/s voorbij gingen. Met name de twee Devolo's, de TP-Link TL-PA8010P en de ZyXEL PLA5405 doen het hier heel erg goed. Voegen we storing toe en benaderen we dus de realiteit wat meer, dan zien we zowel bij de 1000Mbit/s- als bij de 1200Mbit/s-adapters veel betere scores dan bij de vorige generaties. Daar bleven de scores altijd ruim onder de 100 Mbit/s steken, nu gaan we daar ruim overheen.

De 1000Mbit/s-modellen komen tot zo'n 140-150, de 1200Mbit/s-varianten gaan zonder uitzondering de 180 Mbit/s voorbij. De drie hardlopers bij de tests zonder storing, steken er hier overigens niet meer bovenuit. Ook als je een stroomnet hebt zonder aardedraad en je dus niets hebt aan de 1200Mbit/s-apparaten, kun je met de 1000Mbit/s-adapters een grote sprong voorwaarts maken ten opzichte van de vorige generaties. Het enige model met geïntegreerd accesspoint is de Devolo DLAN 1200+ WiFi AC. De draadloze prestaties van dat model zijn uitstekend, met snelheden op 2,4 GHz tussen de 80 en 90 Mbit/s en ruimschoots voorbij de 200 Mbit/s op 802.11ac. Kijken we naar het stroomverbruik, dan verbruikt de adapter met wifi logischerwijs beduidend meer dan adapters die deze functionaliteit niet bieden. De resultaten van alle geteste modellen vind je in de tabel.

Testmethode

We hebben alle adapters aangesloten op ons middels een stroomfilter geïsoleerde testbord en de prestaties gemeten op 25 en 50 meter afstand, waarbij we op 50 meter ook nog een test gedaan hebben met storing. Bij die laatste test sluiten we de tweede adapter aan op een slechte stekkerdoos, waarvan we weten dat die voor heel erg veel continue storing zorgt. In de praktijk is dat zelden het geval, of je moet je adapter ook op een (slechte) stekkerdoos aansluiten, of de adapters in de buurt van een apparaat plaatsen dat gedurende langere tijd voor een zware last zorgt op het stroomnet.

Schakelende adapters - zoals die van de oplader van je telefoon of lampen die ingeschakeld worden - en andere apparaten die dan wel en dan weer niet (veel) stroom pakken van het netwerk, zorgen voor pieken en piekjes waardoor er data verloren kunnen gaan. We hebben in ons testlab recent ook wat steekproeven gedaan met dit soort apparaten, maar die leverden niet de consistentie in prestaties op die we wel ervaren met onze stekkerdoos. Aangezien die consistentie erg belangrijk is voor de reproduceerbaarheid van de test, verkiezen we onze originele opstelling.

Conclusie

Het is duidelijk dat HomePlug AV2 een forse sprong voorwaarts is ten opzichte van de voorgaande generatie powerline-adapters. Dat is op meerdere vlakken goed nieuws als je overweegt om een kitje aan te schaffen. Heb je een stroomnet dat goed overweg kan met de signalen van powerline-adapters, dan ga je hoogstwaarschijnlijk een duidelijk merkbare snelheidstoename meemaken ten opzichte van bijvoorbeeld een 500Mbit/s-adapter. Laat je stroomnet op dit moment maar weinig heel van het signaal, dan is de kans aanwezig dat het deze nieuwe modellen wel lukt om een bruikbare bandbreedte op de plaats van bestemming te krijgen.

Een nadeel van met name de 1200Mbit/s-modellen met MIMO-technologie is dat ze relatief duur zijn, zeker als je bedenkt dat je op vrijwel alle exemplaren zelf nog een accesspoint moet aansluiten om draadloos verbinding te kunnen maken. De Devolo DLAN 1200+ WiFi AC is op dit moment de ultieme set powerline-adapters die je kunt kopen en belonen we met het predicaat Best Getest. Blijven we even bij de 1200Mbit/s-adapters, dan krijgt de Netgear PL1200 onze Redactie-tip. In de 1000Mbit/s-categorie reiken we ook nog een Redactie-tip uit aan de ZyXEL PLA5206, dit is een prima keuze als je thuis geen randaarde hebt.

Powerline vs repeater

Powerline-adapters en repeaters zorgen beide voor netwerktoegang op plaatsen waar dat je tot dan toe geen netwerktoegang had, bijvoorbeeld de zolder waar je met het draadloze signaal van je router net niet komt. Een repeater is op het eerste gezicht het ideale product voor dit probleem. Die steek je vaak rechtstreeks in een stopcontact, waarna zowel er draadloos verbinding wordt gelegd met met de router of het accesspoint, en met de op de repeater aangesloten clients. Een groot nadeel van met name de goedkope repeaters, is dat die je bandbreedte halveren.

Er zijn wel dualband-repeaters met zowel een 2,4GHz- als een 5GHz-netwerk; deze gebruiken de ene frequentie voor de verbinding met de router en de andere voor de verbinding met de client. Deze repeaters zijn met een prijs van zo'n 100 euro ook meteen een stuk duurder. Daarnaast is het maar de vraag of ze het probleem met je netwerk oplossen. Als je de 2,4GHz-band gebruikt voor de verbinding met de router, heb je dan wel genoeg aan de qua reikwijdte veel beperktere 5GHz-band om het signaal door te zetten naar de clients?

Een voordeel van powerline-adapters is dat je veel vrijheid hebt in de plaatsing van de apparaten. Waar je bij repeaters eigenlijk één optimale locatie hebt waar je hem moet plaatsen, kun je bij powerline-adapters zoveel stopcontacten uitproberen als je maar wilt.

©PXimport

Een wifi-repeater is de eenvoudigste en goedkoopste manier om een netwerk uit te breiden, maar heeft wel nadelen.

▼ Volgende artikel
Review Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom – eerder basaal dan essentieel
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom – eerder basaal dan essentieel

Arlo is geen onbekende naam op de markt voor beveiligingscamera's. Met de Essential 3-lijn wil het bedrijf beveiligingscamera's uitbrengen die voldoen aan allerlei (kwaliteits)eisen, voor een zo laag mogelijk bedrag. Lukt dat met de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom?

Goed
Conclusie

Ondanks dat we onder de indruk zijn van de hardware-kwaliteiten van de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom zijn we toch minder geneigd het systeem direct aan te bevelen. Zeker wanneer je meer uit het systeem wilt halen, moet je bereid zijn dieper in de buidel te tasten. Met een Eufycam S4 ben je aanvankelijk meer kwijt bij de aanschaf, maar daar kun je op de langere termijn veel geld besparen – daar zitten essentiële functies namelijk niet achter een betaalmuur.

Plus- en minpunten
  • Prima beeld- en audiokwaliteit
  • Automatisch volgsysteem
  • Pannen, zoomen en tilten werken goed
  • Aansluiten zo gedaan
  • Overzichtelijke app
  • Beeld buiten kan ruis vertonen
  • Essentiële functies zitten achter betaalmuur
  • Geen lokale opslagmogelijkheid

De Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom-beveiligingscamera voor buiten en binnen heeft een prijskaartje van 199,99 euro voor een set van twee camera's. Een enkele camera kost 149,99 euro. Dat is 150 euro minder dan de uitstekende buitencamera die we onlangs van Eufy getest hebben. Op het eerste gezicht biedt het systeem twee slimme onderdelen aan, namelijk een Early Warning System (dat dreiging kan spotten voordat het uit de hand loopt) en een handig ontwerp dat privacy hoog in het vaandel heeft.

Handig ontwerp, onhandige kabel

Om met dat laatste te beginnen: de binnenlens draait automatisch omlaag als de camera uit staat. Een kleiner sluiter had ook gekund, maar dit past perfect bij het karakter. In de actieve modus volgt de camera beweging stil en accuraat. Maar als je wil, kun je alles ook handmatig volgen via een optie binnen de app. Verder is deze camera uitgerust met een handige led-lamp en een sirene.

©Wesley Akkerman

Het grootste nadeel aan het ontwerp is dat de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom altijd een stroomkabel nodig heeft. Er zit géén accu in de beveiligingscamera. Aangezien het de bedoeling is dat je dit model aan een plafond of muur bevestigt, moet je dus rekening houden met kabelmanagement. Bovendien is er geen lokale opslagmogelijkheden aanwezig. Als je beelden voor later wilt bewaren, dan moet je een abonnement bij Arlo afnemen.

Duidelijke app, soms feed met ruis

De Arlo-app hebben we al we vaker geprezen om zijn heldere interface en handige functies, zoals inloggen met je vingerafdruk – en daar is niets aan veranderd. De 2k-videofeed is scherp en kleurrijk, maar heeft soms ook last van wat ruis wanneer je de camera buiten ophangt. De app biedt verder veel instellingen: van objectdetectie en privacyzones tot routines en vaste pan/tilt-posities. Mocht dit je eerste pan/tilt-camera zijn, houd dan wel rekening met een (korte) leercurve.

©Wesley Akkerman

Heel fijn aan de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom is dat je nachtzicht in kleur hebt. Daardoor zie je duidelijker wat er in je directe omgeving gebeurt dan wanneer je alleen naar grijstinten kijkt. De twee-weg audio is duidelijk en goed verstaanbaar. Je voorkomt een audio-feedbackloop (een pieptoon) door je telefoon niet vlak naast de camera te houden terwijl je spreekt. In de praktijk merk je daar weinig van, omdat je deze functie meestal gebruikt wanneer je niet thuis bent.

Arlo Intelligence

Arlo verbetert zijn software met Arlo Intelligence (kortweg: AI), dat unieke features toevoegt die vaak nog in bèta zijn. Een voorbeeld is de ingebouwde herkenning van vlammen, die sneller kan reageren dan een traditionele rookmelder. Een andere AI-functie maakt gedetailleerde samenvattingen van gebeurtenissen. Deze (nog in bèta) beschrijven veel preciezer wat er gebeurt: bijvoorbeeld dat een pakket wordt verplaatst, in plaats van alleen een algemene bewegingsmelding.

De meest essentiële functies zitten echter achter een betaalmuur. Zonder Arlo-abonnement mis je veel. Voor belangrijke features zoals video-opnames (zelfs van incidenten), automatische noodhulp en het instellen van specifieke activiteitenzones moet je namelijk maandelijks betalen.
Ja, de camera is functioneel zonder abonnement - maar voelt zonder abonnement wel erg kaal aan. Zo mis je zelfs basale opnamemogelijkheden, vanwege het gebrek aan SD-kaartondersteuning.

©Wesley Akkerman

We willen best begrijpen dat je voor een aantal functies moet betalen, omdat Arlo ook zijn eigen systemen moet trainen en onderhouden. Maar beelden zelf kunnen opslaan, zonder maandelijkse of jaarlijkse kosten, zien we toch echt als een basisfunctie. Nu is 5,99 euro per maand of 59,90 euro per jaar nog te overzien voor een enkele camera. Maar als je meer Arlo-producten gebruikt, dan kunnen de kosten al snel hoog oplopen (respectievelijk 12,99 of 129,90 euro).

Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom kopen?

Ondanks dat we onder de indruk zijn van de hardware-kwaliteiten van de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom zijn we toch minder geneigd het systeem direct aan te bevelen. Zeker wanneer je meer uit het systeem wilt halen, moet je bereid zijn dieper in de buidel te tasten. Met een Eufycam S4 ben je aanvankelijk meer kwijt bij de aanschaf, maar daar kun je op de langere termijn veel geld besparen – daar zitten essentiële functies namelijk niet achter een betaalmuur.

▼ Volgende artikel
Luisterend oor: beter horen dankzij slimmere technieken
Huis

Luisterend oor: beter horen dankzij slimmere technieken

Na de telefoon en het horloge is nu het gehoorapparaat aan de beurt om te veranderen in een altijd-online slim apparaat. En daarbij gaat deze kleinste aller wearables, dankzij AI, neurale netwerken en de allernieuwste bluetoothvariant er meteen vol in. Van verguisd medisch hulpmiddel tot een soms noodzakelijke, maar ook steeds handiger gadget. Dat ook Apple zich nu in deze markt begeeft, zegt immers wel iets.

Een miljoen Nederlanders leven met slechthorendheid. Het hindert ze bij het luisteren naar muziek, het kijken naar de televisie en vooral bij de communicatie met anderen. Omdat slechthorendheid niet tot nauwelijks te herstellen is, blijft er weinig anders over dan het ondersteunen van het gehoor via een gehoorapparaat. Goed afgesteld dempt dit het omgevingsgeluid en versterkt belangrijke signalen zoals stemmen van andere mensen in een gesprek. Gehoorapparaten en draadloze oordopjes lijken op het eerste gezicht twee totaal verschillende producten: het een medisch hulpmiddel, het ander een gadget voor muziek, bellen en entertainment. Toch is deze scheidslijn de afgelopen jaren snel vervaagd. 

Een neuraal netwerk in het oor

Gehoorapparaten en draadloze oordopjes maken gebruik van vergelijkbare en vaak zelfs dezelfde technologieën: krachtige microfoons, digitale signaalverwerking, draadloze verbindingen en zelfs neurale netwerken en kunstmatige intelligentie. Moderne gehoorapparaten kunnen telefoongesprekken en muziek streamen, omgevingsgeluid filteren en zich automatisch aanpassen aan verschillende luisteromstandigheden: allemaal functies die ooit waren voorbehouden aan high-end audioapparatuur en premium headsets.

Tegelijkertijd hebben oordopjes functies gekregen als transparantiemodus, spraakversterking en gepersonaliseerd luisteren: technieken die rechtstreeks uit de gehoortechnologie komen. Volgens Apple zijn de AirPods Pro 2 daarom ook geschikt om als gehoorapparaat te worden gebruikt voor iedereen boven de 18 jaar met licht tot matig gehoorverlies. En ook Jabra, Sennheiser en Sony bieden soortgelijke oplossingen.

Wat is slechthorendheid?

Slechthorendheid wil zeggen dat iemand minder hoort dan gemiddeld. Het menselijk gehoor bestrijkt het geluidsspectrum van grofweg 20 Hz tot 20 kHz (20.000 Hz). De hoge tonen (richting de 20 kHz) verliest ieder mens al op jonge leeftijd, zoals ook bij eigenlijk iedereen het gehoor over de rest van het spectrum bij stijgende leeftijd achteruitgaat. Slechthorenden hebben boven-standaard verlies van het hoorvermogen op het hele spectrum of, en dat komt vaker voor, delen van het spectrum. Dit verlies kan aan één of aan beide oren zijn, en is zelden aan beide oren gelijk. De mate waarin gehoorverlies moet worden gecompenseerd verschilt dus per oor en verandert ook nog eens met de tijd. 

OTC of conventioneel

Wie via de conventionele route een gehoorapparaat koopt, doet dat veelal via een audicien of audioloog. De gehoorspecialist meet het gehoorverlies en stelt een oplossing op maat voor. Vaak zal dit een gehoorapparaat zijn, specifiek afgestemd op de persoonlijke situatie. Voor iedereen met licht tot matig gehoorverlies is er een alternatief: het OTC-gehoorapparaat. OTC staat voor over-the-counter, oftewel: vrij verkrijgbaar, zonder tussenkomst van een specialist. Vergelijk het met een leesbril die je bij de drogist koopt. Deze apparaten zijn doorgaans goedkoper en direct aan te schaffen: snel, simpel en zonder afspraak. Maar er zijn ook nadelen. OTC-apparaten bieden geen maatwerk, hebben minder instelmogelijkheden en de geluidskwaliteit is doorgaans minder dan bij een professioneel afgesteld apparaat. Ook zijn ze meestal niet medisch gecertificeerd en worden ze niet vergoed door de zorgverzekering.

OTC-gehoorapparaten hoeven er niet uit te zien als oordopjes. Deze zijn van Jabra, helaas niet beschikbaar in Nederland.

Cross-over van headsets en oordoppen

Is voor consumenten een gehoorapparaat iets totaal anders dan een set draadloze oordopjes, fabrikanten zien al heel lang hoe nauw deze productgroepen met elkaar verbonden zijn. Merken als Sony, Apple, Sennheiser en Jabra gebruiken hun kennis van headsets en oordoppen om een positie op de markt voor gehoorapparaten te krijgen. Andere merken, zoals Sonova, WS Audiologie, Dermant, GN, Starkey en Amplifon zijn daarin al decennia actief. Ze zijn door hun specialistische producten minder bekend, maar soms toch dichterbij dan menigeen denkt. Jabra en de SteelSeries-gamingproducten, waaronder headsets, zijn eigendom van GN. Sennheiser is eigendom van Sonova, de wereldmarktleider bij gehoorapparaten. En ondanks dat het zelf veel geluidskennis in huis heeft, werkt Sony nauw samen met WS Audiologie.

Een online gehoortest als onderdeel van een OTC-gehooradvies van Sonova-dochter Sennheiser (product niet beschikbaar in Nederland).

Apple AirPods Pro 2 als gehoorapparaat

Wie op de Apple-site de AirPods Pro 2 bekijkt, leest als snel van alles over gebruik van de oordopjes als gehoorapparaat. De basis hiervoor is de ruisonderdrukking van de AirPods Pro 2 en de mogelijkheid om met die oortjes zelf een gehoortest uit te voeren. Zo’n test bepaalt de mate van gehoorverlies en is de basis voor de afstelling van een gehoorapparaat. Doorgaans gebeurt dit door een audicien of in een audiologisch centrum, maar de AirPods Pro 2 kunnen het dus ook.

Met een iPhone en een set AirPods Pro 2 kan iedereen in enkele stappen zijn gehoor testen.

De manier van testen is ook niet heel anders. In combinatie met iPhone of iPad laat de AirPods Pro 2 een reeks tonen horen op verschillende frequenties en volumes. Door telkens wanneer je een geluid hoort op het scherm van de telefoon of tablet te klikken, leert de app welke geluiden wel en niet worden waargenomen en op welk volume.

De test wordt voor het linker- en rechteroor apart doorlopen om de gehoorschade per oor te meten. Vervolgens wordt een persoonlijk profiel gemaakt, waarbij toonhoogtes die niet of minder goed gehoord worden, voortaan versterkt worden afgespeeld. Volgens Apple is de meting goed genoeg, maar komt een audiogram van een hoorzorgprofessional mogelijk beter overeen met het actuele gehoorvermogen. Heb je zo’n audiogram, dan is het ook mogelijk die in te laden en te gebruiken voor het persoonlijk profiel.

Het audiogram van de gehoortest met een iPhone en twee AirPods Pro 2 wordt door Apple in de Gezondheidsapp bewaard.

Een audiogram lezen

Een audiogram is de grafische weergave van iemands gehoor. Het wordt gebruikt om de mate van gehoorverlies weer te geven. Een audiogram heeft twee assen, op de verticale staat de toonsterkte in decibel (dB), op de horizontale de toonfreguentie/toonhoogte in hertz (Hz). De punten in de audiogram laten zien wat iemand nog hoort (de gehoordrempel). Een audiogram bestaat altijd uit een curve voor het rechter- en een voor het linkeroor. In het algemeen geldt dat hoe hoger de lijnen in het audiogram zijn, hoe beter het is.

Een professioneel audiogram zoals deze gemaakt bij Sonova bevat veel details en kijkt ook naar horen in een lawaaiige omgeving, spraak en telefoneren.

Luister je wel?

Met de ruisbeheersing (zoals Apple het noemt) ingesteld op Transparantie, functioneren de AirPods Pro 2-oordopjes als gehoorapparaat. Ze filteren wat zij denken dat ongewenst geluid is en versterken wat op basis van de meting versterkt moet worden. Gesprekken een-op-een en in kleine groepen zijn duidelijk beter verstaanbaar, in grote groepen en lawaaiige omgevingen zoals een restaurant schieten de AirPods Pro 2 nog tekort.

Volume, balans en toon van het geluid kunnen via de app worden aangepast en ook zijn er instellingen om het volume van media aan te passen aan het omgevingsgeluid of wanneer een gesprek wordt gestart. Een echte fijnmazige equalizer ontbreekt en het lukt ook niet het geluid van de Microsoft Natural Keyboard Pro (het favoriete toetsenbord van de auteur van dit artikel) dat door de AirPods Pro 2 onwerkbaar hard versterkt wordt, te temmen zonder de werking als gehoorapparaat teniet te doen.

In de Transparantie-modus functioneren de AirPods Pro 2 als gehoorapparaat.

Zichtbaarheid

Een beperking om de AirPods Pro 2 als gehoorapparaat te gebruiken is de accuduur. Met zes uur bij onafgebroken gebruik kom je een werkdag niet door. De grootste drempel is de vormgeving. De AirPods Pro 2 zijn relatief groot, opvallend wit en zeer zichtbaar. Iedereen weet bovendien dat ze gemaakt zijn om naar muziek of andere media te luisteren en mensen vermoeden dan ook dat je dat doet. Iedereen met wie je praat, zal vermoeden of denken dat je juist geen contact wilt. Men wil je niet storen bij wat men denkt dat je doet. Uitleggen dat je de oortjes gebruikt om deel te nemen aan het gesprek helpt, maar is niet altijd voldoende.

De AirPods Pro 2 zijn nadrukkelijk zichtbaar en wekken daarmee de indruk dat iemand andere dingen doet of wil doen dan deelnemen aan een gesprek.

Een audiogram maken zonder Apple

Benieuwd naar de kwaliteit van het eigen gehoor, maar niet in het bezit van een stel AirPods Pro 2? Met een iPhone en de Mimi-app is het mogelijk ook met andere oortjes de gehoorkwaliteit te meten. De app werkt het best met oortjes van Beats, Bose, JBL, Nothing, Samsung, Skullcandy en Sony. Met een andere headset of oordoppen werkt de test ook, maar is de meting minder betrouwbaar.

Ook voor Android zijn er apps om een gehoormeting te doen, zoals Gehoortest en Hearing Test. Samsung heeft geen eigen gehoortest-app en ook geen roadmap voor draadloze oortjes die als gehoorapparaat te gebruiken zijn, zo laat het bedrijf ons weten.

De Mimi-app ondersteunt ook andere oortjes dan alleen de AirPods Pro 2 om een gehoortest uit te voeren. 

Conventionele gehoorapparaten

Gehoorapparaten zijn er in verschillende modellen, maar bijna allemaal klein en niet of nauwelijks zichtbaar. Ze hinderen hierdoor ook niet in de communicatie zoals de AirPods Pro 2 dat wel doen. Gehoorapparaten worden bijna uitsluitend via een audicien of audiologisch centrum gekocht waarbij de professional de hoortest doet en adviseert bij de productkeuze. Gehoorapparaten zijn echt fors duurder dan bijvoorbeeld een set AirPods Pro 2.

Een achter-het-oor gehoorapparaat zoals deze van Phonak is nauwelijks zichtbaar en daardoor niet van invloed op een gesprek.

In 2013 introduceerde GN met de ReSound LiNX een gehoorapparaat dat met een iPhone verbonden kon worden en waarmee bijvoorbeeld het volume kon worden aangepast en ook streaming mogelijk werd. De basis hiervoor was de Apple-implementatie van Bluetooth Low Energie (BLE) bekend als Made for iPhone (MFi). Het door Google ontwikkelde MFi-alternatief ASHA (Audi Streaming or Hearing Aids) werd nooit een succes. Het maakte vooral duidelijk dat er behoefte was aan een platformonafhankelijk communicatieprotocol met ondersteuning voor zowel iOS als Android zoals Sonova dat met zijn universele bluetooth-ondersteuning altijd al bood.

Made for iPhone was jarenlang de min-of-meer standaard voor het koppelen van gehoortoestellen aan een mobiel apparaat.

BLE Audio en Auracast

De toekomst van connectiviteit voor gehoorapparaten én oordopjes heten Bluetooth LE Audio en Auracast. Twee open standaarden die de efficiënte LC3-codec gebruiken voor betere geluidskwaliteit bij lager energieverbruik. Bovenop BLE Audio komt Auracast. Dit is een vorm van multi-stream audio die goed te vergelijken is met wifi. Met Auracast kunnen meerdere mensen tegelijk naar dezelfde audio luisteren, bijvoorbeeld in theaters, op vliegvelden maar ook tijdens vergaderingen. Had MFi de mogelijkheid een smartphone als remote-microfoon te gebruiken voor één persoon met gehoorverlies, met Auracast kan het dan voor meerdere gebruikers. Auracast kent nog wel enkele uitdagingen zoals een vertraging van enkele milliseconden waardoor het nu nog minder geschikt is voor scenario’s waarin beeld en geluid synchroon moeten lopen. Een aparte ontvanger die de gehoorapparaten verbindt met de tv heeft dan nog altijd voordelen.

Op dit moment is het aantal gehoorapparaten dat Bluetooth LE Audio en Auracast ondersteunt nog beperkt. GN biedt het op enkele modellen en heeft een Auracast Assistant in de smartphone-app geïntegreerd. Bij de nieuwste gehoorapparaten van Sonova is de hardware geschikt, maar is een firmware-update nodig die te activeren. Apple ondersteunt momenteel noch BLE Audio noch Auracast. Volgens PR-manager Martijn Kroonstuiver van Apple is Auracast wel een geweldige volgende stap. Onbekend is of en wanneer Apple het gaat ondersteunen.

Auracast is een multi-streamprotocol voor bluetooth-audio en laat zich goed vergelijken met hoe wifi werkt.

Maximale marktwerking, minimale inspraak

“Nergens heeft marktwerking in de zorg zulke negatieve effecten als bij hoortoestellen,” aldus de landelijke KNO-artsenvereniging. Stichting Hoormij, de belangenvereniging van mensen met gehoorproblemen, de Consumentenbond en het Zorginstituut Nederland delen deze kritiek: de koper heeft nauwelijks keuzevrijheid, ziet niet wat er beschikbaar is en krijgt zelden het hoortoestel dat hij nodig heeft. De keuze wordt vergaand bepaald door de audicien en de verzekeraar. De eerste is lang niet altijd onafhankelijk, de tweede bepaalt welke toestellen worden vergoed: maximaal 75 procent voor categorie 1 t/m 5. De beste (categorie 6) worden helemaal niet vergoed, ook niet als een specialist ze nodig vindt bijvoorbeeld vanwege werk of andere omstandigheden. De kosten die kunnen oplopen tot 6000 euro zijn dan geheel voor eigen rekening. 

AI en neurale netwerken

In de nieuwste premium modellen van bijna alle fabrikanten zit eigen hard- en software voor kunstmatige intelligentie. Neurale netwerken zijn uitermate geschikt om patronen te herkennen en worden ingezet om nog beter te begrijpen welk geluid relevant is en ook welke stemmen. Dus niet de harde prater van twee tafels verderop, maar de personen aan de eigen tafel. Het resultaat in een restaurant was met de Phonak Audéo Sphere Infinio gehoorapparaten duidelijk beter dan met de AirPods Pro 2. Ook werd het geluid van het Microsoft-toetsenbord niet versterkt.

Horen met de bril

Een bril én een gehoorapparaat laten zich vaak lastig combineren. De Franse brillenproducent EssilorLuxottica gelooft wel in de combinatie en brengt via dochtermaatschappij Nuance Audio een bril uit die als gehoorapparaat functioneert. De bril bevat aan de voorzijde zes microfoons die het geluid registreren en via twee speakers bij de oren versterkt afspelen. De bril werkt tot acht uur, is oplaadbaar en compatible met Android en iOS. Er is keuze uit twee brillenglazen, wil je die op sterkte dan moet de bril daarvoor naar de opticien. De bril is op dit moment alleen in de VS en het VK verkrijgbaar.

Het gebruik van AI kost veel rekenkracht en betekent dat de maximale gebruiksduur van dit specifieke model bijvoorbeeld teruggaat van zeventien uur zonder AI naar zes uur bij maximaal gebruik van AI. De AI afhankelijk van het omgevingsgeluid automatisch te laten in- en uitschakelen levert genoeg tijdswinst op om een werkdag door te komen. Dat kan ook met tussentijds even kort opladen. Fabrikanten wachten met smart op innovaties in batterijtechniek om behalve voor het geluid, AI ook te kunnen gebruiken voor andere innovaties zoals spraakassistenten of live-vertaling.

De DeepSonic-chip is de AI-machine in de nieuwste gehoorapparaten van Phonak.

App en data

Belangrijk bij al deze functionaliteit is de app. Apple gebruikt voor de AirPods Pro 2 vooral de Gezondheidsapp in iOS, maar voegt slimmigheidjes toe. Zo krijgen de AirPods Pro 2 een prominente plek in het instellingenmenu van iOS zodra de iPhone met de oortjes is verbonden. Apps van de traditionele gehoorapparatenfabrikanten hebben snel bijgeleerd. Phonak, dat nooit MFi heeft omarmd maar altijd de volledige klassieke bluetooth heeft ondersteund, heeft een uitgebreide app met identieke functionaliteit binnen iOS en Android.

Beter horen met Sonos

Beter horen hoeft niet altijd de vorm van een headset of gehoorapparaat te hebben. Sonos biedt op de Arc Ultra-soundbar de mogelijkheid gesproken tekst beter hoorbaar te maken zonder het geluid van de film of televisie-uitzending aan te passen. De Spraakverbetering versterkt gericht de audiofrequenties die geassocieerd worden met de menselijke stem. Op dit moment beschikt alleen de Arc Ultra-soundbar over voldoende rekenkracht hiervoor. Sonos ontwikkelde de functionaliteit in samenwerking met het Engelse Royal National Institute for Deaf People.

Een gehoortest ontbreekt, maar wel kunnen eigen profielen worden gemaakt voor verschillende situaties, zoals in een restaurant of theater, en is eenvoudig hiertussen te wisselen. Ook zijn eerste Health-functies aanwezig. De gehoorapparaten tellen nu al stappen en calorieën, maar dit gaat ongetwijfeld in de toekomst nog verder uitgebreid worden.

Zoals we in een eerder artikel over de waarde van gezondheidsdata van smartwatches zagen, is in het oor een zeer betrouwbare plek om bijvoorbeeld veranderingen in de temperatuur te meten. Ook ligt vanwege de toch vaak iets hogere leeftijd van de gebruikers zoiets als valdetectie en automatische alarmering erg voor de hand.

De Audéo Sphere Infinio-gehoorapparaten van Phonak maken dankzij AI de gesprekken een lawaaiige omgeving echt beter verstaanbaar.

Conclusie

De technologische kruisbestuiving tussen gehoorapparaten en draadloze oordoppen zorgt ervoor dat beide apparaten slimmer, compacter en beter afgestemd zijn op persoonlijke audiobehoeften. Mediagebruik en gebruiksgemak verbeteren razendsnel en beloven met de komst van Bluetooth LE Audio en Auracast nog veel beter te worden. Vooral gehoorapparaten hebben een enorme sprong gemaakt en combineren de kwaliteit van oordoppen met de geluidskwaliteit van gehoorapparaten. Het is spijtig dat de Nederlandse zorgverzekeraars deze innovaties niet belonen maar juist ontmoedigen.