ID.nl logo
Darktable: bewerk je foto's met hét gratis Lightroom-alternatief
Huis

Darktable: bewerk je foto's met hét gratis Lightroom-alternatief

Adobe Lightroom is ongetwijfeld een van de bekendste tools voor fotobeheer en -bewerking, maar helaas heeft de software best een hoge de prijs, vooral omdat het een abonnementsmodel betreft. Het opensource-alternatief darktable daarentegen is helemaal gratis en bijna net zo goed. Zeker de moeite waard om uit te proberen!

Met het gratis programma darktable importeer en beheer je je foto’s. De mogelijkheden zijn zo uitgebreid dat we ons hier tot de interessantste functies beperken, zoals:

  • Non-destructief bewerken
  • Filters toevoegen
  • Bewerkingen hergebruiken
  • Werken met maskers

Trots op je foto? Dan wil je 'm natuurlijk uitprinten. Dit zijn de beste fotoprinters: Waar voor je geld: 5 echt goede fotoprinters

Tip 01: Verkenning

Darktable was aanvankelijk alleen beschikbaar voor Linux en macOS, maar is inmiddels ook voor Windows (64 bit) verkrijgbaar: je vindt alle downloads op de website van darktable. De installatie heb je met een paar muisklikken voor elkaar. De tool komt het best tot zijn recht op de wat snellere systemen met een schermresolutie van minimaal Full HD.

Darktable neemt automatisch de taal van je systeem over (ook Nederlands), maar dat pas je eventueel aan via het tandwielpictogram, dat opent het venster met voorkeuren waarna ja in de rubriek algemeen het keuzemenu interfacetaal aanpast.

Hier kun je trouwens ook een ander (kleuren)thema instellen. En nu je toch in dit voorkeurenvenster zit: maak van de gelegenheid gebruik om ook de andere opties in de diverse rubrieken door te nemen. Zo krijg je namelijk al een goede indruk van de mogelijkheden.

Hulp kun je vinden in de downloadbare pdf-handleiding en ook is er een Engelstalig forum. Ook goed om weten: wanneer je in darktable op het vraagteken klikt en vervolgens op een item, beland je automatisch op de juiste pagina in de online handleiding.

Bepaal zelf de interfacetaal en het thema, naast allerlei andere instelbare opties.

Tip 02: Import

Het hoofdvenster van darktable oogt wat saai. Logisch, want je hebt nog geen afbeeldingen geïmporteerd. Klik dus op importeren linksboven. Standaard verschijnen twee opties (of meer wanneer je een compatibele camera hebt aangesloten): toevoegen aan bibliotheek en kopieer en importeer. Voor die laatste optie bepaal je eerst nog een locatie waar je originele plaatjes naartoe worden gekopieerd voor darktable ze in zijn bibliotheek opneemt. Darktable kan overigens ook prima met raw-foto’s overweg.

De bibliotheek bevindt zich standaard in de map C:\Users\<gebruikersnaam>\Pictures\Darktable, tenzij je dit in het voorkeurenvenster hebt aangepast. Welke optie je ook kiest: druk op het plusknopje bij locaties om je bronmap(pen) toe te voegen. Ook netwerkmappen verschijnen hier, althans wanneer je ze een stationsletter hebt toegekend waarmee ze in Verkenner zichtbaar zijn. Plaats bovenaan een vinkje bij de optie onderliggende map om ook foto’s uit submappen op te laten halen. Bevestig je keuze met een druk op de knop kopieer & importeer, waarna alle geïmporteerde foto’s als miniaturen in het voorbeeldvenster van de bibliotheek opduiken.

De geïmporteerde foto’s zijn meteen zichtbaar in het voorbeeldvenster.

Tip 03: Non-destructief

Wanneer je de muisaanwijzer over zo’n miniatuur beweegt, krijg je enkele gegevens te zien, zoals naam, datum en tijdstip, diafragma en brandpuntsafstand. Je ziet ook dat elke foto met één ster is gewaardeerd, maar je kunt ook al voor de import aangeven welke beoordeling – en eventueel andere metadata – je aan de foto’s wilt toekennen.

Open links bovenaan het onderdeel parameters en pas eventueel het aantal sterren aan achter de optie initiële beoordeling (standaard 1 van 5 sterren). Of plaats een vinkje bij pas metadata toe en vul zelf eventuele metadata in, zoals titel, omschrijving, auteur en labels.

Na de import zie je de metadata van een geselecteerde foto in het rechterdeelvenster verschijnen, in de rubrieken labelen en metadata-editor. Hier kun je de metadata trouwens altijd nog aanpassen en ook andere metadata toevoegen.

Houd er wel rekening mee dat al deze metadata standaard niet in het eigenlijke fotobestand worden opgenomen. Immers, darktable bewaart deze informatie – en ook alle bewerkingen die je naderhand nog met darktable op je foto’s uitvoert – in een zogeheten sidecar-bestand, met de extensie xmp. Dit maakt van darktable een zogenoemde non-destructieve fotobewerker, aangezien je originele foto’s op geen enkel moment daadwerkelijk worden aangepast. Wel zo veilig.

Alle metadata en ook alle bewerkingen bewaart darktable netjes in een sidecar-bestand.

Tip 04: Filters

Standaard toont darktable je in het voorbeeldvenster alle foto’s uit de map die je in het linkerdeelvenster, bij collecties, hebt geselecteerd. Om snel op specifieke foto’s in te kunnen zoomen, gebruik je filters.

Klik op het pijlknopje net onder collecties om uit diverse filters te kiezen, waaronder allerlei metadata, zoals auteur, classificatie, vastleggingsdatum, camera, lens. Wil je bijvoorbeeld alleen raw-foto’s van het cr2-type zien, dan selecteer je achtereenvolgens metadata / label / darktable / format / cr2.

Je kunt gerust ook meerdere filters combineren, bijvoorbeeld alleen cr2-foto’s met het label natuur. Leg alvast je eerste filter vast en klik daarna op het pijlknopje rechts van je al ingestelde filter. Kies afbeeldingen toevoegen of afbeeldingen uitsluiten, en stel ook het volgende filter in. Vervolgens klik je op het knopje rechts van het eerste filter en kies je bijvoorbeeld wijzig in <en>, wijzig in <of> of wijzig in <en niet>. Het resultaat van je filter is meteen zichtbaar in het voorbeeldvenster.

Stel de gewenste filtercombinatie in (hier: een <en>-relatie).

Tip 05: Voorbeeldweergave

Wat je te zien krijgt, bepaal je dus via je importkeuzes en filterregels, maar je hebt ook zeggenschap over hoe je de foto’s precies te zien krijgt. Bovenaan stel je bij de optie sorteer op namelijk een vijftien sorteringscriteria in, waaronder bestandsnaam (standaard), classificatie en beeldverhouding.

Inzoomen doe je met de zoomknop rechtsonder het voorbeeldvenster of je tikt in hoeveel foto’s je tegelijk in het venster wilt zien. Je vindt hier bovendien knoppen om je foto’s bijvoorbeeld in een verticale filmrol te bekijken of om één geselecteerde foto schermvullend te kunnen zien. Dit laatste kan ook door bij een foto de letter W even ingedrukt te houden.

In de standaardweergave vind je helemaal onderaan ook een tijdsbalk: met grafieken geeft darktable aan hoeveel foto’s er ongeveer op elk moment werden genomen. Klik je op zo’n grafiek, dan maakt darktable hiervoor een extra filter (op vastleggingsdatum). Net als andere filters kun je dit filter altijd verwijderen door op het pijlknopje naast dit filter te drukken en verwijder voorwaarde te kiezen.

Mislukte foto's? Gooi ze niet meteen weg, misschien kun je er nog iets mee!
Lees:
Foto verpest? Zo maak je er weer een plaatje van

Tip 06: Functiebeheer

Zoals gezegd is darktable niet alleen een fotobeheerder, maar ook een krachtige fotobewerker. Om deze virtuele doka binnen te treden, selecteer je een foto en klik je rechtsboven op ontwikkelen (of druk je op de toets D van develop). Rechts bovenaan verschijnt nu een kleurenhistogram (waarvan je trouwens de diverse RGB-kanalen kunt in- of uitschakelen), met daaronder een hele reeks modules waarmee je de foto kunt bewerken. Daarover meer in de volgende tips.

Eerst focussen we ons op het deelvenster aan de linkerzijde, dat een aantal interessante onderdelen bevat. Het onderdeel labelen is je intussen wellicht al duidelijk: je krijgt hier de tags oftewel labels te zien die je aan foto’s kunt koppelen. Helaas bleek de knop nieuw op ons systeem niet te werken, maar het lukte ons wel door via importeren naar een tekstbestand te verwijzen waarin we gewenste tags hadden ingevoerd.

Het onderdeel geschiedenis is nuttig wanneer je straks aan de slag gaat met allerlei bewerkingen: je kiest de uitgevoerde bewerkingsstap die je wilt behouden en alle daaropvolgende stappen worden automatisch ongedaan gemaakt. Ook handig is het onderdeel momentopnamen. Selecteer een bewerkingsstap en klik vervolgens op maak momentopname. Herhaal dit voor een eerdere bewerkingsstap. Ten slotte selecteer je de onderste momentopname: beide resultaten worden nu naast elkaar getoond, zodat je goed kunt vergelijken. Je kunt de scheidingslijn tussen beide varianten trouwens ook verplaatsen.

Plaats twee bewerkingsvarianten van hetzelfde plaatje naast elkaar voor een gedetailleerde vergelijking.

Tip 07: Modules kiezen

Darktable heeft veel bewerkingsmogelijkheden, maar het programma heeft ze al enigszins opgedeeld en je kunt ze oproepen via knoppen net onder het histogram. Met de knop toon alleen actieve modules krijg je enkel modules te zien die je reeds op deze foto hebt toegepast – en die je dus ook in de geschiedenis terugvindt.

Er zijn ook knoppen als technisch, verloop en effecten die elk verschillende bewerkingen bevatten. Dat zijn er respectievelijk al 27, 16 en 19, maar er zijn nog meer modules: klik met rechts op zo’n knop en kies onder aan het selectiemenu de optie alle beschikbare modules. Gelukkig is er net onder de knoppen een zoekbalk waarmee je via trefwoorden de gewenste module kunt opsporen.

Om een module in of uit te schakelen, hoef je enkel op de aan-uitknop links van zo’n module te drukken. Klik op een module om hem in te stellen. Het bijbehorende instelmenu opent en een eventueel eerder geopende module sluit zich automatisch. Houd je de Shift-toets ingedrukt bij het aanklikken van een volgende module, dan blijven de reeds geopende modules open.

Aan bewerkingsmodules geen gebrek in darktable!

Met een smartphone goede foto's maken?

Een iPhone is alles wat je nodig hebt

Tip 08: Modules gebruiken

We kunnen hier uiteraard niet de werking van alle modules afzonderlijk toelichten: daarvoor verwijzen we graag naar de (downloadbare) handleiding. Wel wijzen we op enkele handigheden die je in nagenoeg alle modules vindt. Heb je bijvoorbeeld iets te voortvarend geëxperimenteerd met een module, dan zet je de originele waarden zo weer terug met het resetknopje, rechts van de modulenaam. En natuurlijk is er ook nog de universele toetscombinatie Ctrl+Z (ongedaan maken) en het reeds eerder besproken onderdeel geschiedenis (zie tip 6).

Ook het omgekeerde is mogelijk: in plaats van een bewerking ongedaan te maken, wil je haar net vaker hergebruiken. In dit geval bewaar je die bewerking als een ‘voorkeur’. Voer de gewenste bewerking in een module uit en druk op het menu met de drie streepjes rechts van de modulenaam. Kies voorkeur opslaan, geef een naam aan de toegepaste bewerking en bevestig met ok. Wanneer je nogmaals op het menu drukt, staat jouw voorkeur netjes in de lijst, samen met de andere voorkeuren die standaard al in darktable zitten. Daar vind je trouwens wel vaker nuttige opties tussen.

Eén voorbeeld: in de module kleurzones zit onder meer de optie natuurlijke huidskleuren. Deze zorgt er met één muisklik voor dat de huid van de personen op je foto een natuurlijke(re) tint krijgt.

Handige bewerkingen kun je als een eigen voorkeur bewaren voor snel hergebruik.

Tip 09: Hergebruik

Bewerkingen bewaren als voorkeur is slechts één manier om efficiënter te werken en te profiteren van je eerdere werk. Er zijn er nog meer. Stel, je hebt diverse bewerkingen uitgevoerd en deze wil je ook toepassen op andere foto’s. Selecteer dan eerst de bewerkte foto in de bibliotheek (via de L-toets van library) en druk op Ctrl+C. Duid nu de gewenste foto(‘s) aan en druk op Ctrl+V: de bewerkingen van de eerste foto worden meteen toegepast op de andere.

Ook stijlen zijn een handige manier om bewerkingen snel op andere foto’s toe te passen.

Selecteer een bewerkte foto in de bibliotheek en open het onderdeel stijlen boven in het rechterdeelvenster. Druk op de knop creëer, laat het vinkje staan bij de bewerkingsstappen die je in de stijl wilt stoppen, vul een stijlnaam in en rond af met opslaan. Je kunt ook via een andere weg zo’n stijl maken: open het onderdeel geschiedenis en druk op het knopje met de drie cirkels, rechtsonder de rubriek. Om deze stijl toe te passen op andere foto’s, selecteer je eerst de plaatjes en dubbelklik je vervolgens op een stijl in de rubriek stijlen. Je kunt hier ook eerst een vinkje plaatsen bij creëer duplicaat, zodat de originele foto ongewijzigd blijft.

Ben je op zoek naar extra stijlen? Kijk dan bij de darktable repository. Via de knop download all haal je in één keer enkele honderden stijlen op. Daarna is het een kwestie van het zip-bestand uitpakken en via stijlen / importeren verwijzen naar het uitgepakte .dstyle-bestand.

Stijlen zijn een uitstekende manier om in één keer allerlei bewerkingen op foto’s toe te passen.

Tip 10: Maskermanipulatie

Dankzij tientallen modules kun je dus uit een rijk arsenaal aan bewerkingsopties putten, maar wat als je zo’n bewerking tot één bepaald onderdeel van een foto wilt beperken? In zo'n geval ga je met maskers aan de slag.

Stel, je wilt een bepaald object uit je foto extra belichten. Open dan een module zoals belichting en schakel deze tijdelijk uit. Klik op het potloodicoon onder aan de module en kies een geschikte optie onder vector masker, zoals een ellips of je gebruikt het penseel om het masker te maken.

Met het scrolwiel pas je de grootte van je masker aan en met Shift+Scrolwiel pas je de grootte van het uitvloei-effect, oftewel de doezelaar, aan. Linksonder in het linkerdeelvenster krijg je bij masker-manager een overzicht van je maskers: je kunt ze hier ook verwijderen, hernoemen en klonen. Druk in het rechterdeelvenster op het knopje met de zwarte cirkel in een rechthoek, bij masker optimalisering, om goed te zien welk gebied je masker bestrijkt: het masker kleurt nu felgeel. Tot slot schakel je de module weer in en stel je de bewerking naar wens in.

Vliegenzwam in brand: het masker is nu wel heel duidelijk.

Tip 11: Exporteren

Wanneer je de fysieke fotobestanden uit de bibliotheekmap bijvoorbeeld naar een usb-stick kopieert om die elders te bekijken, dan is er niets van al je bewerkingen en metadata te bespeuren. Die bevinden zich immers allemaal in sidecar-bestanden (zie tip 3). Die kun je natuurlijk wel mee kopiëren, maar dan moet de applicatie aan ontvangerszijde de sidecar-bestanden wel kunnen lezen. Een alternatief is dat je alle aanpassingen toch in de fotobestanden zelf verwerkt.

Selecteer hiervoor alle gewenste foto’s in het voorbeeldvenster en klik op exporteren, helemaal rechtsonder in het rechterdeelvenster. In het uitgeklapte dialoogvenster klik je op map en kies je vervolgens een doellocatie voor de export. Bij bestandstype bepaal je het uitvoerformaat – er zijn er zo’n twaalf – en stel je de kwaliteit en andere parameters in. Is alles naar wens, druk dan op de knop exporteren: de xmp-informatie wordt netjes in de fotobestanden zelf verwerkt.

Er zijn heel wat exportopties beschikbaar in darktable.

▼ Volgende artikel
Bedien je slimme apparaten met een zelfgebouwd touchscreen
© InfiniteFlow - stock.adobe.com
Huis

Bedien je slimme apparaten met een zelfgebouwd touchscreen

Houd je van knutselen én automatiseer je alles in en om je huis met Home Assistant? Kijk dan zeker eens naar ESPHome. Je kunt eindeloos variëren met componenten. Dankzij de koppeling met Home Assistant bouw je gemakkelijk en voor weinig geld een lichtschakelaar of sensor, om maar wat te noemen. De LVGL-bibliotheek zorgt ervoor dat je nu ook eenvoudig met een touchscreen en zelfbedachte gebruikersinterface kunt werken. We laten zien hoe dat werkt met tips voor passende projecten.

In dit artikel laten we zien hoe je een touchscreen-interface bouwt voor Home Assistant met ESPHome en LVGL:

  • Installeer ESPHome en configureer een ESP32-microcontroller voor je project
  • Sluit een touchscreen aan en stel de juiste GPIO-pinnen en drivers in
  • Gebruik LVGL-widgets voor een interactieve interface
  • Integreer je touchscreen met Home Assistant voor directe bediening van je slimme apparaten

Lees ook: 5 fouten die je niet moet maken in je smarthome

Code downloaden

In dit artikel staat een voorbeeld van wat YAML-code. Omdat YAML erg gevoelig is voor foute spaties, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. In het bestand espcode.txt staan alle regels voorbeeldcode zoals ze in dit artikel aan bod komen. Maar je vindt ook een uitgewerkt voorbeeld in het bestand cyd-demo.yaml. Beide bestanden zijn hier te downloaden.

Uitgewerkt voorbeeld

Het meest uitgewerkte voorbeeld voor de demo met LVGL vind je op deze GitHub-pagina van auteur Gertjan Groen. In de code die je kunt downloaden (ook in het losse bestand cyd-demo.yaml) hebben we ook de RGB-led op de achterzijde toegevoegd, die je bijvoorbeeld als statusmelding kunt gebruiken. Verder is een timer toegevoegd om de backlight te regelen, zodat deze bij inactiviteit wordt uitgeschakeld. Tot slot laten we zien hoe je de GPIO-pinnen kunt gebruiken via de I2C-bus. Op de GitHub-pagina vind je nog meer handige informatie.

ESPHome maakt het heel makkelijk om apparaten te maken voor een slim huis, zoals je eigen sensors. Zo bouwden we eerder al eens een luchtkwaliteitsmonitor, een infraroodzender/ontvanger en een controller met drukknoppen en leds, waarmee je apparaten kunt bedienen en de status aflezen. Hoe je dat doet, lees je in dit artikel: Zo maak je met ESPHome apparaten geschikt voor je smarthome.

De basis voor ESPHome is een kleine, voordelige en zuinige microcontroller, meestal de ESP32. ESPHome ondersteunt enorm veel componenten en biedt daardoor haast onbegrensde mogelijkheden. We helpen je kort op weg met ESPHome, maar gaan ook meteen een stapje verder met de toevoeging van een touchscreen en de LVGL-bibliotheek. Daar kun je sinds augustus 2024 officieel gebruik van maken binnen ESPHome.

Met LVGL kun je aan de hand van widgets een grafische gebruikersinterface opbouwen en weergeven (zie kader ‘Grafische interfaces met widgets’). Soms kom je de term HMI (Human Machine Interface) tegen, waarmee een grafische gebruikersinterface voor het bedienen van apparatuur wordt bedoeld.

De kracht van ESPHome is dat je niet alleen lokaal aangesloten apparaten bedienbaar kunt maken, bijvoorbeeld via een relais, maar ook alle apparaten die je binnen Home Assistant gebruikt.

Grafische interfaces met widgets

LVGL staat voor Light and Versatile Graphics Library. Het is een opensource-bibliotheek die sinds 2016 bestaat. Je kunt ermee werken binnen ESPHome, Arduino, Tasmota en openHASP. Het laatste project is zelfs specifiek bedoeld voor microcontrollerfirmware met LVG.

De bibliotheek is heel licht, waardoor het soepel en snel kan werken op apparaten met beperkte capaciteit, bijvoorbeeld met een microcontroller. Bovendien kan LVGL flexibel met verschillende lay-outs, schermformaten en invoermethodes werken. Naast touchscreens kun je ook bijvoorbeeld muis, toetsenbord, losse knoppen en draaiknoppen toevoegen.

Via meer dan dertig widgets kun je een grafische gebruikersinterface opbouwen. Het uiterlijk is via thema’s en stijlen eenvoudig aan te passen. Bovendien kun je met animaties werken.

LVGL wordt gebruikt in slimme apparaten zoals thermostaten, smartwatches en keukenapparatuur, en zelfs in touchscreens voor industriële omgevingen. Op de website vind je enkele interactieve demo’s voor bekende toepassingen, waarbij de gebruikersinterface in de browser wordt getoond.

Met LVGL kun je via widgets een gebruikersinterface bouwen.

1 Wat gaan we doen?

Met ESPHome kun je relatief eenvoudig apparaatjes voor je slimme huis maken. Een voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld Arduino en MicroPython is dat je niet hoeft te programmeren. Je hoeft alleen een configuratiebestand te maken waarin je de gebruikte microcontroller, verbindingsgegevens voor je wifi-netwerk en alle aangesloten componenten aanduidt. Hierna wordt firmware gemaakt en weggeschreven op je microcontroller. Alleen die eerste keer is dit soms wat lastig. Heb je het eenmaal werkend? Alle keren erna kun je heel eenvoudig de configuratie aanpassen en over-the-air (OTA) naar de microcontroller sturen.

In dit artikel gaan we met LVGL werken. Hiermee kun je binnen ESPHome grafische interfaces maken via widgets. Voor veel projecten zul je daarom niet eens componenten hoeven aan te sluiten, maar heb je genoeg aan een touchscreen. Denk bijvoorbeeld aan een lichtknop en helderheidsregeling voor een slimme lamp in Home Assistant, zoals we in dit artikel demonstreren. Je kunt natuurlijk ook geavanceerdere gebruikersinterfaces maken voor vrijwel elk apparaat in Home Assistant.

©pozitivo - stock.adobe.com

Je kunt bijvoorbeeld zelf een gebruikersinterface voor je slimme lampen bouwen, zodat je ze eenvoudig kunt bedienen.

2 Wat heb je nodig?

Wat hardware betreft, is het vrij eenvoudig. De ESP32-chip heeft snel de voorkeur boven de verouderde ESP8266-versie, zeker als je met een touchscreen gaat werken. De Raspberry Pi Pico W (zie gelijknamig kader) is ook een optie, maar die wordt nog niet volledig ondersteund binnen ESPHome.

Makkelijk om mee te starten is een eenvoudig ontwikkelbordje rondom de ESP32 dat je voor ongeveer 5 euro kunt aanschaffen. Het is wel fijn als je hier goede documentatie bij hebt, zodat je op zijn minst weet waar alle aansluitingen zitten.

Er zijn diverse varianten van de ESP32-module. Bekende opties zijn de ESP-WROOM-32E, ESP32-C3 en ESP32-S3. De ESP32-C3 wordt vaak in extra compacte bordjes gebruikt, die je onder de naam ‘super mini’ tegenkomt – handig als je niet veel aansluitingen nodig hebt of niet veel ruimte hebt.

De ESP32-S3 is een fijne optie vanwege de beschikbaarheid van PSRAM (Pseudo Static RAM), een voordelig type werkgeheugen dat onder meer nuttig is bij grafische toepassingen. Staat een touchscreen centraal in jouw project en wil je snel van start, overweeg dan een model met ingebouwde ESP32-chip (zie volgende paragraaf).

De ESP32-module is in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.

Raspberry Pi Pico W

De Raspberry Pi Pico is een voordelige en flexibele serie ontwikkelbordjes rondom de RP2040-microcontroller. De eerste versie verscheen in januari 2021. De Pico W is vanwege de wifi-connectiviteit een interessante optie voor ESPHome. Recent werd de Pico 2 W aangekondigd die op meerdere fronten is verbeterd. Dat model is op het moment van schrijven echter nog niet geschikt voor ESPHome.

De Raspberry Pi Pico W is ook bruikbaar in Home Assistant.

3 Touchscreen

Als je een touchscreen gaat gebruiken in je ESPHome-project, dan kun je eventueel een los exemplaar op de microcontroller aansluiten en configureren. Maar je kunt ook een touchscreen met ingebouwde ESP32 kiezen. Dat is vaak veel handiger en goedkoper. Je hoeft niet te solderen en kunt direct een gebruikersinterface bouwen in YAML-code. Het scheelt ook wat tijd. Bovendien zijn er zelfs modellen compleet met behuizing.

Kies een scherm dat door ESPHome wordt ondersteund. De website van ESPHome geeft goede suggesties. Je kunt ook afgaan op ervaringen van anderen. Het kan dan een iets grotere uitdaging zijn om de juiste configuratie voor je display in ESPHome te vinden. Je zult daarbij waarschijnlijk wel even moeten experimenteren, niet alleen bij het instellen van je display, maar ook bijvoorbeeld voor het touchgedeelte. Zelfs bij het vrij gangbare touchscreen dat we in dit artikel gebruiken, was dat een beetje prutsen.

Kies een touchscreen dat door ESPHome wordt ondersteund.

4 Scherm met ESP32

Voor dit artikel hebben we een eenvoudige ESP32-2432S028 gebruikt, met een resistief touchscreen van 2,8 inch met 240 × 320 pixels. Dit model wordt ook wel de ‘Cheap Yellow Display’ genoemd, wat vooral met de gele printplaat te maken heeft.

Er zijn meerdere varianten. Zo wordt in de schermpjes vaak de ILI9341-chip als aansturing gebruikt, maar soms ook de ILI9342, zoals in ons exemplaar. Dat vergt dan een heel kleine, maar noodzakelijke aanpassing in je configuratie.

Je kunt het scherm flexibel inzetten voor je IoT-projecten. Zoek je een wat groter touchscreen, dan kun je bijvoorbeeld de CrowPanel van Elecrow overwegen. Die is er in een versie van 5 inch (ca. 32 euro) en 7 inch (ca. 42 euro), inclusief acrylbehuizing en verzending via de fabrikant. Beide versies hebben een touchscreen met hoge resolutie van 800 × 480 pixels en zijn voorzien van de modernere ESP32-S3-chip. Het touchscreen is capacitief, wat zeker voor kleinere bedieningselementen fijner werkt dan het resistieve touchscreen in ons goedkope alternatief.

Tegenwoordig bestaan er ook ronde touchscreens. Een leuke optie (zij het met beperkte schermruimte) is de ESP32-2424S012 met een ESP32-C3-microcontroller, een rond kleuren-touchscreen van 1,28 inch en in een witte of zwarte behuizing. Makerfabs heeft een vergelijk schermpje zonder behuizing. De LilyGo T-RGB heeft een wat groter 2,1inch-scherm (zonder behuizing), maar is ruim twee keer zo duur.

De ESP32-2432S028 is een voordelig scherm (onder), een wat duurder alternatief is het capacitieve 5inch-aanraakscherm met ESP32 van Elecrow (boven).

5 Add-ons voor ESPHome

Hoewel je bijvoorbeeld een pc met Python kunt gebruiken voor het bewerken van je configuratiebestanden en het flashen van de microcontroller met de software voor ESPHome, is het meestal veel makkelijker om de add-on voor ESPHome binnen Home Assistant te gebruiken. Dat geeft ook een ander groot voordeel: je kunt de configuratie voor alle apparaten met ESPHome binnen Home Assistant beheren. Je zult zeker in de testfase veel wijzigingen aan de configuratie moeten maken.

Via de add-on voor ESPHome voeg je eenvoudig microcontrollers toe.

6 Microcontroller toevoegen

We gaan nu een verse microcontroller toevoegen. Je kunt eventueel ESPHome Web gebruiken om de microcontroller voor te bereiden voor gebruik met ESPHome, maar wij geven zoals gezegd de voorkeur aan de ESPHome-add-on, die je binnen Home Assistant kunt openen.

Je kunt voor deze methode de microcontroller gewoon via usb aansluiten op je eigen pc, maar dit vereist wel dat je Home Assistant opent via een beveiligde https-verbinding. Lukt dat niet? Als alternatief kun je de microcontroller ook via usb aansluiten op het systeem met Home Assistant zelf, voordat je verder gaat in ESPHome.

Het dashboard van ESPHome toont alle toegevoegde apparaten.

Ook leuk: Werk met wat je hebt: creëer je eigen alarmsysteem met Home Assistant

7 Configuratie

Klik binnen ESPHome op New device om een nieuwe microcontroller te initialiseren. Vul bij Name een naam in voor het apparaat. Bij Network name vul je de naam (SSID) in van het wifi-netwerk waarmee de microcontroller moet verbinden en bij Password het bijbehorende wachtwoord. Klik dan op Next.

In de volgende stap zal ESPHome een configuratiebestand maken, firmware bouwen en de microcontroller flashen. Klik daarvoor dus eerst op Connect. Als het goed is, kun je nu de com-poort selecteren waarmee de microcontroller is verbonden. Zie je geen com-poort, dan zul je eerst drivers moeten installeren. De instructies krijg je als je het venster sluit zonder een com-poort te selecteren. Als de verbinding is gelukt, zal de installatie verdergaan. Lukt het niet? Dan kun je kiezen voor Skip this step gevolgd door een handmatige configuratie.

Vul een naam in en de details voor het wifi-netwerk.

Toepassingen voor een touchscreen

Er zijn veel leuke toepassingen voor een touchscreen. Zo kun je bijvoorbeeld een soort weerstation maken, dat je voorziet van actuele informatie van Home Assistant. Ook kun je live de opbrengst van je zonnepanelen laten zien of het verbruik in huis. Je zou een schermpje voor Music Assistant kunnen maken met bijvoorbeeld de weergave van het nummer en volumeregeling (zie ook: Met Music Assistant ben jij de baas over jouw muziekcollectie). Tot slot kun je een scherm gebruiken voor statusmeldingen of loggegevens.

8 Touchscreen met ESP32

We gebruiken in dit artikel zoals gezegd de ESP32-2432S028 als voorbeeld. Dit is een touchscreen met ingebouwde ESP32-chip. Dit apparaatje kun je direct toevoegen aan ESPHome: precies zoals in paragraaf 7 staat omschreven, al moesten we in dit geval na het aanwijzen van de com-poort wel de boot-knop even indrukken.

Overigens bevat het apparaat meestal een voorgeprogrammeerde demo met een gebruikersinterface op basis van LVGL. Die zie je als je hem zo uit de doos op een voeding aansluit. Je kunt daarmee meteen de werking controleren. Je zult bij een model met resistief aanraakscherm overigens iets harder moeten drukken dan je misschien gewend bent.

We gebruiken dit voordelige 2,8inch-aanraakscherm, dat ook wel ‘Cheap Yellow Display’ wordt genoemd.

9 Schermconfiguratie

Na het toevoegen van je touchscreen heb je direct een basisconfiguratie voor ESPHome. Via Edit kun je deze configuratie aanpassen. Zowel voor het aansturen van het display als de registratie van het aanraken wordt SPI (Serial Peripheral Interface) gebruikt. Voor onze ESP32-2432S028 is dit de configuratie, rekening houdend met de gebruikte interne GPIO-pinnen:

We voegen nu eerst de configuratie van het display toe en in paragraaf 11 het touchgedeelte. Voor het display is de configuratie als volgt:

Merk op dat er ook een (oudere) variant van dit touchscreen is met de ILI9341. In dat geval gebruik je model: ILI9341 en invert_colors: false. Na het maken van de aanpassingen kies je Install. Je kunt nu kiezen hoe je de firmware wilt overbrengen. Meestal kies je Wirelessly voor over-the-air-updates. Het apparaat hoeft daarbij niet meer met jouw pc te zijn verbonden.

Binnen ESPHome kun je eenvoudig de configuratie bewerken.

10 LVGL-bibliotheek

Binnen ESPHome kon je voorheen met displays werken door binnen de component display met lambda bijvoorbeeld teksten met een bepaald lettertype naar je scherm te sturen. Als je LVGL gaat gebruiken, gebruik je geen lambda meer, maar alleen LVGL en widgets. Als eerste voegen we de LVGL-bibliotheek toe aan de YAML-code:

lvgl:
  buffer_size: 25%

De optie buffer_size is ons geval noodzakelijk, vanwege de afwezigheid van PSRAM. In paragraaf 13 voegen we ook nog widgets toe. Omdat we dat hier nog niet hebben gedaan, zie je na het flashen als het goed is een demo met een knop, checkbox, cirkel met tekst en schuifbalk.

11 Configuratie touchscreen

Bediening via het scherm is nog niet mogelijk. Daarvoor moeten we het touchscreen toevoegen aan de configuratie van ESPHome:

Bewaar de aanpassingen en installeer de nieuwe firmware. Controleer of je de demo goed kunt bedienen. De regels onder on_touch zorgen dat in de logs de geregistreerde coördinaten worden getoond. Er kunnen aanpassingen nodig zijn in de regels onder calibration en transform.

12 Backlight

Het display is voorzien van een achtergrondverlichting (backlight) via pin 21. We definiëren deze output als volgt:

Daarna configureren we de achtergrondverlichting, waarbij we verwijzen naar de hierboven gedefinieerde output.

Na het flashen zal de backlight standaard aanstaan. Eventueel kun je deze vanuit Home Assistant aan- en uitzetten en de helderheid ervan regelen, bijvoorbeeld op basis van afwezigheid. Je kunt ook een script maken om de helderheid bij inactiviteit terug te brengen. Daarvoor verwijzen we je naar het uitgewerkte voorbeeld op GitHub (zie kader ‘Code downloaden’).

Binnen Home Assistant kun je eventueel ook de backlight aan- en uitzetten.

13 Widgets toevoegen

Onder de regel lvgl kun je nu de gewenste LVGL-componenten toevoegen aan je YAML-configuratie. Denk aan bijvoorbeeld knoppen, schuifregelaars, grafieken of labels. In dit voorbeeld voegen we aan de bovenkant alleen twee widgets toe voor een dimbare led, te weten een schakelaar (button) en schuifregelaar (slider).

De meeste opties dienen voor het positioneren van de widget. We geven bijvoorbeeld de breedte (width) en hoogte (height) aan, halen de widgets iets van de rand of met x en y, en regelen de uitlijning met align. Het gedeelte bij on_click zorgt dat de bewuste lamp in Home Assistant wordt omgeschakeld bij het klikken op de button. Voor de slider doen we hetzelfde onder on_release. Die acties zijn overigens om veiligheidsredenen niet direct mogelijk. In paragraaf 16 leggen we uit hoe je dit kunt toestaan.

We voegen in dit voorbeeld alleen twee eenvoudige widgets toe.

Cookbook voor ESPHome en LVGL

We houden het hier redelijk eenvoudig, maar je kunt natuurlijk veel geavanceerdere gebruikersinterfaces maken. Zo is bijvoorbeeld een geneste structuur mogelijk, kun je op verschillende manieren een grid maken, en met pagina’s individuele schermen of secties in je gebruikersinterface maken. Daarbij kan elke pagina zijn eigen widgets hebben. ESPHome geeft op zijn website in een ‘cookbook’ nog wat praktische voorbeelden voor het werken met LVGL, ook in combinatie met Home Assistant.

De website van ESPHome heeft veel voorbeelden voor het werken met LVGL.

14 Interactie met Home Assistant

De entiteit voor de dimbare lamp heeft in Home Assistant de naam light.wledkantoor. De waardes zijn nodig om de widgets de juiste status te kunnen geven. Daarom voegen we hieronder een binary_sensor toe voor de status (aan of uit) en een sensor voor het helderheidsniveau. We werken vervolgens bij on_state en on_value de widgets bij als de status verandert in Home Assistant. Bij id vul je uiteraard de id van de betreffende widget in.

Gebruik de logfunctie om te zien of bijvoorbeeld een status verandert.

15 Toevoegen aan Home Assistant

De add-on voor ESPHome hebben we gebruikt om de microcontroller van firmware te voorzien. Maar je zult het apparaat hierna nog wel moeten toevoegen aan Home Assistant. Dat is heel eenvoudig: het wordt automatisch gevonden. In Home Assistant zie je via Instellingen / Apparaten en diensten het bewuste apparaat direct terug op het tabblad Integraties. Klik op de knop Toevoegen om het aan Home Assistant toe te voegen.

Het apparaat met ESPHome moet je nog toevoegen aan Home Assistant.

16 Acties toestaan

Als je het touchscreen bedient, zal Home Assistant een melding geven dat het ESPHome-apparaat heeft geprobeerd een actie in Home Assistant uit te voeren. Standaard is dit om veiligheidsredenen niet toegestaan, maar dit is eenvoudig op te lossen.

Ga naar Instellingen / Apparaten en klik dan onder het kopje Geconfigureerd op ESPhome. Achter het bewuste apparaat klik je vervolgens op Configureren. Zet een vinkje bij Toestaan dat het apparaat Home Assistant-acties uitvoert. Klik op Verzenden. Hierna zijn alle acties zoals het omschakelen van de lamp en regelen van de helderheid wel toegestaan.

Zorg dat het apparaat acties in Home Assistant mag uitvoeren.

▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming: