ID.nl logo
Huis

Cybersecurity ziekenhuizen blijft hoofdpijndossier

Er is genoeg reden om sceptisch te zijn over de cybersecurity van ziekenhuizen. Zorginstellingen digitaliseren net als de rest van de maatschappij mee, en lopen daarbij evengoed regelmatig tegen problemen aan. Denk aan hoge kosten en slechte beveiliging. We gaan in dit artikel in op enkele risicofactoren.

Het uitwisselen van medische data wordt steeds makkelijker, maar ook belangrijker. De overheid pleit al jaren voor een landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD), maar daar verzetten tegenstanders zich met hand en tand tegen. De uit de hand lopende ict-kosten spelen het landelijk EPD parten, maar er zijn ook zorgen om de privacy. Organisaties als Bits of Freedom bijvoorbeeld zijn bezorgd over het afnemen van privacy als gevolg van toenemend gebruik van technologische en internettoepassingen.

Het landelijk EPD mag dan inmiddels van tafel zijn, maar in plaats daarvan zijn er allerlei lokale EPD’s opgekomen. Ziekenhuizen of grote zorginstellingen bouwen bijvoorbeeld hun eigen systeem (of laten dat doen), en regionale instellingen werken samen om dat te regelen. Vervolgens kan informatie uit die systemen worden uitgewisseld via het zogenaamde ‘Landelijk Schakel Punt’ (LSP).

Er is dus geen centrale database met alle gegevens van alle patiënten in Nederland. Een extra voordeel is dat alleen gegevens in een bepaalde regio mogen worden uitgewisseld - een Brabantse patiënt kan zijn gegevens dus niet delen met een Fries ziekenhuis. Patiënten moeten tevens expliciete toestemming voor het uitwisselen van gegevens geven.

Grote ict-projecten van de overheid zijn notoir duur en vertraagd. Bovendien levert de grootte vaak privacy- en beveiligingsproblemen op. Wat dat betreft is het misschien een goede zaak dat er geen landelijk EPD is gekomen. Van de andere kant is het een groot probleem dat al die losse systemen nu hun eigen standaarden hebben en daarom vaak moeilijk (of helemaal niet) compatibel zijn met elkaar.

Medische apparatuur met internet verbonden

Uit onderzoek van securitybedrijf McAfee bleek dat heel veel ziekenhuizen PACS (Picture Archiving and Communication Systems) gebruiken om afbeeldingen zoals CT-scans, röntgenfoto’s of ultrasounds op te slaan. Idealiter wordt die informatie alleen lokaal opgeslagen of via een air gap of goede firewall afgeschermd van het reguliere netwerk, maar de praktijk is helaas vaak anders. Een snelle zoektocht op IoT-zoekmachine Shodan laat namelijk zien dat er meer dan 1.100 van zulke apparaten via internet benaderbaar zijn. McAfee ontdekte ook dat die apparaten vaak notities bevatten zoals ‘IE 6 support only’, of gebruikmaakten van oude Java-code. Niet heel erg up-to-date dus!

Toen de onderzoekers van het bedrijf verder keken bleken ze nog veel meer informatie te kunnen achterhalen. Zoveel zelfs dat het één van hen lukte om een model van een knie en een bekken te maken op een 3D-printer, door middel van alle informatie die zij wisten te vinden.

©PXimport

Het échte gevaar zit nog steeds in de systemen die ziekenhuizen gebruiken. Laten we immers WannaCry niet vergeten, een agressieve vorm van ransomware die in 2017 honderden ziekenhuizen over de hele wereld platlegde. Een half jaar na de aanval bracht de Britse National Audit Office een evaluatierapport uit. Dat bevatte harde conclusies. Ziekenhuizen waren slecht voorbereid op een cyberaanval en hadden heel simpele preventiemaatregelen kunnen nemen.

De communicatie verliep bovendien slecht, uitgerekend doordat de ransomware systemen had geblokkeerd, waardoor e-mailcommunicatie veel moeizamer ging. Uit het rapport bleek bovendien ook dat veel zorginstellingen hun systemen naderhand nog steeds niet gepatcht hadden.

Hopeloos verouderd

Eén van de problemen die inmiddels al wel duidelijk zijn is dat Nederlandse ziekenhuizen nog schrikbarend vaak gebruik maken van Windows XP. Het besturingssysteem krijgt al sinds april 2014 geen beveiligingsupdates meer, maar uit een steekproef van de NOS bleek dat 14 van de 25 ondervraagde ziekenhuizen in ieder geval op een paar afdelingen nog gebruik maakten van Windows XP.

Het is mogelijk je daar als bedrijf alsnog tegen te wapenen door Microsoft te betalen voor updates - de overheid doet dat voor sommige instanties nog steeds. Bij ziekenhuizen worden die kosten echter niet gemaakt. Het probleem is tweeledig. Aan de ene kant is het een kostbare zaak om een heel ziekenhuis, met vaak duizenden medewerkers en zeker zoveel computers, te upgraden naar een nieuw besturingssysteem. Niet alleen kosten de nieuwe Windows-licenties geld, maar bij de manuren die je kwijt bent met zo’n project lopen de kosten al snel op.

Maar het grotere probleem zit in de specifieke medische apparatuur die ziekenhuizen gebruiken. Apparaten zoals MRI-scanners zijn bijvoorbeeld vaak alleen compatibel met Windows XP. Nieuwe software wordt er niet gemaakt, en bestaande software wordt zelden geüpdatet om compatibel te zijn met nieuwere besturingssystemen. Zoals bij veel instellingen geldt dan ook in dit geval: “If it ain’t broke, don’t fix it.”

Meer uitdagingen

Medisch opgeleid personeel is over het algemeen minder bezig met digitale veiligheid. Ze hebben minder ervaring met het herkennen van phishing-mails, en minder tijd om ingewikkelde processen als tweestapsverificatie te implementeren en te gebruiken. Ziekenhuizen en medische instellingen groeien bovendien hard of fuseren vaker. Dat maakt het op organisatorisch niveau erg lastig om stabiele securityprocessen op te zetten en om een consistent updatebeleid te implementeren voor alle bedrijfssystemen.

Bovenstaande risico's maken ziekenhuizen tot een heel interessant doelwit voor hackers. Veel persoonlijke gegevens bij elkaar in combinatie met een doorgaans matige beveiliging én een hoge bereidheid te betalen voor ransomware zijn een goudmijn voor kwaadwillenden. Eenvoudige oplossingen zijn niet zomaar voor handen, en daarom blijft dit voorlopig een hoofdpijndossier.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Met de feestdagen voor de deur kijken we dit keer naar 5.1-surroundsets voor de woonkamer. Want wat is er nou leuker om je favoriete film of serie te kijken met supergoed geluid? Of bij het gamen? Voor minder dan 300 euro welteverstaan.

Een 5.1 speakerset is een geluidssysteem dat is opgebouwd uit zes verschillende luidsprekers. Het cijfer 5 staat voor de satellietluidsprekers: een middenkanaal voor spraak, twee speakers voorin (links en rechts) en twee speakers die je achter je plaatst. De .1 verwijst naar de subwoofer, die specifiek de lage bastonen voor zijn rekening neemt. Doordat deze luidsprekers rondom de luisterpositie worden geplaatst, komt het geluid vanuit verschillende richtingen op je af. Dit creëert een ruimtelijk effect waardoor je bij het kijken van films en series of het spelen van games wordt omringd door geluid.

Logitech Z906

Deze set is ontworpen om meerdere audiobronnen tegelijkertijd te kunnen verwerken. Je sluit tot zes apparaten aan, zoals een televisie, gameconsole of computer, via de beschikbare digitale optische, digitale coaxiale of analoge ingangen. De set beschikt over een bedieningsconsole die je stapelt bij je apparatuur en een draadloze afstandsbediening voor bediening vanaf de bank. Het systeem levert een continu vermogen van 500 watt en is THX-gecertificeerd, wat betekent dat het voldoet aan specifieke prestatie-eisen voor bioscoopgeluid. De decodering ondersteunt Dolby Digital en DTS-soundtracks. Naast de subwoofer krijg je vier satellietluidsprekers en een middenkanaal die je flexibel kunt plaatsen.

RMS of uitgangsvermogen?

Bij het vergelijken van specificaties kom je vaak de termen RMS en totaal uitgangsvermogen tegen, en het is slim om vooral op die eerste te letten. RMS staat voor het continue vermogen en geeft eerlijk weer wat de speakers constant kunnen leveren zonder dat het geluid vervormt. Je kunt het zien als de basissnelheid die een hardloper een uur lang volhoudt, terwijl het totaal uitgangsvermogen of piekvermogen slechts een korte sprint van enkele seconden is. Fabrikanten zetten dat hogere piekvermogen vaak groot op de doos als marketingmiddel, maar als je wilt weten hoe krachtig de set echt is tijdens een hele film, concert, serie of game, geeft de RMS-waarde je het meest betrouwbare beeld.

Sony HT-S40R

Bij dit systeem worden de achterste luidsprekers aangestuurd door een draadloze versterker, waardoor er geen kabels van de soundbar voorin de kamer naar achteren hoeven te lopen. De soundbar zelf beschikt over drie kanalen en werkt samen met de subwoofer en de twee achterspeakers voor de 5.1-weergave. Het totale uitgangsvermogen bedraagt 600 watt. Voor de connectiviteit maak je gebruik van HDMI ARC, een optische ingang of een analoge aansluiting. Daarnaast is er Bluetooth 5.0 aanwezig voor het streamen van audio vanaf mobiele apparaten. De soundbar kan aan de muur worden bevestigd of voor de televisie worden geplaatst.

Trust GXT 658 Tytan

Dit geluidssysteem is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor games en in combinatie met een pc of gameconsole, waarbij de houten subwoofer het middelpunt vormt. De basweergave is gesynchroniseerd met geïntegreerde LED-verlichting die reageert op het ritme van het geluid. Het systeem schakelt automatisch naar een stand-by modus wanneer het niet in gebruik is. De set wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee je onder andere de bas en het volume regelt. De kabels voor de achterste luidsprekers hebben een lengte van 8 meter, wat plaatsing in grotere ruimtes mogelijk maakt zonder verlengsnoeren. Het piekvermogen ligt op 180 watt.

Hisense AX5100G

Dit audiosysteem ondersteunt Dolby Atmos-technologie voor een ruimtelijke geluidsweergave. De set bestaat uit een soundbar, een losse subwoofer en twee achterluidsprekers. Met een totaal vermogen van 340 watt worden de verschillende frequenties verdeeld over de speakers. Je hebt de beschikking over diverse equalizer-modi, waaronder instellingen voor nieuws, film en games. Aansluiten op de televisie gaat via HDMI eARC, maar er zijn ook opties voor USB en een optische kabel. De achterspeakers plaats je achter de luisterpositie om het surround-effect van de 5.1-opstelling te completeren.

Sony HT-S20R

Je installeert dit systeem met een soundbar, subwoofer en twee bedrade achterspeakers. De soundbar verzorgt de linker-, rechter- en middenkanalen, terwijl de externe subwoofer de lage tonen voor zijn rekening neemt. Het systeem heeft een totaal vermogen van 400 watt en ondersteunt Dolby Digital. Via de USB-poort speel je audiobestanden direct af van een geheugenstick. Voor de verbinding met de televisie gebruik je HDMI ARC, maar als je televisie dit niet ondersteunt, zijn er optische en analoge ingangen beschikbaar. De set beschikt over diverse geluidsmodi die je met een knop op de afstandsbediening selecteert.

▼ Volgende artikel
AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers
© AGON by AOC | KateStudio/Shutterstock
Huis

AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers

AOC brengt met de Gaming 25G4KUR een monitor op de markt die volledig is afgestemd op competitieve gamers. Het 24,5-inch scherm haalt een verversingssnelheid tot 420 Hz en biedt snelle reactietijden, Adaptive-Sync en ergonomische instelmogelijkheden.

Supersnel beeld voor competitieve spelers

De AOC Gaming 25G4KUR (adviesprijs 259 euro) is bedoeld voor wie elke milliseconde telt. Dankzij een overklokte verversingssnelheid van 420 Hz (400 Hz standaard) en een responstijd tot 0,3 milliseconde reageert het scherm vrijwel direct op elke actie. Dat maakt hem geschikt voor snelle shooters, esports-toernooien en spelers die vloeiende bewegingen en minimale vertraging willen.

Het 24,5-inch formaat is populair onder professionele esports-spelers, omdat het speelveld overzichtelijk blijft zonder dat de ogen veel hoeven te bewegen. De Full HD-resolutie zorgt ervoor dat hoge framerates haalbaar zijn, zelfs met een middenklasse grafische kaart.

©AGON by AOC

Heldere kleuren en vloeiende beelden

De 25G4KUR gebruikt een Fast IPS-paneel met brede kijkhoeken en een kleurdekking van 121 procent sRGB. Het scherm is compatibel met NVIDIA G-SYNC. Adaptive-Sync, zorgt ervoor dat beelden vloeiend blijven zonder haperingen of tearing. DisplayHDR 400 biedt bovendien een iets hoger contrast en betere helderheid dan standaard SDR-monitoren.

Ontworpen voor urenlang gamen

AOC rust de monitor uit met functies die lange gamesessies comfortabeler moeten maken. De flicker-free achtergrondverlichting en blauwlichtreductie verminderen vermoeide ogen, terwijl de ergonomische standaard in hoogte verstelbaar is en kantel-, draai- en rotatiefuncties heeft. Via AOC's G-Menu-software kunnen spelers profielen aanmaken, instellingen aanpassen en de Low Input Lag-modus activeren.

MiniLED-monitor in januari

In januari 2026 brengt AOC nog een nieuw model uit: de Gaming U27G4XM. Deze 27-inch 4K-monitor gebruikt MiniLED-technologie met 1152 local dimming-zones en heeft een DisplayHDR 1000-certificering. Dankzij de hoge helderheid (1200 nits) en het diepe contrast biedt hij beeldkwaliteit die dicht in de buurt komt van OLED, maar zonder risico op inbranden. De U27G4XM krijgt een adviesprijs van 449 euro.