ID.nl logo
Nieuwe printer? Zo bereken je eenvoudig zelf de kosten per afdruk
© Fabrika
Huis

Nieuwe printer? Zo bereken je eenvoudig zelf de kosten per afdruk

Of je nu een dure of een goedkope printer hebt gekocht: er komen altijd extra kosten bij, vooral voor inkt (inkjetprinter) of toner (laserprinters). Daarom is het handig als je vooraf kunt bepalen wat je daar ongeveer aan kwijt zult zijn. Gelukkig is het niet moeilijk om dat zelf uit te rekenen.

Dit artikel in het kort: 🖨️ Deze stappen moet je nemen om de printkosten per pagina te berekenen 🖨️ Dit is de betekenis van het standaard-afdrukkingspercentage Rekenvoorbeeld 🖨️ Ook dit heeft invloed op de kosten per pagina 🖨️ Wat als je afwijkt van de standaard?

Lees ook: Inkjet of laser: welke printer moet je kiezen?

Wat kost één pagina printen?

Wat je qua kosten aan printen kwijt bent, kun je gelukkig vrij makkelijk zelf berekenen. Daarvoor volg je onderstaand stappenplan:

1: Bepaal de kosten van de cartridge(s)

Voor inkjetprinters gaat het om de kosten van de inktcartridges (zowel zwart als kleur). Voor laserprinters gaat het om de kosten van de tonercartridge(s).

2: Bepaal het paginavolume

Daarmee bedoelen we het aantal pagina's dat je met een cartridge kunt afdrukken. Dit wordt vaak vermeld in de specificaties. Zoek op termen als paginaopbrengst of yield. Dit paginavolume is meestal gebaseerd op een standaard afdrukdekking (meestal 5% van de pagina voor zwart-wit en 20% voor kleur). Verderop lees je wat deze percentages betekenen.

3: Bereken de kosten per pagina

Zwart-wit afdrukken: Deel de kosten van de zwarte inkt- of tonercartridge door het aantal pagina's dat je kunt afdrukken met die cartridge.
Kleurenafdrukken: Deel de kosten van de kleurencartridges door het aantal kleurpagina's dat je kunt afdrukken. Voor kleurenafdrukken wordt meestal de som van de afzonderlijke kleurencartridges genomen.
Fotoafdrukken: De kosten per foto kunnen hoger liggen omdat er meer inkt wordt gebruikt om de foto volledig te vullen.

Standaard afdrukdekking De percentages van 5% en 20% dekking, zoals hierboven genoemd, verwijzen naar hoeveel van een A4-pagina daadwerkelijk met inkt wordt bedekt tijdens het afdrukken. Een dekking van 5% komt overeen met een standaard tekstpagina, zoals een brief of eenvoudig document met alleen zwarte tekst. Bij 20% dekking is ongeveer een vijfde van de pagina bedekt met inkt, wat typisch is voor kleurendocumenten. Hierbij wordt meer inkt gebruikt door de verschillende kleuren die worden aangebracht om afbeeldingen, grafieken of rijk gekleurde teksten te produceren. Fabrikanten werken met deze standaarden om zo realistisch mogelijk het aantal pagina's te schatten dat je met één cartridge kunt afdrukken.


🖩 Rekenvoorbeeld

Stel dat je een inktcartridge koopt voor 50 euro en de fabrikant vermeldt dat deze cartridge 1000 pagina's kan afdrukken. De kosten per pagina voor zwart-wit afdrukken zijn dan:

Kosten per pagina=50/1000=0,05 euro

Voor een kleurenprinter met drie kleurencartridges van elk 20 euro en een paginavolume van 500 pagina's per cartridge, zouden de kosten per pagina als volgt zijn:

Kosten per pagina=20+20+20/500= 0,12 euro


©Kana Design Image

Ook dit heeft invloed op de kosten per pagina:

(Dagelijks) gebruik

Hoe vaker je print, hoe minder je te maken hebt met problemen zoals uitdrogende inktkoppen, wat de kosten kan beïnvloeden.

Inkt- of tonerabonnementen

Sommige fabrikanten bieden abonnementen aan waarbij je een vast bedrag per maand betaalt. Je geeft dan aan hoeveel pagina's je gemiddeld per maand print en krijgt, zodra je die limiet bijna bereikt hebt, automatisch nieuwe inkt thuisgestuurd. Voorbeelden zijn Pixma Print van Canon en Instant Ink van HP. Je kunt daardoor een stuk voordeliger uit zijn dan wanneer je zelf elke keer nieuwe cartridges zou kopen.

Merkloze cartridges

Je kunt ook besluiten om niet telkens de merk-cartridges te kopen die bij je printer horen, maar om te kiezen voor huismerk-cartridges. Die zijn over het algemeen een stuk goedkoper. Wel kan het zijn dat je een foutmelding op je printer krijgt en dat hij een ander merk cartridge niet accepteert. In veel gevallen kun je deze 'Cartridge Protection' met enige moeite uitzetten.

Afdrukdekking

De daadwerkelijke kosten per pagina kunnen variëren afhankelijk van hoeveel inkt er op de pagina wordt gebruikt. Wanneer je een pagina afdrukt met veel grafieken en afbeeldingen in kleur zal dat uiteraard meer inkt kosten dan een eenvoudige tekstpagina, omdat je dan over de 20% bedrukking gaat die meestal per kleurenprintpagina wordt aangehouden.

Weten welke inkt je moet hebben?

Selecteer je printer

Wat als je afwijkt van de standaard?

De fabrikant zegt dat je met een kleurencartridge 500 pagina's kunt printen bij 20% dekking. Jij drukt fullcolour foto's af die de hele pagina vullen. Je verhoogt de dekking dus naar 100% (5x 20%). De verwachte paginaproductie wordt dan verlaagd naar 100 pagina's (500 pagina's gedeeld door 5).

Bij zwart-wit cartridges werkt dit hetzelfde. Stel, je hebt een zwart-wit cartridge die 1000 pagina's kan afdrukken bij een dekking van 5%. Nu ga je pagina's afdrukken met een dekking van 100% (compleet zwarte pagina's – misschien heb je wel een sombere bui 😉). Dat betekent dat je per pagina 20 keer zoveel inkt gebruikt als de standaard. Je haalt dus geen 1000 pagina's meer, maar moet dat delen door 20. En dat betekent dat je al na 50 zwarte bladzijden een nieuwe cartridge nodig zult hebben.

Tot slot

Als je weet hoe je de kosten per afdruk berekent, kun je beter inschatten wat je daadwerkelijk kwijt bent aan printen. Dit helpt je niet alleen om de juiste printer te kiezen, maar ook om bewuster om te gaan met je printgebruik. Of je nu regelmatig print of alleen maar af en toe, door deze kosten vooraf goed te berekenen, voorkom je verrassingen. Let daarbij op factoren zoals de afdrukdekking en overweeg of een inktabonnement voor jou voordelig kan zijn. Zo houd je de kosten onder controle en haal je het meeste uit je printer.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.