ID.nl logo
Maak je eigen ZigBee-gateway
© PXimport
Huis

Maak je eigen ZigBee-gateway

ZigBee is een interessant draadloos mesh-protocol voor domotica-apparaten, onder andere gebruikt door Philips Hue en IKEA Trådfri. Met Zigbee2MQTT en een ZigBee-transceiver maak je van een Raspberry Pi een ZigBee-gateway. Door het gebruik van MQTT integreer je al je ZigBee-apparaten bovendien eenvoudig met allerlei domoticasystemen, waaronder Home Assistant.

ZigBee is een protocol voor draadloze communicatie op korte afstand en met laag stroomverbruik. Ideaal voor domotica, zou je denken, en inderdaad: zo zijn de lampen van Philips Hue en IKEA Trådfri op ZigBee gebaseerd. Ook Xiaomi en heel wat andere fabrikanten hebben een breed gamma aan ZigBee-apparaten, zoals contactsensoren voor deuren en ramen, temperatuursensoren enzovoort. Vergeleken met Z-Wave, een vergelijkbare technologie, zijn ZigBee-apparaten meestal betaalbaarder.

Om ZigBee-apparaten aan je thuisnetwerk te koppelen zodat je bijvoorbeeld je lampen met je smartphone kunt aansturen, heb je een gateway nodig. Sommige fabrikanten noemen dat ook een hub of een bridge. In correcte ZigBee-termen heet het eigenlijk een concentrator of coördinator. We zullen in deze masterclass afwisselend de termen gateway en coördinator gebruiken.

©PXimport

Mesh-netwerk

ZigBee is een mesh-netwerk: in plaats van elk apparaat rechtstreeks met de gateway te verbinden, communiceren alle apparaten van het netwerk met elkaar. Ze sturen een boodschap gewoon door naar naburige apparaten, die die weer doorstuurt, tot ze bij de ontvanger is aangekomen. Zo kunnen twee ZigBee-apparaten zelfs met elkaar communiceren als ze zich niet in elkaars bereik bevinden, zolang er maar een apparaat tussen staat dat zich in het bereik van de twee apparaten bevindt.

Elk ZigBee-netwerk heeft één coördinator, die het netwerk opstart en beheert. In domotica wordt dit vaak de gateway genoemd, omdat dit apparaat het ZigBee-netwerk ook met je thuisnetwerk verbindt (een gateway verbindt altijd twee incompatibele netwerken). Daarnaast zijn er ook routers: die hebben een eigen taak, zoals een lamp, schakelaar of sensor, en sturen daarnaast boodschappen van andere ZigBee-apparaten door. Omdat een router het best altijd ingeschakeld is, zijn dat meestal apparaten die je in het stopcontact steekt, zoals een lamp.

Tot slot heb je ook de gewone apparaten, die hun taak uitvoeren maar geen boodschappen doorsturen omdat ze op batterijen werken en dus niet altijd ingeschakeld zijn. Elk van deze apparaten stuurt zijn boodschappen rechtstreeks naar de coördinator of naar een router.

Je eigen gateway

De meeste mensen gebruiken ZigBee met een gateway van de fabrikant van hun apparaten. De kans is groot dat je bijvoorbeeld de Philips Hue Bridge gebruikt om je Philips Hue-lampen op afstand aan te sturen, en de IKEA hub als je IKEA Trådfri-lampen hebt gekocht. Maar dat hoeft niet: uiteindelijk gaat het onderliggend allemaal om de ZigBee-standaard en kun je in principe dus om het even welke gateway gebruiken die deze standaard ondersteunt.

In deze masterclass tonen we je hoe je van een Raspberry Pi een ZigBee-gateway maakt, door een ZigBee-transceiver op een usb-poort aan te sluiten. Met de software Zigbee2MQTT maak je dan een coördinator van je Raspberry Pi, en kun je in Home Assistant of andere domoticasoftware via het berichtenprotocol MQTT je ZigBee-netwerk aansturen. Aan het einde van deze masterclass krijg je de metingen van je ZigBee-sensoren dus in je dashboard van Home Assistant te zien en kun je ook je ZigBee-lampen en -schakelaars via ditzelfde dashboard aansturen.

©PXimport

ZigBee-adapter

Om de ZigBee-signalen te kunnen ontvangen en uitsturen op je Raspberry Pi heb je een adapter nodig. Zigbee2MQTT ondersteunt meerdere adapters. De bekendste adapter is de ConBee II, en die zou out-of-the-box bruikbaar moeten zijn, maar de ondersteuning in Zigbee2MQTT is nog experimenteel.

Voor kleine netwerken (minder dan 20 ZigBee-apparaten) is de Texas Instruments CC2531 bruikbaar. Die is voor ongeveer 5 euro te vinden op AliExpress, maar je moet er zelf nog (eenmalig) firmware op flashen (al verkoopt iTead ze ook met compatibele firmware voorgeïnstalleerd). Daarvoor heb je nog een speciale downloaderkabel nodig en vier jumperdraden. Voor grotere netwerken zijn de Electrolama zig-a-zig-ah! en de CC2652RB-stick van slaesh aan te raden: ze kunnen meer dan 100 ZigBee-apparaten aan, hebben een beter bereik door een externe antenne en hebben geen extra hardware nodig om de firmware erop te flashen. In deze masterclass maken we gebruik van de CC2531.

Sluit de CC2531 aan

De downloaderkabel bestaat uit een vierkanten printplaatje met 10-pins header aan de ene kant en een kleinere header met 10 pinnen aan de andere kant. Er zit ook een dunne lintkabel bij. Daarvan steek je de ene connector in de kleine header van het printplaatje, en de andere connector in dezelfde header op de CC2531. Wees voorzichtig wanneer je de connectors insteekt, want de pinnetjes zijn klein en kwetsbaar. De grote header van het downloaderprintplaatje sluit je nu met jumperdraden als volgt op de gpio-pinnen van je Raspberry Pi aan zoals in tabel 1.

Kijk op de website voor de pinnummers van de Raspberry Pi. De pinnnummers van de downloader vind je op de printplaat achter de header.

Nadat je de CC2531 op de downloader hebt aangesloten en alle jumperdraden tussen het downloaderprintplaatje en de Raspberry Pi hebt aangesloten, steek je de CC2531 in een usb-poort van je Raspberry Pi. Hij is nu klaar om van nieuwe firmware te voorzien.

©PXimport

Interferentie met bluetooth en wifi

ZigBee werkt in de frequentieband van 2,4 GHz, die ook gebruikt wordt door bluetooth en wifi. Vooral het gebruik van 2,4 GHz wifi bij je thuis kan een onbetrouwbaar ZigBee-netwerk opleveren. Als een wifi-netwerk zich op hetzelfde kanaal bevindt als een ZigBee-netwerk, is er doorgaans te veel interferentie om ZigBee nog te doen werken. Zo overlapt ZigBee-kanaal 18 (2440 MHz) met wifi-kanaal 6 (2437 MHz) en ZigBee-kanaal 25 (2475 MHz) met wifi-kanaal 11 (2462 MHz). Heb je nog een druk bezet 2,4 GHz wifi-netwerk, dan is een goede planning van de kanalen belangrijk. Gebruik bijvoorbeeld geen wifi-kanaal 6 op je accesspoint, zodat ZigBee-kanaal 18 zonder interferentie te gebruiken is. Bekijk uiteraard eerst ook welke wifi-kanalen je buren gebruiken. Op de Raspberry Pi die je als ZigBee-gateway inzet, schakel je het best wifi en bluetooth uit. Indien je dat niet doet, kan het ook al helpen als je de ZigBee-transceiver niet rechtstreeks in een usb-poort van je Raspberry Pi steekt, maar via een usb-verlengkabel.

Flashprogramma

We gaan nu vanaf je Raspberry Pi nieuwe firmware flashen op de CC2531. Installeer eerst wiringPi en git:

sudo apt install wiringpi git

Download dan de software om je CC2531 te flashen en controleer of de software de chip herkent:

git clone https://github.com/jmichault/flash_cc2531.git
cd flash_cc2531
./cc_chipid

Die laatste opdracht zou ID = b524. moeten teruggeven. Zo niet, controleer dan of je alles goed hebt aangesloten.

Flash de firmware

Download de firmware van www.tiny.cc/z-stack. Je vindt deze in de map coordinator. Voor de CC2531 is de firmware Z-Stack_Home_1.2 aangeraden. Ga daarin naar de map bin. Is je netwerk minder dan dertig apparaten groot, open dan de map default, anders source_routing. Open dan het juiste zip-bestand voor de CC2531. Op je Raspberry Pi download je dat zip-bestand en pak je het uit:

wget https://github.com/Koenkk/Z-Stack-firmware/raw/master/coordinator/Z-Stack_Home_1.2/bin/default/CC2531_DEFAULT_20190608.zip

unzip CC2531_DEFAULT_20190608.zip

Wis daarna het flashgeheugen van de CC2531 en schrijf de nieuwe firmware ernaar:

./cc_erase

./cc_write CC2531ZNP-Prod.hex

Als je je uiteindelijk flash OK te zien krijgt, is het flashen gelukt. Verwijder de jumperdraden tussen de downloader en de Raspberry Pi, haal de CC2531 uit de usb-poort en verwijder ook de downloaderkabel van de CC2531. Die laatste is nu een ZigBee-coördinator. Steek de CC2531 weer in de usb-poort, het liefst met een usb-verlengkabel ertussen (zie het kader ‘Interferentie met bluetooth en wifi’). Bekijk dan met de opdracht dmesg|grep tty wat het apparaatbestand van de CC2531 is. Normaal gesproken is dat /dev/ttyACM0.

©PXimport

Softwarevereisten

We gaan ervan uit dat je al een MQTT-broker hebt draaien. De bekendste is Eclipse Mosquitto, die je rechtstreeks in Raspberry Pi OS kunt installeren (met het commando sudo apt install mosquitto), als een Docker-container kunt draaien of in de vorm van een Home Assistant-add-on.

Zigbee2MQTT draai je het gemakkelijkst in een Docker-container en dat gaan we ook doen met Zigbee2MQTT Assistant (een webinterface voor Zigbee2MQTT). Installeer dus eerst Docker en Docker Compose op je Raspberry Pi als dat nog niet is gebeurd:

curl -sSL https://get.docker.com | sh

sudo usermod pi -aG docker

sudo apt install python3-pip

sudo pip3 install docker-compose

sudo reboot

Docker Compose

Maak nu een directory aan voor de Zigbee2MQTT-container (Zigbee2MQTT Assistant heeft geen directory nodig):

cd

mkdir -p containers/zigbee2mqtt

Voeg vervolgens de containerdefinitie toe aan het bestand docker-compose.yml in je home-directory:

version: '3.7'

services:

zigbee2mqtt:

image: koenkk/zigbee2mqtt

container_name: zigbee2mqtt

volumes:

- ./containers/zigbee2mqtt:/app/data

devices:

- /dev/ttyACM0:/dev/ttyACM0

restart: always

environment:

- TZ=Europe/Amsterdam

zigbee2mqttassistant:

image: carldebilly/zigbee2mqttassistant

container_name: zigbee2mqttassistant

environment:

- Z2MA_SETTINGS__MQTTSERVER=MQTT_BROKER

- Z2MA_SETTINGS__MQTTUSERNAME=MQTT_USER

- Z2MA_SETTINGS__MQTTPASSWORD=MQTT_PASSWORD

- TZ=Europe/Brussels

ports:

- 8880:80

restart: always

Pas de nodige waardes aan jouw situatie aan. Het apparaatbestand bijvoorbeeld als dat bij jou verschilt. En vul de hostname of het ip-adres van je MQTT-broker in na het gelijkheidsteken bij Z2MA_SETTINGS__MQTTSERVER, en doe hetzelfde met de gebruikersnaam en het wachtwoord als je die voor je MQTT-broker nodig hebt.

Start de containers daarna:

docker-compose up -d

Dat kan een tijdje duren, omdat Docker de images voor beide containers downloadt en de containers dan start.

Stel MQTT in

De configuratie van Zigbee2MQTT Assistant heb je al gedaan in het Docker Compose-bestand, maar Zigbee2MQTT werkt met een afzonderlijk configuratiebestand. Toen de Docker-container zonet voor het eerst startte, is dat configuratiebestand aangemaakt. Stop eerst de container, zodat je het bestand veilig kunt bewerken:

docker-compose stop zigbee2mqtt

Open nu het configuratiebestand met het programma nano:

sudo nano /home/pi/containers/zigbee2mqtt/configuration.yaml

Ga naar de sectie die begint met mqtt: en vul daar de juiste gegevens in voor de server. Dat ziet er als volgt uit:

mqtt:

base_topic: zigbee2mqtt

server: 'mqtt://SERVER'

user: USER

password: PASSWORD

Als je Mosquitto in een Docker-container op dezelfde Raspberry Pi hebt draaien, dan kun je in de plaats van SERVER eenvoudigweg de naam van de container opgeven, anders vul je hier het ip-adres of de hostname in. Als je geen authenticatie hebt ingesteld voor je MQTT-broker, laat je de regels met user en password gewoon weg.

Stel de netwerksleutel in

Nu is er nog één beveiligingsinstelling nodig. Een ZigBee-netwerk versleutelt zijn verkeer, maar de standaardsleutel die Zigbee2MQTT instelt, is voor elke gebruiker hetzelfde. Dat verander je dus het best. Een netwerksleutel is een 128bit-getal of dus 16 bytes. Zigbee2MQTT vraagt om die netwerksleutel in te voeren in de vorm van 16 getallen van 0 tot 255.

Zo’n willekeurige reeks getallen genereer je met de volgende opdracht:

dd if=/dev/urandom bs=1 count=16 2>/dev/null | od -A n -t u1 | awk '{printf "["} {for(i = 1; i< NF; i++) {printf "%s, ", $i}} {printf "%s]\n", $NF}'

Laat je niet afschrikken door wat er als een magische toverspreuk uitziet. We laten de Raspberry Pi hier 16 willekeurige bytes genereren en zetten die met wat transformaties om naar de vorm die Zigbee2MQTT verwacht. Het resultaat kun je dan eenvoudig plakken naar de juiste sectie in het configuratiebestand van Zigbee2MQTT. Ga naar advanced en vul daar de netwerksleutel in bij network_key. Een voorbeeld:

advanced:

network_key: [225, 167, 199, 215, 99, 234, 178, 75, 98, 151, 167, 200, 155, 149, 50, 85]

Sla nu het bestand in nano op met Ctrl+O en sluit het programma af met Ctrl+X. Start de container dan opnieuw op:

docker-compose start zigbee2mqtt

Controleer ook even in de logs of Zigbee2MQTT correct opstart:

docker-compose logs -f zigbee2mqtt

Je zou alleen groene en gele boodschappen mogen zien.

©PXimport

Rechtstreekse ZigBee-ondersteuning in Home Assistant

Domoticacontrollers zoals Home Assistant, Domoticz en openHAB ondersteunen ook rechtstreeks ZigBee-apparaten, ofwel standaard ofwel via een add-on. Waarom zou je dan de omweg via Zigbee2MQTT nemen? Daar zijn verschillende redenen voor. Misschien experimenteer je immers nog heel wat met je domoticacontroller en herstart je die vaak of ligt hij door je experimenten soms plat, terwijl je graag hebt dat je ZigBee-apparaten continu bruikbaar zijn. Of misschien heb je weinig ZigBee-apparaten in de buurt van je domoticacontroller, waardoor het mesh-netwerk er een slechte dekking heeft. Dan plaats je een Raspberry Pi met Zigbee2MQTT in de buurt van je ZigBee-apparaten voor een betrouwbaarder werking.

©PXimport

Toestemming voor het netwerk

Normaal was dit de laatste keer dat je Zigbee2MQTT zelf hebt moeten zien. Het toevoegen en configureren van je ZigBee-apparaten doe je vanaf nu in de webinterface van Zigbee2MQTT Assistant. Open daarvoor de url http://IP:8880, waarbij je IP vervangt door het ip-adres van je Raspberry Pi. Zonder gepaarde apparaten krijg je nu één apparaat te zien: de Coordinator. Zo niet, kijk dan weer in de logs van Zigbee2MQTT.

Dan moet je nu een voor een je ZigBee-apparaten toevoegen. Zigbee2MQTT Assistant laat automatisch de eerste twintig minuten na het starten apparaten toe om tot het netwerk toe te treden. Als het al langer geleden is, ga dan naar de pagina Status en klik op Allow new devices to join the network. Daarna heb je weer twintig minuten de tijd om een apparaat toe te voegen, of tot je op dezelfde pagina op Deny new devices to join the network klikt.

Voeg je apparaten toe

Hoe je je ZigBee-apparaten aan het netwerk toevoegt, hangt van het type apparaat af. Bekijk daarvoor de handleiding. Vaak moet je gewoon enkele seconden een knop op het apparaat ingedrukt houden. Zoek op de webpagina met ondersteunde apparaten naar je apparaat en kijk op de apparaatspecifieke pagina of er speciale instructies voor pairing staan.

Voor de Xiaomi Aqara-contactsensor voor een deur of raam dien je bijvoorbeeld vijf seconden lang de resetknop ingedrukt te houden. Zodra het blauwe ledje begint te knipperen, kun je loslaten en is de sensor aan je netwerk toegevoegd. Wil je een Philips Hue-lamp toevoegen die je al met je Philips Hue Bridge hebt gebruikt, dan dien je eerst een factory reset van de lamp uit te voeren. Het eenvoudigste is om de lamp gewoon in de Philips Hue-app van de bridge te verwijderen.

Lijst met apparaten

Wanneer je zo al je ZigBee-apparaten aan je netwerk hebt toegevoegd, krijg je ze te zien op de pagina Devices van Zigbee2MQTT Assistant, inclusief een productfoto en de door het apparaat aangeboden componenten. Voor een contactsensor waarmee je kunt zien of je deur open of dicht is, zijn dat bijvoorbeeld battery, contact en linkquality.

De apparaten krijgen als naam standaard een numeriek ID, maar dat is niet erg gebruiksvriendelijk. Klik daarom op de naam (in het blauw) in de lijst met apparaten, vul onder Rename de nieuwe naam in en klik dan rechts op Rename. Daarna krijg je in de lijst de nieuwe naam te zien. Wanneer je zo al je apparaten een normale naam hebt gegeven, herstart je het best Zigbee2MQTT met de volgende opdracht:

docker-compose restart zigbee2mqtt

©PXimport

Integratie met Home Assistant

Voor je je ZigBee-apparaten in Home Assistant ziet, dien je Home Assistant met je MQTT-broker te laten spreken. Dat kan in Instellingen / Integraties, waarna je op het plusteken rechts onderaan klikt en dan MQTT kiest. Voer hier nu de hostname, poort (1883) en indien nodig gebruikersnaam en wachtwoord in. Vink ook Detectie inschakelen aan, zodat Home Assistant automatisch apparaten aanmaakt voor diensten met MQTT-boodschappen die de conventies van Home Assistant volgen, waaronder Zigbee2MQTT.

Nadat de integratie is opgeslagen, toont Home Assistant je al welke apparaten het ontdekt. Normaal gezien zou je nu alle apparaten die je in Zigbee2MQTT hebt toegevoegd moeten zien. Je vindt ze allemaal in het tabblad Apparaten van je integraties. Als je op een apparaat klikt, krijg je meer informatie over het apparaat te zien, inclusief de entiteiten die in Home Assistant beschikbaar zijn. Vanaf nu kun je deze entiteiten in automatiseringen gebruiken en ook in de Lovelace-gebruikersinterface tonen.

©PXimport

MQTT

Zigbee2MQTT kun je ook perfect met andere domoticasystemen gebruiken, als ze maar MQTT spreken. Je kunt nu ook in je eigen Python-scripts bijvoorbeeld je ZigBee-lampen aansturen door de juiste MQTT-boodschappen te sturen, of op een ESPHome-apparaatje luisteren naar MQTT-boodschappen die van je contactsensor of temperatuursensor komen om deze op een klein schermpje te tonen.

In de documentatie van Zigbee2MQTT is te vinden wat de structuur van de MQTT-onderwerpen en -boodschappen is. Je vindt daar ook enkele voorbeelden. De boodschappen zijn in JSON-formaat. Specifieke informatie over jouw apparaten zoek je het best op de pagina van dat apparaat op de website van Zigbee2MQTT op.

MQTT-boodschappen bekijken en sturen

De JSON-inhoud van een boodschap als je een deur opent, ziet er dan bijvoorbeeld als volgt uit:

{"battery":100,"voltage":3015,"contact":true,"linkquality":13}

Een schakelaar zoals de Xiaomi Mi power plug schakel je in door de volgende boodschap naar het onderwerp zigbee2mqtt/naamvanschakelaar/set te sturen:

{"state": "ON"}

En op deze manier kun je al je ZigBee-apparaten via MQTT op je eigen netwerk aansturen en uitlezen.

©PXimport

Geavanceerde mogelijkheden

Zigbee2MQTT ondersteunt nog talloze geavanceerde mogelijkheden van het ZigBee-protocol. Bekijk zeker de website van Zigbee2MQTT. Zo kun je met binding twee ZigBee-apparaten rechtstreeks met elkaar laten communiceren, zoals een dimmer en een lamp. Je lamp reageert dan niet alleen sneller op de dimmer, maar dit werkt dan ook als Zigbee2MQTT of je MQTT-broker offline is. En met groepen kun je meerdere ZigBee-apparaten tegelijk aansturen. Zigbee2MQTT kan ook van sommige ZigBee-apparaten de firmware updaten. De ontwikkelaars zijn ook aan een geïntegreerde webinterface aan het werken. Voorlopig is die nog experimenteel, maar op termijn zou het dan niet meer nodig moeten zijn om Zigbee2MQTT Assistant afzonderlijk te installeren.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!