ID.nl logo
Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’
© PXimport
Huis

Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’

Overal snelle wifi is een van de belangrijke eisen die we stellen aan onze woonomgeving. Met de komst van mesh- of multiroom-wifisystemen beloven de routerfabrikanten dit nu ook echt te leveren, maar daarvoor vragen ze wel de hoofdprijs. Met wat oude routers kun je zonder die kosten te maken een vergelijkbaar goed wifi-netwerk bouwen.

Mesh-wifi is de belangrijkste innovatie in het thuisnetwerk van de laatste jaren. Kenmerkend voor mesh is dat het niet uitgaat van één centrale router die vanaf één plek in huis overal de wifi levert, maar dat er meerdere accesspoints worden gebruikt. Die accesspoints vormen samen een groot draadloos netwerk dat ook goede ontvangst biedt op plekken waar de gewone wifi niet komt. Doordat de losse accesspoints slim met elkaar samenwerken, kan de gebruiker zich bovendien vrij binnen het netwerk verplaatsen zonder dat zijn smartphone of laptop de verbinding verliest.

©PXimport

01 Geen kabels

Een ander kenmerk van mesh-wifi is dat er geen netwerkkabels nodig zijn, aansluiten op het stopcontact is voldoende. Anders dan traditionele wifi gebruikt mesh-wifi namelijk behalve voor de communicatie tussen draadloze apparaten en het accesspoint ook voor de communicatie tussen de accesspoints zelf een draadloze verbinding. Routerfabrikanten noemen de verbinding tussen de accesspoints de backhaul en deze is bepalend voor de stabiliteit en snelheid van het mesh-systeem. Omdat ook een draadloze backhaul gevoelig is voor signaalverlies door muren, plafonds en de wifi van de buren, bieden sommige mesh-wifisystemen de mogelijkheid om de accesspoints toch met een netwerkkabel aan te sluiten.

©PXimport

Een leuk klusje

Woon je in een huis waar bij de bouw geen rekening is gehouden met het hebben van een thuisnetwerk, dan lijkt mesh-wifi die geen kabels nodig heeft een goede keuze. En hoewel het alsnog aanleggen van netwerkbekabeling een flinke uitdaging kan zijn, is het een eenmalige operatie die een echt veel beter thuisnetwerk oplevert. Zeker wanneer je huis een kruipruimte heeft en een centrale kolom waar de meeste kabels en buizen doorheen lopen, dan kun je vaak door een gericht aantal gaten te boren in muren en vloeren, overal bedrade netwerkverbindingen krijgen.

©PXimport

02 Zelfbouw-mesh

Wil je de wifi upgraden, maar vind je de kosten van een mesh-wifisysteem te hoog, dan kun je met wat met oude routers een vergelijkbaar systeem te bouwen. Dit hoeven ook niet de beste en allerduurste routers te zijn, maar ondersteuning van de 5Ghz-band en 802.11n of nieuwer heeft wel de voorkeur. De routers hoeven ook niet van hetzelfde merk of model te zijn, ze worden apart van elkaar in gebruik genomen. Begin ermee de router te resetten naar fabrieksinstellingen. Hoe dit moet, verschilt per merk en soms per model, maar staat altijd beschreven in de handleiding op de site van de routerfabrikant. Verbind daarna de wan-poort van de router met een van de lan-poorten op de router van de internetprovider en schakel de eerste in. Sluit dan een pc of laptop aan op een van de lan-poorten van de router die je zojuist gereset hebt en wacht tot de verbinding is opgekomen. Start een opdrachtprompt door in Windows op Start te klikken. Typ dan cmd en druk op Enter. Typ op de prompt het commando ipconfig en druk op Enter. Noteer het ip-adres dat genoemd wordt als Default Gateway en typ dit in de adresbalk van de webbrowser en druk opnieuw op Enter. Log in op de router met het standaardgebruikersnaam en wachtwoord, zoek het onderdeel Firmware en download en installeer de nieuwste firmware op de router.

©PXimport

03 Heatmap

De extra routers gaan gebruikt worden als extra accesspoints in het thuisnetwerk. Ze moeten ervoor zorgen dat het signaal ook komt op plekken waar de wifi-ontvangst nu onvoldoende is. Het aantal benodigde routers wordt bepaald door het aantal plekken in en om het huis met slechte wifi. Wil je dit echt goed in beeld brengen, maak dan een heatmap. Dat is een grafische weergave van de ruimte, zeg het huis en de tuin, met daarbij aangegeven hoe sterk het draadloos netwerk overal is. Dit kan heel uitgebreid met de betaalde versie van NetSpot (Windows, Mac) maar je kunt ook op één of enkele A4’tjes een plattegrond tekenen en daar de plekken met slechte of juist goede wifi intekenen.

Weet je niet precies waar de wifi beter moet, loop dan rond met een programma dat de kracht van de wifi inzichtelijk maakt, zoals WiFi Man of Net Analyzer. Voor de pc zijn er WiFi Analyzer uit de Windows Store en Acrylic WiFi, net als de gratis versie van het net genoemde NetSpot (Windows én Mac). Deze apps geven allemaal de sterkte van het wifi-signaal en door rond te lopen zie je hoe het overal verschilt. Let wel, de sterkte van wifi wordt gemeten in decibel-milliwatt (dBm). Dit getal is altijd negatief en hoe dichter bij nul, hoe sterker het signaal. Waarden lager dan -75 dBm gelden als slecht.

©PXimport

04 Router als accesspoint

Steeds meer routers bieden behalve de mogelijkheid het apparaat echt als router te gebruiken, ook ondersteuning voor gebruik als repeater of accesspoint. Vooral de laatste modus, waarbij de router via een netwerkkabel aangesloten wordt op het bestaande netwerk en daarna als een echt accesspoint werkt, is erg handig bij het bouwen van een eigen mesh-wifinetwerk. Selecteer als de router deze mogelijkheid ondersteunt, Access Point (AP) mode en klik op Apply. Configureer in de volgende schermen of je het accesspoint een vast ip-adres wilt geven of dat je dat automatisch via dhcp wilt laten gebeuren. Kies je voor vast, geef dan ook subnetmasker, default gateway en de ip-adressen van twee dns-servers (meestal het ip-adres van de router van de internetprovider en bijvoorbeeld 8.8.8.8 voor een van de Google DNS-en). Om te beginnen is dhcp vaak de goede optie, aanpassen kan later altijd nog. Opletten is het bij de Wireless Settings, gebruik hier dezelfde ssid en dezelfde beveiligingsopties en sleutel als bij het netwerk dat je met het accesspoint wilt uitbreiden. Na de laatste Apply zal de verbinding met de router wegvallen, omdat deze niet meer als router werkt en nu onderdeel is van het oorspronkelijke thuisnetwerk. Wanneer je nu inlogt op de webinterface van het accesspoint zul je zien dat alle wan-, firewall- en routerfuncties zijn verdwenen. Duidelijk zichtbaar is dat de router in AP-modus draait. Je kunt de router nu afsluiten en verplaatsen naar de plek in huis waar je het extra accesspoint wilt plaatsen om er het wifi-signaal te verbeteren. Sluit het daar aan op het lichtnet en het thuisnetwerk en alle apparaten die nu het nieuwe accesspoint gebruiken, zullen een veel betere en snellere verbinding hebben.

©PXimport

05 Router als repeater

Is het niet mogelijk de extra router met een netwerkkabel aan te sluiten, gebruik dan de repeater-modus. De router functioneert ook dan als een accesspoint, maar gebruikt zelf ook het draadloze netwerk om zich met het netwerk te verbinden. De repeater-router en de apparaten die via hem verbinding maken met het draadloos netwerk en het internet delen dus de bandbreedte van het draadloos netwerk van de repeater. Het voordeel hiervan is dat de router doorgaans een sterkere antenne heeft dan smartphones en tablets. Die kunnen de sterkere verbinding van de repeater-router als een soort verlengstuk van hun eigen draadloos signaal gebruiken. Net als bij het inschakelen van de accesspoint-modus schakelt de router de firewall, de dhcp-server en alle bijbehorende routerfunctionaliteit uit.

Om de router als repeater te gebruiken zoek je in de webinterface naar de Repeater Modus. Selecteer die en klik op Apply. In een van de volgende stappen moet ook het draadloze netwerk worden geselecteerd waarmee de router zichzelf daarna gaat verbinden en waarmee alle apparaten die aansluiten op de router, ook verbinding maken. Om de router aan te sluiten is het wachtwoord van de betreffende wifi eenmalig nodig.

©PXimport

06 Router handmatig als accesspoint

Biedt de router geen specifieke accesspoint- of repeater-modus, dan is het nog steeds mogelijk deze als extra accesspoint in te zetten. Alleen zul je nu zelf de router zo moeten configureren dat dit werkt. Hiervoor bestaan er twee varianten, een makkelijk en een moeilijkere. Voor de eerste is vereist dat wanneer de router niet via de wan-poort met het netwerk wordt verbonden, maar de verbinding met de internetrouter wordt aangesloten op een van de lan-poorten van de router, deze direct als een switch gaat werken. Vanwege het grote verschil in moeilijkheidsgraad en aantal handelingen is het aan te raden dit eerst te proberen.

Sluit de pc aan op een van de lan-poorten van de router en maak verbinding met de webinterface. Login en configureer het draadloze netwerk met een ssid, encryptie en een wachtwoord. Schakel ook de dhcp-server van de router uit en geef de router een vast ip-adres in de range van je normale router. Bevestig de veranderingen in de configuratie van de router en schakel deze uit. Sluit de router vervolgens via één van de lan-poorten aan op je thuisnetwerk. Schakel daarna de router weer in. Zolang je niet de wan-poort gebruikt, zal de router nu als een switch handelen die onderdeel is van het thuisnetwerk, en de wifi maakt er meteen een extra accesspoint van. De webinterface kun je als het goed is bereiken via het vaste ip-adres dat je hebt ingesteld. Lukt het niet, dan kun je de router eventueel resetten en de methode in de volgende stap proberen.

07 De lastige methode

Vaak is het niet mogelijk de routerfunctie uit te schakelen. Wat wel mogelijk is, is de router via de wan-poort met het thuisnetwerk te verbinden. Op de router configureer je dan een ander netwerk met een andere ip-reeks en dhcp-server dan het bestaande thuisnetwerk. Daarna kun je de wifi configureren zoals de al bestaande wifi. Je zult de onnodige functionaliteit van de router moeten uitschakelen en de voor zijn nieuwe rol benodigde opties configureren. Sluit de extra router via de wan-poort aan, schakel hem in en wacht tot hij operationeel is. Log dan in op de webinterface van de router en configureer voor de lan een ander netwerk dan op de lan van de internetrouter (vaak gebeurt dat al automatisch). Pas ook de dhcp-server hierop aan. Configureer daarna het draadloze netwerk met dezelfde opties als op de internetrouter of eventuele andere accesspoints. De tweede router bouwt dan een eigen netwerk op dat via de internetrouter met het internet is verbonden. Gebruik hiervoor de instellingen in het volgende schema.

©PXimport

08 De wifi-keuze

Bij een wifi-mesh-wifisysteem gebruiken alle accesspoints dezelfde ssid en beveiligingsopties voor het draadloze netwerk. Je kunt vervolgens dankzij het samenwerken van de accesspoints vrij binnen het hele netwerk bewegen zonder de verbinding te verliezen. Bij een zelfbouw-mesh-netwerk is dit veel minder het geval, doordat het eigenlijk niet één netwerk is maar verschillende losse netwerken zijn. Om de werking van een echt mesh-netwerk zoveel mogelijk na te bootsen, kun je ervoor kiezen de naam van het netwerk plus alle beveiligingsopties op alle apparaten hetzelfde in te stellen. Dus overal dezelfde ssid, dezelfde wpa2-versleuteling en dezelfde geheime netwerksleutel. Of het werkt met de eigen smartphones, tablets en notebooks moet je testen.

Werkt het vrij bewegen niet, dan kun je de verbinding verbreken en weer opbouwen op de nieuwe zitplek. Dan zal het apparaat wel het beste signaal kiezen. Een andere optie is om op de extra accesspoints en repeaters een andere ssid te gebruiken. Je hoeft dan geen ander netwerkwachtwoord te onthouden, maar kunt wel heel bewust voor de verbinding met wifi_huiskamer en wifi_zolder kiezen. Minder gebruiksvriendelijk, maar soms wel de betere manier van roamen.

©PXimport

09 Kanalen kiezen

Met meerdere wifi-netwerken zo dicht bijeen, is het belangrijk dat ze elkaar niet verstoren. Dit kun je voorkomen of beperken door binnen de wifi-band van elkaar gescheiden kanalen te gebruiken. De 2,4GHz-band heeft elf kanalen waarop de wifi geconfigureerd kan worden. Omdat de kanalen elkaar overlappen, zijn alleen de kanalen 1, 6 en 11 echt vrij van invloed van anderen. Door de wifi-netwerken van de verschillende accesspoints op deze gescheiden kanalen te zetten voorkom je dat bijvoorbeeld het ene accesspoint niet kan zenden als het andere accesspoint aan het zenden is. Dit heet Co-Channel Interference (CCI). In de 5GHz-band zijn er 23 niet-overlappende kanalen. Afhankelijk van de standaard worden er hier enkele van gecombineerd tot een breder kanaal. Het grote aantal kanalen geeft voldoende vrijheid. Controleer op de router of deze automatisch de kanalen indeelt afhankelijk van de andere wifi-netwerken in de buurt. Zo niet, log dan in op de router, het accesspoint of de repeater en kies een of enkele rustige kanalen voor het eigen netwerk. Met de gratis versie van NetSpot (Windows, Mac) kun je de kanalen overzichtelijk op het beeldscherm toveren.

©PXimport

10 Roaming assistent

Sommige routers bieden in de accesspoint- of repeater-modus een extra functie genaamd ‘roaming assistant’. Deze functie beoogt het probleem op te lossen dat een smartphone of tablet een zwakkere verbinding blijft gebruiken en niet overstapt naar een sterker signaal van een router die dichterbij is. De router gebruikt hiervoor de Received Signal Strength Indicator (RSSI). Dit is een schatting van de router van de kwaliteit van de draadloze verbinding met een apparaat in het netwerk. Zakt deze onder een bepaalde waarde, dan is er volgens de router geen goede netwerkverbinding mogelijk en zal deze de verbinding verbreken. Met de Roaming Assistent schakel je deze functionaliteit in én kun je ook nog de grenswaarde opgeven waaronder de router de verbinding verbreekt. De waarde loopt van 0 tot -120, waarbij 0 een beter signaal is dan -120. Een RSSI-waarde van -70 is het over het algemeen prima om verbindingen die te zwak worden af te sluiten en het apparaat ertoe te bewegen een nieuwe verbinding op te zetten met het dan sterkste signaal.

©PXimport

Minder dan echte mesh

Een goede wifi die overal in en om het huis de gebruikers van voldoende bandbreedte voorziet om online alles te doen wat ze willen, is een grote bijdrage aan het woongenot. Lange tijd is geprobeerd dit met één router te regelen, maar voor veel situaties blijkt die oplossing onvoldoende. Een oplossing met meerdere accesspoints biedt als belangrijke voordeel dat je op plekken waar het signaal te zwak is, een extra accesspoint kunt plaatsen. Dat fabrikanten hierop inspelen door complete wifi-mesh-systemen aan te bieden is logisch, maar helemaal noodzakelijk is een dergelijk systeem niet. Met een paar oude routers valt ook een goede oplossing met meer en betere dekking te bouwen. Helemaal zo goed als een echt mesh-wifi wordt het helaas niet, vrij bewegen tussen alle accesspoints blijkt voor deze oplossing toch nog een brug te ver. Wie ook dat wil, is beter af met een echt mesh-wifisysteem.

2,4 versus 5 GHz

Niet alleen de locatie van de router geeft beperkingen, ook voor de door de router gebruikte radiotechniek geldt dit. Routers op basis van de 802.11n of een eerdere standaard gebruiken vooral de 2,4GHz-band. Deze heeft maar een beperkte frequentieruimte, wat betekent dat de zelfs de theoretisch maximaal bereikbare snelheid laag ligt. En dat terwijl de kans op storende invloed van andere wifi-netwerken, zoals van de buren, juist groter is. De 5GHz-band die eigenlijk pas sinds 802.11ac volop wordt gebruikt, is sneller maar heeft een veel kleiner bereik. Het signaal dringt ook nog eens veel minder goed door muren en plafonds dan de langzamere signalen van de 2,4GHz-band. Schrale troost bij dit laatste, de kans dat de wifi van de buren stoort is bij een 5GHz-signaal wel weer kleiner.

What a mesh?

Hoewel nieuw in het thuisnetwerk, bestaat mesh als netwerktopologie al heel lang. Het is een van vele gangbare patronen waarlangs een netwerk ingericht kan worden. Kenmerkend voor de mesh-inrichting is dat het bestaat uit meerdere knooppunten die allemaal met elkaar kunnen communiceren. Die communicatie kan direct van het ene knooppunt naar de andere, maar wanneer die andere te ver weg is, ook via een tussenliggend knooppunt. De benodigde verbindingen worden gebouwd naar behoefte. Het voordeel hiervan is dat er grote afstanden kunnen worden overbrugd en het netwerk zeer betrouwbaar wordt. Netwerktechnisch is de routering ingewikkelder. Ook moet de informatie tussen de nodes gesynchroniseerd worden om het effectief te houden. Heel anders dan de mesh-inrichting is de ster-topologie. Hierbij is er één centrale node die alle verbindingen onderhoudt. De nodes in het netwerk communiceren niet rechtstreeks met elkaar, maar altijd via de centrale node. Het voordeel is dat het eenvoudiger te configureren is en energiezuiniger. Nadelen zijn dat het geen grote afstanden kan overbruggen en kwetsbaarder is voor verstoringen. Om de verwarring te vergroten, zijn er ook mesh-wifisystemen te koop die niet meshen, maar waar elke node alleen verbinding kan maken met de hoofdnode. Dat zijn dus mesh-systemen die een ster-topologie onderhouden.

▼ Volgende artikel
Uniforme uitstraling: leg de lay-out van je documenten in LibreOffice vast
© tzu - stock.adobe.com
Huis

Uniforme uitstraling: leg de lay-out van je documenten in LibreOffice vast

Je kunt natuurlijk voor elk document telkens opnieuw de lay-out instellen met je logo, optimale lettertypes, kleuren enzovoort, maar dit kost veel tijd én je documenten zijn waarschijnlijk niet consistent. Met opmaakprofielen en sjablonen werk je veel efficiënter.

In dit artikel richten we ons op het consistent opmaken van documenten in LibreOffice:

  • Opmaakprofielen toepassen, bewerken en nieuw aanmaken: voor als je items in je tekst dezelfde opmaak wilt meegeven
  • Sjablonen gebruiken, importeren en creëren: voor als je al je documenten dezelfde stijl moeten hebben

Lees ook: Repetitief werk? Met templates maak je het jezelf zo veel makkelijker

Van LibreOffice mag dan misschien gedacht worden dat het minder krachtig is dan de Microsoft-kantoorsuite, maar de applicaties zijn opensource, worden goed onderhouden en gesteund door een actieve gemeenschap en zijn helemaal gratis. Je kunt de suite downloaden via https://nl.libreoffice.org voor Windows (32 en 64 bit), macOS en Linux. Een aangepaste installatie is mogelijk, voor meer controle over enkele instellingen. Na de installatie beschik je over drie grote kantoorapplicaties: tekstverwerker Writer, rekenbladprogramma Calc en presentatieprogramma Impress, plus een startcentrum waarmee je de gewenste applicatie en nieuwe of recente documenten kunt openen.

In dit artikel richten we ons op bouwstenen die je helpen bij het consistent opmaken van documenten: opmaakprofielen en sjablonen. We focussen ons hier op LibreOffice Writer, maar weet dat je deze tips ook in de andere applicaties kunt toepassen.

Opmaakmenu

Een opmaakprofiel is een verzameling opmaakinstellingen die je snel kunt toepassen op geselecteerde pagina’s, tekst en andere items in je document. In plaats van afzonderlijke opmaakelementen in te stellen, pas je met een opmaakprofiel alle gewenste elementen in één keer toe. Dit maakt grote aanpassingen eenvoudiger en helpt de lay-out consistent te houden. In Writer zijn er zes profieltypes: voor alinea’s, tekens, frames, lijsten, tabellen en pagina’s (bijvoorbeeld voor de afdrukstand of voor verschillende kopteksten op linker- en rechterpagina’s).

Je kunt een opmaakprofiel op verschillende manieren selecteren en toepassen. Om een alineaprofiel toe te passen, plaats je de cursor in een alinea, open je het menu Opmaakprofielen en kies je een alinea-opmaakprofiel. In dit menu vind je ook opmaakprofielen voor tekens (plaats de cursor in een woord) en opmaakprofielen voor lijsten (selecteer een opsomming). Welk alinea-opmaakprofiel je hebt toegepast, zie je terug in de keuzelijst, helemaal links op de werkbalk.

Het menu met de opmaakprofielen voor alinea’s, tekens en opsommingen.

Opmaakprofiel toepassen

Meer profielopties vind je in het bijbehorende paneel, dat je met F11 opent. Dubbelklik op het gewenste profiel om het op de tekst toe te passen. Lukt dit niet, dan heb je mogelijk al handmatig de opmaak bepaald. Selecteer dan de betreffende alinea, klik er met rechts op en kies Directe opmaak wissen (Ctrl+M).

Onderaan dit paneel vind je de opties Voorbeelden tonen en Accentueren, waarmee je de opmaakprofielen snel herkent. Met Accentueren wordt in de marge bij elk opmaakprofiel een nummer en kleurcode geplaatst. Onder die opties vind je nog een menu waarmee je de lijst met opmaakprofielen kunt specificeren, zoals enkel de Toegepaste opmaakprofielen laten zien, of alleen Aangepaste opmaakprofielen. Met Automatisch worden de door LibreOffice voorgestelde profielen getoond.

De gietermodus, bereikbaar via het tweede icoontje van rechts, rechtsboven in het paneel, is handig als je een profiel snel op meerdere tekstgedeelten wilt toepassen. Zet je cursor in de tekst met het opmaakprofiel dat je wilt kopiëren, klik op de gietermodus en klik daarna met de muis in de gewenste tekstdelen.

Sommige profielen hebben standaard sneltoetsen, zoals Ctrl+1 tot en met Ctrl+5 voor Kop 1 tot en met Kop 5. Deze zijn niet in steen gebeiteld; je kunt ze aanpassen in eigen toetscombinaties. Open Extra / Aanpassen en ga naar het tabblad Toetsenbord. Scrol naar Ctrl+5, selecteer bij Categorie bijvoorbeeld Opmaakprofielen / Alinea en kies onder Functie voor Bijschrift. Bevestig met Toewijzen.

Aan de opmaakprofielen kun je eigen toetscombinaties toekennen.

Bestaande profielen bewerken

LibreOffice bevat vooraf gedefinieerde profielen, maar je kunt deze gerust wijzigen en ook eigen exemplaren ontwerpen. Wijzigingen aan een profiel gelden alleen in het huidige document. Wil je deze aanpassingen ook in andere documenten doorvoeren, dan kun je beter het sjabloon wijzigen. Hierover lees je meer in het deel over sjablonen.

Aanpassingen voer je door in het paneel Opmaakprofielen: klik met rechts op een profiel en kies Opmaakprofiel bewerken. Doorloop alle opties op alle tabbladen en leg je aanpassingen vast met Toepassen.

Je kunt enorm veel aanpassingen aan een opmaakprofiel doorvoeren.

Nieuw opmaakprofiel aanmaken

Heb je een opmaakprofiel aangepast of wil je een nieuw opmaakprofiel aanmaken, dan kun je deze onder een andere naam opslaan. Klik rechtsboven in het paneel Opmaakprofielen op het pijlknopje Acties voor opmaakprofielen (A met zonnetje), kies Nieuw opmaakprofiel uit selectie, vul een titel in bij Naam nieuw opmaakprofiel en bevestig met OK. Dit profiel geldt alleen voor het huidige document en wordt niet in het sjabloon opgeslagen.

Een andere manier is het aangepaste stuk tekst te selecteren en naar het paneel met de opmaakprofielen te slepen. Afhankelijk van welk profieltype (alinea, teken of opsomming) is geopend, wordt op basis hiervan een nieuw alinea-, teken- of lijstopmaakprofiel aangemaakt en kun je het meteen een naam geven. In Calc kun je zo een celselectie verslepen en in Draw en Impress een tekenobject.

Creëer een nieuw profiel op basis van de opmaak van je tekstselectie.

Profielen kopiëren

Je kunt profielen kopiëren door ze uit een sjabloon of een ander document te halen. Open het document waaruit je het profiel wilt kopiëren, ga naar het paneel Opmaakprofielen, klik weer op het pijlknopje Acties voor opmaakprofielen en kies Opmaakprofielen uit sjablonen laden. Onderaan vink je aan uit welke opmaakprofieltypes je wilt putten. Zet een vinkje bij Overschrijven als je een opmaakprofiel in je huidige document wilt vervangen door een opmaakprofiel met dezelfde naam uit het andere document. Selecteer nu het gewenste sjabloon of druk op de knop Uit bestand en navigeer naar een extern document om hieruit opmaakprofielen te kopiëren. Bevestig met OK. Mogelijk moet je in het paneel Opmaakprofielen de optie Alle opmaakprofielen kiezen om de gekopieerde profielen te zien.

Welke profieltypes wil je uit welke bron (sjabloon of document) kopiëren?

Opmaakprofielen verwijderen

Vooraf gedefinieerde opmaakprofielen uit een document of sjabloon verwijderen is niet mogelijk, maar aangepaste of nieuw gecreëerde profielen kun je wel wissen. Zorg ervoor dat deze opmaakprofielen niet worden gebruikt, anders worden alle items met dat profiel teruggezet op Standaard.

Selecteer een profiel in het paneel Opmaakprofielen, houd de Ctrl-toets ingedrukt om meerdere profielen te selecteren, klik met rechts en kies Verwijderen. Als het opmaakprofiel nog in gebruik is, krijg je hiervan een melding.

Is het te verwijderen opmaakprofiel nog in gebruik, dan wordt de tekstopmaak teruggezet naar het standaard opmaakprofiel.

Gebruik van sjablonen

Opmaakprofielen zijn handige instrumenten voor een snelle en consistente documentopmaak, maar sjablonen gaan nog een stapje verder. Een sjabloon is een model dat je gebruikt om nieuwe documenten te maken. Het kan alles bevatten wat je in normale documenten gebruikt, zoals tekst, afbeeldingen, opmaakprofielen en zelfs instellingen voor taal, printer en werkbalken.

Om een sjabloon te gebruiken als basis voor een document, ga je naar Bestand en kies je Nieuw / Sjablonen. Het dialoogvenster Sjablonen opent. Je kunt kiezen uit negen categorieën, zoals Zakelijke correspondentie en Privé-correspondentie en -documenten. Je kunt ook filteren op de toepassing waarvoor een sjabloon is bedoeld: Tekstdocumenten (Writer), Werkbladen (Calc), Presentaties (Impress) en Tekeningen (Draw). Selecteer het gewenste sjabloon en klik op Openen om een nieuw document te starten met het gekozen sjabloon.

Een andere manier om een sjabloon te openen, is vanuit het LibreOffice Startcentrum. Kies hiervoor LibreOffice in het Windows-startmenu. Dit verschijnt alleen als er geen ander document geopend is. Klik op de knop Sjablonen aan de linkerkant, selecteer bovenaan de gewenste toepassing, bijvoorbeeld Presentaties, en kies een geschikt sjabloon om het te openen in de bijbehorende toepassing.

Ook vanuit het LibreOffice Startcentrum kun je een document op basis van een sjabloon maken.

Creabea met sjablonen

Zelf mandala's maken

Sjablonen importeren

Het aantal standaard meegeleverde sjablonen in LibreOffice is beperkt, maar er zijn andere bronnen beschikbaar en je kunt ook zelf sjablonen maken. Bezoek de officiële sjablooncollectie van LibreOffice. Typ templates in de zoekbalk: dit levert ongeveer zeventig sjablonen op. Deze zijn meestal Engelstalig, maar je kunt ze altijd nog aanpassen (zie de paragraaf ‘Bewerkt’). Klik op een sjabloon voor meer uitleg en druk op Download latest om het op te halen (tekstdocumenten hebben de extensie .ott) en sla het op.

Je kunt ook googelen naar andere sjablooncollecties, bijvoorbeeld op www.libreofficetemplates.net met meer dan 400 gratis Engelstalige sjablonen, of bij een concullega als OpenOffice met wel 1500 sjablonen, die je bovendien kunt filteren op categorie en applicatie.

Na het downloaden van een sjabloon open je het venster Sjablonen, druk je op Beheren en kies je Importeren. Selecteer een categorie, zoals Mijn sjablonen, of maak een nieuwe categorie aan door een naam in te vullen. Bevestig met OK, navigeer naar het gedownloade sjabloonbestand en bevestig met Openen. Je vindt het sjabloon in de bijbehorende categorie.

Speel leentjebuur bij OpenOffice en importeer het sjabloon in LibreOffice.

Nieuw sjabloon creëren

Vind je niet wat je zoekt in het bestaande sjabloonaanbod, dan kun je een sjabloon aanpassen of er zelf één creëren. Dit kan op twee manieren: sla een document op als sjabloon of gebruik een assistent (wizard).

Voor de eerste methode stel je een document op met alles wat je in het sjabloon wilt hebben, inclusief opmaakprofielen en aangepaste documentinstellingen. Kies vervolgens Bestand / Sjablonen / Als sjabloon opslaan. Vul een naam in, kies een geschikte categorie en plaats een vinkje bij Als standaardsjabloon instellen als je dit sjabloon als standaardsjabloon wilt gebruiken. Bevestig met Opslaan.

De tweede methode, met behulp van een wizard, werkt enkel voor brieven, faxen en agenda’s. Ga naar Bestand / Assistenten en selecteer een van de drie types. Doorloop de verschillende stappen en druk op Voltooien. Geef een naam en locatie voor het sjabloon op. Standaard is dit de map C:\Users\<gebruikersnaam>\AppData\Roaming\LibreOffice\4\user\template, maar je kunt ook een andere locatie kiezen. Ga daarvoor naar Extra / Opties, open de rubriek LibreOffice / Paden, dubbelklik op Sjablonen, klik op Toevoegen en voeg de gewenste map toe. Herstart vervolgens LibreOffice.

Je kunt een document als sjabloon bewaren.

Bestaand sjabloon bewerken

Je hoeft niet altijd vanaf nul te beginnen, je kunt ook een bestaand sjabloon bewerken. Zo kun je bijvoorbeeld de opmaakprofielen van een sjabloon aanpassen en opnieuw toepassen op documenten die op basis van dat sjabloon zijn gemaakt.

Een sjabloon aanpassen doe je als volgt. Ga naar Bestand / Sjablonen / Sjabloon bewerken of kies Sjablonen beheren, klik met rechts op een sjabloon en kies Bewerken. Bewerk het sjabloon zoals je met elk ander document zou doen en leg de wijzigingen vast met Bestand / Opslaan. Als je er een nieuw sjabloon van wilt maken, kies je Opslaan als.

Als je een document opent dat is gemaakt met een sjabloon dat je net hebt gewijzigd, verschijnt er een melding. Je kunt dan kiezen tussen Opmaakprofielen bijwerken om de gewijzigde profielen ook op dit document toe te passen, of Oude opmaakprofielen behouden als je dat niet wilt. In het laatste geval wordt de koppeling met dat profiel automatisch verbroken. Wil je dat document toch wel koppelen, kopieer het geheel dan naar een leeg document dat op het sjabloon is gebaseerd.

Het sjabloon is gewijzigd: wil je het document bijwerken of de aanpassingen negeren?

Standaardsjabloon instellen

Wanneer je een document aanmaakt via Bestand / Nieuw / <documenttype>, gebruikt LibreOffice het standaardsjabloon voor dat documenttype. Via Extra / Opties kun je weliswaar allerlei instellingen wijzigen, maar deze gelden alleen voor het huidige document. Wil je instellingen voor het documenttype aanpassen, dan doe je dat op een andere wijze.

Kies Bestand / Sjablonen / Sjablonen beheren, rechtsklik op een sjabloon en kies Als standaard instellen. Om terug te keren naar het originele standaardsjabloon, klik je op Beheren en selecteer je Standaardsjabloon herstellen.

Je kunt op elk moment een ander sjabloon als standaard instellen.

Sjablonen beheren

De sjablonen in LibreOffice werken alleen als ze zijn ondergebracht in een van de categorieën. Wel kun je zelf extra categorieën aanmaken. Open weer Bestand / Sjablonen / Sjablonen beheren, druk op Beheren en kies Nieuwe categorie. Vul een naam in en bevestig met OK. Selecteer een of meerdere sjablonen, rechtsklik op je selectie, kies Verplaatsen en selecteer de gewenste categorie.

Vanuit dit menu kun je ook een sjabloonbestand exporteren, waarna je het in een andere LibreOffice-installatie kunt importeren en gebruiken.

Een eigen categorie hernoemen of verwijderen doe je door de categorie in het uitklapmenu bovenaan te selecteren, het menu Beheren te openen en voor Categorienaam wijzigen of Categorie verwijderen te kiezen.

Creëer overzicht door nieuwe categorieën aan te maken en sjablonen daarheen te verplaatsen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
De beste Black Friday-deals van Motorola
© Motorola
Huis

De beste Black Friday-deals van Motorola

Motorola draait al een aantal jaartjes mee in de smartphonemarkt en komt jaarlijks met een mooie reeks smartphones. In 2024 zijn bijvoorbeeld de g85, edge 50 fusion en edge 50 ultra uitgebracht. Wat kun je van deze telefoons verwachten?

Partnerbijdrage - in samenwerking met Motorola

Als je op zoek bent naar een nieuwe telefoon, wordt het je tegenwoordig niet makkelijk gemaakt. Er is enorm veel keuze, maar de voorkeur gaat vaak uit naar een gerenommeerd merk dat al een aantal jaar mooie toestellen maakt, geschikt voor elk budget. Motorola bijvoorbeeld: dit bedrijf was een van de grondleggers van draadloze en mobiele communicatie en maakt al sinds de jaren '70 mobiele telefoons. Natuurlijk andere dan we nu gewend zijn, maar het laat zien dat Motorola een rijke historie kent.

Interessante Android-toestellen

Motorola staat uiteraard niet stil en heeft onlangs drie interessante Android-toestellen uitgebracht, geschikt voor elk budget en ieder soort gebruiker. Deze toestellen zijn voorzien van de laatste versie van Android en krijgen – zoals we dat gelukkig steeds vaker zien – voor een langere periode beveiligingsupdates, tot in ieder geval 4 jaar lang voor de hier besproken telefoons. Maar over welke drie telefoons hebben we het dan? Nou, lees hieronder snel verder, want we bespreken ze even individueel.

Motorola moto g85: krachtige middenklasser

De term instapmodel gebruiken we liever niet voor de moto g85, want dat doet hem zeker tekort. Want wat krijg je? Een smartphone met een 6,67-inch P-OLED-scherm voorzien van Gorilla Glass 5.5 en een snelle 8-core Qualcomm Snapdragon 6s Gen3-processor. Het scherm biedt een resolutie van 2400x1080, een beeldverhouding van 20:9. Het scherm is geheel randloos, en heeft een achterkant die naadloos overloopt in afgeronde randen en verfijnde afwerkingen.

©Motorola

Deze telefoon heeft een geheugenconfiguratie van 12GB, de opslag is ingebouwd 256GB en uitbreidbaar tot 1TB. Ook handig is de RAM-boost-functie: hiermee kan het standaard geheugen virtueel worden uitgebreid tot 24GB. Hierbij wordt op de opslag een extra deel vrijgemaakt voor het extra geheugen, waardoor je nooit bang hoeft te zijn dat het toestel traag wordt. Dankzij de accucapaciteit van 5.000 mAh kun je de hele dag met het toestel werken, mits de taken niet al te zwaar zijn. De telefoon is geschikt voor twee simkaarten: een fysieke sim en één virtuele e-sim. Mooie foto's maak je dankzij de 50 megapixelcamera met Quad-Pixel-technologie en Macro Vision.

©Motorola

Uiteraard is filmen ook geen probleem, dat kan tot 30 frames per seconde op full-hd-resolutie. 4K-video wordt echter niet ondersteund. Selfies maken doe je met de 32MP-camera aan de voorzijde van je toestel, die onder meer ook dual capture ondersteunt (zowel de camera aan de voorzijde als achterzijde tegelijk gebruiken), AI-functies biedt voor het maken van de selfie met de perfecte glimlach en een selfievideo-spiegel heeft, zodat de foto's en video's niet meer in spiegelbeeld worden gemaakt. 


Tip: handige verzekering
Koop je je nieuwe Motorola-telefoon via de webshop van Motorola? Dan is het goed om te weten dat je daar ook direct een ongevallenbescherming bij kunt afsluiten. Voor een paar tientjes is je telefoon naast de standaard twee jaar garantie fabrieksgarantie ook beschermd tegen ongevalschade. Ben je minder voorzichtig met je telefoon, dan is zo'n extra Motocare-verzekering aan te raden. En, standaard krijg je bij de Motorola edge 50 ultra en edge 50 fusion zelfs al één jaar gratis schermschadebescherming na aankoop. Komt er een barst in je scherm, dan kun je hem gratis laten repareren. Dat zien we niet vaak!

Motorola edge 50 fusion: de perfecte mix

De term fusion is meer dan ooit van toepassing op deze mooie edge 50 fusion, want het is een betaalbaar toestel met uitstekende functies. Het beste van beide werelden dus. Dat zien we al gelijk aan de snelle Qualcomm Snapdragon 7s Gen2-processor, de 512GB opslagcapaciteit, het vlotte 12GB LPDDRX-werkgeheugen en het 6,7inch randloze P-OLED-scherm. Natuurlijk heeft deze telefoon ook Gorilla Glass versie 5.5 en is hij stof- en waterdicht tot IP68. Erg fijn is dat je met deze telefoons 4K-video's kunt opnemen met 30 frames per seconde en dat werkt zowel voor camera aan de achterzijde als aan de voorzijde. De accucapaciteit van deze fusion 50 is gelijk aan die van de moto g85, maar dankzij een extra sterke 68 watt-oplader is de telefoon binnen 30 minuten tot 80 procent opgeladen.

©Motorola

Met een volle accu kun je het met deze telefoon ruim een dag uithouden. Voor het opnemen van geluid beschikt de edge 50 fusion over twee microfoons, zodat zowel selfievideo's als video's opgenomen via de camera aan de achterzijde van goed geluid zijn voorzien. Qua geluid zit het sowieso goed op deze telefoon, want hij heeft een stereoluidspreker die is voorzien van Dolby Atmos voor het mooiste, volste geluid. Gebruik je liever oordopjes, dan kun je alleen een usb-c-koptelefoon of Bluetooth-oortjes aansluiten; vanwege de waterdichtheid heeft dit toestel vanzelfsprekend geen koptelefoonaansluiting.

©Motorola

De My UX-schil van Motorola die over Android heen ligt, biedt verschillende handige bedieningsfuncties, zoals snel ontgrendelen door de telefoon op te tillen of juist op niet storen te zetten door de telefoon ondersteboven te leggen.


Top of the bill: Motorola edge 50 ultra

Ga je voor het beste dat Motorola te bieden heeft, dan kies je voor deze edge 50 ultra. Dit top-of-de-range-toestel heeft een schappelijke prijs, maar biedt daarvoor wel een flinke bundel aan vlotte hardware. Zo beginnen we bij de processor: hier heeft Motorola gekozen voor een (nog) snellere Qualcomm Snapdragon 8s Gen3-processor, dus weer een stukje vlotter dan de andere hier besproken toestellen.

©Motorola

Wat opvalt is dat deze telefoon dan weer een kleinere accucapaciteit heeft (4.500 in plaats van 5.000 mAh) maar de gebruiksduur van 30 uur video afspelen is gelijk aan de andere hier besproken modellen. De edge 50 ultra heeft als extra voordeel dat je je accu razendsnel oplaadt, want het ondersteunt tot 125 watt laden, waardoor je accu binnen 30 minuten helemaal vol zit. Deze telefoon kan ook draadloos worden opgeladen, maar dan met een vermogen van 50 watt. Uitbreiden van de opslag kan bij deze telefoon niet, maar standaard is de Motorola edge 50 ultra voorzien van 1TB opslag, zodat je meteen al voldoende ruimte hebt voor al je apps, documenten en foto's en video's. Kijken we naar het scherm bij dit toestel, dan krijg je een 6,7inch-shcerm, met een (iets afwijkende) resolutie van 2712x1220.

©Motorola

Opvallend is wel dat het scherm hierdoor juist een hogere pixeldichtheid heeft van 446 pixels per inch, waardoor je een mooi en scherp beeld krijgt. Het scherm ontgrendel je naar keuze met een pincode, vingerscan of irisscan. Kijken we naar de camera op deze telefoon, dan zien we dat ook Motorola gebruik maakt van de mogelijkheden van AI: hiermee worden al je foto's optimaal geanalyseerd en verbeterd.

Software met moto AI rekent bijvoorbeeld uit hoe snel je beweegt en past daar, voor het beste resultaat, dynamisch het niveau van de stabilisatie op aan. Je krijgt hierdoor onder meer betere en soepel uitziende video's. Ook bijzonder: De Motorola edge 50 ultra is 's wereld eerste smartphone met een 'Pantone Validated'-camera en -scherm. Hierdoor worden de pantone kleuren van menselijke huidtinten veel beter en natuurgetrouw weergegeven.


⭐ Deze smartphones zijn verkrijgbaar bij Motorola, Coolblue en MediaMarkt. Je ziet daar meteen wat de actuele Black Friday-deals zijn.