ID.nl logo
Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’
© Reshift Digital
Huis

Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’

Overal snelle wifi is een van de belangrijke eisen die we stellen aan onze woonomgeving. Met de komst van mesh- of multiroom-wifisystemen beloven de routerfabrikanten dit nu ook echt te leveren, maar daarvoor vragen ze wel de hoofdprijs. Met wat oude routers kun je zonder die kosten te maken een vergelijkbaar goed wifi-netwerk bouwen.

Mesh-wifiis de belangrijkste innovatie in het thuisnetwerk van de laatste jaren. Kenmerkend voor mesh is dat het niet uitgaat van één centrale router die vanaf één plek in huis overal de wifi levert, maar dat er meerdere accesspoints worden gebruikt. Die accesspoints vormen samen een groot draadloos netwerk dat ook goede ontvangst biedt op plekken waar de gewone wifi niet komt. Doordat de losse accesspoints slim met elkaar samenwerken, kan de gebruiker zich bovendien vrij binnen het netwerk verplaatsen zonder dat zijn smartphone of laptop de verbinding verliest.

©PXimport

01 Geen kabels

Een ander kenmerk van mesh-wifi is dat er geen netwerkkabels nodig zijn, aansluiten op het stopcontact is voldoende. Anders dan traditionele wifi gebruikt mesh-wifi namelijk behalve voor de communicatie tussen draadloze apparaten en het accesspoint ook voor de communicatie tussen de accesspoints zelf een draadloze verbinding. Routerfabrikanten noemen de verbinding tussen de accesspoints de backhaul en deze is bepalend voor de stabiliteit en snelheid van het mesh-systeem. Omdat ook een draadloze backhaul gevoelig is voor signaalverlies door muren, plafonds en de wifi van de buren, bieden sommige mesh-wifisystemen de mogelijkheid om de accesspoints toch met een netwerkkabel aan te sluiten.

©PXimport

Een leuk klusje

Woon je in een huis waar bij de bouw geen rekening is gehouden met het hebben van een thuisnetwerk, dan lijkt mesh-wifi die geen kabels nodig heeft een goede keuze. En hoewel het alsnog aanleggen van netwerkbekabeling een flinke uitdaging kan zijn, is het een eenmalige operatie die een echt veel beter thuisnetwerk oplevert. Zeker wanneer je huis een kruipruimte heeft en een centrale kolom waar de meeste kabels en buizen doorheen lopen, dan kun je vaak door een gericht aantal gaten te boren in muren en vloeren, overal bedrade netwerkverbindingen krijgen.

©PXimport

02 Zelfbouw-mesh

Wil je de wifi upgraden, maar vind je de kosten van een mesh-wifisysteem te hoog, dan kun je met wat met oude routers een vergelijkbaar systeem te bouwen. Dit hoeven ook niet de beste en allerduurste routers te zijn, maar ondersteuning van de 5Ghz-band en 802.11n of nieuwer heeft wel de voorkeur. De routers hoeven ook niet van hetzelfde merk of model te zijn, ze worden apart van elkaar in gebruik genomen. Begin ermee de router te resetten naar fabrieksinstellingen. Hoe dit moet, verschilt per merk en soms per model, maar staat altijd beschreven in de handleiding op de site van de routerfabrikant. Verbind daarna de wan-poort van de router met een van de lan-poorten op de router van de internetprovider en schakel de eerste in. Sluit dan een pc of laptop aan op een van de lan-poorten van de router die je zojuist gereset hebt en wacht tot de verbinding is opgekomen. Start een opdrachtprompt door in Windows op Start te klikken. Typ dan cmd en druk op Enter. Typ op de prompt het commando ipconfig en druk op Enter. Noteer het ip-adres dat genoemd wordt als Default Gateway en typ dit in de adresbalk van de webbrowser en druk opnieuw op Enter. Log in op de router met het standaardgebruikersnaam en wachtwoord, zoek het onderdeel Firmware en download en installeer de nieuwste firmware op de router.

©PXimport

03 Heatmap

De extra routers gaan gebruikt worden als extra accesspoints in het thuisnetwerk. Ze moeten ervoor zorgen dat het signaal ook komt op plekken waar de wifi-ontvangst nu onvoldoende is. Het aantal benodigde routers wordt bepaald door het aantal plekken in en om het huis met slechte wifi. Wil je dit echt goed in beeld brengen, maak dan een heatmap. Dat is een grafische weergave van de ruimte, zeg het huis en de tuin, met daarbij aangegeven hoe sterk het draadloos netwerk overal is. Dit kan heel uitgebreid met de betaalde versie van NetSpot (Windows, Mac) maar je kunt ook op één of enkele A4’tjes een plattegrond tekenen en daar de plekken met slechte of juist goede wifi intekenen.

Weet je niet precies waar de wifi beter moet, loop dan rond met een programma dat de kracht van de wifi inzichtelijk maakt, zoals WiFi Man of Net Analyzer. Voor de pc zijn er WiFi Analyzer uit de Windows Store en Acrylic WiFi, net als de gratis versie van het net genoemde NetSpot (Windows én Mac). Deze apps geven allemaal de sterkte van het wifi-signaal en door rond te lopen zie je hoe het overal verschilt. Let wel, de sterkte van wifi wordt gemeten in decibel-milliwatt (dBm). Dit getal is altijd negatief en hoe dichter bij nul, hoe sterker het signaal. Waarden lager dan -75 dBm gelden als slecht.

©PXimport

04 Router als accesspoint

Steeds meer routers bieden behalve de mogelijkheid het apparaat echt als router te gebruiken, ook ondersteuning voor gebruik als repeater of accesspoint. Vooral de laatste modus, waarbij de router via een netwerkkabel aangesloten wordt op het bestaande netwerk en daarna als een echt accesspoint werkt, is erg handig bij het bouwen van een eigen mesh-wifinetwerk. Selecteer als de router deze mogelijkheid ondersteunt, Access Point (AP) mode en klik op Apply. Configureer in de volgende schermen of je het accesspoint een vast ip-adres wilt geven of dat je dat automatisch via dhcp wilt laten gebeuren. Kies je voor vast, geef dan ook subnetmasker, default gateway en de ip-adressen van twee dns-servers (meestal het ip-adres van de router van de internetprovider en bijvoorbeeld 8.8.8.8 voor een van de Google DNS-en). Om te beginnen is dhcp vaak de goede optie, aanpassen kan later altijd nog. Opletten is het bij de Wireless Settings, gebruik hier dezelfde ssid en dezelfde beveiligingsopties en sleutel als bij het netwerk dat je met het accesspoint wilt uitbreiden. Na de laatste Apply zal de verbinding met de router wegvallen, omdat deze niet meer als router werkt en nu onderdeel is van het oorspronkelijke thuisnetwerk. Wanneer je nu inlogt op de webinterface van het accesspoint zul je zien dat alle wan-, firewall- en routerfuncties zijn verdwenen. Duidelijk zichtbaar is dat de router in AP-modus draait. Je kunt de router nu afsluiten en verplaatsen naar de plek in huis waar je het extra accesspoint wilt plaatsen om er het wifi-signaal te verbeteren. Sluit het daar aan op het lichtnet en het thuisnetwerk en alle apparaten die nu het nieuwe accesspoint gebruiken, zullen een veel betere en snellere verbinding hebben.

©PXimport

05 Router als repeater

Is het niet mogelijk de extra router met een netwerkkabel aan te sluiten, gebruik dan de repeater-modus. De router functioneert ook dan als een accesspoint, maar gebruikt zelf ook het draadloze netwerk om zich met het netwerk te verbinden. De repeater-router en de apparaten die via hem verbinding maken met het draadloos netwerk en het internet delen dus de bandbreedte van het draadloos netwerk van de repeater. Het voordeel hiervan is dat de router doorgaans een sterkere antenne heeft dan smartphones en tablets. Die kunnen de sterkere verbinding van de repeater-router als een soort verlengstuk van hun eigen draadloos signaal gebruiken. Net als bij het inschakelen van de accesspoint-modus schakelt de router de firewall, de dhcp-server en alle bijbehorende routerfunctionaliteit uit.

Om de router als repeater te gebruiken zoek je in de webinterface naar de Repeater Modus. Selecteer die en klik op Apply. In een van de volgende stappen moet ook het draadloze netwerk worden geselecteerd waarmee de router zichzelf daarna gaat verbinden en waarmee alle apparaten die aansluiten op de router, ook verbinding maken. Om de router aan te sluiten is het wachtwoord van de betreffende wifi eenmalig nodig.

©PXimport

06 Router handmatig als accesspoint

Biedt de router geen specifieke accesspoint- of repeater-modus, dan is het nog steeds mogelijk deze als extra accesspoint in te zetten. Alleen zul je nu zelf de router zo moeten configureren dat dit werkt. Hiervoor bestaan er twee varianten, een makkelijk en een moeilijkere. Voor de eerste is vereist dat wanneer de router niet via de wan-poort met het netwerk wordt verbonden, maar de verbinding met de internetrouter wordt aangesloten op een van de lan-poorten van de router, deze direct als een switch gaat werken. Vanwege het grote verschil in moeilijkheidsgraad en aantal handelingen is het aan te raden dit eerst te proberen.

Sluit de pc aan op een van de lan-poorten van de router en maak verbinding met de webinterface. Login en configureer het draadloze netwerk met een ssid, encryptie en een wachtwoord. Schakel ook de dhcp-server van de router uit en geef de router een vast ip-adres in de range van je normale router. Bevestig de veranderingen in de configuratie van de router en schakel deze uit. Sluit de router vervolgens via één van de lan-poorten aan op je thuisnetwerk. Schakel daarna de router weer in. Zolang je niet de wan-poort gebruikt, zal de router nu als een switch handelen die onderdeel is van het thuisnetwerk, en de wifi maakt er meteen een extra accesspoint van. De webinterface kun je als het goed is bereiken via het vaste ip-adres dat je hebt ingesteld. Lukt het niet, dan kun je de router eventueel resetten en de methode in de volgende stap proberen.

07 De lastige methode

Vaak is het niet mogelijk de routerfunctie uit te schakelen. Wat wel mogelijk is, is de router via de wan-poort met het thuisnetwerk te verbinden. Op de router configureer je dan een ander netwerk met een andere ip-reeks en dhcp-server dan het bestaande thuisnetwerk. Daarna kun je de wifi configureren zoals de al bestaande wifi. Je zult de onnodige functionaliteit van de router moeten uitschakelen en de voor zijn nieuwe rol benodigde opties configureren. Sluit de extra router via de wan-poort aan, schakel hem in en wacht tot hij operationeel is. Log dan in op de webinterface van de router en configureer voor de lan een ander netwerk dan op de lan van de internetrouter (vaak gebeurt dat al automatisch). Pas ook de dhcp-server hierop aan. Configureer daarna het draadloze netwerk met dezelfde opties als op de internetrouter of eventuele andere accesspoints. De tweede router bouwt dan een eigen netwerk op dat via de internetrouter met het internet is verbonden. Gebruik hiervoor de instellingen in het volgende schema.

©PXimport

08 De wifi-keuze

Bij een wifi-mesh-wifisysteem gebruiken alle accesspoints dezelfde ssid en beveiligingsopties voor het draadloze netwerk. Je kunt vervolgens dankzij het samenwerken van de accesspoints vrij binnen het hele netwerk bewegen zonder de verbinding te verliezen. Bij een zelfbouw-mesh-netwerk is dit veel minder het geval, doordat het eigenlijk niet één netwerk is maar verschillende losse netwerken zijn. Om de werking van een echt mesh-netwerk zoveel mogelijk na te bootsen, kun je ervoor kiezen de naam van het netwerk plus alle beveiligingsopties op alle apparaten hetzelfde in te stellen. Dus overal dezelfde ssid, dezelfde wpa2-versleuteling en dezelfde geheime netwerksleutel. Of het werkt met de eigen smartphones, tablets en notebooks moet je testen.

Werkt het vrij bewegen niet, dan kun je de verbinding verbreken en weer opbouwen op de nieuwe zitplek. Dan zal het apparaat wel het beste signaal kiezen. Een andere optie is om op de extra accesspoints en repeaters een andere ssid te gebruiken. Je hoeft dan geen ander netwerkwachtwoord te onthouden, maar kunt wel heel bewust voor de verbinding met wifi_huiskamer en wifi_zolder kiezen. Minder gebruiksvriendelijk, maar soms wel de betere manier van roamen.

©PXimport

09 Kanalen kiezen

Met meerdere wifi-netwerken zo dicht bijeen, is het belangrijk dat ze elkaar niet verstoren. Dit kun je voorkomen of beperken door binnen de wifi-band van elkaar gescheiden kanalen te gebruiken. De 2,4GHz-band heeft elf kanalen waarop de wifi geconfigureerd kan worden. Omdat de kanalen elkaar overlappen, zijn alleen de kanalen 1, 6 en 11 echt vrij van invloed van anderen. Door de wifi-netwerken van de verschillende accesspoints op deze gescheiden kanalen te zetten voorkom je dat bijvoorbeeld het ene accesspoint niet kan zenden als het andere accesspoint aan het zenden is. Dit heet Co-Channel Interference (CCI). In de 5GHz-band zijn er 23 niet-overlappende kanalen. Afhankelijk van de standaard worden er hier enkele van gecombineerd tot een breder kanaal. Het grote aantal kanalen geeft voldoende vrijheid. Controleer op de router of deze automatisch de kanalen indeelt afhankelijk van de andere wifi-netwerken in de buurt. Zo niet, log dan in op de router, het accesspoint of de repeater en kies een of enkele rustige kanalen voor het eigen netwerk. Met de gratis versie van NetSpot (Windows, Mac) kun je de kanalen overzichtelijk op het beeldscherm toveren.

©PXimport

10 Roaming assistent

Sommige routers bieden in de accesspoint- of repeater-modus een extra functie genaamd ‘roaming assistant’. Deze functie beoogt het probleem op te lossen dat een smartphone of tablet een zwakkere verbinding blijft gebruiken en niet overstapt naar een sterker signaal van een router die dichterbij is. De router gebruikt hiervoor de Received Signal Strength Indicator (RSSI). Dit is een schatting van de router van de kwaliteit van de draadloze verbinding met een apparaat in het netwerk. Zakt deze onder een bepaalde waarde, dan is er volgens de router geen goede netwerkverbinding mogelijk en zal deze de verbinding verbreken. Met de Roaming Assistent schakel je deze functionaliteit in én kun je ook nog de grenswaarde opgeven waaronder de router de verbinding verbreekt. De waarde loopt van 0 tot -120, waarbij 0 een beter signaal is dan -120. Een RSSI-waarde van -70 is het over het algemeen prima om verbindingen die te zwak worden af te sluiten en het apparaat ertoe te bewegen een nieuwe verbinding op te zetten met het dan sterkste signaal.

©PXimport

Minder dan echte mesh

Een goede wifi die overal in en om het huis de gebruikers van voldoende bandbreedte voorziet om online alles te doen wat ze willen, is een grote bijdrage aan het woongenot. Lange tijd is geprobeerd dit met één router te regelen, maar voor veel situaties blijkt die oplossing onvoldoende. Een oplossing met meerdere accesspoints biedt als belangrijke voordeel dat je op plekken waar het signaal te zwak is, een extra accesspoint kunt plaatsen. Dat fabrikanten hierop inspelen door complete wifi-mesh-systemen aan te bieden is logisch, maar helemaal noodzakelijk is een dergelijk systeem niet. Met een paar oude routers valt ook een goede oplossing met meer en betere dekking te bouwen. Helemaal zo goed als een echt mesh-wifi wordt het helaas niet, vrij bewegen tussen alle accesspoints blijkt voor deze oplossing toch nog een brug te ver. Wie ook dat wil, is beter af met een echt mesh-wifisysteem.

2,4 versus 5 GHz

Niet alleen de locatie van de router geeft beperkingen, ook voor de door de router gebruikte radiotechniek geldt dit. Routers op basis van de 802.11n of een eerdere standaard gebruiken vooral de 2,4GHz-band. Deze heeft maar een beperkte frequentieruimte, wat betekent dat de zelfs de theoretisch maximaal bereikbare snelheid laag ligt. En dat terwijl de kans op storende invloed van andere wifi-netwerken, zoals van de buren, juist groter is. De 5GHz-band die eigenlijk pas sinds 802.11ac volop wordt gebruikt, is sneller maar heeft een veel kleiner bereik. Het signaal dringt ook nog eens veel minder goed door muren en plafonds dan de langzamere signalen van de 2,4GHz-band. Schrale troost bij dit laatste, de kans dat de wifi van de buren stoort is bij een 5GHz-signaal wel weer kleiner.

What a mesh?

Hoewel nieuw in het thuisnetwerk, bestaat mesh als netwerktopologie al heel lang. Het is een van vele gangbare patronen waarlangs een netwerk ingericht kan worden. Kenmerkend voor de mesh-inrichting is dat het bestaat uit meerdere knooppunten die allemaal met elkaar kunnen communiceren. Die communicatie kan direct van het ene knooppunt naar de andere, maar wanneer die andere te ver weg is, ook via een tussenliggend knooppunt. De benodigde verbindingen worden gebouwd naar behoefte. Het voordeel hiervan is dat er grote afstanden kunnen worden overbrugd en het netwerk zeer betrouwbaar wordt. Netwerktechnisch is de routering ingewikkelder. Ook moet de informatie tussen de nodes gesynchroniseerd worden om het effectief te houden. Heel anders dan de mesh-inrichting is de ster-topologie. Hierbij is er één centrale node die alle verbindingen onderhoudt. De nodes in het netwerk communiceren niet rechtstreeks met elkaar, maar altijd via de centrale node. Het voordeel is dat het eenvoudiger te configureren is en energiezuiniger. Nadelen zijn dat het geen grote afstanden kan overbruggen en kwetsbaarder is voor verstoringen. Om de verwarring te vergroten, zijn er ook mesh-wifisystemen te koop die niet meshen, maar waar elke node alleen verbinding kan maken met de hoofdnode. Dat zijn dus mesh-systemen die een ster-topologie onderhouden.

▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends
© Philips
Huis

Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends

Philips breidt zijn reeks halfautomatische koffiemachines uit met de Baristina Plus Stainless Steel. Het nieuwe model heeft een behuizing van roestvrij staal en een extra zetoptie voor iced coffee. Daarmee speelt het merk in op de groeiende populariteit van koude koffiedranken, ook buiten de zomer.

De Baristina Plus Stainless Steel is het nieuwste model binnen de Baristina-reeks. De machine heeft een volledig metalen ontwerp met houten accenten en voelt daardoor stevig aan. Volgens Philips draagt de constructie bij aan een langere levensduur en doet het ontwerp denken aan professionele espressomachines.

Net als eerdere modellen werkt de Baristina met versgemalen bonen, automatische dosering en een pompdruk van 16 bar. Nieuw is de mogelijkheid om iced coffee te zetten. Daarbij wordt de koffie eerst warm gebrouwen voor een volle smaak, waarna de doorstroom vertraagt om het drankje geleidelijk te koelen zonder dat de crema verdwijnt. De gebruiker hoeft alleen een glas met ijs te vullen, de iced coffee-optie te kiezen en te swipen om te beginnen.

©Philips

De Baristina Plus Stainless Steel is bovendien ontwikkeld met aandacht voor duurzaamheid. Omdat de machine werkt met verse bonen, ontstaat er geen afval van capsules of pads. Het apparaat gebruikt per kopje precies de benodigde hoeveelheid water en energie en is opgebouwd uit vervangbare onderdelen, wat de levensduur verlengt.

Hoe Nederland zijn koffie drinkt

Uit onderzoek dat Philips rond International Coffee Day liet uitvoeren, blijkt dat koffie voor ruim de helft van de Nederlanders onderdeel is van het ochtendritueel. Een kwart van de Nederlanders drinkt zijn eerste kop tussen zeven en acht uur ’s ochtends; bijna één op de vijf zelfs nog eerder. Voor veel mensen is dat eerste kopje onmisbaar: 62 procent wil liever geen gesprek aangaan vóór de eerste slok, terwijl de helft zich direct energieker voelt na het drinken.

Cappuccino blijft met 28 procent de populairste variant, maar iced coffee wint snel terrein. Koffie is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van inspiratie. Veel Nederlanders experimenteren met nieuwe smaken en texturen. Naast iced coffee moet je dan bijvoorbeeld denken aan varianten met opgeschuimde melk of een vleugje chocolade.

▼ Volgende artikel
☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding
© yossarian6 - stock.adobe.com
Gezond leven

☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding

Kijk naar buiten en het is meteen duidelijk: de herfst is begonnen. Moet jij ook op de fiets door de regen? Je houdt het droog met goede regenkleding. Van poncho tot pak: zo valt je fietstocht niet in het water!

Dit artikel in het kort:

🌧️ Waar gebruik jij je fiets voor? (want dat maakt uit)
🌧️ Verschillende soorten regenkleding
🌧️ Waterdichtheid, ademend vermogen, gebruikt materiaal en maat
🌧️ De invloed van het seizoen
🌧️ Bekende merken

Lees ook: Je regenjas wassen én waterdicht houden: natuurlijk kan dat!

Waar gebruik jij je fiets voor?

Welke regenkleding het best bij je past, hangt af van hoe je fietst. Leg je vaak flinke afstanden af, dan telt vooral comfort. Kies dan voor ademende materialen die soepel meebewegen en niet knellen. Gebruik je je (elektrische) fiets vooral voor het woon-werkverkeer of om naar school te gaan, dan is gemak belangrijker: regenkleding die je snel kunt aantrekken en weer uitdoen is dan ideaal.

Verschillende soorten regenkleding

Daarna kun je kijken welk type regenkleding het best bij je past. Een compleet regenpak met jas en broek is handig als je vaak fietst en goed beschermd wilt zijn. Toch vinden veel mensen vooral het aantrekken van de broek onhandig. In dat geval is een losse regenjas of een regenponcho een praktischer optie. Houd er wel rekening mee dat je benen dan bij stevige regen sneller nat worden. Misschien zijn regenchaps wat voor jou: hiermee bedek je alleen de voorkant van je bovenbenen. Ook slim: alvast nadenken over regenschoenen. Wanneer je echt een hekel hebt aan natte voeten, zijn overschoenen een welkome aanvulling op je regenoutfit!

Traditioneel regenpak

De klassieker onder de regenkleding is natuurlijk het regenpak. Dat bestaat uit een jas en een broek en is meestal gemaakt van waterdicht materiaal zoals PVC of nylon. Het voordeel is dat je praktisch helemaal bedekt bent, van je nek tot je enkels. Het nadeel? Vooral goedkope regenpakken kunnen wat minder ademend zijn, waardoor je bezweet kunt aankomen.

Losse regenjas

Een losse regenjas is handig wanneer je al een waterdichte broek hebt (of natuurlijk wanneer je het niet erg vindt als je benen natregenen). Regenjassen zijn vaak stijlvoller en kunnen bij slecht weer ook als gewone jas gedragen worden (iets wat je met een traditioneel regenpak niet zo snel zult doen). Let op details: getapete naden en een hoge kraag zorgen dat je beter beschermd bent tegen de regen.

Regencape/regenponcho

Hoef je maar een kort stukje te fietsen? Dan is een regencape of - poncho ideaal: gewoon een kwestie van omslaan of over je hoofd aantrekken. Met een cape of poncho heb je veel bewegingsvrijheid, maar bij harde wind kunnen ze een beetje onhandig zijn. Er zijn ook regencapes die bijvoorbeeld elastieken aan de mouwen hebben die je aan het stuur kunt vastmaken, of een extra koord om je middel waardoor de cape minder wappert en klappert in de wind.

Regenoverschoenen

Niets zo vervelend als helemaal droog blijven dankzij een goed regenpak, maar aankomen met doorweekte schoenen. Regenoverschoenen zijn dé oplossing. Ze zijn gemaakt van waterdicht materiaal en je schuift ze makkelijk over je normale schoenen heen.

TypeVoordelenNadelen
RegenpakVolledig beschermdMinder ademend
RegenjasStijlvol, veelzijdigBenen blijven onbedekt
Cape/ponchoMakkelijk aan-/uitdoen Windgevoelig
OverschoenenDroge voetenExtra aankoop

©iuricazac - stock.adobe.com

Waar moet je op letten bij het kiezen van regenkleding?

➜ Waterdichtheid

Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste om op te letten! Om te weten hoe goed een regenjas je droog kan houden, kijk je naar de waterkolomwaarde op het etiket. Hoe hoger de waarde, hoe beter de waterdichtheid. Een waarde van 10.000 mm of meer is uitstekend. In de tabel hieronder zie je hoe goed verschillende waterkolomwaarden je beschermen.

➜ Ademend vermogen

Je wilt droog blijven, maar je wilt ook dat je eigen zweet niet blijft hangen in je regenpak. Materialen zoals Gore-Tex zijn waterdicht maar toch ademend.

➜ Materiaal

Het materiaal is ook iets om rekening mee te houden. Polyester is licht en ademend maar minder duurzaam. PVC is zwaarder maar gaat langer mee. Kies wat bij jou en je fietsgedrag past.

➜ Prijs-kwaliteitverhouding

Goedkoop is vaak duurkoop, vooral als je dagelijks fietst. Investeer in kwalitatief goede regenkleding die jaren meegaat.

De juiste maat kiezen

Bij het kiezen van de juiste maat is het belangrijk om rekening te houden met de kleding die je eronder draagt. Pas verschillende maten en draag de kleding die je normaal tijdens het fietsen draagt. Bepaal of je genoeg bewegingsvrijheid overhoudt. Een regenjas die zó strak om je armen zit dat je niet goed meer richting kunt aangeven, dat moet je natuurlijk niet willen.

Tabel: waterdichtheid

Waterdichtheid van regenkleding wordt gemeten in millimeters waterkolom (mm). Dit geeft aan hoe hoog een kolom water kan zijn voordat deze door de stof heen dringt. Voor regenkleding voor de fiets is minimaal 5.000 tot 10.000 mm aan te raden.

Aantal mm:Waterdichtheid:Beschermt tegen:
0 - 1.500SpatwaterdichtLichte regen en spatten
1.500 - 5.000WaterdichtMatige tot zware regen
5.000 - 10.000WaterdichtBijna alle regen, wel wat vochtdoorslag mogelijk
10.000 - 20.000Hoogwaardig waterdichtZware stortbuien
20.000+Extreem waterdichtExtreme omstandigheden

➜ Zomer of winter?

Wat voor regenkleding je kiest, hangt ook af van het seizoen en van wat je allemaal op de fiets doet.

Zomer

In de zomer is lichte, ademende kleding het prettigst. Ga voor materialen die waterdicht én ventilerend zijn, zoals Gore-Tex. Dat houdt regen buiten maar laat vocht van binnen ontsnappen. Zo blijf je droog van de regen én raak je overtollige warmte kwijt tijdens het fietsen. Ideaal dus voor warme, wisselvallige dagen waarop je actief bent.

Winter

In de winter draait het juist om warmte. Een regenjas met thermische voering houdt je niet alleen droog, maar ook behaaglijk. Veel modellen hebben een uitneembare voering, zodat je dezelfde jas ook in het voor- en najaar kunt dragen. Houd wel rekening met een hogere prijs, maar daar krijg je meer comfort en veelzijdigheid voor terug.

Testen voor gebruik

Wil je zeker weten dat je droog overkomt? Het klinkt gek, maar spuit jezelf nat met een tuinslang om te testen hoe waterdicht de kleding echt is. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Welk merk fietskleding moet je kiezen?

In Nederland zijn er verschillende bekende merken die regenkleding van hoge kwaliteit aanbieden. Dit zijn enkele van de meest populaire:

1: Agu

Dit Nederlandse merk is vooral bekend onder fietsers en biedt een breed scala aan regenkleding, van jassen tot broeken en overschoenen.

2: Rains

Dit Deense merk is ook populair in Nederland en staat bekend om zijn minimalistische en stijlvolle regenjassen.

3: Mac in a Sac

Dit merk biedt lichtgewicht en opvouwbare regenkleding die gemakkelijk op te bergen is.

4: Vaude

Dit Duitse merk is populair onder outdoorliefhebbers en biedt duurzame en milieuvriendelijke regenkleding.

5: Columbia

Dit Amerikaanse merk is ook in Nederland verkrijgbaar en biedt een breed scala aan regenkleding, vaak gemaakt van hun gepatenteerde Omni-Tech-materiaal dat zowel waterdicht als ademend is.

©Martin - stock.adobe.com

✅ Checklist regenkleding kopen

☐ Bepaal je behoeften: dagelijks gebruik, lange ritten, woon-werkverkeer.
☐ Kies het type regenkleding: regenpak, losse jas, cape/poncho, overschoenen.
☐ Controleer de waterdichtheid: zoek naar de waterkolomwaarde.
☐ Let op het ademend vermogen: materialen zoals Gore-Tex zijn ideaal.
☐ denk om het seizoen: licht en ademend voor de zomer, geïsoleerd voor de winter.
☐ Check de prijs-kwaliteitverhouding: goedkoop is niet altijd beter.
☐ Pas verschillende maten: houd rekening met de kleding die je eronder draagt.
☐ Test de kleding indien mogelijk: gebruik een tuinslang of lees online reviews.
☐ Lees het waslabel: sommige kledingstukken hebben speciale zorg nodig.
☐ Overweeg extra's: zoals reflecterende strips voor veiligheid.