ID.nl logo
Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’
© PXimport
Huis

Zo bouw je je eigen 'mesh-netwerk’

Overal snelle wifi is een van de belangrijke eisen die we stellen aan onze woonomgeving. Met de komst van mesh- of multiroom-wifisystemen beloven de routerfabrikanten dit nu ook echt te leveren, maar daarvoor vragen ze wel de hoofdprijs. Met wat oude routers kun je zonder die kosten te maken een vergelijkbaar goed wifi-netwerk bouwen.

Mesh-wifi is de belangrijkste innovatie in het thuisnetwerk van de laatste jaren. Kenmerkend voor mesh is dat het niet uitgaat van één centrale router die vanaf één plek in huis overal de wifi levert, maar dat er meerdere accesspoints worden gebruikt. Die accesspoints vormen samen een groot draadloos netwerk dat ook goede ontvangst biedt op plekken waar de gewone wifi niet komt. Doordat de losse accesspoints slim met elkaar samenwerken, kan de gebruiker zich bovendien vrij binnen het netwerk verplaatsen zonder dat zijn smartphone of laptop de verbinding verliest.

©PXimport

01 Geen kabels

Een ander kenmerk van mesh-wifi is dat er geen netwerkkabels nodig zijn, aansluiten op het stopcontact is voldoende. Anders dan traditionele wifi gebruikt mesh-wifi namelijk behalve voor de communicatie tussen draadloze apparaten en het accesspoint ook voor de communicatie tussen de accesspoints zelf een draadloze verbinding. Routerfabrikanten noemen de verbinding tussen de accesspoints de backhaul en deze is bepalend voor de stabiliteit en snelheid van het mesh-systeem. Omdat ook een draadloze backhaul gevoelig is voor signaalverlies door muren, plafonds en de wifi van de buren, bieden sommige mesh-wifisystemen de mogelijkheid om de accesspoints toch met een netwerkkabel aan te sluiten.

©PXimport

Een leuk klusje

Woon je in een huis waar bij de bouw geen rekening is gehouden met het hebben van een thuisnetwerk, dan lijkt mesh-wifi die geen kabels nodig heeft een goede keuze. En hoewel het alsnog aanleggen van netwerkbekabeling een flinke uitdaging kan zijn, is het een eenmalige operatie die een echt veel beter thuisnetwerk oplevert. Zeker wanneer je huis een kruipruimte heeft en een centrale kolom waar de meeste kabels en buizen doorheen lopen, dan kun je vaak door een gericht aantal gaten te boren in muren en vloeren, overal bedrade netwerkverbindingen krijgen.

©PXimport

02 Zelfbouw-mesh

Wil je de wifi upgraden, maar vind je de kosten van een mesh-wifisysteem te hoog, dan kun je met wat met oude routers een vergelijkbaar systeem te bouwen. Dit hoeven ook niet de beste en allerduurste routers te zijn, maar ondersteuning van de 5Ghz-band en 802.11n of nieuwer heeft wel de voorkeur. De routers hoeven ook niet van hetzelfde merk of model te zijn, ze worden apart van elkaar in gebruik genomen. Begin ermee de router te resetten naar fabrieksinstellingen. Hoe dit moet, verschilt per merk en soms per model, maar staat altijd beschreven in de handleiding op de site van de routerfabrikant. Verbind daarna de wan-poort van de router met een van de lan-poorten op de router van de internetprovider en schakel de eerste in. Sluit dan een pc of laptop aan op een van de lan-poorten van de router die je zojuist gereset hebt en wacht tot de verbinding is opgekomen. Start een opdrachtprompt door in Windows op Start te klikken. Typ dan cmd en druk op Enter. Typ op de prompt het commando ipconfig en druk op Enter. Noteer het ip-adres dat genoemd wordt als Default Gateway en typ dit in de adresbalk van de webbrowser en druk opnieuw op Enter. Log in op de router met het standaardgebruikersnaam en wachtwoord, zoek het onderdeel Firmware en download en installeer de nieuwste firmware op de router.

©PXimport

03 Heatmap

De extra routers gaan gebruikt worden als extra accesspoints in het thuisnetwerk. Ze moeten ervoor zorgen dat het signaal ook komt op plekken waar de wifi-ontvangst nu onvoldoende is. Het aantal benodigde routers wordt bepaald door het aantal plekken in en om het huis met slechte wifi. Wil je dit echt goed in beeld brengen, maak dan een heatmap. Dat is een grafische weergave van de ruimte, zeg het huis en de tuin, met daarbij aangegeven hoe sterk het draadloos netwerk overal is. Dit kan heel uitgebreid met de betaalde versie van NetSpot (Windows, Mac) maar je kunt ook op één of enkele A4’tjes een plattegrond tekenen en daar de plekken met slechte of juist goede wifi intekenen.

Weet je niet precies waar de wifi beter moet, loop dan rond met een programma dat de kracht van de wifi inzichtelijk maakt, zoals WiFi Man of Net Analyzer. Voor de pc zijn er WiFi Analyzer uit de Windows Store en Acrylic WiFi, net als de gratis versie van het net genoemde NetSpot (Windows én Mac). Deze apps geven allemaal de sterkte van het wifi-signaal en door rond te lopen zie je hoe het overal verschilt. Let wel, de sterkte van wifi wordt gemeten in decibel-milliwatt (dBm). Dit getal is altijd negatief en hoe dichter bij nul, hoe sterker het signaal. Waarden lager dan -75 dBm gelden als slecht.

©PXimport

04 Router als accesspoint

Steeds meer routers bieden behalve de mogelijkheid het apparaat echt als router te gebruiken, ook ondersteuning voor gebruik als repeater of accesspoint. Vooral de laatste modus, waarbij de router via een netwerkkabel aangesloten wordt op het bestaande netwerk en daarna als een echt accesspoint werkt, is erg handig bij het bouwen van een eigen mesh-wifinetwerk. Selecteer als de router deze mogelijkheid ondersteunt, Access Point (AP) mode en klik op Apply. Configureer in de volgende schermen of je het accesspoint een vast ip-adres wilt geven of dat je dat automatisch via dhcp wilt laten gebeuren. Kies je voor vast, geef dan ook subnetmasker, default gateway en de ip-adressen van twee dns-servers (meestal het ip-adres van de router van de internetprovider en bijvoorbeeld 8.8.8.8 voor een van de Google DNS-en). Om te beginnen is dhcp vaak de goede optie, aanpassen kan later altijd nog. Opletten is het bij de Wireless Settings, gebruik hier dezelfde ssid en dezelfde beveiligingsopties en sleutel als bij het netwerk dat je met het accesspoint wilt uitbreiden. Na de laatste Apply zal de verbinding met de router wegvallen, omdat deze niet meer als router werkt en nu onderdeel is van het oorspronkelijke thuisnetwerk. Wanneer je nu inlogt op de webinterface van het accesspoint zul je zien dat alle wan-, firewall- en routerfuncties zijn verdwenen. Duidelijk zichtbaar is dat de router in AP-modus draait. Je kunt de router nu afsluiten en verplaatsen naar de plek in huis waar je het extra accesspoint wilt plaatsen om er het wifi-signaal te verbeteren. Sluit het daar aan op het lichtnet en het thuisnetwerk en alle apparaten die nu het nieuwe accesspoint gebruiken, zullen een veel betere en snellere verbinding hebben.

©PXimport

05 Router als repeater

Is het niet mogelijk de extra router met een netwerkkabel aan te sluiten, gebruik dan de repeater-modus. De router functioneert ook dan als een accesspoint, maar gebruikt zelf ook het draadloze netwerk om zich met het netwerk te verbinden. De repeater-router en de apparaten die via hem verbinding maken met het draadloos netwerk en het internet delen dus de bandbreedte van het draadloos netwerk van de repeater. Het voordeel hiervan is dat de router doorgaans een sterkere antenne heeft dan smartphones en tablets. Die kunnen de sterkere verbinding van de repeater-router als een soort verlengstuk van hun eigen draadloos signaal gebruiken. Net als bij het inschakelen van de accesspoint-modus schakelt de router de firewall, de dhcp-server en alle bijbehorende routerfunctionaliteit uit.

Om de router als repeater te gebruiken zoek je in de webinterface naar de Repeater Modus. Selecteer die en klik op Apply. In een van de volgende stappen moet ook het draadloze netwerk worden geselecteerd waarmee de router zichzelf daarna gaat verbinden en waarmee alle apparaten die aansluiten op de router, ook verbinding maken. Om de router aan te sluiten is het wachtwoord van de betreffende wifi eenmalig nodig.

©PXimport

06 Router handmatig als accesspoint

Biedt de router geen specifieke accesspoint- of repeater-modus, dan is het nog steeds mogelijk deze als extra accesspoint in te zetten. Alleen zul je nu zelf de router zo moeten configureren dat dit werkt. Hiervoor bestaan er twee varianten, een makkelijk en een moeilijkere. Voor de eerste is vereist dat wanneer de router niet via de wan-poort met het netwerk wordt verbonden, maar de verbinding met de internetrouter wordt aangesloten op een van de lan-poorten van de router, deze direct als een switch gaat werken. Vanwege het grote verschil in moeilijkheidsgraad en aantal handelingen is het aan te raden dit eerst te proberen.

Sluit de pc aan op een van de lan-poorten van de router en maak verbinding met de webinterface. Login en configureer het draadloze netwerk met een ssid, encryptie en een wachtwoord. Schakel ook de dhcp-server van de router uit en geef de router een vast ip-adres in de range van je normale router. Bevestig de veranderingen in de configuratie van de router en schakel deze uit. Sluit de router vervolgens via één van de lan-poorten aan op je thuisnetwerk. Schakel daarna de router weer in. Zolang je niet de wan-poort gebruikt, zal de router nu als een switch handelen die onderdeel is van het thuisnetwerk, en de wifi maakt er meteen een extra accesspoint van. De webinterface kun je als het goed is bereiken via het vaste ip-adres dat je hebt ingesteld. Lukt het niet, dan kun je de router eventueel resetten en de methode in de volgende stap proberen.

07 De lastige methode

Vaak is het niet mogelijk de routerfunctie uit te schakelen. Wat wel mogelijk is, is de router via de wan-poort met het thuisnetwerk te verbinden. Op de router configureer je dan een ander netwerk met een andere ip-reeks en dhcp-server dan het bestaande thuisnetwerk. Daarna kun je de wifi configureren zoals de al bestaande wifi. Je zult de onnodige functionaliteit van de router moeten uitschakelen en de voor zijn nieuwe rol benodigde opties configureren. Sluit de extra router via de wan-poort aan, schakel hem in en wacht tot hij operationeel is. Log dan in op de webinterface van de router en configureer voor de lan een ander netwerk dan op de lan van de internetrouter (vaak gebeurt dat al automatisch). Pas ook de dhcp-server hierop aan. Configureer daarna het draadloze netwerk met dezelfde opties als op de internetrouter of eventuele andere accesspoints. De tweede router bouwt dan een eigen netwerk op dat via de internetrouter met het internet is verbonden. Gebruik hiervoor de instellingen in het volgende schema.

©PXimport

08 De wifi-keuze

Bij een wifi-mesh-wifisysteem gebruiken alle accesspoints dezelfde ssid en beveiligingsopties voor het draadloze netwerk. Je kunt vervolgens dankzij het samenwerken van de accesspoints vrij binnen het hele netwerk bewegen zonder de verbinding te verliezen. Bij een zelfbouw-mesh-netwerk is dit veel minder het geval, doordat het eigenlijk niet één netwerk is maar verschillende losse netwerken zijn. Om de werking van een echt mesh-netwerk zoveel mogelijk na te bootsen, kun je ervoor kiezen de naam van het netwerk plus alle beveiligingsopties op alle apparaten hetzelfde in te stellen. Dus overal dezelfde ssid, dezelfde wpa2-versleuteling en dezelfde geheime netwerksleutel. Of het werkt met de eigen smartphones, tablets en notebooks moet je testen.

Werkt het vrij bewegen niet, dan kun je de verbinding verbreken en weer opbouwen op de nieuwe zitplek. Dan zal het apparaat wel het beste signaal kiezen. Een andere optie is om op de extra accesspoints en repeaters een andere ssid te gebruiken. Je hoeft dan geen ander netwerkwachtwoord te onthouden, maar kunt wel heel bewust voor de verbinding met wifi_huiskamer en wifi_zolder kiezen. Minder gebruiksvriendelijk, maar soms wel de betere manier van roamen.

©PXimport

09 Kanalen kiezen

Met meerdere wifi-netwerken zo dicht bijeen, is het belangrijk dat ze elkaar niet verstoren. Dit kun je voorkomen of beperken door binnen de wifi-band van elkaar gescheiden kanalen te gebruiken. De 2,4GHz-band heeft elf kanalen waarop de wifi geconfigureerd kan worden. Omdat de kanalen elkaar overlappen, zijn alleen de kanalen 1, 6 en 11 echt vrij van invloed van anderen. Door de wifi-netwerken van de verschillende accesspoints op deze gescheiden kanalen te zetten voorkom je dat bijvoorbeeld het ene accesspoint niet kan zenden als het andere accesspoint aan het zenden is. Dit heet Co-Channel Interference (CCI). In de 5GHz-band zijn er 23 niet-overlappende kanalen. Afhankelijk van de standaard worden er hier enkele van gecombineerd tot een breder kanaal. Het grote aantal kanalen geeft voldoende vrijheid. Controleer op de router of deze automatisch de kanalen indeelt afhankelijk van de andere wifi-netwerken in de buurt. Zo niet, log dan in op de router, het accesspoint of de repeater en kies een of enkele rustige kanalen voor het eigen netwerk. Met de gratis versie van NetSpot (Windows, Mac) kun je de kanalen overzichtelijk op het beeldscherm toveren.

©PXimport

10 Roaming assistent

Sommige routers bieden in de accesspoint- of repeater-modus een extra functie genaamd ‘roaming assistant’. Deze functie beoogt het probleem op te lossen dat een smartphone of tablet een zwakkere verbinding blijft gebruiken en niet overstapt naar een sterker signaal van een router die dichterbij is. De router gebruikt hiervoor de Received Signal Strength Indicator (RSSI). Dit is een schatting van de router van de kwaliteit van de draadloze verbinding met een apparaat in het netwerk. Zakt deze onder een bepaalde waarde, dan is er volgens de router geen goede netwerkverbinding mogelijk en zal deze de verbinding verbreken. Met de Roaming Assistent schakel je deze functionaliteit in én kun je ook nog de grenswaarde opgeven waaronder de router de verbinding verbreekt. De waarde loopt van 0 tot -120, waarbij 0 een beter signaal is dan -120. Een RSSI-waarde van -70 is het over het algemeen prima om verbindingen die te zwak worden af te sluiten en het apparaat ertoe te bewegen een nieuwe verbinding op te zetten met het dan sterkste signaal.

©PXimport

Minder dan echte mesh

Een goede wifi die overal in en om het huis de gebruikers van voldoende bandbreedte voorziet om online alles te doen wat ze willen, is een grote bijdrage aan het woongenot. Lange tijd is geprobeerd dit met één router te regelen, maar voor veel situaties blijkt die oplossing onvoldoende. Een oplossing met meerdere accesspoints biedt als belangrijke voordeel dat je op plekken waar het signaal te zwak is, een extra accesspoint kunt plaatsen. Dat fabrikanten hierop inspelen door complete wifi-mesh-systemen aan te bieden is logisch, maar helemaal noodzakelijk is een dergelijk systeem niet. Met een paar oude routers valt ook een goede oplossing met meer en betere dekking te bouwen. Helemaal zo goed als een echt mesh-wifi wordt het helaas niet, vrij bewegen tussen alle accesspoints blijkt voor deze oplossing toch nog een brug te ver. Wie ook dat wil, is beter af met een echt mesh-wifisysteem.

2,4 versus 5 GHz

Niet alleen de locatie van de router geeft beperkingen, ook voor de door de router gebruikte radiotechniek geldt dit. Routers op basis van de 802.11n of een eerdere standaard gebruiken vooral de 2,4GHz-band. Deze heeft maar een beperkte frequentieruimte, wat betekent dat de zelfs de theoretisch maximaal bereikbare snelheid laag ligt. En dat terwijl de kans op storende invloed van andere wifi-netwerken, zoals van de buren, juist groter is. De 5GHz-band die eigenlijk pas sinds 802.11ac volop wordt gebruikt, is sneller maar heeft een veel kleiner bereik. Het signaal dringt ook nog eens veel minder goed door muren en plafonds dan de langzamere signalen van de 2,4GHz-band. Schrale troost bij dit laatste, de kans dat de wifi van de buren stoort is bij een 5GHz-signaal wel weer kleiner.

What a mesh?

Hoewel nieuw in het thuisnetwerk, bestaat mesh als netwerktopologie al heel lang. Het is een van vele gangbare patronen waarlangs een netwerk ingericht kan worden. Kenmerkend voor de mesh-inrichting is dat het bestaat uit meerdere knooppunten die allemaal met elkaar kunnen communiceren. Die communicatie kan direct van het ene knooppunt naar de andere, maar wanneer die andere te ver weg is, ook via een tussenliggend knooppunt. De benodigde verbindingen worden gebouwd naar behoefte. Het voordeel hiervan is dat er grote afstanden kunnen worden overbrugd en het netwerk zeer betrouwbaar wordt. Netwerktechnisch is de routering ingewikkelder. Ook moet de informatie tussen de nodes gesynchroniseerd worden om het effectief te houden. Heel anders dan de mesh-inrichting is de ster-topologie. Hierbij is er één centrale node die alle verbindingen onderhoudt. De nodes in het netwerk communiceren niet rechtstreeks met elkaar, maar altijd via de centrale node. Het voordeel is dat het eenvoudiger te configureren is en energiezuiniger. Nadelen zijn dat het geen grote afstanden kan overbruggen en kwetsbaarder is voor verstoringen. Om de verwarring te vergroten, zijn er ook mesh-wifisystemen te koop die niet meshen, maar waar elke node alleen verbinding kan maken met de hoofdnode. Dat zijn dus mesh-systemen die een ster-topologie onderhouden.

▼ Volgende artikel
Makkelijk en snel: je gourmetstel schoon in drie stappen
© Sara Winter
Huis

Makkelijk en snel: je gourmetstel schoon in drie stappen

Of je nu houdt van gourmetten met pannetjes of alles direct op de grillplaat klaarmaakt: als iedereen klaar is en de plaat is afgekoeld, maak je hem in een paar stappen weer grondig schoon.

In dit artikel lees je:

  • Pannetjes schoonmaken
  • Bakplaat schoonmaken
  • Luchtjes verwijderen (video)
  • Eettafel schoonmaken

Lees ook: 🧀 Ze smelten de kazen! Waarom raclette dé topper is voor de feestdagen

Vroeger gebruikten we een gourmetstel vooral met de pannetjes. Tegenwoordig kun je meer: op de bovenplaat kun je vlees en groenten grillen, terwijl je op de verdieping daaronder bijvoorbeeld kleine omeletten of pannenkoekjes bakt in de pannetjes. Beide oppervlakken zijn gelukkig vrij makkelijk schoon te maken. Dat is niet alleen hygiënisch, maar houdt je gourmetstel ook netjes. Ingebrande vetvlekken of etensresten zien er tenslotte niet zo fris uit.

©Patrick

Pannetjes schoonmaken

Na het gourmetten kunnen de pannetjes er flink gebruikt uitzien. Vul de gootsteen of een teiltje met warm water en een scheutje afwasmiddel. Leg de pannetjes erin en laat ze 5 tot 10 minuten weken. Maak ze daarna schoon met een zachte doek, zoals een microvezeldoekje. Droog de pannetjes goed af en laat ze nog even aan de lucht drogen, bij voorkeur met de handvatten omhoog. Let op: hebben je pannetjes houten handgrepen? Die mogen vaak niet volledig onder water. Reinig deze pannetjes voorzichtig in een sopje, waarbij de handgrepen uit het water blijven steken. Zo voorkom je dat het hout beschadigt.

Gourmetten met Oud & Nieuw?

Wees er dan snel bij: als je nu bestelt, heb je 'm op tijd in huis!

Bakplaat schoonmaken

Begin met schoonmaken als de bakplaat nog handwarm is. Met keukenpapier verwijder je eenvoudig de vettige resten die nog niet zijn gestold. Neem daarna een vochtige doek om het oppervlak helemaal schoon te maken. Vermijd schuursponsjes, schoonmaakspray of staalwol, want die kunnen de coating beschadigen of krassen veroorzaken.

Als het apparaat volledig is afgekoeld, kun je de buitenkant en randen schoonmaken met een licht vochtige doek. Vergeet het snoer niet, want daar zitten vaak vetspetters op. Spray een dubbelgevouwen stuk keukenpapier licht in met een ontvetter en veeg het snoer daarmee schoon. Zorg ervoor dat de stekker droog blijft om risico op kortsluiting te voorkomen..

©Lukassek

Watch on YouTube

Eettafel schoonmaken

Als je gourmetstel schoon is en je goed hebt geventileerd om de gourmetlucht uit huis te krijgen, is er misschien nog één klusje: de eettafel inspecteren. Bij gourmetten komen er altijd vetspetters vrij. Idealiter heb je een werptafelkleed gebruikt, want dat kan meteen na het eten de vuilnisbak in. Hoe je vetvlekken kunt verwijderen uit stoffen tafelkleden en servetten, lees je hieronder. Heb je verlichting boven de eettafel hangen? Die lampen kunnen dan ook behoorlijk vet worden, dus vergeet ze niet af te nemen met een vetoplossende spray en keukenpapier.

TAFELKLEED VAN STOF?

Als je een stoffen tafellaken of servetten hebt gebruikt, kun je vetspetters eenvoudig behandelen voordat je ze wast. Strooi wat talkpoeder of maïzena op de vetvlek en laat het een paar uur intrekken. Dit helpt om het vet op te nemen. Schud het poeder er daarna af en behandel de vlek met een ontvetter of wat afwasmiddel. Masseer dit voorzichtig in de stof en laat het even inwerken. Vervolgens kun je het tafellaken of de servetten in de wasmachine doen op het programma dat geschikt is voor de stof.

▼ Volgende artikel
Zo kies je een parfum dat echt bij je past
© ranczandras
Gezond leven

Zo kies je een parfum dat echt bij je past

Een parfum is meer dan een geur; het is een verlengstuk van wie je bent. Het juiste parfum kan je stemming versterken, je zelfvertrouwen boosten en een blijvende indruk achterlaten. Maar hoe vind je een geur die echt bij jouw persoonlijkheid past? In dit artikel krijg je praktische tips om een parfum te kiezen dat perfect bij jou aansluit.

In dit artikel lees je:

  • Welke geuren goed passen bij welke persoonlijkheden
  • Hoe je een geur vindt die echt bij jou past

Lees ook: Parfum, eau de parfum of eau de toilette: wat is eigenlijk het verschil?

Geuren hebben de kracht om emoties op te roepen en herinneringen te activeren. Denk maar aan hoe de geur van vers gebakken brood je naar een warme keuken kan brengen of hoe een frisse bloesemgeur je doet denken aan de lente. Parfums werken op dezelfde manier. Ze kunnen iets over jouw persoonlijkheid vertellen zonder dat je een woord hoeft te zeggen.

Elke geur is opgebouwd uit noten die samen een bepaalde indruk creëren. Citrusgeuren stralen energie uit, bloemige geuren roepen zachtheid op en houtachtige tonen worden vaak geassocieerd met kracht en stabiliteit. Door een parfum te kiezen dat overeenkomt met jouw karaktereigenschappen, kun je een geur vinden die naadloos bij jou past.

Persoonlijkheidstypen en bijpassende geuren

Hieronder vind je een overzicht van veelvoorkomende persoonlijkheidstypen en welke geuren daar goed bij aansluiten.

1. Romantisch en dromerig

Als je gevoelig, creatief en een tikkeltje nostalgisch bent, passen bloemige en poederachtige geuren goed bij jou. Ze roepen een zachte, romantische sfeer op die jouw persoonlijkheid onderstreept.

Voorbeeldnoten: roos, jasmijn, viooltje, vanille.

2. Krachtig en zelfverzekerd

Heb je een sterke aanwezigheid en straal je vertrouwen uit? Houtachtige en kruidige geuren versterken deze eigenschappen. Ze hebben een warme, diepe basis die jouw kracht benadrukt.

Voorbeeldnoten: sandelhout, cederhout, patchouli, peper.

3. Mysterieus en sensueel

Ben je iemand die graag een beetje raadselachtig blijft en houdt van subtiele verleiding? Oriëntaalse geuren met exotische kruiden en warme, zoete tonen passen hier goed bij. Deze geuren hebben een rijke, gelaagde samenstelling die je een tikkeltje mysterieus maakt.

Voorbeeldnoten: amber, wierook, kardemom, muskus.

4. Speels en spontaan

Ben je altijd vrolijk, ongecompliceerd en een beetje eigenzinnig? Frisse, fruitige geuren passen bij jouw vrolijke uitstraling. Deze geuren zijn licht en uitnodigend, perfect voor een ongedwongen sfeer.

Voorbeeldnoten: perzik, appel, framboos, zwarte bes.

5. Avontuurlijk en energiek

Houd je van spanning en ben je altijd op zoek naar nieuwe ervaringen? Kies dan voor frisse, energieke geuren zoals citrus, aquatische tonen of groene accenten. Deze geuren geven een gevoel van vitaliteit en passen perfect bij een actieve levensstijl.

Voorbeeldnoten: bergamot, grapefruit, munt, zeewater.

©colnihko

Zo vind je jouw perfecte parfum

Nu je weet welke geuren bij jouw persoonlijkheid passen, is het tijd om een parfum te kiezen. Hier zijn enkele handige tips:

1. Ken je favoriete geurnoten

Noteer geuren waar je je prettig bij voelt. Dit kunnen geuren zijn die je al eerder hebt gebruikt, of natuurlijke geuren waar je van houdt, zoals lavendel of citroen. Probeer parfums met vergelijkbare noten uit.

2. Neem de tijd

Probeer niet te veel geuren tegelijk. Spray een parfum op je huid en wacht minstens een paar uur om te zien hoe de geur zich ontwikkelt. Topnoten vervliegen snel, maar de hart- en basisnoten blijven langer hangen.

Topnoten, hartnoten en basisnoten

Topnoten, hartnoten en basisnoten vormen samen de verschillende lagen van een parfum. De topnoten zijn de eerste geuren die je ruikt zodra je het parfum aanbrengt, vaak fris en licht, maar ze vervliegen snel. Na enkele minuten komen de hartnoten naar voren, die het ‘hart’ van de geur vormen en meestal bloemig, kruidig of fruitig zijn. Deze laag blijft langer hangen en bepaalt de kern van het parfum. De basisnoten verschijnen als laatste en zijn het meest blijvend. Ze geven diepte en warmte aan het parfum, vaak met houtachtige, muskusachtige of vanille-achtige geuren.

3. Laat je niet leiden door trends

Wat populair is, past niet altijd bij jou. Kies een parfum dat goed voelt, ook als het niet ‘in de mode’ is. Je parfum is een persoonlijke keuze.

4. Vraag om hulp

Parfumeriemedewerkers kunnen je helpen met het vinden van een geur die bij je past. Vertel iets over je voorkeuren en persoonlijkheid, zodat ze gericht advies kunnen geven.

5. Denk aan verschillende gelegenheden

Net zoals je kleding aanpast aan een situatie, kun je ook je parfum variëren. Kies een lichte geur voor overdag en een intensere geur voor speciale gelegenheden.

Je geur als visitekaartje

Een parfum vertelt veel over wie je bent. Besteed dus wat tijd aan het vinden van een geur die goed bij je past. Met de tips in dit artikel moet dat zeker lukken!

Geur gevonden? Dan weet je nu...

...altijd wat je als cadeau kunt vragen!