ID.nl logo
Zo bouw je het ideale thuisnetwerk
© Reshift Digital
Huis

Zo bouw je het ideale thuisnetwerk

We krijgen steeds meer apparaten met een internetverbinding, die we ook nog eens overal in huis willen gebruiken. Een goede wifi-dekking is dan ook geen overbodige luxe. Maar een goed thuisnetwerk kan zelfs in 2018 niet zonder kabels. In dit artikel laten we je zien hoe je het ideale thuisnetwerk aanlegt.

Een huis zonder een goed dekkend draadloos netwerk kan in 2018 écht niet meer en een goede wifi-dekking is dan ook doorgaans dé reden om iets aan het thuisnetwerk te doen. Toch zullen we in dit artikel vooral ingaan op netwerkkabels. Dat lijkt wellicht vreemd, maar juist kabels maken het beste draadloze netwerk mogelijk. De wifi-mesh-systemen die we elders in deze editie testen, zijn een goede oplossing voor bestaande woningen waarin een verbouwing niet mogelijk is, maar bedraad aangesloten accesspoints zorgen nog altijd voor de allerbeste prestaties. Daarnaast is de draadloze bandbreedte niet onbeperkt: uiteindelijk zorgt ieder draadloos aangesloten apparaat voor een minder goed draadloos netwerk. Elk apparaat dat je bedraad kunt aansluiten, zorgt voor een beter draadloos netwerk voor de apparaten die draadloos moeten. Bovendien zorgen kabels voor een snelle backbone voor je draadloze netwerk. Een groot voordeel van de wifi-mesh-systemen is dat je het hele wifi-systeem vanuit één interface kunt instellen. Met de komst van goedkopere (klein zakelijke) accesspoint-systemen zoals Ubiquiti Unifi of TP-Link Auranet is een centraal te beheren bedraad accesspoint-systeem tegenwoordig ook thuis bereikbaar.

Plannen

Een thuisnetwerk begint bij een goede planning. Maak een plattegrond van je woning en bepaal waar je je apparatuur wilt hebben, waar de internetverbinding binnenkomt en welke locatie je als centraal knooppunt in je netwerk gebruikt. In een modern huis zal dat de meterkast zijn en zal de internetverbinding doorgaans ook in de meterkast binnenkomen. Is dat niet zo, dan zul je rekening moeten houden met een netwerkkabel vanaf je internetaansluiting naar het centrale punt van je netwerk.

Inventariseer welke netwerkapparatuur je hebt en welke apparatuur er bedraad kan worden aangesloten. Naast je pc zijn dat bijvoorbeeld een nas, netwerkprinter, smart-tv, mediaspeler en spelcomputer. Ook wifi-accesspoints hebben bij voorkeur een netwerkaansluiting nodig. Vervolgens kun je in kaart brengen op welke plekken je netwerkaansluitingen nodig hebt en een grove inschatting maken hoeveel netwerkkabel je nodig hebt. Houd er rekening mee dat leidingen in de muur langer kunnen zijn dan je van tevoren denkt. Tevens je heb je voor een dubbele netwerkaansluiting twee kabels nodig.

Ga je in een huis wonen dat nog gebouwd moet worden, begin dan zo vroeg mogelijk met de planning. Juist in een nog te bouwen huis is het relatief eenvoudig om leidingen op de juiste plek uit te laten komen en kun je iedere kamer van een bekabelde netwerkaansluiting voorzien. Ook als je een huis grondig gaat verbouwen, kun je rekening houden met netwerkaansluitingen en buizen hiervoor in de muur frezen. In een bestaand huis kun je soms loze leidingen of leidingen voor telefonie of televisie gebruiken om netwerkkabels door te trekken. Wil je bestaande leidingen hergebruiken, dan moet het wel mogelijk zijn om de aanwezige kabels te verwijderen. Is een verbouwing niet mogelijk en zijn er geen geschikte leidingen, dan zul je creatief aan de slag moeten met bijvoorbeeld plinten om kabels netjes weg te werken.

Heatmap maken

Tegenwoordig is het niet realistisch om te verwachten dat je met één accesspoint of draadloze router overal in huis draadloze dekking hebt. In een huis met meerdere verdiepingen is een goede richtlijn om op iedere verdieping een accesspoint te plaatsen. Indien mogelijk plaats je die het beste zo centraal mogelijk op de verdieping. In een appartement kun je bijvoorbeeld aan weerszijden een accesspoint plaatsen. Je kunt de gratis tool HeatMapper gebruiken om te kijken op welke plekken je accesspoints voor de beste dekking zorgen. Zet je accesspoints tijdelijk op een aantal plaatsen neer en achterhaal met HeatMapper hoe de dekking is.

©PXimport

Vast versus soepel

De netwerkkabels die je nodig hebt voor het aanleggen van je thuisnetwerk kun je kopen per strekkende meter of op een rol van bijvoorbeeld 50 of 100 meter. Let er wel op dat je netwerkkabels bedoeld voor vaste installatie koopt. Er is namelijk een belangrijk onderscheid in netwerkkabels: solid of vaste kabels versus stranded of soepele kabels. Een vaste kabel heeft aders die bestaan uit één stugge draad, terwijl de aders bij soepele kabels bestaan uit meerdere dunne draadjes.

Dit is vergelijkbaar met hoe elektriciteit doorgaans is aangelegd. In de muren is vast installatiedraad verwerkt, terwijl de kabels van bijvoorbeeld de lamp die je in het stopcontact steekt gebruikmaken van een soepele kabel. Wat je nodig hebt, is daarom eenvoudig te onthouden: vaste kabel voor bekabeling die je permanent aanlegt en soepele kabel voor losse kabels naar je apparatuur. Omdat een vaste kabel veel minder goed tegen beweging kan, moet je hem na plaatsing zoveel mogelijk met rust laten. Werk de kabel daarom niet af met netwerkstekkertjes die je direct in je router steekt, maar voorzie de kabel in de gebruiksruimten van een wandcontactdoos en werk hem in de meterkast af met een patchpanel. Verderop lees je hier meer over.

©PXimport

Categorie

Netwerkkabels worden onderverdeeld in categorieën waaraan je kunt herkennen voor welke snelheden deze kabels geschikt zijn. Voor de gigabit 1000BASE-T-standaard die momenteel in gebruik is, voldoet cat 5e-bekabeling. Cat 5e is in combinatie met geschikte apparatuur inmiddels ook geschikt voor 2.5GBASE-T voor een snelheid van 2,5 Gbit/s. Ook cat 6-kabels zijn oorspronkelijk bedoeld voor gigabit, maar hebben wel een voordeel boven Cat-5e. Deze kabel is namelijk geschikt voor 2.5GBASE-T, 5GBASE-T en over een beperkte lengte tot 55 meter doorgaans ook voor 10GBASE-T waarmee in de toekomst snelheden van 2,5, 5 en zelfs 10 Gbit/s mogelijk worden.

In huis zijn lengtes van 55 meter eerder uitzondering dan regel en zijn de afstanden doorgaans een stuk korter. Je kunt met cat 6-kabels thuis dan ook hoogstwaarschijnlijk 10 Gbit/s halen. Ga je voor echte zekerheid (wij houden wel van wat overkill) en wil je voldoen aan de 10GBASE-T-standaard die een lengte van 100 meter voorschrijft, dan heb je cat 6a-, cat 7- of zelfs cat 7a-bekabeling nodig. Het nadeel van deze op zich betere kabels is dat de afscherming steviger én stugger is waardoor deze kabels zich lastiger door een leiding laten trekken. Zeker twee kabels door één leiding trekken, wordt dan een uitdaging (of je moet buizen met een grotere diameter gaan gebruiken). Er zijn echter extra dunne kabels, zoals de Draka UC Home-kabel. Dit is een Cat 7-kabel die nauwelijks dikker is dan een cat 5e-kabel, maar wel officieel gecertificeerd is voor 10 Gbit/s tot een lengte van 60 meter.

Maar wat kun je nu het beste kopen? Omdat een lengte van 55 meter voor vrijwel ieder huis genoeg is, raden wij je aan om cat 6-kabels te kopen. Die laten zich eenvoudiger verwerken dan betere kabels en zijn bovendien ook nog wat goedkoper.

©PXimport

Pas op voor ijzer!

Natuurlijk is de prijs van een kabel belangrijk, maar laat je niet alleen door de prijs leiden. Wanneer kiest voor de goedkoopste kabel die je kunt vinden, dan heb je grote kans dat je een kabel van slechte kwaliteit koopt. De aders van een goede netwerkkabel zijn gemaakt van koper. Dat is een relatief duur metaal, vandaar dat er ook aluminium of staal wordt gebruikt voor netwerkkabels. Voor korte patchkabels maakt dat niet zoveel uit, maar voor langere kabels kan dit wel voor een slechter signaal zorgen. Let er bij het aanschaffen daarom op of de aanbieder meldt van welk materiaal de aders gemaakt zijn. Is dit koper (soms ook aangeduid met het scheikundige symbool Cu), dan zit je goed. De aanduidingen staal of aluminium zul je niet zo snel duidelijk tegenkomen, in plaats daarvan wordt gesproken over ccs of cca dat staat voor copper clad steel of copper clad aluminium. Wordt er door de aanbieder niet gemeld van welk materiaal de aders gemaakt zijn, dan raden we je aan om de kabel niet aan te schaffen. Heb je al een kabel gekocht, snijd dan de ader door en kijk goed of het midden ook koperkleurig is.

Brandveiligheid

Alle kabels die je vast installeert, moeten sinds juli 2017 voldoen aan de eisen van de Europese verordening CPR (Construction Products Regulation). Aan kabels worden onder andere eisen gesteld aan brandveiligheid. In Nederland is deze verordening verwerkt in NEN 8012 en zijn er vier klassen voor de brandveiligheid gedefinieerd (Eca, Dca, Cca en B2ca). De lichtste klasse (oftewel de minste bescherming tegen brand) is Eca en deze klasse voldoet over het algemeen voor thuis. Het is wel verplicht dat de kabels die je installeert voorzien zijn van een dergelijke certificering, dus het is verstandig hierop te letten als je nieuwe vaste netwerkkabels koopt.

Kabels trekken

In ongebruikte loze leiding zit vaak een contactdraad. Die kun je gebruiken om te controleren welke loze leiding waar uitkomt. De contactdraad is echter niet bedoeld om een andere kabel door de leiding te trekken, al lukt dat met het gebruik van cat 5e-kabels doorgaans wel. Je kunt de contactdraad wel gebruiken om een trekveer door de leiding te leiden. De trekveer gebruik je dan om de daadwerkelijke kabel door de leiding te trekken. Voor het trekken van een draad door een leiding voer je eerst de trekveer door, waarna je de kabels vastmaakt aan de trekveer en de trekveer weer terug trekt. Je bevestigt de netwerkkabel aan de trekveer door de gestripte koperdraadjes aan het oogje vast te maken. Wil je twee netwerkkabels door één leiding trekken, trek deze dan tegelijkertijd. Voorkom dat er een dikke ‘prop’ ontstaat op het einde van je trekveer door van iedere kabel bijvoorbeeld vier aders aan het oogje vast te maken. Je kunt ducttape gebruiken om de uiteinden van de kabels glad af te werken. Voor echt moeilijke klusjes kun je een trekkous gebruiken om de kabel echt netjes aan de trekveer te bevestigen, maar die zijn vrij kostbaar. Werk bij het gebruik van de trekveer met z’n tweeën. De eerste persoon trekt aan de veer, terwijl de andere persoon bij het punt blijft waar de kabel de muur in gaat en de kabel invoert. Gaat het trekken van de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal kabelglijmiddel gebruiken om het trekken eenvoudiger te maken. Gebruik in geen geval zeep of afwasmiddel, dat wordt na verloop van tijd hard.

©PXimport

Wandcontactdozen

De vaste netwerkkabels die je in bijvoorbeeld de muur of plint hebt verwerkt, werk je niet af met netwerkstekkertjes. Hoewel er netwerkstekkertjes voor vaste kabels bestaan, is een vaste kabel niet bedoeld om na installatie nog te bewegen. Werk de kabels in de gebruiksruimtes daarom af met een wandcontactdoos. Op een inbouwdoos plaats je een exemplaar dat geschikt is voor inbouw, terwijl je een opbouwexemplaar kun gebruiken als je de kabel in de plint hebt verwerkt.

Een complete dubbele wandcontactdoos die je afmonteert met lsa-stroken kost je zo’n tien euro, doorgaans heb je de keuze uit wit of ivoor. Daarnaast kun je ook keystoneframes kopen waar je zelf twee keystones in klikt, je kunt daar hier meer over lezen. Het is natuurlijk het fraaist als de wandcontactdozen netjes aansluiten bij het schakelmateriaal dat je al hebt. Vrijwel iedere fabrikant van schakelmateriaal maakt frontjes die geschikt zijn voor inbouwdozen die voldoen aan de UAE-specificaties (universele aansluiteenheid) die soms nog IAE (isdn-aansluiteenheid) genoemd wordt. Koop wel UAE-binnenwerkjes die aan minimaal de Cat 5e-specificaties voldoen. Met name bij bouwmarkten kun je nog (dubbele) isdn-wandcontactdozen kopen die passen bij het schakelmateriaal. Die zijn niet geschikt voor netwerktoepassingen. Daarnaast bieden sommige fabrikanten van schakelmateriaal ook keystoneframes aan waarin je zelf losse keystones kunt klikken. Wellicht ten overvloede: naar een dubbele wandcontactdoos moet je twee kabels trekken.

©PXimport

Lsa-stroken aansluiten

Voor het afmonteren van lsa-stroken heb je een lsa-punch-down-tool nodig. Hiermee duw je de aders in de mesjes van de lsa-strook zonder deze mesjes te beschadigen. Wanneer je de aders in de mesjes duwt, dan wordt tegelijkertijd het stukje overbodige draad afgeknipt. 1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. 2. Leg de ader over de juiste aansluiting volgens T568B (zie kleurcodering of bij nummering het schema verderop). Zet je lsa-punch-down-tool op de lsa-strook en druk hem in tot je een klik hoort. 3. Sluit op deze manier alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken netjes afgesneden. Monteer het binnenwerk en schroef het schakelmateriaal op het binnenwerk. Voor het aansluiten van de aders op de pinnen bestaan twee standaarden, T568A en T568B. Sluit de kabels altijd aan volgens de T568B- of B-codering. Soms wordt alleen de A-standaard en de pinnummers getoond, gebruik dan onderstaand schema voor T568B.

Patchpanel

Een thuisnetwerk heeft een centraal punt waar de kabels vanuit de gebruiksruimtes samenkomen. In een relatief nieuw huis zal dit centrale punt de meterkast zijn. Net als in de gebruiksruimtes dien je de kabels af te werken. De meest simpele oplossing is het knijpen van RJ45-stekkertjes, maar dat kun je beter niet doen. Ten eerste zijn de meeste stekkertjes bedoeld voor netwerkkabels met een soepele kern. Er zijn wel geschikte stekkertjes voor een vaste kern, maar die raden we niet aan. Netwerkkabels met een vaste kern zijn immers niet ontworpen om al teveel te bewegen na installatie, iets dat met het gebruik van stekkertjes waarschijnlijk wel gebeurt. Je werkt de kabels op het centrale punt daarom ook af met vaste netwerkaansluitingen. Dit kun je net als in de gebruiksruimtes doen met een wandcontactdoosje, deze zijn ook in opbouwuitvoering beschikbaar. Wanneer er maximaal vier kabels in je meterkast uitkomen, is dat een prima oplossing. Heb je echter meer kabels, dan wordt een patchpanel prijstechnisch interessanter. Een patchpanel bevat meerdere netwerkaansluitingen waarop netwerkkabels via lsa-stroken worden afgemonteerd. Voor thuis zijn zogenoemde desktop-patchpanels interessant. Deze bevatten acht of twaalf netwerkaansluitingen en kun je aan de muur bevestigen. Heb je een veel uitgebreider thuisnetwerk, dan kun je ook gebruikmaken van een patchpanel dat is bedoeld voor gebruik in een 19inch-patchkast. Je kunt een kleine kast in je meterkast hangen of een patchbeugel aan de wand bevestigen waar de 19inch-elementen in passen. Ook switches zijn bijvoorbeeld beschikbaar in een 19inch-variant.

©PXimport

Patchkabels

Voor het onderling aansluiten van je apparatuur en de verbinding met wandcontactdozen gebruik je patchkabels, netwerkkabels met aan beide kanten een stekkertje. In tegenstelling tot kabels die je permanent installeert, maken patchkabels gebruik van soepele netwerkkabels. Je kunt patchkabels zelf maken door met een netwerktang RJ45-stekkertjes op een kabel te knijpen, maar we raden je sterk aan om kant-en-klare patchkabels te kopen. In de praktijk blijkt namelijk dat onverklaarbare storingen in het thuisnetwerk frequent terug te leiden zijn tot zelfgemaakte patchkabels. De goedkopere netwerktangen krimpen de contacten niet altijd goed. Kant-en-klare kabels kun je in diverse lengtes kopen, dus zelf maken omdat je een bepaalde lengte nodig hebt, is doorgaans niet nodig.

Ga je toch zelf patchkabels maken, let er dan op dat je de juiste plugjes koopt. De normale RJ45-plugjes zijn bedoeld voor soepele kabels en de kans is groot dat je deze krijgt als je ergens stekkertjes koopt. Let toch goed op, omdat er ook stekkertjes zijn die bedoeld zijn voor stugge kabel. Het is belangrijk dat de plugjes passen bij het type kabel, omdat anders de verbinding tussen de stekker en aders niet goed is. Let er verder op dat de meeste RJ45-plugjes bedoeld zijn voor niet afgeschermde kabel. Ga je zelf kabels maken, dan raden we je sowieso aan om niet afgeschermde utp-kabel te gebruiken. Hierbij zijn cat 5e-kabels eenvoudiger om te verwerken, maar cat 6 kan eventueel ook. Het zelf maken van cat 6a-kabels raden we echt af.

Switch

Met alleen het patchpanel ben je er nog niet, want er staat geen signaal op de netwerkaansluitingen. Hiervoor dien je de aansluitingen op het patchpanel aan te sluiten op een switch. Voor iedere aansluiting heb je één poort op je switch nodig. Je router is doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier aansluitingen, iets dat zelfs bij een simpel thuisnetwerk al snel niet genoeg is. Afhankelijk van het aantal gepatchte poorten kun je een switch met acht, zestien, vierentwintig of meer poorten monteren. Switches met acht en zestien poorten zijn verkrijgbaar in een variant die je aan de muur kunt schroeven.Heb je behoefte aan nog meer poorten, dan zul je switches moeten gebruiken die in een patchkast of patchbeugel passen (19inch-rekmontage).

Een unmanaged switch met vijf poorten heb je vanaf twintig euro, terwijl je een exemplaar met acht poorten voor zo’n 30 euro kunt kopen. Gezien het geringe prijsverschil, raden we je aan om minimaal voor een switch met acht poorten te kiezen. Switches met zestien poorten zijn een stuk duurder en heb je vanaf zo’n 60 euro voor een unmanaged exemplaar. Een managed exemplaar is thuis doorgaans niet nodig.

©PXimport

Power over ethernet

Behalve voor data kun je netwerkkabels dankzij power over ethernet (PoE) ook gebruiken voor de voeding. Via één netwerkkabel kun je een accesspoint dan zowel van een netwerksignaal als spanning voorzien. Er zijn verschillende PoE-standaarden. Accesspoints hebben doorgaans genoeg aan het ‘normale’ PoE oftewel 802.3af. Let er wel op dat sommige krachtigere accesspoints PoE+ (oftewel 802.3at) vereisen, dat meer vermogen kan leveren. Let er dus op of de PoE-switch past bij de accesspoints. PoE-switches die enkel 803.af ondersteunen zijn goedkoper, een gigabit-switch met acht poorten waarvan vier poorten PoE ondersteunen heb je voor zo’n 70 euro. Soms krijg je bij een accesspoint een PoE-injector, deze kun je ook los kopen. Dit is een adapter die je tussen de switch en patchpanel aansluit, en de voeding verzorgt voor het bedraad aangesloten accesspoint. Let er overigens op dat een injector doorgaans gebruikmaakt van passieve PoE waarbij de spanning altijd op de netwerkkabel staat. Sluit in het geval van passieve PoE geen andere apparaten aan op de netwerkaansluiting, die kunnen beschadigen als ze niet geschikt zijn voor PoE. Heb je een switch die de PoE-standaarden 802.3af of 802.3at ondersteunt, dan kun je wel veilig alle apparaten aansluiten. Dergelijke switches controleren of een apparaat echt PoE ondersteunt voordat de spanning op de kabel wordt gezet.

©PXimport

Topologie

Aan de basis van je netwerk staat de router. Dit kan zowel de (modem-)router van je internetprovider zijn als een eigen router die je achter de (modem-)router van je internetprovider hangt. Consumentenrouters zijn doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier poorten. Voor kleine netwerken is dit genoeg, maar vaak komen er meer dan vier kabels in bijvoorbeeld de meterkast uit. We raden je aan om een switch te kopen met genoeg aansluitingen om alle kabels die op het centrale punt uitkomen op één switch aan te sluiten.

Mocht je nu bijvoorbeeld een beperkt aantal kabels teveel hebben, terwijl een grotere switch een stuk duurder is, dan kun je eventueel minder belangrijke aansluitingen direct in je router steken. Dit is bijvoorbeeld het geval als er acht kabels aangesloten moeten worden; in een switch met acht poorten passen immers maar zeven kabels, omdat de switch zelf ook aangesloten moet worden. Houd bij de opbouw van je netwerk rekening met de topologie van je netwerk. Want hoewel je prima meerdere switches achter elkaar kunt plaatsen, zorgt dit mogelijk voor een minder optimale werking. Het verkeer tussen twee switches vormt een bottleneck, want tussen simpele switches zit één gigabitkabel.

Thuis zal het ideaalbeeld van één switch zonder een ingrijpende verbouwing niet altijd mogelijk zijn. Je kunt het aantal aansluitingen in één kamer, bijvoorbeeld je woonkamer bij de televisie, gerust uitbreiden met een simpele unmanaged switch. Het is immers vrijwel niet te doen om meer dan twee kabels vanaf een centrale plek als de meterkast netjes naar je televisiehoek te leggen. Onthoud verder dat verkeer tussen apparaten die allebei direct aangesloten zijn op dezelfde switch binnen die switch blijven. Je kunt hier bijvoorbeeld rekening mee houden bij het plaatsen van een apparaat waarbij de snelheid veel uitmaakt zoals een nas. Is centraal aansluiten niet mogelijk, sluit de nas dan aan op dezelfde switch als de grootste gebruikers zoals je pc.

Aan de slag

Op basis van dit artikel kun je zelf aan de slag met het (opnieuw) aanleggen van een net thuisnetwerk. De aanleg begint bij een goede planning waarin je inventariseert wat je nodig hebt, waarna je met de aanwijzingen in dit artikel alles netjes kunt afwerken. Ben je klaar, dan is je huis voorzien van bekabeling die nog jarenlang een goede basis vormt voor je (draadloze) thuisnetwerk.

Alternatieven voor netwerkkabels

Is het niet overal in huis mogelijk om netwerkkabels aan te leggen, dan zijn er nog andere opties voor een ‘bedrade’ verbinding. Een powerline-adapter verandert je stopcontact in een netwerkaansluiting. Je hebt minimaal twee powerline-adapters nodig, de eerste plaats je meestal bij je router om het netwerksignaal op de elektriciteitsdraden te zetten. Hoewel powerline-adapters theoretische snelheden van 1200 of zelfs 2000 Mbit/s beloven, halen de beste adapters onder optimale omstandigheden zo’n 270 Mbit/s. Optimale omstandigheden komen echte niet vaak voor, houd daarom rekening met een snelheid van maximaal zo’n 110 Mbit/s. Powerline-adapters zijn er ook met ingebouwd wifi-accesspoint. Daarnaast kun je ook coax-televisiekabels inzetten als netwerkaansluitingen. Dit doe je met MoCa-adapers, zoals de Hirschmann INCA 1G. We hebben deze nieuwste generatie MoCa-adapters nog niet getest, maar Hirschmanns vorige generatie MoCa-adapters beloofden een snelheid van 400 Mbit/s en kwamen daar in de praktijk met zo’n 350 Mbit/s dicht bij in de buurt. Een coaxkabel is in tegenstelling tot een elektriciteitskabels dan ook ontworpen voor signaaloverdracht. Net als bij powerline heb je minimaal twee adapters nodig.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Chromebook start niet meer op? Probeer deze oplossingen
© ID.nl
Huis

Chromebook start niet meer op? Probeer deze oplossingen

Je klapt je Chromebook open, drukt op de knop en… niets. Het scherm blijft zwart en er brandt geen enkel lampje. Geen paniek! Voordat je naar de winkel rent voor een nieuwe laptop, zijn er een paar simpele trucs die je zelf kunt proberen om hem weer tot leven te wekken. Vaak is het probleem minder ernstig dan het lijkt.

Chromebooks zijn razend populair vanwege hun snelheid, lange accuduur en lage prijs. Hoewel het besturingssysteem (ChromeOS) heel stabiel is, kan de hardware soms even haperen. Geeft je Chromebook geen teken van leven meer? Loop dan dit stappenplan door.

Lees ook: Chromebook en Chromebook Plus: dit zijn de verschillen

Begin met loskoppelen

Hardware kan soms in de war raken door een aangesloten accessoire dat een storing of kortsluiting veroorzaakt. De eerste stap is daarom simpelweg het loshalen van alles dat aan je Chromebook hangt. Verwijder de oplader, maar haal ook eventuele usb-sticks, muizen, externe harde schijven en dongels eruit. Vergeet hierbij niet om ook eventuele geheugenkaartjes en je koptelefoon te verwijderen. Probeer de Chromebook nu opnieuw aan te zetten. Start hij op? Dan veroorzaakte een van je randapparaten waarschijnlijk het conflict. Sluit ze daarna één voor één weer aan om de boosdoener te vinden.

De geheime toetscombinatie

Dit is de stap die in veel handleidingen ontbreekt, maar het vaakst werkt bij Chromebooks die 'dood' lijken. Je voert hiermee een zogenoemde 'Hard Reset' uit van de hardware-controller. Dit werkt anders dan bij een Windows-laptop. Zorg dat de Chromebook uit staat en houd de Verversen-toets ingedrukt; dit is de toets met het rondje en de pijl, die je meestal boven de cijfertoetsen 3 of 4 vindt. Terwijl je deze vasthoudt, druk je kort op de Aan/Uit-knop. Laat de Verversen-toets pas los zodra de Chromebook teken van leven geeft. Heb je een tablet-model zonder vast toetsenbord? Druk dan de knop voor 'Volume Omhoog' en de Aan/Uit-knop tegelijkertijd in voor minstens tien seconden.

Controleer de stroom en heb geduld

Als de reset niets uithaalt, kan de accu volledig leeg of zelfs 'diep ontladen' zijn. Sluit de originele lader aan en controleer of het led-lampje aan de zijkant gaat branden. Oranje betekent meestal dat hij oplaadt, wit of groen dat hij vol is. Brandt er geen lampje? Probeer dan een ander stopcontact of, als je die hebt, een andere usb-c-lader van bijvoorbeeld een telefoon. Belangrijk is dat je geduld hebt: als een accu extreem leeg is, kan het tot wel dertig minuten duren voordat het apparaat genoeg stroom heeft om zelfs maar een lampje te laten branden. Laat hem dus even rustig aan de lader liggen. Kijk tot slot ook kritisch in de oplaadpoort. Als hier veel stof in zit, maakt de lader geen contact. Blaas dit voorzichtig weg met perslucht of peuter het er heel voorzichtig uit met een plastic tandenstoker. Belangrijk: gebruik hiervoor nooit een paperclip of een ander metalen voorwerpen!

©ID.nl

Is het scherm misschien het probleem?

Soms staat de Chromebook wel aan, maar zie je het simpelweg niet. Het klinkt flauw, maar het kan gebeuren dat de helderheid per ongeluk naar nul is gedraaid. Druk daarom een paar keer op de toets voor hogere helderheid (het grote zonnetje). Hoor je de ventilator wel blazen of zie je lampjes branden, maar blijft het beeld zwart? Sluit de Chromebook dan eens aan op een televisie of monitor via een HDMI-kabel of usb-kabel. Heb je daar wel beeld, dan is helaas je beeldscherm defect.

Tip:
Gebruik je een hoesje met magneten of heb je een magnetisch horlogebandje? Houd die weg bij de Chromebook. Soms raakt de sensor in de war en 'denkt' de laptop dat hij dichtgeklapt is, waardoor het scherm zwart blijft.

ChromeOS herstellen

Start de Chromebook wel op, maar krijg je direct de melding 'Chrome OS ontbreekt of is beschadigd'? Dan is de software corrupt geraakt. Je hebt in dat geval een andere computer en een usb-stick van minimaal 8GB nodig. Via Google kun je de Chromebook Recovery Utility downloaden om een herstel-stick te maken. Hiermee installeer je het systeem opnieuw. Houd er wel rekening mee dat je hiermee alle bestanden die lokaal op de harde schijf staan wist.

©ID.nl

Wanneer is een Powerwash nuttig?

Vaak wordt een 'Powerwash' genoemd als oplossing voor problemen, maar dit is eigenlijk alleen relevant als de Chromebook nog wel opstart. Een Powerwash is een fabrieksreset die handig is als het apparaat traag is, vastloopt of softwarefouten vertoont. Krijg je hem met bovenstaande tips weer aan de praat, maar loopt hij daarna direct vast? Dan is zo'n Powerwash wél een goed idee om met een schone lei te beginnen. Doet hij het weer? Check dan direct de gezondheid. Open de app 'Diagnose' (standaard geïnstalleerd op elke Chromebook) om de batterijstatus en het geheugen te testen. Zo zie je meteen of de accu aan vervanging toe is.

Zo voer je een Powerwash uit

Wil je de Chromebook terugzetten naar de fabrieksinstellingen? Log dan eerst uit zodat je in het algemene inlogscherm terechtkomt. Druk vervolgens tegelijkertijd de toetsen Ctrl, Alt, Shift en de letter R in. Er verschijnt nu een venster waarin je kiest voor 'Opnieuw instellen' of 'Restart'. De Chromebook zal opnieuw opstarten, waarna je bevestigt dat je een Powerwash wilt uitvoeren. Na deze reset log je weer in met je Google-account en worden je apps en instellingen automatisch teruggezet. Let op: bestanden in de map 'Downloads' ben je hierdoor wel kwijt.

Alles geprobeerd?

Heb je de lader gecheckt, de toetscombinaties geprobeerd en het apparaat langdurig aan de stroom gehangen, maar blijft hij niets doen? Dan is waarschijnlijk de accu of het moederbord defect. Valt het apparaat nog binnen de garantie, neem dan contact op met de winkel. Ga niet zelf schroeven, want dan vervalt je recht op garantie. Is het apparaat al wat ouder, dan zijn de reparatiekosten vaak hoger dan de waarde van de laptop en is het waarschijnlijk slimmer om uit te kijken naar een vervanger.


Nieuwe Chromebook kopen? Dit zijn de 5 beste opties van 2025

Acer Chromebook Plus 515: Acer is al jaren heer en meester in de categorie 'gewoon goed' en deze 515-serie bewijst dat opnieuw. Het is met zijn ruime 15,6 inch Full-HD scherm en vlotte processor de ideale laptop voor op de keukentafel. Hij is misschien niet het dunste model op de markt, maar hij is wel ontzettend degelijk en biedt simpelweg de beste specificaties voor een scherpe prijs.

Lenovo IdeaPad Flex 5i Chromebook: Zoek je meer flexibiliteit, dan is deze 'convertible' een uitstekende keuze. Dankzij het slimme scharnier klap je het scherm volledig om tot een tablet of zet je hem in de 'tent-stand' om films te kijken. Lenovo staat bovendien bekend om zijn heerlijke toetsenborden, waardoor je op dit apparaat ook comfortabel langere teksten tikt.

Lenovo IdeaPad Slim 3 Chromebook: Voor wie niet de hoofdprijs wil betalen, is de Slim 3 in december 2025 nog altijd de koning van het budgetsegment. Verwacht geen snelheidsmonster voor zware videobewerking, maar voor Netflix, e-mail en schoolwerk is hij perfect. Het is een lichte 14-inch laptop die, ondanks het lage prijskaartje, toch stevig aanvoelt en een prima accuduur heeft.

Asus Chromebook Plus CX34: Deze laptop ziet er met zijn strakke behuizing niet alleen modern uit, hij kan ook tegen een stootje. Asus test zijn laptops vaak volgens strenge militaire standaarden, wat de CX34 heel betrouwbaar maakt. Daarnaast heeft hij opvallend veel aansluitingen, zodat je zelden met losse verloopstekkertjes of dongels in de weer hoeft.

Acer Chromebook Plus Spin 514: Hoewel het toetsenbord vast zit, kun je het scherm dankzij het 360-graden scharnier volledig omklappen tot een (dikke) tablet. Bovendien is dit een Chromebook Plus: hij is dus gegarandeerd twee keer zo snel als een standaard Chromebook, heeft slimme AI-functies en een betere webcam. Met zijn scherpe 14-inch scherm (met extra werkruimte door de 16:10 verhouding) is dit een razendsnelle alleskunner voor zowel werk als entertainment.

▼ Volgende artikel
Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen
Huis

Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen

Samsung gaat in 2026 meer televisies met Micro RGB-schermen uitbrengen. Het nieuwe assortiment omvat modellen van 55, 65, 75, 85, 100 en 115 inch. De nieuwe serie introduceert de volgende evolutie van Samsungs Micro RGB-schermtechnologie en zet volgens het bedrijf een nieuwe standaard voor premium kijkervaringen thuis.

"Met de nieuwste technologie van Samsung levert ons Micro RGB-portfolio levendige kleuren en helderheid die bij films, sport en tv-programma's zorgen voor een levensechter en meeslepender beeld", aldus Hun Lee, Executive Vice President van de Visual Display (VD) Business bij Samsung Electronics. "We breiden het assortiment voor 2026 uit met een nieuwe premiumcategorie met voor elke moderne woonruimte een geschikt formaat, terwijl onze hoogste beeldnormen gehandhaafd blijven."

Consumenten willen volgens Samsung steeds vaker televisies met een betere beeldkwaliteit, wat een belangrijke reden is waarom veel kijkers upgraden naar duurdere modellen. Elk Micro RGB-model maakt gebruik van een geavanceerde schermarchitectuur die gericht is op technische precisie en hoogwaardige beeldprestaties, of het nu in een grote woonruimte staat of als premium scherm in een kleinere ruimte dient.

De nieuwe Micro RGB-technologie bouwt voort op het 115-inch model dat eerder in 2025 werd geïntroduceerd. De technologie maakt gebruik van rode, groene en blauwe LED's van minder dan 100 µm die elk onafhankelijk van elkaar licht uitstralen. Deze schermarchitectuur maakt nauwkeurige lichtregeling en verbeterde kleurnauwkeurigheid mogelijk.

Motion enhancer en upscaling

De tv's zijn uitgerust met verbeterde beeldverwerkingstechnologieën zoals 4K AI Upscaling Pro en AI Motion Enhancer Pro, die helderheid verfijnen en bewegingen vloeiender maken. De Micro RGB AI Engine Pro is voorzien van een AI-chipset die per frame nauwkeurigere helderheid en realisme mogelijk maakt. De technologie Micro RGB Precision Color 100 heeft een VDE-certificering en haalt volgens Samsung 100% van het BT.2020-kleurenpalet.

Verder beschikken de modellen over de verbeterde Vision AI Companion, een multi-agent platform dat op een groot taalmodel (LLM) gestuurde intelligentie en natuurlijke gesprekken via Bixby combineert. Dit maakt functies mogelijk zoals gespreksgericht zoeken en interactieve Q&A. Samsungs Glare Free-technologie minimaliseert reflecties voor betere kleuren en contrast in verschillende lichtomstandigheden.

De audiofuncties omvatten Dolby Atmos voor multidimensionaal geluid, Adaptive Sound Pro voor geoptimaliseerde helderheid en Q-Symphony, dat TV-luidsprekers verbindt met compatibele Samsung-apparaten. Alle Samsung-tv's van 2026 zijn ook voorzien van Eclipsa Audio, een nieuw ruimtelijk geluidssysteem voor 3D-audio.

Samsung zal zijn nieuwe Micro RGB-assortiment presenteren op CES 2026, die van 6 tot en met 9 januari plaatsvindt in Las Vegas.