ID.nl logo
Zo bouw je het ideale thuisnetwerk
© PXimport
Huis

Zo bouw je het ideale thuisnetwerk

We krijgen steeds meer apparaten met een internetverbinding, die we ook nog eens overal in huis willen gebruiken. Een goede wifi-dekking is dan ook geen overbodige luxe. Maar een goed thuisnetwerk kan zelfs in 2018 niet zonder kabels. In dit artikel laten we je zien hoe je het ideale thuisnetwerk aanlegt.

Een huis zonder een goed dekkend draadloos netwerk kan in 2018 écht niet meer en een goede wifi-dekking is dan ook doorgaans dé reden om iets aan het thuisnetwerk te doen. Toch zullen we in dit artikel vooral ingaan op netwerkkabels. Dat lijkt wellicht vreemd, maar juist kabels maken het beste draadloze netwerk mogelijk. De wifi-mesh-systemen die we elders in deze editie testen, zijn een goede oplossing voor bestaande woningen waarin een verbouwing niet mogelijk is, maar bedraad aangesloten accesspoints zorgen nog altijd voor de allerbeste prestaties. Daarnaast is de draadloze bandbreedte niet onbeperkt: uiteindelijk zorgt ieder draadloos aangesloten apparaat voor een minder goed draadloos netwerk. Elk apparaat dat je bedraad kunt aansluiten, zorgt voor een beter draadloos netwerk voor de apparaten die draadloos moeten. Bovendien zorgen kabels voor een snelle backbone voor je draadloze netwerk. Een groot voordeel van de wifi-mesh-systemen is dat je het hele wifi-systeem vanuit één interface kunt instellen. Met de komst van goedkopere (klein zakelijke) accesspoint-systemen zoals Ubiquiti Unifi of TP-Link Auranet is een centraal te beheren bedraad accesspoint-systeem tegenwoordig ook thuis bereikbaar.

Plannen

Een thuisnetwerk begint bij een goede planning. Maak een plattegrond van je woning en bepaal waar je je apparatuur wilt hebben, waar de internetverbinding binnenkomt en welke locatie je als centraal knooppunt in je netwerk gebruikt. In een modern huis zal dat de meterkast zijn en zal de internetverbinding doorgaans ook in de meterkast binnenkomen. Is dat niet zo, dan zul je rekening moeten houden met een netwerkkabel vanaf je internetaansluiting naar het centrale punt van je netwerk.

Inventariseer welke netwerkapparatuur je hebt en welke apparatuur er bedraad kan worden aangesloten. Naast je pc zijn dat bijvoorbeeld een nas, netwerkprinter, smart-tv, mediaspeler en spelcomputer. Ook wifi-accesspoints hebben bij voorkeur een netwerkaansluiting nodig. Vervolgens kun je in kaart brengen op welke plekken je netwerkaansluitingen nodig hebt en een grove inschatting maken hoeveel netwerkkabel je nodig hebt. Houd er rekening mee dat leidingen in de muur langer kunnen zijn dan je van tevoren denkt. Tevens je heb je voor een dubbele netwerkaansluiting twee kabels nodig.

Ga je in een huis wonen dat nog gebouwd moet worden, begin dan zo vroeg mogelijk met de planning. Juist in een nog te bouwen huis is het relatief eenvoudig om leidingen op de juiste plek uit te laten komen en kun je iedere kamer van een bekabelde netwerkaansluiting voorzien. Ook als je een huis grondig gaat verbouwen, kun je rekening houden met netwerkaansluitingen en buizen hiervoor in de muur frezen. In een bestaand huis kun je soms loze leidingen of leidingen voor telefonie of televisie gebruiken om netwerkkabels door te trekken. Wil je bestaande leidingen hergebruiken, dan moet het wel mogelijk zijn om de aanwezige kabels te verwijderen. Is een verbouwing niet mogelijk en zijn er geen geschikte leidingen, dan zul je creatief aan de slag moeten met bijvoorbeeld plinten om kabels netjes weg te werken.

Heatmap maken

Tegenwoordig is het niet realistisch om te verwachten dat je met één accesspoint of draadloze router overal in huis draadloze dekking hebt. In een huis met meerdere verdiepingen is een goede richtlijn om op iedere verdieping een accesspoint te plaatsen. Indien mogelijk plaats je die het beste zo centraal mogelijk op de verdieping. In een appartement kun je bijvoorbeeld aan weerszijden een accesspoint plaatsen. Je kunt de gratis tool HeatMapper gebruiken om te kijken op welke plekken je accesspoints voor de beste dekking zorgen. Zet je accesspoints tijdelijk op een aantal plaatsen neer en achterhaal met HeatMapper hoe de dekking is.

©PXimport

Vast versus soepel

De netwerkkabels die je nodig hebt voor het aanleggen van je thuisnetwerk kun je kopen per strekkende meter of op een rol van bijvoorbeeld 50 of 100 meter. Let er wel op dat je netwerkkabels bedoeld voor vaste installatie koopt. Er is namelijk een belangrijk onderscheid in netwerkkabels: solid of vaste kabels versus stranded of soepele kabels. Een vaste kabel heeft aders die bestaan uit één stugge draad, terwijl de aders bij soepele kabels bestaan uit meerdere dunne draadjes.

Dit is vergelijkbaar met hoe elektriciteit doorgaans is aangelegd. In de muren is vast installatiedraad verwerkt, terwijl de kabels van bijvoorbeeld de lamp die je in het stopcontact steekt gebruikmaken van een soepele kabel. Wat je nodig hebt, is daarom eenvoudig te onthouden: vaste kabel voor bekabeling die je permanent aanlegt en soepele kabel voor losse kabels naar je apparatuur. Omdat een vaste kabel veel minder goed tegen beweging kan, moet je hem na plaatsing zoveel mogelijk met rust laten. Werk de kabel daarom niet af met netwerkstekkertjes die je direct in je router steekt, maar voorzie de kabel in de gebruiksruimten van een wandcontactdoos en werk hem in de meterkast af met een patchpanel. Verderop lees je hier meer over.

©PXimport

Categorie

Netwerkkabels worden onderverdeeld in categorieën waaraan je kunt herkennen voor welke snelheden deze kabels geschikt zijn. Voor de gigabit 1000BASE-T-standaard die momenteel in gebruik is, voldoet cat 5e-bekabeling. Cat 5e is in combinatie met geschikte apparatuur inmiddels ook geschikt voor 2.5GBASE-T voor een snelheid van 2,5 Gbit/s. Ook cat 6-kabels zijn oorspronkelijk bedoeld voor gigabit, maar hebben wel een voordeel boven Cat-5e. Deze kabel is namelijk geschikt voor 2.5GBASE-T, 5GBASE-T en over een beperkte lengte tot 55 meter doorgaans ook voor 10GBASE-T waarmee in de toekomst snelheden van 2,5, 5 en zelfs 10 Gbit/s mogelijk worden.

In huis zijn lengtes van 55 meter eerder uitzondering dan regel en zijn de afstanden doorgaans een stuk korter. Je kunt met cat 6-kabels thuis dan ook hoogstwaarschijnlijk 10 Gbit/s halen. Ga je voor echte zekerheid (wij houden wel van wat overkill) en wil je voldoen aan de 10GBASE-T-standaard die een lengte van 100 meter voorschrijft, dan heb je cat 6a-, cat 7- of zelfs cat 7a-bekabeling nodig. Het nadeel van deze op zich betere kabels is dat de afscherming steviger én stugger is waardoor deze kabels zich lastiger door een leiding laten trekken. Zeker twee kabels door één leiding trekken, wordt dan een uitdaging (of je moet buizen met een grotere diameter gaan gebruiken). Er zijn echter extra dunne kabels, zoals de Draka UC Home-kabel. Dit is een Cat 7-kabel die nauwelijks dikker is dan een cat 5e-kabel, maar wel officieel gecertificeerd is voor 10 Gbit/s tot een lengte van 60 meter.

Maar wat kun je nu het beste kopen? Omdat een lengte van 55 meter voor vrijwel ieder huis genoeg is, raden wij je aan om cat 6-kabels te kopen. Die laten zich eenvoudiger verwerken dan betere kabels en zijn bovendien ook nog wat goedkoper.

©PXimport

Pas op voor ijzer!

Natuurlijk is de prijs van een kabel belangrijk, maar laat je niet alleen door de prijs leiden. Wanneer kiest voor de goedkoopste kabel die je kunt vinden, dan heb je grote kans dat je een kabel van slechte kwaliteit koopt. De aders van een goede netwerkkabel zijn gemaakt van koper. Dat is een relatief duur metaal, vandaar dat er ook aluminium of staal wordt gebruikt voor netwerkkabels. Voor korte patchkabels maakt dat niet zoveel uit, maar voor langere kabels kan dit wel voor een slechter signaal zorgen. Let er bij het aanschaffen daarom op of de aanbieder meldt van welk materiaal de aders gemaakt zijn. Is dit koper (soms ook aangeduid met het scheikundige symbool Cu), dan zit je goed. De aanduidingen staal of aluminium zul je niet zo snel duidelijk tegenkomen, in plaats daarvan wordt gesproken over ccs of cca dat staat voor copper clad steel of copper clad aluminium. Wordt er door de aanbieder niet gemeld van welk materiaal de aders gemaakt zijn, dan raden we je aan om de kabel niet aan te schaffen. Heb je al een kabel gekocht, snijd dan de ader door en kijk goed of het midden ook koperkleurig is.

Brandveiligheid

Alle kabels die je vast installeert, moeten sinds juli 2017 voldoen aan de eisen van de Europese verordening CPR (Construction Products Regulation). Aan kabels worden onder andere eisen gesteld aan brandveiligheid. In Nederland is deze verordening verwerkt in NEN 8012 en zijn er vier klassen voor de brandveiligheid gedefinieerd (Eca, Dca, Cca en B2ca). De lichtste klasse (oftewel de minste bescherming tegen brand) is Eca en deze klasse voldoet over het algemeen voor thuis. Het is wel verplicht dat de kabels die je installeert voorzien zijn van een dergelijke certificering, dus het is verstandig hierop te letten als je nieuwe vaste netwerkkabels koopt.

Kabels trekken

In ongebruikte loze leiding zit vaak een contactdraad. Die kun je gebruiken om te controleren welke loze leiding waar uitkomt. De contactdraad is echter niet bedoeld om een andere kabel door de leiding te trekken, al lukt dat met het gebruik van cat 5e-kabels doorgaans wel. Je kunt de contactdraad wel gebruiken om een trekveer door de leiding te leiden. De trekveer gebruik je dan om de daadwerkelijke kabel door de leiding te trekken. Voor het trekken van een draad door een leiding voer je eerst de trekveer door, waarna je de kabels vastmaakt aan de trekveer en de trekveer weer terug trekt. Je bevestigt de netwerkkabel aan de trekveer door de gestripte koperdraadjes aan het oogje vast te maken. Wil je twee netwerkkabels door één leiding trekken, trek deze dan tegelijkertijd. Voorkom dat er een dikke ‘prop’ ontstaat op het einde van je trekveer door van iedere kabel bijvoorbeeld vier aders aan het oogje vast te maken. Je kunt ducttape gebruiken om de uiteinden van de kabels glad af te werken. Voor echt moeilijke klusjes kun je een trekkous gebruiken om de kabel echt netjes aan de trekveer te bevestigen, maar die zijn vrij kostbaar. Werk bij het gebruik van de trekveer met z’n tweeën. De eerste persoon trekt aan de veer, terwijl de andere persoon bij het punt blijft waar de kabel de muur in gaat en de kabel invoert. Gaat het trekken van de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal kabelglijmiddel gebruiken om het trekken eenvoudiger te maken. Gebruik in geen geval zeep of afwasmiddel, dat wordt na verloop van tijd hard.

©PXimport

Wandcontactdozen

De vaste netwerkkabels die je in bijvoorbeeld de muur of plint hebt verwerkt, werk je niet af met netwerkstekkertjes. Hoewel er netwerkstekkertjes voor vaste kabels bestaan, is een vaste kabel niet bedoeld om na installatie nog te bewegen. Werk de kabels in de gebruiksruimtes daarom af met een wandcontactdoos. Op een inbouwdoos plaats je een exemplaar dat geschikt is voor inbouw, terwijl je een opbouwexemplaar kun gebruiken als je de kabel in de plint hebt verwerkt.

Een complete dubbele wandcontactdoos die je afmonteert met lsa-stroken kost je zo’n tien euro, doorgaans heb je de keuze uit wit of ivoor. Daarnaast kun je ook keystoneframes kopen waar je zelf twee keystones in klikt, je kunt daar hier meer over lezen. Het is natuurlijk het fraaist als de wandcontactdozen netjes aansluiten bij het schakelmateriaal dat je al hebt. Vrijwel iedere fabrikant van schakelmateriaal maakt frontjes die geschikt zijn voor inbouwdozen die voldoen aan de UAE-specificaties (universele aansluiteenheid) die soms nog IAE (isdn-aansluiteenheid) genoemd wordt. Koop wel UAE-binnenwerkjes die aan minimaal de Cat 5e-specificaties voldoen. Met name bij bouwmarkten kun je nog (dubbele) isdn-wandcontactdozen kopen die passen bij het schakelmateriaal. Die zijn niet geschikt voor netwerktoepassingen. Daarnaast bieden sommige fabrikanten van schakelmateriaal ook keystoneframes aan waarin je zelf losse keystones kunt klikken. Wellicht ten overvloede: naar een dubbele wandcontactdoos moet je twee kabels trekken.

©PXimport

Lsa-stroken aansluiten

Voor het afmonteren van lsa-stroken heb je een lsa-punch-down-tool nodig. Hiermee duw je de aders in de mesjes van de lsa-strook zonder deze mesjes te beschadigen. Wanneer je de aders in de mesjes duwt, dan wordt tegelijkertijd het stukje overbodige draad afgeknipt. 1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. 2. Leg de ader over de juiste aansluiting volgens T568B (zie kleurcodering of bij nummering het schema verderop). Zet je lsa-punch-down-tool op de lsa-strook en druk hem in tot je een klik hoort. 3. Sluit op deze manier alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken netjes afgesneden. Monteer het binnenwerk en schroef het schakelmateriaal op het binnenwerk. Voor het aansluiten van de aders op de pinnen bestaan twee standaarden, T568A en T568B. Sluit de kabels altijd aan volgens de T568B- of B-codering. Soms wordt alleen de A-standaard en de pinnummers getoond, gebruik dan onderstaand schema voor T568B.

Patchpanel

Een thuisnetwerk heeft een centraal punt waar de kabels vanuit de gebruiksruimtes samenkomen. In een relatief nieuw huis zal dit centrale punt de meterkast zijn. Net als in de gebruiksruimtes dien je de kabels af te werken. De meest simpele oplossing is het knijpen van RJ45-stekkertjes, maar dat kun je beter niet doen. Ten eerste zijn de meeste stekkertjes bedoeld voor netwerkkabels met een soepele kern. Er zijn wel geschikte stekkertjes voor een vaste kern, maar die raden we niet aan. Netwerkkabels met een vaste kern zijn immers niet ontworpen om al teveel te bewegen na installatie, iets dat met het gebruik van stekkertjes waarschijnlijk wel gebeurt. Je werkt de kabels op het centrale punt daarom ook af met vaste netwerkaansluitingen. Dit kun je net als in de gebruiksruimtes doen met een wandcontactdoosje, deze zijn ook in opbouwuitvoering beschikbaar. Wanneer er maximaal vier kabels in je meterkast uitkomen, is dat een prima oplossing. Heb je echter meer kabels, dan wordt een patchpanel prijstechnisch interessanter. Een patchpanel bevat meerdere netwerkaansluitingen waarop netwerkkabels via lsa-stroken worden afgemonteerd. Voor thuis zijn zogenoemde desktop-patchpanels interessant. Deze bevatten acht of twaalf netwerkaansluitingen en kun je aan de muur bevestigen. Heb je een veel uitgebreider thuisnetwerk, dan kun je ook gebruikmaken van een patchpanel dat is bedoeld voor gebruik in een 19inch-patchkast. Je kunt een kleine kast in je meterkast hangen of een patchbeugel aan de wand bevestigen waar de 19inch-elementen in passen. Ook switches zijn bijvoorbeeld beschikbaar in een 19inch-variant.

©PXimport

Patchkabels

Voor het onderling aansluiten van je apparatuur en de verbinding met wandcontactdozen gebruik je patchkabels, netwerkkabels met aan beide kanten een stekkertje. In tegenstelling tot kabels die je permanent installeert, maken patchkabels gebruik van soepele netwerkkabels. Je kunt patchkabels zelf maken door met een netwerktang RJ45-stekkertjes op een kabel te knijpen, maar we raden je sterk aan om kant-en-klare patchkabels te kopen. In de praktijk blijkt namelijk dat onverklaarbare storingen in het thuisnetwerk frequent terug te leiden zijn tot zelfgemaakte patchkabels. De goedkopere netwerktangen krimpen de contacten niet altijd goed. Kant-en-klare kabels kun je in diverse lengtes kopen, dus zelf maken omdat je een bepaalde lengte nodig hebt, is doorgaans niet nodig.

Ga je toch zelf patchkabels maken, let er dan op dat je de juiste plugjes koopt. De normale RJ45-plugjes zijn bedoeld voor soepele kabels en de kans is groot dat je deze krijgt als je ergens stekkertjes koopt. Let toch goed op, omdat er ook stekkertjes zijn die bedoeld zijn voor stugge kabel. Het is belangrijk dat de plugjes passen bij het type kabel, omdat anders de verbinding tussen de stekker en aders niet goed is. Let er verder op dat de meeste RJ45-plugjes bedoeld zijn voor niet afgeschermde kabel. Ga je zelf kabels maken, dan raden we je sowieso aan om niet afgeschermde utp-kabel te gebruiken. Hierbij zijn cat 5e-kabels eenvoudiger om te verwerken, maar cat 6 kan eventueel ook. Het zelf maken van cat 6a-kabels raden we echt af.

Switch

Met alleen het patchpanel ben je er nog niet, want er staat geen signaal op de netwerkaansluitingen. Hiervoor dien je de aansluitingen op het patchpanel aan te sluiten op een switch. Voor iedere aansluiting heb je één poort op je switch nodig. Je router is doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier aansluitingen, iets dat zelfs bij een simpel thuisnetwerk al snel niet genoeg is. Afhankelijk van het aantal gepatchte poorten kun je een switch met acht, zestien, vierentwintig of meer poorten monteren. Switches met acht en zestien poorten zijn verkrijgbaar in een variant die je aan de muur kunt schroeven.Heb je behoefte aan nog meer poorten, dan zul je switches moeten gebruiken die in een patchkast of patchbeugel passen (19inch-rekmontage).

Een unmanaged switch met vijf poorten heb je vanaf twintig euro, terwijl je een exemplaar met acht poorten voor zo’n 30 euro kunt kopen. Gezien het geringe prijsverschil, raden we je aan om minimaal voor een switch met acht poorten te kiezen. Switches met zestien poorten zijn een stuk duurder en heb je vanaf zo’n 60 euro voor een unmanaged exemplaar. Een managed exemplaar is thuis doorgaans niet nodig.

©PXimport

Power over ethernet

Behalve voor data kun je netwerkkabels dankzij power over ethernet (PoE) ook gebruiken voor de voeding. Via één netwerkkabel kun je een accesspoint dan zowel van een netwerksignaal als spanning voorzien. Er zijn verschillende PoE-standaarden. Accesspoints hebben doorgaans genoeg aan het ‘normale’ PoE oftewel 802.3af. Let er wel op dat sommige krachtigere accesspoints PoE+ (oftewel 802.3at) vereisen, dat meer vermogen kan leveren. Let er dus op of de PoE-switch past bij de accesspoints. PoE-switches die enkel 803.af ondersteunen zijn goedkoper, een gigabit-switch met acht poorten waarvan vier poorten PoE ondersteunen heb je voor zo’n 70 euro. Soms krijg je bij een accesspoint een PoE-injector, deze kun je ook los kopen. Dit is een adapter die je tussen de switch en patchpanel aansluit, en de voeding verzorgt voor het bedraad aangesloten accesspoint. Let er overigens op dat een injector doorgaans gebruikmaakt van passieve PoE waarbij de spanning altijd op de netwerkkabel staat. Sluit in het geval van passieve PoE geen andere apparaten aan op de netwerkaansluiting, die kunnen beschadigen als ze niet geschikt zijn voor PoE. Heb je een switch die de PoE-standaarden 802.3af of 802.3at ondersteunt, dan kun je wel veilig alle apparaten aansluiten. Dergelijke switches controleren of een apparaat echt PoE ondersteunt voordat de spanning op de kabel wordt gezet.

©PXimport

Topologie

Aan de basis van je netwerk staat de router. Dit kan zowel de (modem-)router van je internetprovider zijn als een eigen router die je achter de (modem-)router van je internetprovider hangt. Consumentenrouters zijn doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier poorten. Voor kleine netwerken is dit genoeg, maar vaak komen er meer dan vier kabels in bijvoorbeeld de meterkast uit. We raden je aan om een switch te kopen met genoeg aansluitingen om alle kabels die op het centrale punt uitkomen op één switch aan te sluiten.

Mocht je nu bijvoorbeeld een beperkt aantal kabels teveel hebben, terwijl een grotere switch een stuk duurder is, dan kun je eventueel minder belangrijke aansluitingen direct in je router steken. Dit is bijvoorbeeld het geval als er acht kabels aangesloten moeten worden; in een switch met acht poorten passen immers maar zeven kabels, omdat de switch zelf ook aangesloten moet worden. Houd bij de opbouw van je netwerk rekening met de topologie van je netwerk. Want hoewel je prima meerdere switches achter elkaar kunt plaatsen, zorgt dit mogelijk voor een minder optimale werking. Het verkeer tussen twee switches vormt een bottleneck, want tussen simpele switches zit één gigabitkabel.

Thuis zal het ideaalbeeld van één switch zonder een ingrijpende verbouwing niet altijd mogelijk zijn. Je kunt het aantal aansluitingen in één kamer, bijvoorbeeld je woonkamer bij de televisie, gerust uitbreiden met een simpele unmanaged switch. Het is immers vrijwel niet te doen om meer dan twee kabels vanaf een centrale plek als de meterkast netjes naar je televisiehoek te leggen. Onthoud verder dat verkeer tussen apparaten die allebei direct aangesloten zijn op dezelfde switch binnen die switch blijven. Je kunt hier bijvoorbeeld rekening mee houden bij het plaatsen van een apparaat waarbij de snelheid veel uitmaakt zoals een nas. Is centraal aansluiten niet mogelijk, sluit de nas dan aan op dezelfde switch als de grootste gebruikers zoals je pc.

Aan de slag

Op basis van dit artikel kun je zelf aan de slag met het (opnieuw) aanleggen van een net thuisnetwerk. De aanleg begint bij een goede planning waarin je inventariseert wat je nodig hebt, waarna je met de aanwijzingen in dit artikel alles netjes kunt afwerken. Ben je klaar, dan is je huis voorzien van bekabeling die nog jarenlang een goede basis vormt voor je (draadloze) thuisnetwerk.

Alternatieven voor netwerkkabels

Is het niet overal in huis mogelijk om netwerkkabels aan te leggen, dan zijn er nog andere opties voor een ‘bedrade’ verbinding. Een powerline-adapter verandert je stopcontact in een netwerkaansluiting. Je hebt minimaal twee powerline-adapters nodig, de eerste plaats je meestal bij je router om het netwerksignaal op de elektriciteitsdraden te zetten. Hoewel powerline-adapters theoretische snelheden van 1200 of zelfs 2000 Mbit/s beloven, halen de beste adapters onder optimale omstandigheden zo’n 270 Mbit/s. Optimale omstandigheden komen echte niet vaak voor, houd daarom rekening met een snelheid van maximaal zo’n 110 Mbit/s. Powerline-adapters zijn er ook met ingebouwd wifi-accesspoint. Daarnaast kun je ook coax-televisiekabels inzetten als netwerkaansluitingen. Dit doe je met MoCa-adapers, zoals de Hirschmann INCA 1G. We hebben deze nieuwste generatie MoCa-adapters nog niet getest, maar Hirschmanns vorige generatie MoCa-adapters beloofden een snelheid van 400 Mbit/s en kwamen daar in de praktijk met zo’n 350 Mbit/s dicht bij in de buurt. Een coaxkabel is in tegenstelling tot een elektriciteitskabels dan ook ontworpen voor signaaloverdracht. Net als bij powerline heb je minimaal twee adapters nodig.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan
© Gardena
Huis

Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan

Als de zomer ten einde loopt, verdwijnt bij veel mensen de aandacht voor de tuin. Toch is het najaar een van de belangrijkste periodes voor tuinonderhoud. Wie nu opruimt en snoeit, voorkomt extra werk in het voorjaar. En met het juiste gereedschap is dat makkelijker dan je denkt!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Gardena

Vallende blaadjes, uitgebloeide planten, struiken en bomen die in de zomer flink zijn gegroeid – juist in het najaar vraagt de tuin om aandacht. Hieronder lees je welke klussen je nu kunt uitpakken en welk gereedschap daarbij van pas komt.

Snoeien: nu knippen is straks genieten

Veel vaste planten, struiken en jonge bomen groeien in de zomer flink door. Door ze in het najaar te snoeien, houd je ze in model en voorkom je dat zwakke of te lange takken bij de eerste storm afbreken. Snoeien is ook belangrijk voor de gezondheid van de plant: zo krijgen lucht en licht krijgen meer ruimte, wat schimmelvorming tegengaat.

Voor dunne takken en jong hout is een scherpe snoeischaar vaak al genoeg. De Gardena PremiumCut Flex is daar een goed voorbeeld van. Deze stevige bypass-schaar is bedoeld voor groen hout tot 24 mm dik. Dankzij de ergonomische handgreep en PowerCoating werk je nauwkeurig en hoef je geen extra kracht uit de oefenen. De coating zorgt er bovendien voor dat je de snoeischaar makkelijk schoon kunt maken en houden.

©Gardena

Bypass?

Een bypass-snoeischaar werkt met twee gebogen snijbladen die langs elkaar heen glijden – net als bij een gewone schaar. Die beweging zorgt voor een scherpe, nauwkeurige snede, dicht bij de stengel. Deze techniek beschadigt het plantweefsel nauwelijks en is daardoor ideaal voor het snoeien van jong, levend hout. Je merkt het verschil vooral bij vers hout: de schaar knipt scherp en de snoeiwond blijft netjes.

Gaat het om iets dikkere takken, bijvoorbeeld van struiken of jonge bomen, dan is een takkenschaar praktischer. De Gardena EasyCut S is een compacte en lichte takkenschaar met een sterke bypass-snede. Hij heeft een snoeidiameter van 4,5 centimeter. Dankzij zijn ergonomische ontwerp en zijn gewicht van net 900 gram kun je lekker vlot doorwerken.

💡Tip: snoei op een droge dag, zodat de snoeiwonden snel kunnen indrogen en je schimmel geen kans geeft.

©Gardena

Blad op het gazon? Tijd voor actie

Afgevallen bladeren horen bij de herfst, maar laat je ze liggen, dan gaan ze al snel tegen je werken. Zeker op het gazon vormen ze een natte, compacte laag die het gras verstikt. Mos en schimmels krijgen vrij spel, en in het voorjaar zie je de kale plekken terug. Blad opruimen is dus geen overbodige luxe.

Voor kleine oppervlakken of om gevallen blad uit borders en perken te halen is een hark vaak al voldoende. De Gardena combisystem bladhark is verstelbaar in breedte, van 30 tot 50 centimeter, zodat je hem kunt aanpassen aan de situatie. Smal bij struiken of tussen planten, breder op het gazon. Je klikt hem vast op een steel naar keuze, waardoor je ook prettig rechtop kunt blijven werken.

©Gardena

Wil je sneller klaar zijn, dan is een bladblazer of -zuiger handiger. De Gardena PowerJet Collect werkt op een 18V accu en combineert blazen en zuigen ineen. Je kunt bladeren dus op een hoop blazen óf ze direct opzuigen. Doe je dat laatste, dan zorgt de geïntegreerde hakselaar dat het bladafval meteen versnipperd wordt. Is de opvangzak vol, dan is het opgevangen materiaal meteen klaar voor op de composthoop of in de groenbak.

©Gardena

Liever geen herrie of gedoe met stroom? Dan is de Gardena bladverzamelaar een slim alternatief. Deze tuinruimer werkt volledig mechanisch: je duwt hem als een karretje over het gazon en de draaiende borstels vegen het blad naar binnen. Je hoeft dus niet meer zelf telkens te bukken om opgehoopt blad te verzamelen en weg te gooien. Het borstelmechanisme is in hoogte verstelbaar, afhankelijk van de ondergrond. Handig: je kunt hem ook gebruiken na het grasmaaien of verticuteren. En dat allemaal zonder lawaai!

En waar laat je al dat groenafval?

Tijdens het snoeien en harken verzamel je al snel een flinke berg groenafval. Takken, bladeren, uitgebloeide planten – het is handig om daar meteen een verzamelpunt voor te hebben. De Gardena pop-up tuinafvalzakbiedt uitkomst. Deze stevige, rechthoekige zak klapt vanzelf open en blijft goed rechtop staan. Daardoor kun je er gemakkelijk takken en blad in kwijt, zonder dat de zak steeds omvalt. Met een inhoud van 127 liter hoef je niet steeds heen en weer te lopen. Klaar? Dan vouw je de zak plat op, zodat hij weinig ruimte inneemt in de schuur of garage.

💡Tip: gebruik meerdere zakken om te scheiden wat je kunt composteren (bladeren, plantresten) en wat naar de gemeentelijke groenophaal moet (ziek of besmet plantmateriaal, dikke takken).

©Gardena

Het najaar als onderhoudsseizoen

Hoewel het in het najaar lijkt alsof de tuin tot rust komt, is dit juist het moment om dingen aan te pakken. Je zorgt dat de tuin winterklaar is, zodat je er in het voorjaar weer helemaal van kunt genieten. Bovendien werk je vaak in prettig weer: niet te heet, niet te droog, geen muggen meer. En zeg nou zelf: het voelt goed om de tuin netjes en opgeruimd achter te laten voordat de winter echt begint!

Met goed gereedschap wordt dat werk een stuk makkelijker. Gardena helpt daarbij, met alles van snoeischaren en bladverzamelaars tot stevige tuinafvalzakken. Het enige wat jij nog hoeft te doen, is aan de slag gaan.

▼ Volgende artikel
Je telefoon koppelen aan je pc? Zo doe je dat!
© Tierney
Huis

Je telefoon koppelen aan je pc? Zo doe je dat!

Berichten, foto's en documenten: je bewaart veel data op je mobiel. Als je die ook op je Windows-pc kunt openen en bekijken, is dat wel zo handig. Er bestaan allerlei (voornamelijk gratis) tools om die samenwerking te verbeteren, al dan niet via de cloud. En er zijn nog andere vormen van interactie mogelijk. In dit artikel lees je er alles over.

Wat gaan we doen?

Veel apps slaan gegevens of bestanden op je telefoon op, zoals de camera-app, mobiele Office-programma's, WhatsApp, e-mailapps, agenda's en notitie-apps. Die informatie vanaf je pc benaderen is niet altijd vanzelfsprekend. Andersom, bestanden van pc naar telefoon sturen, kan ook onhandig zijn.

In dit artikel bespreken we verschillende manieren en hulpmiddelen om dat proces makkelijker te maken. Soms volstaat een eenmalige overdracht, bijvoorbeeld voor één foto of document. Vaak is synchronisatie via de cloud een betere oplossing. We beginnen met foto's, daarna komen ook andere bestandstypen aan bod, net als berichten en klembordgegevens. Verder kijken we naar andere vormen van samenwerking tussen pc en telefoon en laten we kort zien hoe je Windows automatisch je smartphone kunt laten herkennen om een actie uit te voeren.

In alle voorbeelden gaan we ervan uit dat beide apparaten met hetzelfde netwerk zijn verbonden, tenzij je synchroniseert via de cloud.

1 Fotobestanden

Wil je een paar foto's van je telefoon naar je pc kopiëren, dan kun je ze naar jezelf mailen, maar er zijn handiger manieren. Zo kun je de Microsoft-app Telefoonkoppeling gebruiken, standaard aanwezig in Windows. Deze is ontwikkeld voor Android, maar werkt ook met iOS. Open het startmenu en start Telefoonkoppeling. Lukt dat niet, ga dan naar Instellingen / Bluetooth en apparaten / Mobiele apparaten en schakel de optie Telefoonkoppeling in.

Klik op Aan de slag, meld je aan met je Microsoft-account en klik op Doorgaan. Open het tandwielpictogram, ga naar Apparaten en kies Apparaat toevoegen. Selecteer Android of iPhone. Scan de getoonde QR-code met je mobiel, bevestig met Gereed en schakel de knop bij Aan in. In de Windows-app verschijnt het tabblad Foto's. waarmee je door je galerij kunt bladeren en foto's kunt downloaden. Dit werkt alleen voor losse foto's en alleen van telefoon naar pc.

Wil je meerdere foto's sneller overzetten, sluit dan je telefoon aan met een usb-datakabel. Sta bestandsoverdracht toe op je toestel. De telefoon verschijnt nu in Verkenner en je kunt foto's kopiëren, bijvoorbeeld vanuit de map DCIM (Digital Camera Images). Bij Android kan dit beide kanten op, bij iPhone alleen van telefoon naar pc.

Foto's kopiëren in Telefoonkoppeling: één tegelijk en alleen naar de pc.

2 Externe fototools

Naast Telefoonkoppeling zijn er gratis opensource-tools zoals LocalSend en PairDrop. Beide werken vergelijkbaar, maar verschillen technisch. LocalSend vereist op beide apparaten een eigen app (www.localsend.org). De overdracht verloopt via een http-verbinding in je lokale netwerk. De app vindt andere apparaten automatisch via multicast (Bonjour of MDNS).

PairDrop
werkt volledig in de browser op beide apparaten, maar er zijn ook mobiele apps onder de naam Snapdrop & PairDrop. Overdracht gaat via WebRTC, vergelijkbaar met videochat. Bij verbindingsproblemen schakelt het systeem over op een relay-server, maar je data blijft versleuteld. Voor PairDrop ga je op beide apparaten naar www.pairdrop.net. Je ziet de naam van het andere apparaat verschijnen, klikt of tikt daarop, kiest de foto's en bevestigt op het ontvangende apparaat. Bij LocalSend start je op één apparaat de app, kies je Verzenden en selecteer je de foto’s. Na bevestiging start de overdracht.

De app van LocalSend onder Windows.

3 Fotoreeksen

Wil je een complete map met foto's verzenden, dan kan dat ook met LocalSend. Via de knop +Toevoegen kun je niet alleen Bestand kiezen, maar ook Map, waarbij automatisch alle bestanden in die map worden meegenomen. Op mobiele apparaten kun je ook Media selecteren. In dat geval geef je LocalSend toegang tot je fotomap en kun je eenvoudig meerdere foto's tegelijk kiezen.

Wil je je mobiele fotocollectie altijd beschikbaar hebben op of via je pc, dan blijft een automatische synchronisatie via een cloudoplossing, zoals Google Drive (Foto's) of iCloud, de meest voor de hand liggende aanpak.

We nemen Google Drive als voorbeeld op een Android-toestel. Open de app Google Foto's, tik op je profielfoto en kies Instellingen voor foto's. Ga dan naar Back-up en schakel deze optie in. Scrol omlaag voor meer opties.

Je foto's worden nu automatisch naar de cloudopslagruimte van je Google Drive-account geback-upt. Op je pc ga je naar https://fotos.google.com en meld je je aan met hetzelfde account om je foto's te bekijken en je selectie te downloaden (via Shift+D).

Zorg dat je foto's automatisch naar je cloud (bij Google Drive) worden geback-upt.

4 Willekeurige bestanden

Naast foto's wil je af en toe vast ook andere bestandstypes uitwisselen tussen je smartphone en je pc. Dat kan met eerder vermelde methodes zoals een directe kabelverbinding of via een cloudopslagdienst, of met apps zoals LocalSend en PairDrop.

Een andere tool is het gratis en opensource KDE Connect (https://kdeconnect.kde.org), beschikbaar voor vrijwel alle (mobiele) platformen. Installeer de app op beide toestellen binnen hetzelfde netwerk en start deze op. In het appvenster zie je de gedetecteerde toestellen met KDE Connect. Selecteer een toestel en tik op Verzoek voor maken van paar of klik op Paren, en kies op het andere toestel voor Accepteren. Afhankelijk van wat je wilt doen, moet je soms nog extra toestemmingen geven, zoals Bestandssysteem blootstellen.

Voor bestandstransfers in batch kies je Bestanden verzenden op je mobiel en selecteer je alle gewenste bestanden (op je pc kan dit via Bestand delen, maar helaas slechts voor één bestand tegelijk). Na bevestiging worden de bestanden meteen opgeslagen in de opgegeven map op je pc. Ga hiervoor naar het Windows-systeemvak, klik met rechts op het KDE Connect-icoon, kies Configureren en klik op het knopje Configureren bij Delen enontvangen om de datamap in te stellen. KDE Connect biedt daarnaast nog veel andere functies; zie daarvoor ook tips 5, 6 en 8.

Je kunt meerdere bestanden in één keer naar je pc verzenden.

5 Berichten en gesprekken

Wanneer je op je Windows-pc of -laptop aan het werk bent, is het handig als je binnenkomende sms-berichten op het scherm ziet en deze kunt beantwoorden. Bij iPhones zijn de mogelijkheden hier helaas erg beperkt.

Werk je op je pc en wil je sms-berichten ontvangen en beantwoorden, dan kan dat bij Android eenvoudig via Telefoonkoppeling. Na de koppeling open je op je pc het onderdeel Berichten om sms-berichten te bekijken. Je kunt zoeken op trefwoord, nieuwe berichten typen en verzenden. Ook meldingen van andere apps kunnen via Telefoonkoppeling verschijnen. Voor een overzicht van telefoongesprekken open je Oproepen, waar je ook een nieuw gesprek kunt starten vanaf je pc.

Ook met KDE Connect kun je sms-berichten op je pc lezen en verzenden. Klik met rechts op het programma-icoon in het Windows-systeemvak, selecteer je telefoon en kies SMS-berichten, waarna een dialoogvenster verschijnt. Controleer bij Configureren of de optie SMS is ingeschakeld. Wil je ook telefoonmeldingen ontvangen, activeer hier dan Meldingenontvangen.

Gebruik je op Android de berichten-app Google Berichten in plaats van de standaard sms-app, dan kun je deze ook op je pc beheren via https://messages.google.com. Klik op Berichten voor het web en verbind je telefoon via de QR-code, door in de app op je profielfoto te tikken, Apparaatkoppeling te kiezen en de instructies te volgen.

Google Berichten: de koppeling met mijn Windows-pc is actief.

6 Klembord

Je werkt tegelijk op je pc en mobiele apparaat en hebt regelmatig tekstgegevens van het ene apparaat nodig op het andere. Die kopieer je dan naar het klembord, bijvoorbeeld via Ctrl+C op Windows of door een tekstselectie ingedrukt te houden en Kopiëren te kiezen op je mobiel. Met de juiste tools kun je dit klembord delen met het andere apparaat.

Met KDE Connect tik of klik je op Klembord verzenden om de huidige inhoud te delen. Dit werkt in beide richtingen. Ook via de app Telefoonkoppeling is klembordsynchronisatie mogelijk, maar alleen met bepaalde smartphones, zoals sommige Samsung-modellen. Zorg dat de app Koppeling met Windows op je mobiel de nodige rechten krijgt. Op je Windows-pc klik je bij Telefoonkoppeling op het tandwielpictogram, ga je naar Functies en schakel je Kopiërenen plakken tussen apparaten in.

Tools als LocalSend en PairDrop bieden geen echte klembordsynchronisatie, maar je kunt de klembordinhoud wel overzetten. Bij LocalSend kies je Verzenden en dan Plakken, selecteer je het andere apparaat en kun je de tekst eventueel nog aanpassen via het potloodicoon. Op het ontvangende toestel kies je vervolgens Kopiëren. Bij PairDrop werkt dit net iets minder elegant: klik met rechts op het andere apparaat of houd je vinger hier wat langer op gedrukt, plak de tekst en tik of klik op Verzenden. Aan de andere kant bevestig je met Kopiëren.

Ook via PairDrop kun je tekst uit het klembord naar het andere apparaat overzetten.

7 Browsergegevens

Schakel je vaak tussen je browser op desktop en mobiel, en wil je gegevens als geschiedenis, tabbladen, bladwijzers en wachtwoorden synchroniseren, dan kun je daarvoor het gebruikenbest de ingebouwde synchronisatiefuncties. We laten kort zien hoe dat werkt in Chrome en Edge.

Open Chrome op je Windows-pc, klik rechtsboven op je profielicoon en meld je aan met je Google-account. Ga naar Instellingen / Jij en Google en kies Synchronisatie en Google-services. Klik op Synchronisatie aanzetten en bevestig met Ja, aanzetten. Kies daarna Beheren wat je synchroniseert, selecteer Synchronisatie aanpassen en selecteer de items aan die je automatisch wilt bijhouden. Zorg dat je op je mobiele Chrome ook met hetzelfde Google-account bent aangemeld, tik op je profielicoon, ga naar Jij enGoogle en activeer hier de gewenste onderdelen. Je kunt je gesynchroniseerde gegevens ook bekijken via de webpagina https://chrome.google.com/sync.

In Edge verloopt dit vergelijkbaar. Open Instellingen, ga naar Profielen en selecteer je Microsoft-account. Klik op Aanmelden en ga naar het onderdeel Synchroniseren om de gewenste items te activeren.

Gebruik je ook de mobiele Edge-app, meld je dan aan met hetzelfde Microsoft-account, open Instellingen / Account, ga naar Synchronisatie-instellingen en schakel hier eveneens de gewenste onderdelen in.

Je kiest zelf wat je synchroniseert (hier de desktopversie van Chrome).

Clouddiensten

Veel clouddiensten werken zowel op desktop als mobiel via een app of browser en synchroniseren gegevens automatisch, zoals Google Drive, iCloud, OneDrive, Gmail, Google Agenda en Outlook. Ook notitie- en takenapps zoals OneNote, Keep, Evernote, Google Tasks en Microsoft To Do werken zo. Sociale media hebben vaak zowel een mobiele app als desktopversie, bijvoorbeeld Facebook, Instagram, X, LinkedIn en Pinterest.

8 Extra functies

Er zijn nog wat andere functies die gebruikmaken van interactie tussen je pc en je mobiele toestel. Zo biedt de eerder besproken app Telefoonkoppeling de knop Geluid afspelen, waarmee je smartphone gedurende twintig seconden een geluid laat horen, handig om deze terug te vinden.

Ook KDE Connect biedt extra opties voor Android, naast Bestanden verzenden en Klembord verzenden. Zo kun je je toestel laten rinkelen via Apparaat zoeken. Daarnaast kun je op je smartphone Invoer op afstand kiezen om je pc te bedienen met vingerbewegingen en virtuele muisknoppen.

Met de optie Presentatie op afstand gebruik je je smartphone als afstandsbediening, bijvoorbeeld om door je PowerPoint-dia's te gaan. Via Bediening van multimedia stuur je de mediaspeler op je pc aan (bijvoorbeeld VLC).

Lees ook: VLC: het Zwitsers zakmes onder de mediaplayers

Via KDE Connect fungeert de smartphone als afstandsbediening voor de mediaspeler op de pc.

9 Vergrendeling

Je kunt het ene toestel ook als vertrouwd apparaat instellen, zodat je het andere automatisch kunt vergrendelen of ontgrendelen. Zo kun je Windows automatisch laten vergrendelen zodra je Android-telefoon buiten bluetooth-bereik komt. Ga hiervoor in Windows naar Instellingen / Accounts/ Aanmeldingsopties, open Dynamisch vergrendelen en vink deze optie aan: Toestaan dat Windows automatisch uw apparaat vergrendelt wanneer u niet aanwezig bent. Als alles correct is ingesteld, detecteert Windows je smartphone via bluetooth.

Op de meeste Android-toestellen vind je Smart Lock, meestal via Instellingen / Beveiliging en Privacy, bij Apparaatontgrendeling. Voorwaarde is dat je eerst schermvergrendeling activeert. Vervolgens kun je je Windows-pc toevoegen aan Vertrouwde apparaten. Zolang je telefoon via bluetooth verbonden is met die pc blijft hij dan automatisch ontgrendeld.

Smartphone buiten bereik? Windows vergrendelt zichzelf!

10 Schermweergave en bediening

Soms kan het handig zijn het scherm van je smartphone live te weer te geven op je Windows-pc, bijvoorbeeld voor presentaties, instructievideo's, voor het grotere scherm of het fysieke toetsenbord en muis.

Voor Android kun je het gratis en opensource Scrcpy gebruiken. Download de Windows-versie via www.kwikr.nl/scrcpy: klik op Latest en download het bestand scrcpy-win64-v[…].zip. Verbind je Android-toestel via usb met je pc. Activeer USB-foutopsporing op je smartphone via Instellingen / Over de telefoon waar je zeven keer tikt op Buildnummer. Ga vervolgens naar Instellingen / Systeem / Ontwikkelaarsopties en schakel USB-foutopsporing in.

In Windows start je scrcpy.exe op in de uitgepakte map Scrcpy. Het scherm van je Android-toestel verschijnt nu live op je pc, en je kunt het bedienen met muis en toetsenbord.

Een alternatief is LetsView (www.letsview.com), beschikbaar voor Windows, macOS, Android en iOS (gratis met beperkingen). Installeer de app op beide toestellen en start deze op. Als beide zich in hetzelfde netwerk bevinden, verschijnen ze automatisch in de app. Stel My devices in de Windows-app in op Receive a screen en klik op de naam van het andere toestel (LetsView[apparaatnaam]). Op je smartphone kies je dan tussen Eén app delen en Hele scherm delen. Bevestig met Scherm delen om het beeld naar je pc te sturen. Je kunt je toestel niet interactief bedienen, maar bijvoorbeeld wel het schermbeeld roteren of annoteren.

Met behulp van ADB (Android Debug Bridge) bedienen we via Scrcpy onze Android-telefoon.

11 Autodetectie

Met enige moeite kun je je Windows-pc automatisch acties laten uitvoeren zodra het systeem de aanwezigheid van je smartphone opmerkt.

Zo kun je bijvoorbeeld een batchbestand gebruiken dat via een ping-commando het ip-adres van je smartphone controleert. Om te vermijden dat dit adres zomaar wijzigt, neem je het adres op in de DHCP-reserveringen in je router.

@echo off
ping -n 1 192.168.0.173 | findstr /i "TTL=" > nul
if %errorlevel%==0 (
    echo Toestel gedetecteerd!
    start "" "d:\progs\backups\duplicati.bat"
) else (
    echo Geen toestel gedetecteerd!
)
pause

Je kunt ook een batchbestand gebruiken dat via een ARP-commando op het MAC-adres van je smartphone controleert. Vervang daarvoor de tweede batchregel hierboven door:

arp -a | findstr /i "94-45-60-a6-65-30" > nul

Sommige smartphones gebruiken evenwel een wisselend MAC-adres, maar je kunt deze functie uitschakelen, bijvoorbeeld op Android via Instellingen / Netwerk eninternet. Selecteer hier je wifi-netwerk, tik op het tandwiel en open Privacy.

In je batchbestand vul je uiteraard het ip- en MAC-adres van je eigen smartphone in, evenals het juiste pad naar het uit te voeren programma of commando. De regels met echo en pause kun je (na een testfase) weglaten.

Het batchbestand heeft het MAC-adres van de smartphone gedetecteerd.

Compactcamera nodig?

(omdat je sommige foto's niet met je smartphone kunt maken)