ID.nl logo
We maken de balans op: hoe staat het met de vrije modemkeuze?
© PXimport
Huis

We maken de balans op: hoe staat het met de vrije modemkeuze?

Na een langdurig proces kreeg Nederland op 28 januari 2022 vrije modemkeuze, waardoor eindgebruikers voortaan zelf eigen apparatuur op het aansluitpunt van de internetprovider mogen aansluiten. Nu de vrije modemkeuze ruim een jaar mogelijk is, maken we de balans op.

In dit artikel bespreken we de staat van de vrijemodemkeuze. We gaan onder meer in op:

  • Welke modems geschikt zijn voor een kabelnetwerk
  • Welke modems geschikt zijn voor dsl en glasvezel
  • Wat je moet doen als je een PON-aansluiting hebt
  • Wat er te koop is

Lees ook: Zelf controle over je netwerk met deze 10 routers

Ondanks alle Europese richtlijnen en Nederlandse wetgeving heeft het jaren geduurd voordat we daadwerkelijk op iedere internetverbinding onze eigen apparatuur konden aansluiten. Dat gebeurde uiteindelijk op 28 januari 2022 toen regelgeving vanuit de Autoriteit Consument & Markt (ACM) werd ingevoerd. Toch is Nederland pas het vierde land waar vrije modemkeuze van kracht is, na Finland (2014), Duitsland (2016) en Italië (2018).

Direct op het afwerkpunt

Bij vrije modemkeuze gaat het erom dat je zelf een apparaat aan het passieve afwerkpunt van het netwerk kunt koppelen, bij kabel de AOP (abonnee-overnamepunt), bij dsl de ISRA (infrastructuur randapparatuur) en bij glasvezel de FTU (fiber termination unit). Hierdoor kun je apparatuur van je internetprovider volledig vermijden.

Dat is uiteraard niet de enige optie om eigen apparatuur te gebruiken. Je kunt altijd een eigen router aansluiten op de modem/router van je provider. Als nadeel heb je dan wellicht een hoger energieverbruik en mogelijk krijg je last van dubbele NAT (network adress translation) als een bridge-modus niet ondersteund wordt. Gebruikers van een glasvezelverbinding hebben van dat laatste meestal geen last, omdat de FTU vaak is afgewerkt met een losse mediaconverter in de vorm van een NTU (network termination unit) of ONT (optical network terminal) met daarop een netwerkaansluiting. Zo’n mediaconverter verbruikt wel wat elektriciteit, maar zit je router qua functionaliteit niet in de weg.

Bedenk bij aanwezigheid van zo’n mediaconverter goed of eventuele voordelen van het weglaten opwegen tegen de nadelen. In tegenstelling tot een AOP of ISRA raakt een FTU namelijk relatief snel beschadigd als je het verkeerde stekkertje aansluit.

Providers moeten eigen apparatuur direct op het passieve afwerkpunt (1) toestaan.

Kabel kan nu ook

Voor gebruikers van kabelinternet is er in de praktijk het meeste veranderd, want bij veel dsl- en glasvezelaansluitingen was het immers al mogelijk om eigen apparatuur direct aan te sluiten. De coaxkabel is een gedeeld medium en modems moeten daarom geautoriseerd worden. Kabelproviders gaven ondanks de goed gespecificeerde Docsis-standaard die autorisatie niet. In het grootste gedeelte van Nederland wordt kabelinternet geleverd door Ziggo, en er is nog een aantal kleinere kabelaanbieders actief, waaronder Delta dat Zeeland als verzorgingsgebied heeft.

Ziggo kende een moeizame aanloop naar de vrije modemkeuze. Al voordat de huidige regelgeving van kracht werd, oordeelde de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten dat Ziggo een eigen modem moest toestaan. Ziggo besloot die uitspraak naast zich neer te leggen en het oordeel van de ACM af te wachten. Maar ook na invoering van de ACM-regelgeving werkte Ziggo niet direct volledig mee. Een aantal maanden was een eigen modem alleen mogelijk in het ‘oude Ziggo-gebied’, terwijl dit voor klanten in het ‘oude UPC-gebied’ nog geen optie was. Inmiddels is het in het hele Ziggo-netwerk mogelijk om een eigen modem aan te sluiten.

Bij kabelnetwerken delen meerdere huizen dezelfde coaxkabel; het achterliggende netwerk gebruikt glasvezel.

Welk kabelmodem?

Vervolgens is het natuurlijk de vraag welk modem/router je op je kabelaansluiting kunt aansluiten. Ziggo vermeldt op hun website dat een eigen modem Docsis 3.1 moet ondersteunen. Anders dan bij versie 3.0 is de Docsis3.1-standaard wereldwijd hetzelfde. Maar wie verwacht dat je bijvoorbeeld een (relatief goedkoop) Amerikaans modem op het netwerk van Ziggo kunt gebruiken, komt bedrogen uit. Ziggo gebruikt ook voor Docsis3.1-modems nog altijd EuroDocsis3.0-kanalen die door Amerikaanse apparatuur niet ondersteund worden.

De kabelproviders Delta en Caiway zijn hier op hun ondersteuningspagina’s wat duidelijker over: een eigen kabelmodem moet gecertificeerd zijn voor Docsis 3.1 met EuroDocsis 3.0 backwards compatibility. Veel keuze heb je in de praktijk niet: er zijn twee geschikte Docsis3.1-modem/routers te koop. Het gaat om de Fritz!Box 6660 Cable en de Fritz!Box 6690 Cable, die allebei door netwerkfabrikant AVM worden gemaakt. Andere fabrikanten leveren geen geschikte Docsis-modems in de vrije verkoop aan consumenten.

AVM verwacht zelf ook niet dat andere partijen zullen volgen. AVM kan deze geschikte modem-routercombinaties volgens countrymanager Nederland Eric van Uden leveren, omdat AVM in Nederland via diverse kanalen al consumentenproducten verkoopt en omdat ze in thuisland Duitsland al dezelfde modems aan consumenten verkoopt.

©AVM GmbH

Alleen netwerkfabrikant AVM levert twee modem-routercombinaties die geschikt zijn voor kabelaansluitingen, waaronder deze Fritz!Box 6690 Cable.

Eerder hebben we de Fritz!Box 6690 Cable gereviewd

Ziggo in de praktijk We hebben het aansluiten van een eigen modem op het Ziggo-netwerk in de praktijk geprobeerd met een Fritz!Box 6660 Cable. Je hebt voor het registeren en activeren van je eigen modem de Mijn Ziggo-app nodig (iOS of Android). Vervolgens klik je op Producten / Internet en klik je op Meer info bij je huidige modem. Daarna kun je via Registreer een Nieuw modem je eigen modem aanmelden.

Je hebt hierbij twee dingen nodig: een MAC-adres en een MTA MAC-adres. Het MAC-adres wordt ook wel CM MAC (cable modem) genoemd. Het MTA MAC-adres (multimedia terminal adapter) slaat op het telefoniegedeelte. Je vindt de adressen op een sticker op de onderkant van je modem. Na het voltooien van de wizard zal Ziggo een configuratiebestand maken dat via het netwerk naar je modem gestuurd wordt. Dit is vaak binnen een paar minuten geregeld. Je kunt je eigen modem alvast aansluiten en wachten op dit configuratiebestand. Je kunt ook wachten tot het moment dat je huidige modem zijn verbinding verliest. De Fritz!Box werkte na activeren verder probleemloos, wel kan het opstarten en configureren de eerste keer even duren.

Let er trouwens wel op dat een Docsis3.1-modem vanwege het grotere frequentiebereik meer eisen qua afscherming voor instraling stelt aan het AOP dan een Eurodocsis3.0-modem. Om problemen te voorkomen, moet je AOP mogelijk door Ziggo vervangen worden als je nog geen Docsis3.1-modem gebruikte.

Je vindt de benodigde MAC-adressen op de onderkant van de router.

Dsl en glasvezel

Voor dsl-verbindingen was het nooit een groot probleem een eigen modem aan te sluiten op de telefoonlijn, en ook gebruikers van glasvezelverbindingen konden in veel gevallen een eigen apparaat met een glasvezel-patchkabel direct aansluiten op de FTU. Het probleem zat hem vaak in een niet werkend telefoonnummer wanneer je ook vast bellen afnam of bij het gebruik van ip-televisie. Dat gold voor het invoeren van de vrije modemkeuze wel alleen voor glasvezelverbindingen met een eigen actieve aansluiting in een centrale. Deze aansluitingen worden ook wel AON (active optical network) of P2P (point-to-point) genoemd. Hierbij wordt gebruikgemaakt van ethernet dat wordt omgezet van koper naar licht. Technisch geen heel grote uitdaging en de benodigde gegevens en technische eisen waren bij veel providers ook voor de invoering van de vrije modemkeuze al beschikbaar. Zo kunnen er naast losse mediaconverters ook relatief goedkope SFP-modules in geschikte routers gebruikt worden.

Informatie over het aansluiten van eigen apparatuur via dsl of glasvezel vind je op de betreffende webpagina's bij KPN en T-Mobile. Ook andere internetproviders bieden dergelijke informatie.

©Bruce Caudill

In het geval van een AON-glasvezelaansluiting heb je relatief veel keuze voor eigen apparatuur, bijvoorbeeld een eigen router met SFP-slot in combinatie met een SFP-module.

PON-aansluitingen

Sinds een aantal jaar wordt bij het aanleggen van glasvezel steeds vaker gebruikgemaakt van PON (passief optisch netwerk), waarbij meerdere huisaansluitingen met behulp van spitters dezelfde actieve aansluiting, of OLT (optische lijnterminal), in de centrale delen. Dit kun je dus enigszins vergelijken met hoe een kabelnetwerk is opgezet en apparatuur geautoriseerd moet worden. Het was even afwachten, maar internetproviders werken hier aan mee. Bij een aansluiting via het KPN-netwerk kan dat wel alleen in combinatie met de nieuwste XGS-PON-generatie. Heb je nu een G-PON-aansluiting, dan kun je toch eigen apparatuur gebruiken: KPN Netwerk zet je aansluiting dan op verzoek eerst om naar een XGS-PON-aansluiting.

Ook andere glasvezelproviders die gebruikmaken van XGS-PON, zoals Delta, maken het mogelijk om eigen apparatuur aan te sluiten. Bij sommige andere glasvezelaanbieders, waaronder het netwerk van T-mobile, is het dan weer wel mogelijk om behalve een XGS-ONT ook een GPON-ONT te vervangen voor eigen apparatuur. Je vindt op de websites van diverse providers meer informatie over het aansluiten van eigen apparatuur. Omdat er verschillende glasvezeltechnieken in gebruik zijn, ook bij dezelfde providers, kun je het best aan je internetprovider vragen welke glasvezeltechniek je momenteel gebruikt of dit uitzoeken op basis van de specificaties van je mediaconvertor.

©ujjwal

Bij een PON-netwerk wordt een aansluiting gedeeld met meerdere eindgebruikers.

Wat is er te koop?

Voor dsl zijn er diverse modem-routercombinaties en zelfs losse modems te koop. Gebruikers van een AON-glasvezelverbinding kunnen kiezen voor een geschikte modem/router of een SFP-module in combinatie met een router met SFP-slot. In het geval van een AON-aansluiting is er best wel wat keuze; je kunt bijvoorbeeld zoeken naar ervaringen van gebruikers met dezelfde aansluiting als jij.

De enige alternatieve XGS-PON-producten zijn voor zover wij weten afkomstig van AVM. Het gaat om de Fritz!Box 5590 Fiber XGS-PON en de Fritz!Box 5530 Fiber XGS-PON. Beide routers zijn voorzien van een SFP-slot waar een SFP-glasmodule van AVM ingaat. Die SFP-module werkt overigens alleen in combinatie met de twee genoemde Fritz!Box-routers. Beide routers zijn ook te koop in een AON-variant. Glasvezelpatchkabels levert AVM in Nederland niet mee.

Er zijn verschillende typen FTU’s in gebruik met verschillende aansluitingen. Bij webshops kun je geschikte patchkabels en indien nodig patchcovers voor je FTU kopen. Enige voorzichtigheid is hierbij wel geboden. Als je het verkeerde type stekkertje probeert aan te sluiten, kun je de FTU beschadigen. AVM heeft op het moment van schrijven in de vorm van de Fritz!Box 5690 Pro een nieuwe modem/router aangekondigd die werkt met dsl, AON- en GPON-glasvezel. Voor gebruikers van XGS-PON is de Fritz!Box 5690 XGS aangekondigd.

De Fritz!Box 5590 Fiber is dankzij een speciale SFP-module ook geschikt voor XGS-PON-aansluitingen.

Aantal gebruikers

De keuze voor eigen apparatuur kan verschillende redenen hebben, zoals energiebesparing, eenvoudiger beheer, het feit dat je provider geen bridge-modus ondersteunt, of gewoon omdat het kan. Wat de reden ook is, je blijft vermoedelijk tot een kleine groep (gevorderde) gebruikers behoren. Volgens woordvoerder Gerrie Spaansen van de ACM gaat de trend qua gebruikers min of meer gelijk op met die in Duitsland. De verwachting is daarom dat het drie tot vier jaar na invoering van de regelgeving om zo’n 10 procent van de huishoudens zal gaan.

Internetprovider KPN meldt dat momenteel enkele tientallen klanten per maand kiezen voor een eigen modem. Er is volgens KPN geen significant verschil zichtbaar in het aantal klanten dat kiest voor een eigen modem sinds de regelgeving van kracht werd. Ook daarvoor bood KPN al de mogelijkheid om eigen apparatuur aan te sluiten. Ook Ziggo geeft aan dat het bij hun klanten om hooguit enkele tientallen gebruikers per maand gaat.

Conclusie

Ruim een jaar na invoering van de vrije modemkeuze is het in de praktijk in ieder geval geen probleem om eigen apparatuur direct aan te sluiten op je internetverbinding. De benodigde specificaties en gegevens kun je terugvinden op de website van providers. Volgens Spaansen verloopt het proces momenteel tamelijk soepel en komen er weinig klachten binnen bij de ACM.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!