ID.nl logo
We maken de balans op: hoe staat het met de vrije modemkeuze?
© Reshift Digital
Huis

We maken de balans op: hoe staat het met de vrije modemkeuze?

Na een langdurig proces kreeg Nederland op 28 januari 2022 vrije modemkeuze, waardoor eindgebruikers voortaan zelf eigen apparatuur op het aansluitpunt van de internetprovider mogen aansluiten. Nu de vrije modemkeuze ruim een jaar mogelijk is, maken we de balans op.

In dit artikel bespreken we de staat van de vrijemodemkeuze. We gaan onder meer in op:

  • Welke modems geschikt zijn voor een kabelnetwerk
  • Welke modems geschikt zijn voor dsl en glasvezel
  • Wat je moet doen als je een PON-aansluiting hebt
  • Wat er te koop is

Lees ook: Zelf controle over je netwerk met deze 10 routers

Ondanks alle Europese richtlijnen en Nederlandse wetgeving heeft het jaren geduurd voordat we daadwerkelijk op iedere internetverbinding onze eigen apparatuur konden aansluiten. Dat gebeurde uiteindelijk op 28 januari 2022 toen regelgeving vanuit de Autoriteit Consument & Markt (ACM) werd ingevoerd. Toch is Nederland pas het vierde land waar vrije modemkeuze van kracht is, na Finland (2014), Duitsland (2016) en Italië (2018).

Direct op het afwerkpunt

Bij vrije modemkeuze gaat het erom dat je zelf een apparaat aan het passieve afwerkpunt van het netwerk kunt koppelen, bij kabel de AOP (abonnee-overnamepunt), bij dsl de ISRA (infrastructuur randapparatuur) en bij glasvezel de FTU (fiber termination unit). Hierdoor kun je apparatuur van je internetprovider volledig vermijden.

Dat is uiteraard niet de enige optie om eigen apparatuur te gebruiken. Je kunt altijd een eigen router aansluiten op de modem/router van je provider. Als nadeel heb je dan wellicht een hoger energieverbruik en mogelijk krijg je last van dubbele NAT (network adress translation) als een bridge-modus niet ondersteund wordt. Gebruikers van een glasvezelverbinding hebben van dat laatste meestal geen last, omdat de FTU vaak is afgewerkt met een losse mediaconverter in de vorm van een NTU (network termination unit) of ONT (optical network terminal) met daarop een netwerkaansluiting. Zo’n mediaconverter verbruikt wel wat elektriciteit, maar zit je router qua functionaliteit niet in de weg.

Bedenk bij aanwezigheid van zo’n mediaconverter goed of eventuele voordelen van het weglaten opwegen tegen de nadelen. In tegenstelling tot een AOP of ISRA raakt een FTU namelijk relatief snel beschadigd als je het verkeerde stekkertje aansluit.

Providers moeten eigen apparatuur direct op het passieve afwerkpunt (1) toestaan.

Kabel kan nu ook

Voor gebruikers van kabelinternet is er in de praktijk het meeste veranderd, want bij veel dsl- en glasvezelaansluitingen was het immers al mogelijk om eigen apparatuur direct aan te sluiten. De coaxkabel is een gedeeld medium en modems moeten daarom geautoriseerd worden. Kabelproviders gaven ondanks de goed gespecificeerde Docsis-standaard die autorisatie niet. In het grootste gedeelte van Nederland wordt kabelinternet geleverd door Ziggo, en er is nog een aantal kleinere kabelaanbieders actief, waaronder Delta dat Zeeland als verzorgingsgebied heeft.

Ziggo kende een moeizame aanloop naar de vrije modemkeuze. Al voordat de huidige regelgeving van kracht werd, oordeelde de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten dat Ziggo een eigen modem moest toestaan. Ziggo besloot die uitspraak naast zich neer te leggen en het oordeel van de ACM af te wachten. Maar ook na invoering van de ACM-regelgeving werkte Ziggo niet direct volledig mee. Een aantal maanden was een eigen modem alleen mogelijk in het ‘oude Ziggo-gebied’, terwijl dit voor klanten in het ‘oude UPC-gebied’ nog geen optie was. Inmiddels is het in het hele Ziggo-netwerk mogelijk om een eigen modem aan te sluiten.

Bij kabelnetwerken delen meerdere huizen dezelfde coaxkabel; het achterliggende netwerk gebruikt glasvezel.

Welk kabelmodem?

Vervolgens is het natuurlijk de vraag welk modem/router je op je kabelaansluiting kunt aansluiten. Ziggo vermeldt op hun website dat een eigen modem Docsis 3.1 moet ondersteunen. Anders dan bij versie 3.0 is de Docsis3.1-standaard wereldwijd hetzelfde. Maar wie verwacht dat je bijvoorbeeld een (relatief goedkoop) Amerikaans modem op het netwerk van Ziggo kunt gebruiken, komt bedrogen uit. Ziggo gebruikt ook voor Docsis3.1-modems nog altijd EuroDocsis3.0-kanalen die door Amerikaanse apparatuur niet ondersteund worden.

De kabelproviders Delta en Caiway zijn hier op hun ondersteuningspagina’s wat duidelijker over: een eigen kabelmodem moet gecertificeerd zijn voor Docsis 3.1 met EuroDocsis 3.0 backwards compatibility. Veel keuze heb je in de praktijk niet: er zijn twee geschikte Docsis3.1-modem/routers te koop. Het gaat om de Fritz!Box 6660 Cable en de Fritz!Box 6690 Cable, die allebei door netwerkfabrikant AVM worden gemaakt. Andere fabrikanten leveren geen geschikte Docsis-modems in de vrije verkoop aan consumenten.

AVM verwacht zelf ook niet dat andere partijen zullen volgen. AVM kan deze geschikte modem-routercombinaties volgens countrymanager Nederland Eric van Uden leveren, omdat AVM in Nederland via diverse kanalen al consumentenproducten verkoopt en omdat ze in thuisland Duitsland al dezelfde modems aan consumenten verkoopt.

©AVM GmbH

Alleen netwerkfabrikant AVM levert twee modem-routercombinaties die geschikt zijn voor kabelaansluitingen, waaronder deze Fritz!Box 6690 Cable.

Eerder hebben we de Fritz!Box 6690 Cable gereviewd

Ziggo in de praktijk We hebben het aansluiten van een eigen modem op het Ziggo-netwerk in de praktijk geprobeerd met een Fritz!Box 6660 Cable. Je hebt voor het registeren en activeren van je eigen modem de Mijn Ziggo-app nodig (iOS of Android). Vervolgens klik je op Producten / Internet en klik je op Meer info bij je huidige modem. Daarna kun je via Registreer een Nieuw modem je eigen modem aanmelden.

Je hebt hierbij twee dingen nodig: een MAC-adres en een MTA MAC-adres. Het MAC-adres wordt ook wel CM MAC (cable modem) genoemd. Het MTA MAC-adres (multimedia terminal adapter) slaat op het telefoniegedeelte. Je vindt de adressen op een sticker op de onderkant van je modem. Na het voltooien van de wizard zal Ziggo een configuratiebestand maken dat via het netwerk naar je modem gestuurd wordt. Dit is vaak binnen een paar minuten geregeld. Je kunt je eigen modem alvast aansluiten en wachten op dit configuratiebestand. Je kunt ook wachten tot het moment dat je huidige modem zijn verbinding verliest. De Fritz!Box werkte na activeren verder probleemloos, wel kan het opstarten en configureren de eerste keer even duren.

Let er trouwens wel op dat een Docsis3.1-modem vanwege het grotere frequentiebereik meer eisen qua afscherming voor instraling stelt aan het AOP dan een Eurodocsis3.0-modem. Om problemen te voorkomen, moet je AOP mogelijk door Ziggo vervangen worden als je nog geen Docsis3.1-modem gebruikte.

Je vindt de benodigde MAC-adressen op de onderkant van de router.

Dsl en glasvezel

Voor dsl-verbindingen was het nooit een groot probleem een eigen modem aan te sluiten op de telefoonlijn, en ook gebruikers van glasvezelverbindingen konden in veel gevallen een eigen apparaat met een glasvezel-patchkabel direct aansluiten op de FTU. Het probleem zat hem vaak in een niet werkend telefoonnummer wanneer je ook vast bellen afnam of bij het gebruik van ip-televisie. Dat gold voor het invoeren van de vrije modemkeuze wel alleen voor glasvezelverbindingen met een eigen actieve aansluiting in een centrale. Deze aansluitingen worden ook wel AON (active optical network) of P2P (point-to-point) genoemd. Hierbij wordt gebruikgemaakt van ethernet dat wordt omgezet van koper naar licht. Technisch geen heel grote uitdaging en de benodigde gegevens en technische eisen waren bij veel providers ook voor de invoering van de vrije modemkeuze al beschikbaar. Zo kunnen er naast losse mediaconverters ook relatief goedkope SFP-modules in geschikte routers gebruikt worden.

Informatie over het aansluiten van eigen apparatuur via dsl of glasvezel vind je op de betreffende webpagina's bij KPN en T-Mobile. Ook andere internetproviders bieden dergelijke informatie.

©Bruce Caudill

In het geval van een AON-glasvezelaansluiting heb je relatief veel keuze voor eigen apparatuur, bijvoorbeeld een eigen router met SFP-slot in combinatie met een SFP-module.

PON-aansluitingen

Sinds een aantal jaar wordt bij het aanleggen van glasvezel steeds vaker gebruikgemaakt van PON (passief optisch netwerk), waarbij meerdere huisaansluitingen met behulp van spitters dezelfde actieve aansluiting, of OLT (optische lijnterminal), in de centrale delen. Dit kun je dus enigszins vergelijken met hoe een kabelnetwerk is opgezet en apparatuur geautoriseerd moet worden. Het was even afwachten, maar internetproviders werken hier aan mee. Bij een aansluiting via het KPN-netwerk kan dat wel alleen in combinatie met de nieuwste XGS-PON-generatie. Heb je nu een G-PON-aansluiting, dan kun je toch eigen apparatuur gebruiken: KPN Netwerk zet je aansluiting dan op verzoek eerst om naar een XGS-PON-aansluiting.

Ook andere glasvezelproviders die gebruikmaken van XGS-PON, zoals Delta, maken het mogelijk om eigen apparatuur aan te sluiten. Bij sommige andere glasvezelaanbieders, waaronder het netwerk van T-mobile, is het dan weer wel mogelijk om behalve een XGS-ONT ook een GPON-ONT te vervangen voor eigen apparatuur. Je vindt op de websites van diverse providers meer informatie over het aansluiten van eigen apparatuur. Omdat er verschillende glasvezeltechnieken in gebruik zijn, ook bij dezelfde providers, kun je het best aan je internetprovider vragen welke glasvezeltechniek je momenteel gebruikt of dit uitzoeken op basis van de specificaties van je mediaconvertor.

©ujjwal

Bij een PON-netwerk wordt een aansluiting gedeeld met meerdere eindgebruikers.

Wat is er te koop?

Voor dsl zijn er diverse modem-routercombinaties en zelfs losse modems te koop. Gebruikers van een AON-glasvezelverbinding kunnen kiezen voor een geschikte modem/router of een SFP-module in combinatie met een router met SFP-slot. In het geval van een AON-aansluiting is er best wel wat keuze; je kunt bijvoorbeeld zoeken naar ervaringen van gebruikers met dezelfde aansluiting als jij.

De enige alternatieve XGS-PON-producten zijn voor zover wij weten afkomstig van AVM. Het gaat om de Fritz!Box 5590 Fiber XGS-PON en de Fritz!Box 5530 Fiber XGS-PON. Beide routers zijn voorzien van een SFP-slot waar een SFP-glasmodule van AVM ingaat. Die SFP-module werkt overigens alleen in combinatie met de twee genoemde Fritz!Box-routers. Beide routers zijn ook te koop in een AON-variant. Glasvezelpatchkabels levert AVM in Nederland niet mee.

Er zijn verschillende typen FTU’s in gebruik met verschillende aansluitingen. Bij webshops kun je geschikte patchkabels en indien nodig patchcovers voor je FTU kopen. Enige voorzichtigheid is hierbij wel geboden. Als je het verkeerde type stekkertje probeert aan te sluiten, kun je de FTU beschadigen. AVM heeft op het moment van schrijven in de vorm van de Fritz!Box 5690 Pro een nieuwe modem/router aangekondigd die werkt met dsl, AON- en GPON-glasvezel. Voor gebruikers van XGS-PON is de Fritz!Box 5690 XGS aangekondigd.

De Fritz!Box 5590 Fiber is dankzij een speciale SFP-module ook geschikt voor XGS-PON-aansluitingen.

Aantal gebruikers

De keuze voor eigen apparatuur kan verschillende redenen hebben, zoals energiebesparing, eenvoudiger beheer, het feit dat je provider geen bridge-modus ondersteunt, of gewoon omdat het kan. Wat de reden ook is, je blijft vermoedelijk tot een kleine groep (gevorderde) gebruikers behoren. Volgens woordvoerder Gerrie Spaansen van de ACM gaat de trend qua gebruikers min of meer gelijk op met die in Duitsland. De verwachting is daarom dat het drie tot vier jaar na invoering van de regelgeving om zo’n 10 procent van de huishoudens zal gaan.

Internetprovider KPN meldt dat momenteel enkele tientallen klanten per maand kiezen voor een eigen modem. Er is volgens KPN geen significant verschil zichtbaar in het aantal klanten dat kiest voor een eigen modem sinds de regelgeving van kracht werd. Ook daarvoor bood KPN al de mogelijkheid om eigen apparatuur aan te sluiten. Ook Ziggo geeft aan dat het bij hun klanten om hooguit enkele tientallen gebruikers per maand gaat.

Conclusie

Ruim een jaar na invoering van de vrije modemkeuze is het in de praktijk in ieder geval geen probleem om eigen apparatuur direct aan te sluiten op je internetverbinding. De benodigde specificaties en gegevens kun je terugvinden op de website van providers. Volgens Spaansen verloopt het proces momenteel tamelijk soepel en komen er weinig klachten binnen bij de ACM.

▼ Volgende artikel
Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s
Zekerheid & gemak

Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s

De Tapo Smart HomeBase H500 is een smarthomecontroller voor Tapo-smarthomeproducten. Hij doet voornamelijk dienst als centraal punt voor een beveiligingssysteem bestaande uit camera's en sensors. Wij hebben de H500 getest in combinatie met Tapo-camera's.

Oké
Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

Plus- en minpunten
  • Lokale opslag
  • Tabletstandaard met lader
  • Opslag uit te breiden
  • Configuratie verwarrend
  • HDMI-functie beperkt
  • Nog niet alle Tapo-camera's compatibel

Tapo is het merk waaronder TP-Link smarthomeproducten zoals camera's en robotstofzuigers verkoopt. De Tapo Smart HomeBase H500 is gemaakt van wit kunststof en komt degelijk over. Alle aansluitingen vind je op de achterkant in de vorm van netwerk, HDMI, usb-a, usb-c en een voedingsaansluiting. De netwerkaansluiting kun je gebruiken om de HomeBase met je thuisnetwerk te verbinden, maar dat kan ook via wifi. De HDMI-poort is bedoeld om beelden van je camera's op je televisie te bekijken, terwijl je de usb-c-poort kunt gebruiken om een tablet op te laden. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je onder andere een usb-c- en HDMI-aansluiting.

Extra functies

De H500 is ontworpen om in het zicht in je woonkamer te zetten en heeft wat extra handigheidjes die dan van pas komen, zoals knoppen om te kunnen praten als iemand aanbelt. Ook vind je op de voorkant een klepje dat dienstdoet als tabletstandaard; handig als je een tablet gebruikt om je smarthome mee te bedienen. Je kunt de usb-c-poort, die maximaal 1,5 ampère levert, gebruiken om je tablet via de HomeBase op te laden.

©Jeroen Boer - ID.nl

De HomeBase is voorzien van een tabletstandaard.

De Smart HomeBase H500 is voorzien van 16 GB ingebouwd geheugen. Dat is op zich genoeg voor een bescheiden systeem, omdat er alleen clips worden opgeslagen als er beweging gedetecteerd wordt. Bovendien loopt de opslag nooit echt vol omdat oudere opnames automatisch worden overschreven. Heb je meerdere camera's of wil je opnames langere tijd bewaren, dan kun je de opslag zelf uitbreiden. Op de zijkant vind je een klepje waarachter je een 2,5inch-uitbreidingslot vindt. Uitbreiden kan met een 2,5-inch SATA-schijf; dat kan ook een ssd zijn.

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de opslag uitbreiden met een 2,5inch-schijf of ssd.

Verwarrende koppeling

De H500 moet aan je Tapo-camera's worden gekoppeld. Dat is enigszins verwarrend, want dat kan als je al camera's hebt op twee manieren. Onze camera's (de C410 en C460) stonden niet in de lijst die je ziet als je eerst op de H500 klikt, maar wel in de andere lijst. Begin je met de H500, dan speelt dat probleem niet en worden ondersteunde camera's automatisch gekoppeld.

Na koppeling worden video’s op de H500 opgeslagen. De H500 kan daarnaast tot zes camera's AI-herkenning geven voor personen, gezichten, voertuigen en huisdieren. Na het inschakelen hiervan wordt een database met herkende personen opgebouwd. Verwarrend is dat je om opnames op de H500 te bekijken op het pictogram 'microSD' moet klikken. Je kunt beelden downloaden om ze veilig te stellen.

Na de koppeling vormen de Smart HomeBase en je camera's één systeem in de app.

Gebruikte camera's

We hebben de HomeBase getest in combinatie met twee camera’s: de C410 en de C460. We hebben die camera's in verschillende configuraties getest, waarbij we de C460 ook binnen hebben gebruikt. De C460 is eigenlijk bedoeld voor buiten, maar kun je ook binnen gebruiken en wij vonden hem door de meegeleverde magnetische standaard ook binnen handiger om te monteren dan de C410, die je aan de muur moet schroeven of kunt neerzetten.

De Tapo C460 is een buitencamera, maar is dankzij de magnetische bevestiging ook heel handig voor binnengebruik.

Extra AI-functies

Behalve opnemen kan de Smart HomeBase H500 ook AI-functies toevoegen aan Tapo-camera's. De HomeBase kan maximaal zes camera's betere herkenningsmogelijkheden geven op basis van AI, maar dat wordt ook als je minder dan zes camera's hebt niet automatisch ingeschakeld. Je kunt dat zelf doen door in de app op de tegel AI Empowerment te klikken. De camera's kunnen dankzij AI personen, gezichten, voertuigen en huisdieren herkennen. Je kunt zelf bepalen welke herkenningsmogelijkheden actief zijn. Herkende personen verschijnen vervolgens automatisch in de app waarna je eventueel kunt aangeven wie die personen zijn.

Met AI Empowerment krijg je onder andere gezichtsherkenning.

Opnames terugkijken

In de Tapo-app kun je per camera zowel livebeelden bekijken als opgeslagen fragmenten vanaf de Smart HomeBase terugzien. Verwarrend is dat je daarvoor moet kiezen tussen de pictogrammen cloud en microSD. Ook al gebruik je de HomeBase, toch valt die onder het microSD-symbool. Logischer zou zijn als TP-Link een apart pictogram toevoegt voor de HomeBase. De door ons geteste batterijcamera's nemen korte clips op zodra beweging wordt gedetecteerd. Zodra de opslag vol raakt, worden automatisch de oudste opnames overschreven. Clips kun je desgewenst ook downloaden.

Je kunt opnames van je camera's op de Smart HomeBase terugkijken en downloaden in de app.

Beperkt nut HDMI

De Tapo Smart HomeBase H500 is voorzien van een HDMI-uitgang waarmee je de hub kunt aansluiten op een televisie of monitor. Je kunt in de app een dashboard configureren bestaande uit één of vier secties. Zo kun je maximaal vier camera's tegelijkertijd bekijken. Heb je minder dan vier camera's, dan kun je ook kiezen voor een klok. Dat klinkt op zich handig, maar met batterijgevoede camera's zoals wij tijdens de test hebben gebruikt, heb je daar niet zoveel aan. Je ziet in het dashboard alleen beeld als de camera op dat moment beweging detecteert. Het is dus niet mogelijk om naar wens live mee te kijken. Het is ook niet mogelijk om via de televisie oudere opnames te bekijken die op de Smart HomeBase staan. Deze functie heeft kortom alleen enigszins nut als je op netstroom gevoede camera's hebt.

Je kunt dashboarden van vier blokjes maken die op je televisie getoond kunnen worden.

Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

▼ Volgende artikel
Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten
© shadowmoon30 - stock.adobe.com
Huis

Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten

Wanneer je alle internetdiensten opsomt die je zelf gebruikt, van e-mail tot zoekmachines, is de kans groot dat het vrijwel allemaal Amerikaanse platformen zijn. Voor wie zich daar niet helemaal comfortabel bij voelt, zijn er ook (gratis) Europese alternatieven.

In dit artikel

We kijken naar Europese alternatieven voor Amerikaanse diensten: • Zoekmachines • E-mail en agenda • Kantoor • Cloudopslag • Vertaling • Videosharing • Sociale Media • AI-Chat • VPN Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Steeds meer internetgebruikers in Europa stellen zich vragen bij de intensieve dataverzameling en dominante marktpositie van Amerikaanse techbedrijven, zeker in de huidige geopolitieke context. Daardoor groeit de interesse voor Europese alternatieven, die minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse bedrijfswereld en overheid, beter aansluiten bij de strengere Europese privacywetgeving, en transparanter zijn over het gebruik van persoonsgegevens.

In dit artikel laten we je kort kennismaken met enkele Europese diensten die een privacyvriendelijker en vaak volwaardig alternatief bieden voor bekende Amerikaanse webdiensten en platformen. Dit gaat breed: van zoekmachines, e-mail en kantoortoepassingen tot cloudopslag, VPN, vertalingen, videosharing, AI-chat en sociale media. Wil je echt de-Amerikaniseren? Gebruik voor deze diensten dan geen Google-, Apple- of Facebook-account.

Zoekmachine

Het zal je niet verbazen dat een browser als Chrome standaard Google gebruikt als zoekmachine, maar je kunt zonder problemen een andere instellen. Open de instellingen van Chrome, ga naar Zoekmachine en klik op Wijzigen. Selecteer het gewenste alternatief. Europese, privacybewuste zoekmachines zijn onder meer het Duitse Ecosia (investeert advertentie-inkomsten in boomaanplant), het Franse Qwant en het Zwitserse SwissCows (dat overigens niet langer gratis is).

Je kunt ook handmatig een extra zoekmachine toevoegen. Neem bijvoorbeeld SwissCows in Chrome. Open opnieuw Zoekmachine en kies Zoekmachine en Site Search beheren. Klik op Toevoegen bij Site Search. Vul SwissCows in als naam, (bijvoorbeeld) sc als snelkoppeling en www.swisscows.com/web?query=%s als url. Bevestig met Toevoegen. Je kunt deze nu instellen als standaard of activeren via sc gevolgd door een druk op Tab in de adresbalk, waarna je de zoekterm ingeeft. Weet wel dat deze drie alternatieve zoekmachines deels gebruikmaken van de zoekindex van het (Amerikaanse) Bing.

Je kunt ook Europese, privacygerichte browsers gebruiken, zoals Ecosia en Ecosia (browser), de Zweedse Mullvad Browser en het Noorse Vivaldi. Hier kun je ook telkens je voorkeurzoekmachine instellen. Houd er wel rekening mee dat deze drie browsers de (Amerikaanse) Chromium- of Firefox-engine gebruiken voor het weergeven van webpagina's.

Chrome heeft van huis uit acht zoekmachines geconfigureerd.

E-mail en agenda

Gmail en Outlook zijn twee zeer populaire webmaildiensten, vooral dankzij hun sterke integratie met respectievelijk het Google- en Microsoft-ecosysteem. Op het vlak van privacy zijn er wel enkele bedenkingen. Bij Gmail wordt de inhoud van je mails gescand voor gepersonaliseerde advertenties, en ook Microsoft toont advertenties. Beide versleutelen weliswaar je berichten, zowel tijdens de overdracht als in rust (op de mailservers), maar de diensten zelf bewaren de encryptiesleutels.

Diensten als het Duitse Tuta en het Zwitserse Proton Mail pakken dit beter aan. Ze zijn grotendeels opensource, ze gebruiken stevige end-to-end-versleuteling en bij Tuta geldt zelfs het zero knowledge-principe: de dienst heeft geen toegang tot je gegevens, wachtwoorden of metadata. Bij Proton Mail blijft beperkte metadata zoals de onderwerpsregel zichtbaar. Beide zijn beschikbaar via web en mobiele apps en bieden in de gratis versie 1 GB opslagruimte; bij Tuta zit daar ook een agenda bij.

We helpen je even op weg met de laatste. Klik op Gratis e-mailaccount aanmaken en daarna op Selecteren bij Free. Kies je e-mailadres (@tutamail.com) en stel een wachtwoord in. Je krijgt een herstelcode waarmee je weer toegang krijgt als je je wachtwoord (of tweede factor) kwijt zou raken. Na goedkeuring kun je meteen mails ontvangen en verzenden. In de webinterface vind je rechtsboven de knoppen Contacten en Agenda.

Zo ziet de webinterface van (een gloednieuw account bij) Tuta eruit.

Kantoor

Als je denkt aan een cloudgebaseerde kantoorsuite, komen Google Documenten (en Workspace) en Microsoft 365 waarschijnlijk als eerste in je op. Toch zitten er vooral bij Google enkele privacyproblemen. Het verdienmodel draait rond advertenties, er is geen sluitende garantie dat je data binnen de EU blijven en in de gratis versie bewaart Google zelf de encryptiesleutels. Microsoft scoort iets beter, maar wie zeker wil zijn dat data de EU niet verlaten, kijkt beter naar het Letse OnlyOffice.

We stellen hier kort de gratis cloudservice voor, bereikbaar vanuit je browser en via mobiele apps. Registreer je via de website van OnlyOffice en bevestig je aanmelding via de ontvangen mail. Je krijgt dan een persoonlijke url (https://<accountnaam>.onlyoffice.com) die als centrale documentenhub fungeert, met 2 GB opslagruimte. Je kunt er 'kamers' aanmaken. Dit zijn virtuele ruimtes of projectmappen waarin je documenten creëert, bewerkt en eventueel deelt met rolgebaseerde toegangsrechten.

De suite bevat een tekstverwerker, spreadsheet, presentatietool en pdf-editor. Omdat de dienst standaard werkt met Microsofts OOXML-bestandsformaten, hoef je bij het importeren of exporteren nauwelijks compatibiliteitsproblemen te verwachten.

De online kantoorsuite van OnlyOffice: Nederlandstalig en mooi overzichtelijk.

Cloudopslag

Bij cloudopslag springen Google Drive (15 GB gratis) en Microsoft OneDrive (5 GB gratis) er qua gebruikersaantallen uit, met Dropbox (2 GB gratis) als derde op het podium. Je data worden telkens op Amerikaanse servers opgeslagen en je hebt geen controle over de encryptiesleutels. Je kunt dit eventueel oplossen met end-to-end-encryptie via een gratis tool als Cryptomator.

Er bestaan gelukkig ook gratis Europese alternatieven die vergelijkbare opslagruimte bieden, je data gegarandeerd binnen de EU bewaren en je zelf de encryptiesleutels laten beheren. Een daarvan is het Zwitserse EdelCloud Basic (2 GB), van de makers van SwissCows. Bekendere opties zijn Proton Drive (5 GB) en pCloud (10 GB), beide eveneens uit Zwitserland.

We kijken naar pCloud. Je meldt je gratis aan via de website. Stel een wachtwoord in en kies bij Gegevensregio voor Europese Unie. Bevestig via de link in de ontvangen e-mail en klik op de website op Ga naar mijn account. Je kunt dan meteen aan de slag. Linksonder zie je dat standaard al 3 GB is ontgrendeld. Door acties uit te voeren zoals een bestand uploaden, pCloud Drive en de mobiele app installeren en enkele vrienden uitnodigen, kun je dit uitbreiden tot 10 GB.

De gratis versie van pCloud: 6 GB ontgrendeld, nog vier te gaan.

Vertaling

Het begint wat eentonig te worden, maar ook voor geautomatiseerde vertalingen kom je al snel uit bij diensten van Google Translate of Microsoft Translator. Toch bestaat er een sterk en populair alternatief: het Duitse DeepL. De gratis versie kent wel enkele beperkingen: je kunt maximaal drie documenten per maand van maximaal 5 MB vertalen (niet bewerkbaar), en je teksten kunnen door DeepL worden gebruikt voor trainingsdoeleinden.

Minder bekend, maar volledig gratis, zijn Lingva Translate (meer dan honderd talen) uit Duitsland en het Spaanse Apertium (meer dan veertig talen, ook als app). Beide zijn opensource. Bij Apertium kun je documenten en webpagina's uploaden, maar de beschikbare doeltalen hangen af van je brontaal. Vanuit Nederlands bijvoorbeeld kun je helaas alleen naar Afrikaans vertalen. Lingva biedt een bredere keuze aan taalparen, al moet je de brontekst hier wel zelf invoeren of plakken. Je kunt de tekst ook laten voorlezen, al is de kwaliteit voor Nederlands voorlopig ondermaats. De vertalingen zijn bij beide diensten niet bewerkbaar op de site.

Lingva: honderd talen, maar alleen voor zelf ingevoerde tekst.

Videosharing

Videosites als Vimeo en vooral Googles YouTube hoeven we niet meer toe te lichten, maar kun je ook enkele Europese alternatieven noemen? Die bestaan wel degelijk, met als bekendste Dailymotion en PeerTube, beide van Franse oorsprong.

Dailymotion heeft dan misschien niet het uitgebreide aanbod van YouTube, maar bereikt wereldwijd toch zo'n 300 miljoen maandelijkse gebruikers. Je kunt er zonder account video's opzoeken via trefwoorden en daarna filteren op onder meer Playlists, Users en Hashtags. Met een account kun je ook video's uploaden en delen via je browser of mobiele apps. Het platform geeft aanbevelingen op basis van je kijkgedrag en is geïntegreerd met sociale media als Facebook en X.

Bij PeerTube draait eveneens alles rond video streaming en delen, maar dan binnen het zogeheten Fediverse (meer daarover verderop in dit artikel). Zoeken naar specifieke video's of kanalen kun je via deze link. Bij een geschikte video klik je op een knop die je naar de bijbehorende server brengt, waar je je eventueel kunt aanmelden om bijvoorbeeld op video's te reageren of zelf te publiceren op je kanaal.

Op zoek naar geschikte video's op het PeerTube-platform.

Sociale media

Met sociale mediaplatformen bevinden we ons bijna volledig op Amerikaans grondgebied. Denk aan Facebook, Instagram, X, LinkedIn, Snapchat, Pinterest, Reddit, Threads en WhatsApp. Er bestaan wel – ook Europese – alternatieven, maar overstappen is vaak lastig. Je wilt immers voldoende aanbod, voldoende medegebruikers en het liefst ook een gebruiksvriendelijke omgeving.

Zo is er het Zwitserse Threema (circa 6 euro), een dienst die zich opwerpt als veilig en privacy-bewust alternatief voor WhatsApp, maar helaas is het niet mogelijk berichten tussen beide netwerken uit te wisselen – ook al ijvert de EU met initiatieven als de Digital Markets Act voor meer interoperabiliteit tussen (onder meer) berichtenapps.

Een andere relatief bekende, maar geheel gratis dienst is Mastodon, van Duitse oorsprong. Dit is een microbloggingdienst met tekstposts, reacties, boosts en volgers, die zich profileert als alternatief voor X. Mastodon maakt deel uit van het zogenaamde Fediverse, een samentrekking van 'FEDerated unIVERSE'. Dit is een gedecentraliseerd netwerk van onafhankelijk beheerde servers (zogeheten instances), die via gemeenschappelijke protocollen als ActivityPub wel met elkaar kunnen communiceren.

Andere Fediverse-diensten van Europese origine zijn het al vermelde PeerTube (videoplatform), het IJslandse Pleroma (microblogging), het Franse Funkwhale (audiosharing) en Lemmy (forum- en discussienetwerk, vergelijkbaar met Reddit).

Zojuist aangemeld bij Mastodon: daarmee zijn we klaar voor onze eerste 'toot', met hashtag natuurlijk.

AI-chat

Sinds de lancering van ChatGPT door het Amerikaanse OpenAI eind 2022 is AI, en in het bijzonder AI-chatbots, niet meer weg te denken uit bedrijven en uit ons dagelijks leven. China volgt als stevige tweede speler – denk aan het veelbesproken DeepSeek – maar ook Europa is bezig aan een fikse inhaalbeweging. Een opvallend initiatief komt van OpenEuroLLM, een alliantie van meer dan 20 Europese bedrijven, universiteiten en supercomputingcentra die een opensource-taalmodel (LLM, Large Language Model) ontwikkelen als alternatief voor Amerikaanse en Chinese AI-assistenten. OpenGPT-X dan weer is een Duits project dat grootschalige AI-taalmodellen bouwt, waaronder het opensource-model Teuken-7B, getraind in alle 24 officiële EU-talen.

Wil je zelf met een Europese AI-chatbot experimenteren, kijk dan eens op de site van het Franse bedrijf Mistral dat eigen taalmodellen ontwikkelde. Wil je ook beelden en code genereren, dan moet je je wel registreren. De bot reageert opvallend snel, maar wie meer functies wil – zoals een onbeperkt aantal prompts per dag en een krachtiger LLM – moet upgraden naar Pro (zo'n 18 euro per maand).

De beeldgenerator van Le Chat: een fraaie afbeelding in een paar seconden.

VPN

Een Virtual Private Network, kortweg VPN, is ideaal voor wie meer online privacy wil (je ip-adres blijft verborgen), veiliger wil surfen op openbare wifi (je data zijn volledig versleuteld) of geoblokkades wil omzeilen (je kiest een VPN-server in een niet-geblokkeerd land).

Veel populaire opties, zoals Hotspot Shield, zijn Amerikaans. Wie liever Europees gaat, vindt sterke alternatieven als het Zweedse Mullvad en het Zwitserse Proton VPN. Beide houden geen logboeken bij, ze bieden een wereldwijde keuze aan VPN-servers en gebruiken opensource-clientapps. Je vindt er ook functies als een killswitch (je verbinding wordt meteen verbroken als de VPN-server wegvalt) en split-tunneling (je kiest zelf welke apps via de VPN lopen). Proton VPN ondersteunt wel beter streamingdiensten als Netflix en Prime Video. Beide kosten zo'n 5 euro per maand.

Proton VPN biedt tevens een beperkte gratis versie, handig om mee te starten. Surf naar de site van Proton VPN, vul je e-mailadres in, klik op Begin met Proton VPN en stel een sterk wachtwoord in (twee keer). Je kunt meteen de client-app downloaden, bijvoorbeeld voor Windows. Installeer die (extra apps hoef je niet mee te nemen) en meld je aan met je Proton-account. Kies een VPN-server in een beschikbaar land (vijf in de gratis versie), klik op Verbinden en test de VPN-verbinding gerust via bijvoorbeeld www.whatismyip.com. Of nog beter (in het kader van dit artikel) www.watismijnip.nl/.

Controleer de VPN-verbinding door te kijken naar wat je ip-adres is.

Nog meer privacy?

Met een screenfilter kan niemand meekijken bij wat jij op je laptop doet