ID.nl logo
Smarthome-protocollen vergeleken: Voor- en nadelen
© PXimport
Huis

Smarthome-protocollen vergeleken: Voor- en nadelen

Wie zijn huis slimmer wil maken met draadloze lampen, schakelaars, dimmers en sensoren kan uit meerdere draadloze standaarden kiezen. Wat zijn eigenlijk de verschillen tussen een protocol als ZigBee en Z-Wave? We behandelen enkele smarthome-protocollen en hun voornaamste voor- en nadelen.

Als je je huis gaat automatiseren kom je allerlei draadloze standaarden tegen. Dankzij software voor thuisautomatisering zoals Home Assistant en Domoticz of apparaten als de Homey, hoef je niet echt een keuze te maken. Je kunt alles flexibel combineren om elke standaard naar zijn kracht benutten. Zo is er niets op tegen om bijvoorbeeld een mengelmoes van prijzige maar betrouwbare Z-Wave-schakelaars of Hue-lampen en spotgoedkope niet-kritische sensoren op 433 MHz te gebruiken. 

In dit artikel richten we ons op enkele belangrijke standaarden die je vaak tegenkomt. Dat zijn ZigBee, Z-Wave, wifi en de breder ingezette frequentiebanden op 433 MHz en 868 MHz. Je leest hoe ze werken én hoe je er praktisch mee aan de slag kunt.

Zigbee

©PXimport

ZigBee is een standaard van de Zigbee Alliance, een samenwerkingsverband van fabrikanten. Het werd aanvankelijk veel in de industrie gebruikt, maar de focus verschuift steeds meer naar thuisgebruik. ZigBee maakt een eigen netwerk aan, in dit geval rond 2,4 GHz. Het bereik ligt wat lager dan bij Z-Wave (waarover straks meer) en de frequentieband is druk, maar de mesh-structuur helpt daarbij. 

Je komt de standaard onder meer in slimme lampen tegen zoals Philips Hue, Osram Lightify en IKEA Trådfri. Deze ecosystemen omvatten bijvoorbeeld ook draadloze schakelaars en bewegingssensoren. Het combineren van producten van verschillende fabrikanten is in theorie goed mogelijk bij de ZigBee-standaard maar kan in de praktijk soms een struikelblok zijn. Met de komst van versie 3.0 is dat verbeterd en kun je accessoires van verschillende fabrikanten gemakkelijker combineren.

Ontwikkelingen

ZigBee kende verschillende implementaties met zogeheten profielen maar in versie 3.0 is alles samengevoegd en daarmee de compatibiliteit verbeterd. Alle apparaten met deze versie aan boord kunnen met elkaar communiceren en ook met eerdere versies van ZigBee. Het zorgt er onder meer voor dat je bijvoorbeeld allerlei wandschakelaars en -dimmers met ZigBee 3.0 kunt gebruiken in combinatie met je Philips Hue- of IKEA-systeem.

Een hub is een belangrijk onderdeel om apparaten via je lokale netwerk toegankelijk te maken, zodat je voor de bediening bijvoorbeeld een app op je smartphone of tablet kunt gebruiken of software als Home Assistant. De Philips Hue-hub is één van de bekendste opties en werkt dankzij ZigBee 3.0-ondersteuning meestal ook goed met accessoires van andere fabrikanten. De hub is eenvoudig te koppelen in Home Assistant waarna alle lampen en accessoires worden gesynchroniseerd.

Zigbee

  • Pluspunten

  • Relatief betrouwbaar

  • Open protocol

  • Energiezuinig

  • Minpunten

  • Soms compatibiliteitsproblemen

  • Drukke frequentieband

Z-Wave

©PXimport

Z-Wave is een van de bekendste en meest robuuste protocollen voor thuisautomatisering. Het protocol maakt een netwerk aan op de (in Europa) 868MHz-frequentieband met mesh-structuur. Het is een gestandaardiseerd protocol maar geen open protocol. De chips worden ontwikkeld door één bedrijf en alle producten moeten een certificatieproces doorlopen. Compatibiliteit is daardoor meestal gegarandeerd maar producten zijn wél relatief duur. Hier is ZigBee wat voordeliger. 

De standaard verbruikt net als ZigBee heel weinig energie, waardoor apparaten vaak jaren op één kleine batterij kunnen werken. Bovendien is het sterk beveiligd op meerdere niveaus. Al het verkeer wordt bijvoorbeeld versleuteld en apparaten kunnen nooit zomaar met elkaar communiceren. Bovendien werkt het heel betrouwbaar en met ontvangstbevestigingen. Grote namen als Honeywell, Fibaro en Homey gebruiken Z-Wave. Door het gesloten karakter dreigt het wel achter te blijven in de standaardenoorlog.

Ontwikkelingen

De Z-Wave-technologie is sinds 2018 in handen van Silicon Labs, dat het kocht van Sigma Designs. Dat lijkt goed nieuws voor de standaard, want Silicon Labs is een grote speler in de chipmarkt én heeft een focus op IoT. Het bedrijf heeft de ambitie om er een volledig open standaard van te maken, door ook andere fabrikanten toe te laten. Nu al kunnen andere fabrikanten een deel (de radio) maken. 

De meeste apparaten zijn voorzien van Z-Wave Plus. Dat betreft ofwel de 500-serie of de nieuwe, in 2019 uitgebrachte, 700-serie. Opmerkelijk aan die laatste serie is dat producten met de chip bij optimalisatie een batterijduur van 10 jaar kunnen hebben. Bij de 500-serie was dat maar 1,5 jaar. Handig voor bijvoorbeeld een deur- of raamsensor, waar je liever niet jaarlijks een nieuwe batterij in stopt. Ook het bereik is wat verbeterd tot 800 meter in open veld en 100 meter binnenshuis. 

De standaard werkt ook responsiever door een snellere chip en is veiliger. De 500-serie bracht al drie extra optionele beveiligingslagen, die in de 700-serie worden verplicht en bovendien zijn verbeterd.

Een gebruikelijke manier om met Z-Wave aan de slag te gaan in Home Assistant is het gebruik van een usb-stick voor Z-Wave. Maar er zijn wel wat beperkingen omdat niet iedere usb-stick met de OpenZWave-bibliotheek overweg kan. Lees daarom goed welke wordt ondersteund. Je kunt ook een hub met Z-Wave-ondersteuning gebruiken van bijvoorbeeld Vera, Wink, Fibaro of SmartThings. De meeste ondersteunen naast Z-Wave of ZigBee, zoals de Samsung SmartThings-hub.

Z-Wave

  • Pluspunten

  • Betrouwbare communicatie

  • Goede compatibiliteit

  • Energiezuinig

  • Minpunten

  • Gesloten protocol

  • Relatief dure producten

433 MHz en 868 MHz

©PXimport

Het frequentiegebied tussen 433 en 435 MHz wordt door uiteenlopende accessoires gebruikt die vrij op de markt zijn, zoals temperatuursensoren, afstandsbedieningen voor garagedeuren, draadloze deurbellen en schakelsetjes zoals de bekende KlikAanKlikUit. Ook in Somfy-producten kom je het veel tegen. De techniek is eenvoudig en voordelig toe te passen. 

Er kan niet veel informatie worden verzonden, maar dat hoeft ook niet. De datapakketjes, ook wel telegrammen genoemd, moeten hoofdzakelijk het apparaat identificeren en de gewenste informatie of actie. Daar worden eenvoudige fabrikant-eigen protocollen voor gebruikt, waarbij bijvoorbeeld niet wordt gecontroleerd of een signaal is aangekomen. Er is ook geen beveiliging, dus ook je buurman kan je temperatuursensor uitlezen of schakelaars bedienen.

Voor producten geldt de eis dat het zendvermogen niet meer dan 10 mW mag bedragen, wat het tot zogeheten low power devices (LPD) maakt. En je mag niet lang achter elkaar zenden, maar dat is in de regel niet nodig. Door de lage frequentie is het bereik, ondanks het lage zendvermogen, meer dan voldoende om je hele huis te bedienen. Een veel groter bereik wil je misschien ook niet, door de slechte beveiliging.

Ontwikkelingen

Nog steeds gebruiken ook veel nieuwe producten met laag zendvermogen de 433MHz-frequentieband. En fabrikanten gebruiken ook nog steeds een eigen communicatieprotocol. De frequentieband raakt wel erg vol waardoor apparaten elkaar door de simpele implementaties al snel gaan overschreeuwen. Bovendien zijn ook zendamateurs actief in deze frequentieband. Zijn ze dicht bij huis actief dan kan ook dat storingen opleveren bij het bedienen van je producten. 

Voor wat serieuzere toepassingen zoals beveiligingsapparatuur en thermostaten heeft de 868MHz-frequentieband de voorkeur. Deze is op Europees niveau gereguleerd, met beperkingen voor bijvoorbeeld zendvermogen en maximale uitzendtijd (ook wel duty-cycle genoemd). Daardoor is het nog vrij stil op deze band, maar ook daar komt langzaam verandering in. Voor IoT-apparaten en ook voor rfid is het daarom goed nieuws dat er meer frequenties beschikbaar gaan komen. Zo heeft de Europese Commissie al extra 900MHz-frequenties gereserveerd.

De bekende Rfxcom-transceiver (voor ontvangen en zenden) is een eenvoudige maar betrouwbare optie om snel met producten op 433 MHz aan de slag te gaan in Home Assistant. Zeer veel protocollen zijn al in de firmware opgenomen. Bij de RFXtrx433E bestaan twee firmwareversies met elk een eigen set protocollen. Er is inmiddels ook een XL-versie met meer geheugen, waardoor alle protocollen via één firmware worden ondersteund. 

De mogelijkheid om signalen te zenden of ontvangen verschilt overigens nog wel per protocol. Bij een deel van de protocollen is zenden én ontvangen mogelijk, maar er zijn ook protocollen die alleen zenden of alleen ontvangen ondersteunen. Dit alles kun je in een tabel in de handleiding nazoeken.

433 MHz en 868 MHz

  • Pluspunten

  • Groot bereik

  • Goedkoop toepasbaar

  • Minpunten

  • Niet heel betrouwbaar

  • Niet beveiligd

  • Storingsgevoelig

Wifi

©PXimport

Het is aantrekkelijk om wifi te gebruiken voor IoT-apparaten wat de meeste mensen hebben al voor een goede dekking gezorgd om overal te kunnen internetten. En de meeste routers en repeaters zijn dualband uitgevoerd en werken daardoor op zowel 2,4 GHz als 5 GHz. De 5GHz-frequentieband is populair voor de hoogste internsnelheid en daar kan met wifi 6 ook de 6GHz-band nog bij komen. Maar het is wel een grotere uitdaging om de signalen in alle ruimtes te krijgen. Daarom vallen apparaten vaak toch weer op 2,4 GHz terug als dat nodig is. 

Voor IoT-apparaten is snelheid niet belangrijk. Zulke apparaten willen juist een goed bereik, zodat met zo weinig mogelijk zendvermogen en zo min mogelijk pogingen een bericht kan worden verstuurd. Daarom gebruiken ze vrijwel altijd de 2,4GHz-frequentieband waarvan de signalen gemakkelijker door muren en vaste objecten gaan. Dat geldt ook ip-camera’s. Die vragen wel een wat hogere en constante bandbreedte voor een videostream, maar staan ook vaak in uithoeken van huis en tuin. 

Een andere beperking van wifi is het wat hogere stroomverbruik, wat je bij apparaten die via het stopcontact werken zou kunnen merken aan de elektriciteitsrekening. Maar dat is minimaal: een slimme lamp met wifi verbruikt in stand-by momenteel veelal 0,5 tot 1 watt. Voor Hue-lampen die met ZigBee werken ligt dat maar iets lager, rond 0,4 watt of daaronder.

Ontwikkelingen

De belangrijkste ontwikkeling op wifi-gebied is wifi 6 (802.11ax), opvolger van wifi 5 (802.11ac). De nieuwe standaard is efficiënter, stabieler en heeft minder last van andere wifi-netwerken. Bij het ontwerp was ook wat meer oog voor IoT. Het zorgt voor een lager stroomverbruik, hogere snelheid en minder interferentie, omdat het verkeer van andere accesspoints kan worden gedetecteerd en genegeerd. De standaard benut zowel 2,4 GHz als 5 GHz waar 6 GHz nog aan kan worden toegevoegd, al hebben we het dan over wifi 6e.

Slimme apparaten die via wifi werken kun je meestal eenvoudig aan Home Assistant koppelen. Ze zitten namelijk al op het (zelfde) netwerk. Een enkele keer zijn extra handelingen nodig en moet je bijvoorbeeld via de app van de fabrikant zorgen dat ze correct zijn geconfigureerd. Bij sommige producten kun je beter aangepaste firmware gebruiken. Bijvoorbeeld de Sonoff Basic, een wifi-schakelaar die er met de populaire Tasmota-firmware heel veel nieuwe mogelijkheden bij krijgt.

Wifi

  • Pluspunten

  • Netwerk reeds aanwezig

  • Groot productaanbod

  • Gemakkelijke integratie

  • Voordelig

  • Minpunten

  • Hoger energieverbruik

  • Drukbezet netwerk

Conclusie

Het is tenslotte wettelijk vastgelegd welke frequentiebanden gebruikt mogen worden, voor welke toepassingen en onder welke voorwaarden. Zo geldt voor sommige frequenties een vergunnings- of meldingsplicht - het terrein voor professionele gebruikers maar ook zendamateurs. Die volgen vaak de Nederlandse Staatscourant op de voet voor aankondigingen van opengestelde frequenties, zoals enkele jaren terug de 5MHz-band of ‘60-meterband’ (naar de golflengte van signalen). 

Draadloze technieken voor thuis benutten vergunningsvrije frequentiebanden, maar daarbij zitten nog wel bepaalde voorwaarden aan het gebruik, zoals een maximaal zendvermogen of CE-keurmerk.

▼ Volgende artikel
Review Oppo A5 Pro 5G – Kan tegen een stootje
© Rens Blom
Huis

Review Oppo A5 Pro 5G – Kan tegen een stootje

Hartstikke leuk als je betaalbare smartphone er prachtig uitziet en heel veel kan, maar je hebt er weinig meer aan als hij (te) snel beschadigd raakt door een val of water. Oppo ziet een gat in de markt van budgettoestellen: de 279 euro kostende Oppo A5 Pro 5G kan tegen een stootje en is waterdicht. In deze review lees je hoe de telefoon bevalt.

Uitstekend
Conclusie

De Oppo A5 Pro is een vreemde eend in de bijt, maar op een positieve manier. Voor een sympathieke prijs koop je een smartphone die tegen een stootje én tegen water kan en erg lang meegaat op een accuduur. Op de specificaties ligt minder nadruk, maar ook die zijn – los van de schermresolutie – prima. Een lang updatebeleid maakt de prettige gebruikerservaring compleet.

Plus- en minpunten
  • Extra stevig ontwerp in normale behuizing
  • Erg lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Minder scherp HD-scherm
  • Erg drukke software

De propositie van de Oppo A5 Pro is interessant. Robuuste, waterdichte smartphones zijn doorgaans óf prijzig óf komen lomp over. De A5 Pro is geen van beide. Het toestel oogt en voelt als een reguliere betaalbare smartphone en weegt met 194 gram ook niet bovengemiddeld zwaar. Sterker nog, het gewicht valt alleszins mee als je weet dat de A5 Pro een accucapaciteit heeft die groter is dan gebruikelijk. Waar veel toestellen over een 5000 mAh-accu beschikken, zit er in dit Oppo-toestel een 5800 mAh-accu. Waarover zo meteen meer.

De behuizing van de A5 Pro is IP66-, IP68- en IP69-gecertificeerd. Dat wil zeggen dat het toestel geen schade oploopt als je hem onderdompelt of onder een waterstraal houdt. Stof vormt ook geen probleem. Extra prettig is dat het toestel geen klepje nodig heeft voor zijn usb-c-poort. Oppo schermt ook met extra stevig glas, al merken we dat niet direct. Volgens de fabrikant kan de A5 Pro ook overweg met extreme temperaturen, wat in Nederland lastig te testen is maar een fijne gedachte kan zijn als je naar een heel warm land op vakantie gaat.

©Rens Blom

Beter te testen is Oppo's belofte dat het scherm te bedienen is met natte handen, vette vingers en de meeste (motor)handschoenen. Dat lukt alle drie inderdaad. De techniek van Oppo herkennen we uit verschillende OnePlus-smartphones. Oppo en OnePlus zijn dan ook zusterbedrijven.

De valbestendigheid testen is altijd wat spannend met een door de fabrikant uitgeleende smartphone, maar gelet op Oppo's claims hebben we de A5 Pro dan maar een paar keer expres vanaf borsthoogte laten vallen op een houten vloer en vlonderplanken op het dakterras. Dat leverde geen zichtbare schade op. Volgens Oppo is de smartphone zo ontwikkeld dat de binnenkant – voor ons onzichtbaar – ook minder schadegevoelig is dan andere smartphones.

©Rens Blom

De Oppo A5 Pro is valbestendig.

Prima specificaties

De stevige behuizing maakt de Oppo A5 Pro interessant voor wie onhandig is (of genoemd wordt) of veel buiten ontspant of werkt. Maar in al die gevallen wil je niet alleen een robuuste telefoon, maar ook een fijne telefoon. Dat is de Oppo A5 Pro op veel vlakken. Bijster snel is 'ie niet, maar gelet op de prijs kunnen we niet klagen over de prestaties. Het grote werkgeheugen (8 GB) zal helpen. Complimenten aan Oppo voor de ruime opslagcapaciteit van 256 GB; dat zien we nog niet vaak in dit prijssegment.

De 50 megapixel-camera is prima, maar niet bijzonder. De tweede camera is een portretsensor waar je niet veel aan hebt. Het 6,67inch-LCD-scherm is buiten goed afleesbaar, maar oogt met zijn resolutie van 1604 bij 720 pixels minder scherp dan we graag zien. Veel andere toestellen hebben een Full-HD-scherm.

©Rens Blom

Het scherm van de Oppo A5 Pro 5G kan lekker fel, maar oogt niet zo scherp.

Lange accuduur

Door de lagere schermresolutie verbruikt de Oppo A5 Pro wel minder stroom dan concurrerende smartphones. Dat gegeven plus de grotere accucapaciteit resulteert in een uitstekende accuduur. Wij kunnen de Oppo-telefoon bijna twee volle dagen gebruiken. Accustress hebben we daarom niet ervaren. Opladen kan het toestel lekker snel, namelijk met maximaal 45 watt. Je dient wel zelf de juiste adapter te kopen, want in de doos zit alleen een usb-c-kabel.

Zes jaar updates

De tijd dat een betaalbare smartphone maar heel kort updates kreeg, is gelukkig voorbij. Ook Oppo hanteert een prima updatebeleid. De A5 Pro kan rekenen op drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. De Oppo-software oogt wat druk en promoot wel heel graag commerciële apps en games, maar er valt mee te werken.

©Rens Blom

Oppo stopt de software vol commerciële apps en games.

Conclusie: Oppo A5 Pro kopen?

De Oppo A5 Pro is een vreemde eend in de bijt, maar op een positieve manier. Voor een sympathieke prijs koop je een smartphone die tegen een stootje én tegen water kan en erg lang meegaat op een accuduur. Op de specificaties ligt minder nadruk, maar ook die zijn – los van de schermresolutie – prima. Een lang updatebeleid maakt de prettige gebruikerservaring compleet.

▼ Volgende artikel
Plastic nat uit de vaatwasser? Dit kun je doen
© AK~AI | ID.nl
Huis

Plastic nat uit de vaatwasser? Dit kun je doen

Je borden, bekers, bestek, zelfs je houten spatels zijn kurkdroog als de vaatwasser zijn programma heeft afgewerkt. Alleen dat vermaledijde plastic bakje is nog helemaal nat. Lastig, helemaal als je het even bent vergeten en een flinke plens waswater over de onderste lade kiepert. Waarom blijft plastic altijd zo lang nat in de vaatwasser, en wat kun je eraan doen?

In dit artikel lees je:

  • Waarom plastic zo lang nat blijft in de vaatwasser
  • Wat je ertegen kunt doen
  • Waarom dat toch niet altijd perfect werkt

Lees ook: Hoe maakt een vaatwasser de vaat eigenlijk droog? Alle technieken uitgelegd

Waarom droogt plastic zo slecht? 

Dat plastic zo slecht droogt, heeft alles te maken met temperatuur. Kunststof is bijzonder slecht in het vasthouden van warmte. Dat is handig als je je prakje snel wilt invriezen, maar een stuk minder als je het aan de lucht wilt laten drogen. Je hebt ongetwijfeld weleens gemerkt dat glazen en borden nog een hele tijd warm blijven nadat de deur van de vaatwasser open gaat. Dat helpt bij het verdampen van het overtollige water. Plastic is binnen een mum van tijd weer op kamertemperatuur, dus dat warmte-effect is er vrijwel niet. 

Gelukkig zijn er een paar dingen die je kunt doen om het probleem iets kleiner te maken. 

Zet de deur open

De meeste vaatwassers zetten de deur automatisch op een klein kiertje als ze klaar zijn. Binnenin blijft het nog een hele tijd warm (dat is goed) en vochtig (dat is niet goed), waardoor het water op het plastic nog steeds niet goed droogt. Gooi de deur meteen lekker ver open, zodat de warme, vochtige lucht uit de vaatwasser kan ontsnappen en het water op het plastic sneller verdampt.

©Miele

Gooi die deur lekker open als het programma klaar is.

Extra dry

Nee, we hebben het niet per se over je gin-glazen: veel vaatwassers hebben een Extra Dry-programma, of iets met een soortgelijke naam. Bij die programma's wordt het drooggedeelte van het programma verlengd. Dat geeft het plastic de kans wat langer warm te blijven en meer water aan de lucht af te geven, zodat het droger is als de deur eenmaal open gaat. 

Zeoliet

Sommige moderne vaatwassers gebruiken zeolietkorrels. Zeoliet is een mineraal dat warmte afgeeft zodra het in aanraking komt met water. Het klinkt een beetje als een marketingbabbel, maar het zeoliet onttrekt continu vocht uit de lucht, waardoor er juist warme, droge lucht overblijft – een beetje zoals in je wasdroger. Het gevolg: plastic komt er een stuk droger uit. Vaatwassers die zeoliet gebruiken zijn doorgaans wel een stukje duurder. 

Glansspoelen

Glansspoelmiddel zorgt er niet alleen voor dat je glazen en kopjes er mooi uitzien, het helpt ook bij het drogen. Het laat het water makkelijker van het servies aflopen, waardoor er minder achterblijft. Gebruik je los glansspoelmiddel? Controleer dan regelmatig of het reservoir nog gevuld is. En als je merkt dat plastic toch slecht droogt, probeer dan eens een ander merk — het effect kan per middel verschillen.

©photopixel

Glansspoelmiddel is niet alleen handig voor glazen, het helpt ook tegen nat plastic.

Theedoek

Hoe fijn een vaatwasser ook is, soms gaat er niets boven de goede oude theedoek. Vooral plastic met een vreemde vorm, zoals diepe bakjes, deksels met clips of aparte drinkflessen, kan lang vocht vasthouden. Neem die er eerst even uit als je langs de vaatwasser loopt en haal de theedoek er even langs, dat scheelt je bij het uitruimen van de vaatwasser een hoop irritatie. 

Conclusie

Het is nooit lekker om de bovenste lade van de vaatwasser open te trekken en een hele plons water over je schone, droge vaat te zien stromen, alleen omdat er een plastic dekseltje nog vol water stond. Dat plastic snel afkoelt en water daardoor niet zo makkelijk verdampt is nu eenmaal zo, maar met een extra lang droogprogramma, genoeg tijd en voldoende glansspoelmiddel zorg je er wel voor dat kunststof zo snel mogelijk droogt. En anders zijn er altijd nog vaatwassers met zeolietkorrels – en theedoeken, natuurlijk.