ID.nl logo
Marketingpraat: alle wifi-termen uitgelegd
© PXimport
Huis

Marketingpraat: alle wifi-termen uitgelegd

Ben je op zoek naar een nieuwe router, dan vliegen de getallen je al snel om de oren. Na AC1750 volgden bijvoorbeeld AC1900, AC3200 en AC5300. En dan hebben we het nog niet eens over AD7200, mu-mimo of tri-band gehad. Wat betekenen deze getallen en termen eigenlijk en wat heb je echt nodig? In dit artikel leggen we de meestgebruikte wifi-termen uit.

Vorig jaar besteedden we bij de test van routers al even aandacht aan de ietwat vreemde terminologie rondom wifi-standaarden. We duiken er wat verder in.

Net als bij zoveel producten, associëren we ook bij routers een hoger getal met betere prestaties. Fabrikanten weten dat en maken daar dus gretig gebruik van. In de basis is een getal als AC1900 simpel te verklaren. AC betekent dat de router 802.11ac ondersteunt. Het getal staat voor de totale theoretische draadloze snelheid die de router kan halen. Deze theoretische snelheid is gebaseerd op het aantal radio’s, mogelijke datastromen (of antennes) per radio en de gebruikte modulatietechniek. Die theoretische snelheid is bij lange na niet de snelheid die je in het echt haalt. Zo worden bijvoorbeeld de snelheden van alle radio’s van de 2,4- en de 5GHz-band bij elkaar opgeteld, terwijl clients maar met één radio tegelijkertijd contact maken. Daarnaast geldt dat ook bij een verbinding met één radio, de theoretische snelheid niet de snelheid is die je zelfs in optimale omstandigheden echt haalt. Dat komt doordat draadloze communicatie veel overhead kent voor bijvoorbeeld foutcorrectie. Doorgaans haal je in de praktijk iets meer dan een derde tot de helft van de theoretische snelheid.

©PXimport

Kanalen en datastromen

Om de getallen te verklaren, moeten we bepalen wat de maximale theoretische snelheid per radio is. In de basis werkt wifi op zowel 2,4 als 5 GHz met kanalen van 20 MHz breed. Bij 802.11n kunnen twee kanalen gecombineerd worden tot een kanaal van 40 MHz breed voor een snelheid van 150 Mbit/s. Bij 802.11ac is het zelfs mogelijk vier kanalen te combineren tot één kanaal van 80 MHz. Hiermee is een snelheid van 433 Mbit/s mogelijk.

De ac-standaard ondersteunt zelfs nog bredere kanalen van 160 MHz met een snelheid van 867 Mbit/s, maar hiervoor zijn voor zover wij weten geen clients beschikbaar en het is sowieso de vraag of 160 MHz in de praktijk tegelijkertijd storingsvrij bruikbaar is. Maar ook als we ons beperken tot een 80 MHz breed kanaal, dan zien we dat routers via 802.11ac een hogere snelheid dan 433 Mbit/s aankunnen. Dat komt doordat er meerdere datastromen (of antennes) tegelijkertijd worden gebruikt. Dit heet mimo (multiple-input multiple-output). Veel routers hebben bijvoorbeeld drie antennes waarmee de theoretische snelheid via 802.11ac 1300 Mbit/s wordt. Tel je daar de maximale snelheid met drie antennes van de 2,4GHz-band via 802.11n bij op (450 Mbit/s), dan kom je op 1750 Mbit/s oftewel AC1750. Om die theoretische snelheid op je client te halen, moet die wel hetzelfde aantal antennes moet hebben. Laptops hebben bijvoorbeeld vaak twee antennes en hebben dus een maximale theoretische snelheid van 867 Mbit/s.

Opgepompte cijfers

Hoewel de 802.11n-standaard in de basis werkt met een snelheid van 150 Mbit/s per datastroom en 802.11ac met 433 Mbit/s per datastroom, communiceren routerfabrikanten tegenwoordig nog hogere getallen per datastroom of antenne. Een router met drie antennes ondersteunt via 802.11n dan bijvoorbeeld geen 450 Mbit/s, maar 600 Mbit/s. Dit komt doordat de betere 256QAM-modulatie van 802.11ac door de chipsetfabrikanten ook gebruikt wordt op 802.11n, onder de naam TurboQAM. Dat klinkt leuk, maar in de praktijk ondersteunen clients dit niet en zorgt dit dus niet voor een snelheidsverbetering. Nog een stapje verder gaat 1024QAM of NitroQAM. Deze nog betere modulatie zorgt theoretisch op zowel de 2,4- als 5GHz-band voor een boost, maar wordt wederom in de praktijk nauwelijks door clients ondersteund. Je kunt eigenlijk dus beter uitgaan van 433 Mbit/s per antenne voor 802.11ac en 150 Mbit/s voor 802.11n. Zo zijn AC1750 en AC1900 dus eigenlijk hetzelfde, al zijn de gebruikte processors in AC1900-routers doorgaans net iets sneller. Inmiddels zijn er ook AD7200-routers. Dit zijn routers die ondersteuning bieden voor 802.11ad. Dit is geen opvolger van 802.11ac, maar een snelle draadloze techniek op de 60MHz-band met een kort bereik van zo’n tien meter. Clients zijn er eigenlijk nog niet, waarmee een dergelijk apparaat in de praktijk nu als een heel dure AC2600-router functioneert.

©PXimport

Veel clients of bereik

Je kunt wifi-problemen eigenlijk opdelen in twee varianten: snelheidsproblemen en dekkingsproblemen. Met een AC1900-router zul je in een normale situatie met router en client op dezelfde verdieping geen snelheidsproblemen ervaren. Gebruik je veel draadloze clients tegelijkertijd (denk aan tien tot vijftien 5GHz-clients) en gaat alles voor jou te langzaam, dan is een tri-band-router met een extra 5GHz-radio handig. Een dergelijke router kan – door een tweede 5GHz-radio – meer clients tegelijkertijd voorzien van een snel signaal. Ook mu-mimo (multi-user mimo) zorgt ervoor dat een router efficiënter met meer clients tegelijkertijd kan omgaan. Mu-mimo moet echter ook door je clients ondersteund worden. Ervaar je een snelheidsprobleem op een andere verdieping dan je router? Dan heeft het vermoedelijk weinig zin om je router te vervangen door een ‘sneller’ exemplaar. Je moet je namelijk realiseren dat zelfs een snellere en duurdere router met twee 5GHz-radio’s nauwelijks zorgt voor een beter bereik. Het zendvermogen is immers wettelijk beperkt. Het is dan beter om een apart accesspoint op de verdieping te zetten waar je problemen ervaart.

Spiekbriefje

Hieronder zie je een overzicht van de verschillende varianten van 802.11ac-routers die je, voor zover wij weten, op dit moment kunt aanschaffen. AC750: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en een op 5 GHz (433 Mbit/s); AC1200: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en twee op 5 GHz (867 Mbit/s); AC1750: drie datastromen op 2,4 GHz (450 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s); AC1900: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s), mu-mimo optioneel; AC2200 (tri-band): twee datastromen op 2,4 GHz (400 Mbit/s) en twee keer twee op 5 GHz (867 + 867 Mbit/s), mu-mimo; AC2350: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), mu-mimo; AC2600: vier datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (800 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), mu-mimo; AC3100/AC3150: vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 Mbit/s), mu-mimo; AC3200 (tri-band): drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en twee keer drie op 5 GHz (1300 + 1300 Mbit/s); AC3200: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en drie datastromen op 5 GHz met 160 GHz (2500 Mbit/s), mu-mimo; AC4000 (tri-band): drie datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (750 Mbit/s) en twee keer drie op 5 GHz met NitroQAM (1625 + 1625 Mbit/s), mu-mimo; AC5300/5400 (tri-band): vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en twee keer vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 + 2165 Mbit/s), mu-mimo; AD7200: vier datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (800 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Gbit/s) plus 60 GHz (4600 Mbit/s), mu-mimo.

▼ Volgende artikel
Zó overleef je Oud & Nieuw (zónder oliebollencoma of opgeblazen gevoel)
© Sara Winter
Gezond leven

Zó overleef je Oud & Nieuw (zónder oliebollencoma of opgeblazen gevoel)

Het is bijna zo ver: Oud & Nieuw. Het vuurwerk knalt, de champagne vloeit en de tafels staan vol met oliebollen, appelflappen en ander lekkers. Maar hoe overleef je dit feest zonder vroegtijdig in een voedselcoma te liggen? Met deze tips begin jij fris en vrolijk aan het nieuwe jaar!

Oud & Nieuw-overlevings-stappenplan:

  1. Start je dag goed
  2. De juiste volgorde maakt verschil
  3. Kleine hapjes, groot plezier
  4. Dans je fit
  5. Feestelijke drankjes zonder alcohol
  6. Zoek afleiding
  7. Vergeet niet te drinken (water!)
  8. Slim omgaan met je toetje
  9. Geniet bewust**

Lees ook: Oliebollen in de airfryer: dit moet je absoluut (niet) doen

Tip 1: Start je dag goed

Of je om 23.55 met een suikerdip op de bank belandt, hangt niet alleen af van je avond, maar van alle keuzes die je overdag maakt. Begin daarom met een stevig en gezond ontbijt. Laat de havermout of Nutella-boterham een keer staan en kies voor een hartig ontbijt. Zo blijft je bloedsuikerspiegel stabiel, heb je langer een verzadigd gevoel en voorkom je de welbekende energiedip.

Tip 2: De juiste volgorde maakt verschil

Eet je eerst vezels, daarna eiwitten en pas als laatste koolhydraten, dan blijft je bloedsuikerspiegel beter in balans. Begin bijvoorbeeld met groenten zoals broccoli of salade, eet daarna vlees en sluit af met rijst of aardappelen. Zo voorkom je dat je met honger aan de oliebollen begint.

Lees ook: Calorieën, koolhydraten, eiwitten en vetten: hoe zit dat nou eigenlijk allemaal?

Tip 3: Kleine hapjes, groot plezier

Houd het tijdens het feest rustig en geniet bewust van wat je eet. Eet kleine porties en probeer af te wisselen met gezonde opties zoals groentesnacks met humus of vers fruit. Zo blijf je in balans en geniet je toch volop van het feest.

©petrrgoskov

Tip 4: Dans je fit

Dansen is een geweldige manier om calorieën te verbranden én plezier te hebben. Dus gooi die heupen los en dans het nieuwe jaar in! En kijk dan op 1 januari eens voor de lol bij de stappenteller op je smartwatch. Wedden dat je onwijs veel 'stappen' hebt gezet tijdens het dansen? Kijk, dat is nog eens gezond het nieuwe jaar beginnen!

Tip 5: Feestelijke drankjes zonder alcohol

Als je de hele avond wijn, bier of cocktails drinkt, kan de alcohol er ineens in kicken. Wissel daarom af met alcoholvrije versies van je favoriete drankjes. Mocktails zijn tegenwoordig helemaal in en minstens zo feestelijk uit als het origineel. Bovendien zitten er vaak veel minder calorieën: je maakt ze makkelijk met bruisend water, vers fruit en kruiden. Proost! P.S. Op zoek naar recepten? In dit boek vind je er 100!

Tip 6: Zoek afleiding

Wordt de verleiding te groot? Zoek een sociale afleiding. Klets met anderen, speel een spelletje of ga dansen – liefst zo ver mogelijk van de snacktafel vandaan 😉. Blijf niet op de bank hangen, dat maakt je alleen maar slaperig.

©Vorona | Liubomir

Tip 7: Vergeet niet te drinken (water bedoelen we!)

Tijdens de feestdagen genieten van een biertje of wijntje is heel normaal. Zorg er wel voor dat je tussendoor voldoende water of thee drinkt. Zo blijf je gehydrateerd, vul je je maag een beetje en voorkom je dat je te veel gaat snacken.

Tip 8: Slim omgaan met je toetje

Een energiedip ontstaat vaak door te veel suiker. Denk daarom goed na over het moment waarop je een dessert of oliebol eet. Direct na het avondeten kan slim zijn, omdat je lichaam nog bezig is met de vertering van je maaltijd. Een andere optie is om die appelflap pas na middernacht te nemen. Zo voorkom je dat je vlak voor het hoogtepunt van het feest in een dip raakt.

©GalakticDreamer

Tip 9: Geniet bewust

Het draait om genieten, maar met mate. Eten en drinken zijn niet het belangrijkste: het is vooral een tijd om samen te zijn en te vieren. Geniet van het gezelschap en de festiviteiten!

Dus daar heb je het: jouw ultieme gids om oud & nieuw te overleven zonder in een voedselcoma te belanden. Geniet van het feest, dans, lach en proost op een sprankelend nieuw jaar!

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Zelf oliebollen bakken of oliebollen kopen: wat is voordeliger?
© Sara Winter
Huis

Zelf oliebollen bakken of oliebollen kopen: wat is voordeliger?

De laatste dagen van het jaar brengen vaak dezelfde vraag met zich mee: bakken we zelf oliebollen of halen we ze bij de kraam? Voor veel mensen is het bakken van oliebollen een gezellige traditie. Het huis ruikt heerlijk en zelf maken is vaak een stuk voordeliger. Maar hoeveel bespaar je eigenlijk als je zelf 40 oliebollen bakt in plaats van ze te kopen?

🍪In dit artikel rekenen we uit wat voordeliger is: zelf oliebollen bakken of ze bij de kraam halen. Spoiler alert: zelf bakken is voordeliger – we laten je ook zien hoeveel je precies kunt besparen!

Lees ook: Oliebollen in de airfryer: ja of nee?


Wat betaal je bij de kraam?

Oliebollen van een kraam kosten doorgaans tussen de 1,25 euro en 1,50 euro per stuk. Voor 40 stuks betekent dat een bedrag tussen de 50 euro en 60 euro.


Zelf bakken: wat kost dat?

Zelf bakken brengt drie kostenposten met zich mee: de ingrediënten, olie en elektriciteit. Zo ziet dat eruit:

Ingrediënten

Oliebollenmix: Eén pak kost gemiddeld 1,85 euro en levert ongeveer 20 oliebollen. Voor 40 stuks heb je twee pakken nodig, samen goed voor 3,70 euro.

Rozijnen: 500 gram rozijnen is ruim voldoende en kost je 2,00 euro.

Zonnebloemolie: Een frituurpan van normaal formaat gebruikt ongeveer 4 liter olie, wat je rond de 6,00 euro kost.

Elektriciteit

De frituurpan speelt ook een rol in de kosten. Een pan met een vermogen van 2.500 watt verbruikt per uur 2,5 kWh aan stroom. Het bakken van 40 oliebollen duurt ongeveer een uur. Met een gemiddelde stroomprijs van 0,30 euro per kWh (bron: ANWB) komt dit uit op 0,75 euro.

Totaal betaal je dus 3,70 euro + 2,00 euro + 6,00 euro + 0,75 euro = 12,45 euro voor 40 zelfgebakken oliebollen.

Hoeveel bespaar je?

Vergelijk je dit met de kraam, dan bespaar je dus ongeveer tussen de 37 en 47 euro euro. Naast de lagere kosten heb je ook controle over wat je in je oliebollen stopt: meer of minder rozijnen, of misschien iets heel anders (zie kader).

Wat als de stroomprijs hoger ligt?

De kosten voor elektriciteit kunnen verschillen per contract en leverancier. Stel, de stroomprijs ligt hoger dan 0,30 euro per kWh. Dit zijn de mogelijke kosten bij verschillende prijzen:

Stroomprijs per kWh Kosten voor 1 uur (2,5 kWh)

Stroomprijs per kWhKosten voor 1 uur (2,5 kWh
0,35 euro0,88 euro
0,40 euro1,00 euro
0,45 euro1,13 euro

Zelfs met een hogere stroomprijs blijven de totale kosten voor zelf bakken aanzienlijk lager dan bij de kraam.

🍎🌰🍫🍊WAT KUN JE NOG MEER IN JE OLIEBOLLEN STOPPEN?

Rozijnen zijn de klassieker, maar je kunt eindeloos variëren met vullingen om je oliebollen extra lekker te maken: • Stukjes appel: Voor een frisse, fruitige bite. • Gehakte noten: Zoals walnoten of amandelen voor een knapperige twist. • Chocoladestukjes: Smelten heerlijk in het beslag tijdens het bakken. • Kaneel: Voor een warme, kruidige smaak. • Oranje zest: Geeft een subtiele citrusfrisse smaak. Met deze toevoegingen geef je je oliebollen een persoonlijke touch, helemaal afgestemd op jouw smaak.

Of toch naar de kraam?

Oliebollen halen bij een kraam heeft natuurlijk ook zo zijn voordelen. Je hoeft zelf niet in de keuken te staan, geen beslag te maken of met hete olie te werken. Het is simpelweg een kwestie van bestellen en genieten. Bovendien biedt de kraam vaak meer variatie qua vullingen en kun je er ook appelflappen of berlinerbollen halen. Helemaal als iedereen thuis een andere smaak heeft (5 met krenten, 5 zonder, 5 met dit, 5 met dat) is kopen in plaats van zelf bakken makkelijker. Ook als je maar een paar oliebollen nodig hebt, is naar de kraam gaan vaak handiger. En niet onbelangrijk: je huis blijft vrij van vetlucht.

©PixelBiss - stock.adobe.com

Vergelijking: kraam versus zelf bakken

KostenpostOliebollenkraamZelf bakken
Oliebollen (40 st.)50,00 euro - 60,00 euroN.v.t.
OliebollenmixN.v.t.3,70 euro
RozijnenN.v.t.2,00 euro
ZonnebloemolieN.v.t.6,00 euro
ElektriciteitN.v.t.0,75 euro
Totaal50,00 euro - 60,00 euro12,45 euro

De moeite waard?

Zelf bakken vergt iets meer tijd en voorbereiding, maar het levert een flinke besparing op. Bovendien kun je zelf bepalen wat je erin stopt: meer rozijnen, stukjes appel of een vleugje kaneel? Het enige wat je nodig hebt is een frituurpan, een beetje geduld en een goed recept. En met de besparing op 40 oliebollen houd je misschien nog wel genoeg over voor een fles champagne om het nieuwe jaar in te luiden!