ID.nl logo
IP-adressen raken op: Alles over IPv6
Huis

IP-adressen raken op: Alles over IPv6

Het internetprotocol is een van de bouwblokken van het internet. Het regelt dat er wereldwijd gecommuniceerd kan worden tussen apparaten die elk een uniek ip-adres hebben. Die ip-adressen zijn hun identificatie, maar vormen ook meteen de reden dat we nu over moeten van IPv4 naar IPv6: de adressen zijn namelijk op. Maar wat is IPv6 precies en wat betekent het voor het thuisnetwerk?

Het internet is een ongekend succes geworden, veel groter dan de ontwerpers ooit hebben voorzien. De meeste van hun ontwerpbeslissingen staan dan ook nog fier overeind, op één na: de keuze om 32 bit te gebruiken voor de adressen van alle systemen in het netwerk.

Met 32 bit zijn er maximaal 232 (4.294.967.296) unieke ip-adressen mogelijk. Dat lijkt veel, maar is minder dan er mensen op aarde zijn en nog veel minder dan het aantal apparaten dat verbinding met het internet wil maken. De oplossing zit in het vergroten van de adresruimte van 32 bit bij versie 4 van het internetprotocol (IPv4) naar 128 bit bij versie 6 (IPv6). 

Het beschikbare aantal ip-adressen neemt hierdoor toe van 232 naar 2128, oftewel van ruim 4 miljard bij IPv4 naar 4 miljard × 4 miljard × 4 miljard × 4 miljard bij IPv6. Dat zijn 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 (of kortweg 340 sextiljoen) unieke adressen.

©PXimport

De ruim 4 miljard ip-adressen van IPv4 zijn op

-

Hoe belangrijk is het internetprotocol?

Het OSI-model is een schematische weergave van datacommunicatie. Het onderscheidt zeven lagen met elk eigen functionaliteit. De onderste twee lagen zijn het fysieke netwerk en de datalinklaag, zeg maar de kabels en het signaal dat daarover gaat. Op dit niveau handelen netwerkswitches het verkeer af op basis van het MAC-adres van elke netwerkkaart. Deze adressen zijn door de hardware bepaald en alleen bekend binnen het eigen netwerk.

Om data over meerdere netwerken te versturen, is een logische adressering nodig met zelf te configureren, wereldwijd unieke adressen. Deze functionaliteit levert het internetprotocol op laag 3. Het maakt netwerkverkeer routeerbaar, wat wil zeggen dat informatie naar elk ander ip-adres gestuurd kan worden én terug. De router, een ‘laag3-apparaat’, speelt hierbij een belangrijke rol.

Hexadecimaal

Zo eenvoudig als het klinkt, zo ingrijpend is het vergroten van de adresruimte in werkelijkheid. Niet alleen alle apparaten moeten leren om te gaan met IPv6-adressen, zelf zijn we ook zeer vertrouwd geraakt met IPv4-adressen. De 32 bits van een IPv4-adres worden doorgaans geschreven als vier blokken van elk 8 bit. En omdat je met 8 bit 256 verschillende waarden kunt aanduiden, levert dat vier keer een reeks op van 0 tot 255. In de doc-decimaal-notatie zijn dat alle combinaties tussen 000.000.000.000 en 255.255.255.255. Bijvoorbeeld 8.8.8.8 van de DNS-server van Google en 104.110.191.58 van nieuwssite Nu.nl.

Een IPv6-adres van 128 bit uitschrijven, zoals we van IPv4 gewend zijn, is praktisch onmogelijk. IPv6-adressen worden daarom niet decimaal, maar hexadecimaal genoteerd als 8 blokken van elk 16 bit (vier tekens), en tussen elk blok een dubbele punt. Hexadecimaal betekent dat we van de decimale tien cijfers (0 tot en met 9) overgaan naar zestien cijfers. Hexadecimaal voegt er ‘a’ (= 10) tot en met ‘f’ (= 15) aan toe. Zo is 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd dus een geldig IPv6-adres, maar niet makkelijk te onthouden of even te pingen.

©PXimport

Eigenlijk nog minder adressen

Het tekort aan IPv4-adressen wordt versterkt doordat 7 procent van de 4,5 miljard mogelijke adressen in gebruik is voor specifieke doelen. Zo werken de 20 miljoen ip-adressen in de reeksen 10.0.0.0 – 10.255.255.255, 172.16.0.0 – 172.16.255.255 en 192.168.0.0 – 192.168.255.255 alleen binnen een lokaal netwerk. Deze adressen, bekend van thuisnetwerken, worden niet op internet gerouteerd.

Dit geldt ook voor 0.0.0.0 – 0.255.255.255 en 127.0.0.0 – 127.255.255.255, die voor interne communicatie worden gebruikt, en de maar liefst 268 miljoen adressen in de reeks 224.0.0.0 – 239.255.255.255, die in gebruik zijn voor multicast-communicatie zoals streamingdiensten, waarbij netwerkverkeer van één naar velen gaat.

Van de 4,5 miljard IPv4-adressen zijn er maar 3,7 miljard echt bruikbaar

-

Versimpelde notatie

Om de IPv6-notatie te vergemakkelijken, is een aantal regels afgesproken om vooral het aantal nullen te beperken. Allereerst worden in elk blok de voorloopnullen weggelaten. Het blok :0db8: wordt dus geschreven als :db8:.

Voor blokken met alleen nullen gelden nog verdere regels. Staan er vanaf links gezien meerdere blokken met alleen nullen, dan worden deze helemaal weggelaten. Er worden dan alleen twee dubbele punten genoteerd, ook wanneer het dus drie of vier blokken met nullen betreft. Dat lijkt verwarrend, maar omdat het totaal aantal blokken altijd acht is, zie je direct hoeveel blokken met alleen nullen zijn weggelaten. 

Dit samenvoegen en weglaten gebeurt enkel met de eerste aansluitende blokken met alleen nullen. Staan er verder naar rechts ook nog blokken met alleen nullen, dan wordt elk daarvan apart genoteerd als :0:.

©PXimport

IPv6-adressen zijn niet alleen langer, ze zijn ook complexer in gebruik

-

Het eerdergenoemde IPv6-adres 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd wordt dus uiteindelijk geschreven als 2001:db8::34f4:0:0:f3dd. De nullen aan het begin van elk blok zijn weggelaten, het derde en vierde blok met alleen nullen zijn geschreven als twee keer een dubbele punt, en de blokken zes en zeven die ook alleen nullen bevatten, zijn elk geschreven als :0:.

Omgekeerd werkt het precies zo. Blokken met minder dan vier tekens worden aangevuld met nullen. Van 2001:db8::34f4:0:0:f3dd heeft het tweede blok maar drie tekens, daar moet dus een 0 voor. Dan staan er twee dubbele punten. Omdat het adres uit acht blokken bestaat en er hier maar zeven staan, weet je dat de :: staat voor twee blokken met elk vier nullen. 

Dan volgt er nog twee keer :0: en ook daarvan weet je dat er alleen nullen zijn weggelaten. Elk daarvan vervang je door een blok met vier nullen. En zo levert 2001:db8::34f4:0:0:f3dd toch weer het adres 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd op.

©PXimport

Maar we hebben toch NAT?

Network Address Translation (NAT) is een verzameling technieken om adresinformatie in datapakketjes te veranderen. De router gebruikt NAT wanneer die de niet-routeerbare ip-adressen van het thuisnetwerk bij uitgaande verbindingen vervangt door het publieke ip-adres dat je van de internetprovider krijgt. Veel systemen delen dan één IPv4-adres.

Toch is NAT geen oplossing voor het tekort aan IPv4-adressen, want daarvoor heeft NAT te veel beperkingen. Zo kan niet elke netwerktoepassing er even goed mee overweg en is er ook geen echte end-to-end-verbinding tussen systemen. NAT maakt internet ook onveiliger, doordat individuele gebruikers niet meer te onderscheiden zijn. Dat maakt het opsporen en blokkeren van bijvoorbeeld fraudeurs en overlastgevers onmogelijk.

Kiest een internetprovider er vanwege de schaarste aan IPv4-adressen voor om zelf NAT toe te passen, dan verdwijnen grote groepen gebruikers achter één ip-adres. De kwaliteit en snelheid van de internetverbinding zullen hierdoor drastisch afnemen, terwijl de provider de kosten die hij hiervoor maakt alleen maar kan doorberekenen aan de klanten. Dit maakt IPv6 de enige echte oplossing voor de beperkingen van IPv4.

©PXimport

IPv6 betekent het einde van Network Address Translation

-

Het subnetmasker

In het geval van IPv4 hoort bij elk adres een netwerkmasker. Dit ligt als het ware over het IPv4-adres heen en laat zien welk deel daarvan het netwerk aanduidt en welk deel het apparaat. Veel thuisnetwerken hebben subnetmasker 255.255.255.0. Daarbij geven de eerste 24 bits van het IPv4-adres het netwerk aan en blijven er 256 ip-adressen over voor het netwerk. In plaats van het subnetmasker uit te schrijven, wordt ook wel het aantal bits genoemd. 255.255.255.0 is dan /24, terwijl /8 betekent dat alleen het eerste groepje van drie cijfers het netwerkdeel aanduidt.

IPv6 gebruikt dezelfde CIDR-notatie. Daarbij wordt alleen niet van een subnetmasker gesproken, maar van een prefix. Krijg je nu bij een internetverbinding doorgaans één IPv4-adres, met IPv6 verandert dit radicaal. De internetprovider geeft elke IPv6-klant een prefix van doorgaans /48 (KPN) of /56 (Ziggo). Dit levert enorme aantallen IPv6-adressen op. Bij /48 zijn het alleen al 65.536 lan-segmenten, waarbij elk segment /64 oftewel 18.446.744.073.709.551.616 IPv6-adressen groot is. En al deze IPv6-adressen zijn routeerbaar en kunnen dus zonder NAT met elk ander systeem op het internet communiceren.

©PXimport

IPv6 op het thuisnetwerk

Bij IPv6 stopt de router met NAT. Naast andere belangrijke taken, zoals het controleren van de communicatie middels de firewallfunctie, gaat het apparaat voortaan daadwerkelijk routeren. Omdat de communicatie nu echt end-to-end wordt, betekent dit ook dat in de logging van de server op het internet voortaan het IPv6-adres van de pc of tablet op het thuisnetwerk staat, in plaats van dat ene publieke ip-adres waarachter alle thuisnetwerkapparaten schuilgingen.

Wil je zelf juist een service aanbieden vanaf het thuisnetwerk, dan gebeurt dit bij IPv4 en NAT middels portforwarding. Op de router wordt een netwerkpoort aangewezen waarop een binnenkomende netwerkstroom zich moet melden. Die wordt vervolgens doorverwezen naar een ip-adres (op het thuisnetwerk) dat aan die portforwarding gekoppeld is.

Met IPv6 vervalt portforwarding, maar dit wil niet zeggen dat er niets geconfigureerd moet worden. Op een goede router wordt net als bij IPv4 ook al het binnenkomend IPv6-verkeer standaard geblokkeerd. Om een service op het thuisnetwerk toegankelijk te maken vanaf het internet, moet je deze actie dus nog steeds expliciet toestaan. Alleen gebeurt dit bij IPv6 niet door portforwarding, maar door deze mogelijkheid rechtstreeks in de firewall te configureren en de verbinding naar het IPv6-adres van het betreffende systeem te openen. 

Dat alle systemen met de komst van IPv6 onbeschermd toegankelijk zijn, is een van de hardnekkige sprookjes rond het nieuwe internetprotocol.

©PXimport

Een firewall zal ook elke binnenkomende verbinding naar een IPv6-adres blokkeren

-

Hoe ver zijn de providers?

Voor de internetproviders is de overgang naar IPv6 een enorm project. De uitrol naar eindgebruikers is daarvan de laatste fase. KPN biedt nagenoeg al zijn klanten inmiddels IPv6 en doet dat naast IPv4: dit wordt ‘dual-stack’ genoemd en is momenteel de meest toekomstvaste configuratie.

In vergelijking met KPN loopt Vodafone/Ziggo nog wat achter. Inmiddels is IPv6 in de helft van het vaste netwerk beschikbaar, al zijn er nog wel verschillen tussen de voormalige Ziggo- en UPC-gebieden. Actuele gegevens over IPv6 in Nederland en de mate van ondersteuning door de providers vind je via https://kwikr.nl/ipv6nl.

Meerdere adressen

Anders dan bij IPv4 heeft bij IPv6 elk systeem in het netwerk bijna standaard niet één, maar meerdere IPv6-adressen. Het eerste IPv6-adres is er zelfs al voordat IPv6 op het netwerk is geactiveerd. Dit is het link-lokaal-adres en dit begint altijd met fe80:. Het fe80-adresblok is gereserveerd voor link-lokaal unicast-netwerkadressering, niet-routeerbaar netwerkverkeer binnen het eigen netwerk.

Als er verder niets is geconfigureerd, wordt het deel van het ip-adres achter het eerste blok afgeleid van het MAC-adres van de netwerkkaart. De methode waarmee dit gebeurt, heet EUI-64 (Extended Unique Identifier). Het komt er in het kort op neer dat het MAC-adres van 48 bit in twee delen wordt opgeknipt, er wordt een extra blok FFFE ingevoegd en tot slot wordt de 7de bit van het MAC-adres omgedraaid. Deze bit staat bij een MAC-adres altijd op 0 en wordt nu dus veranderd in een 1.

Het hebben van een link-lokaal-adres is een vereiste voor IPv6 op elke netwerkverbinding. Dat geldt niet voor het tweede veelvoorkomende IPv6-adres, het Unique Local Address (ULA). Deze adressen lijken nog het meest op de private adressen van IPv4. Ze mogen vrij gebruikt worden en zijn niet centraal geregistreerd. Ze zijn routeerbaar, maar alleen binnen eigen netwerkomgevingen, niet op het grote internet.

Het derde adres is het global IPv6-adres en dit is het adres dat komt uit de prefix die wordt toegewezen door de internetprovider. Dit is het ‘echte’ IPv6-adres. Dit is er minimaal één, maar het kunnen er ook heel goed meer zijn.

De ULA-adressen zorgen ervoor dat communicatie binnen het netwerk blijft werken, ook als de global-adressering, die afhankelijk is van de toewijzing door de provider, faalt of niet beschikbaar is.

©PXimport

Bij IPv6 heeft elk systeem al snel meerdere ip-adressen

-

Ook DHCP verandert

De overgang naar IPv6 verandert ook de manier waarop systemen een ip-adres krijgen. Bij IPv4 worden in bedrijfsnetwerken ip-adressen meestal per systeem handmatig uitgegeven, terwijl thuis en op kleinere netwerken DHCP wordt gebruikt. Hierbij is er in het netwerk een DHCP-server actief, vaak een nevenfunctie van de router, die elk systeem dat verbinding maakt een ip-adres en het adres van de router geeft.

Omdat IPv6-netwerken veel groter zijn, is het handmatig toewijzen van ip-adressen praktisch ondoenlijk en zelfs ongewenst. Voor het thuisnetwerk wordt DHCPv6-PD de nieuwe standaard, waarbij de letters PD staan voor ‘prefix delegation’. De router in het thuisnetwerk vraagt aan de IPv6-DHCP-server van de internetprovider niet om een volledig adres, maar om een prefix. Zodra hij die heeft ontvangen, kan de thuisrouter uit die adresruimte van doorgaans 48 of 56 bit IPv6-adressen uitgeven aan de systemen op het thuisnetwerk, maar kan hij deze ook opdelen in meerdere kleinere IPv6-netwerken.

Hiervoor zijn in IPv6 meerdere technieken beschikbaar. Stateful Address Autoconfiguration lijkt nog het meest op DHCP zoals we dat nu kennen. De configuratie wordt verricht door een DHCPv6-server die behalve IPv6-adressen ook prefixen en zelfs adressen van DNS-servers kan meesturen.

Een tweede techniek is Stateless Address Autoconfiguration (SLAAC). Deze ligt bij thuisnetwerken meer voor de hand. De thuisrouter is dan niet meer een eigen DHCP-server, maar een DHCP-client van de DHCPv6-server van de internetprovider. De thuisrouter geeft geen IPv6-adressen uit, maar geeft slechts de prefix door die hij heeft ontvangen. Elk netwerkapparaat vult de prefix vervolgens aan volgens de EUI-64-methode.

De configuratie gebeurt dus voor een groot deel automatisch en er is geen centraal systeem dat bijhoudt welk systeem welk adres gebruikt. Een nadeel van SLAAC is dat er geen DNS-serveradressen mee worden gestuurd. De oplossing ligt vooral in combinaties van DHCP-technieken, maar dit is afhankelijk van de mogelijkheden van de router.

©PXimport

Apparatuur

Om gebruik te maken van IPv6 in het thuisnetwerk, moeten de apparaten in dat netwerk het natuurlijk ondersteunen. Voor een pc of notebook is dat geen probleem, net zomin als voor de meeste tablets en smartphones.

Het grootste probleem zijn apparaten met embedded software, zoals veel ‘slimme’ en IoT-apparaten. Zeker wanneer deze al wat ouder zijn, is de kans groot dat er geen nieuwe firmware of software is die eventueel ontbrekende IPv6-ondersteuning toevoegt. Dat is best ironisch, want juist de komst van grote aantallen van deze apparaten zorgden ervoor dat de IPv4-adressen opraakten.

Voorlopig blijft het probleem beperkt, doordat IPv4 en IPv6 nog lange tijd naast elkaar gebruikt zullen worden. Het naast elkaar gebruiken van twee verschillende netwerken wordt ook wel ‘dual-stack’ genoemd (zie kader: ‘Hoe ver zijn de providers?’). NAT blijft onverminderd actief voor al het IPv4-verkeer. Dit is eigenlijk de minst gunstige van alle mogelijke vormen van dual-stack.

©PXimport

Tijd om te beginnen

De meeste gebruikers zullen weinig merken van de overgang naar IPv6. Het is niet zoals met 5G dat het internet ineens sneller wordt en er nieuwe toepassingen ontstaan. IPv6 biedt niet echt nieuwe mogelijkheden, het is meer een noodzakelijke aanpassing van het internet om te blijven functioneren en te kunnen blijven groeien.

Technische gebruikers hebben baat bij IPv6 wanneer ze apparaten op het eigen netwerk, zoals een eigen NAS, webcam of IoT-apparaat, direct willen kunnen benaderen. Doordat IPv6 zonder NAT werkt, kan de firewall specifieker hiervoor worden geopend. Biedt de internetprovider inmiddels IPv6, dan is het tijd ermee aan de slag te gaan en te leren. Want IPv6 maakt vooral duidelijk hoezeer we verknocht zijn geraakt aan zijn voorganger.

▼ Volgende artikel
Keuzehulp: de 9 beste smartphones tot 600 euro
Huis

Keuzehulp: de 9 beste smartphones tot 600 euro

Zoek je een nieuwe smartphone en mag-ie wel wat kosten? Met maximaal 600 euro op zak heb je de keuze uit veel topmodellen waar je nog jaren plezier van hebt. Welke toestellen bieden een scherpe prijs-kwaliteitverhouding of springen er om een andere reden uit? ID.nl licht de 9 beste smartphones tot 600 euro uit.

Top 9 beste smartphones tot 600 euro (in willekeurige volgorde)

• Samsung Galaxy S24 FE
• Apple iPhone SE (2022)
• Google Pixel 8a
• Google Pixel 7
• Fairphone 4
• Samsung Galaxy S22
• Motorola Edge 50 Neo
• OnePlus Nord 4
• Samsung Galaxy A55

1. Samsung Galaxy S24 FE

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy S24 FE is een geduchte concurrent voor de S24, want hij is vrijwel even goed en kost 100 euro minder. Wij raden twijfelaars daarom de S24 FE aan, en de S24 voor wie dit toestel in een compacter jasje wil.

Plus- en minpunten
  • Complete specificaties
  • Zeven jaar updates
  • Opladen gaat relatief langzaam
  • Slechts 128 GB in basismodel

De Samsung Galaxy S24 is een uitstekende smartphone, maar ook best prijzig. Voor wie een goedkopere versie van de S24 wil en bereid is om wat compromissen te sluiten, is er de Galaxy S24 FE. Die FE staat voor Fan Edition, maar wij zijn vooral fan van een degelijke telefoon voor een schappelijke prijs. De S24 FE biedt een luxe ontwerp, is water- en stofdicht en kan net als de S24 draadloos opladen. Het toestel heeft een groter 6,7-inch scherm. Hiermee is hij even groot als de S24 Plus, die een stuk duurder is. In de FE-telefoon vind je echter dezelfde processor, ruim voldoende werkgeheugen (8 GB) en vrijwel dezelfde, goede camera's. De opslagcapaciteit bedraagt in het basismodel slechts 128 GB. Dat vinden we krap, dus kan het verstandig zijn om eenmalig meer te betalen voor de 256GB-variant. De accu van de S24 FE gaat probleemloos een lange dag mee. Opladen via de usb-c-kabel duurt langer dan bij concurrerende smartphones. Jammer, maar geen punt als je gewend bent het toestel 's nachts op te laden. De Samsung Galaxy S24 FE verslaat de concurrentie met zijn updatebeleid. Deze smartphone krijgt maar liefst zeven jaar updates, dus tot in 2031 zit je goed.

Lees verder in onze uitgebreide Samsung Galaxy S24 FE-review.

©Rens Blom

2. Apple iPhone SE (2022)

Goed
Conclusie

De iPhone SE (2020) was een schot in de roos. Een compacte iPhone met goede specificaties, zeker vijf jaar updates en een prijs onder de 500 euro: daar was een doelgroep voor. De nieuwere iPhone SE (2022) weet hetzelfde publiek te bereiken en verdient als vreemde eend in de bijt een plaatsje in deze koopgids.

Plus- en minpunten
  • Razendsnel
  • Updatebeleid
  • Verouderd scherm
  • Beperkte camera

De iPhone SE (2020) was een schot in de roos. Een compacte iPhone met goede specificaties, zeker vijf jaar updates en een prijs onder de 500 euro: daar was een doelgroep voor. De nieuwere iPhone SE (2022) weet hetzelfde publiek te bereiken en verdient als vreemde eend in de bijt een plaatsje in deze koopgids. Er zijn immers geen smartphones die zo compact (4,7 inch) en licht (144 gram) zijn als deze iPhone. Een toestel dat bovendien sneller is dan alle concurrenten, en dat is te danken aan zijn A15 Bionic-processor, die je kunt kennen uit de iPhone 13-serie. 

Ook de softwareondersteuning van minimaal vijf jaar hoort bij de top in dit prijssegment. De iPhone SE (2022) legt het op andere technische vlakken echter af tegen de concurrentie. Zo toont het scherm slechts een HD-resolutie, is de enkele 12megapixel-camera beperkt in mogelijkheden en komt het iPhone 8-ontwerp wat ouderwets over.

Jammer is dat ook de Lightning-poort bewaard is gebleven, terwijl de concurrentie een handige usb-c-poort gebruikt. De verkoopprijs is een paar tientjes hoger ten opzichte van de iPhone SE (2020). De prijs-kwaliteitverhouding van de iPhone SE (2022) is daarom minder goed, maar voor een bepaalde doelgroep is het de beste smartphone.

Lees ook onze uitgebreide review van de iPhone SE (2022)

©Joris Peterse

3. Google Pixel 8a

Uitstekend
Conclusie

Ben je op zoek naar een ‘gewoon goede’ smartphone die alles doet wat je wilt én die lang updates krijgt? Dan kunnen we de Google Pixel 8a van harte aanraden.

Plus- en minpunten
  • Bijzonder compleet
  • Zeven jaar updates
  • Weinig prijsverschil met betere Pixel 8
  • Opladen duurt lang

Ben je op zoek naar een ‘gewoon goede’ smartphone die alles doet wat je wilt én die lang updates krijgt? Dan kunnen we de Google Pixel 8a van harte aanraden. Deze telefoon, opvolger van de Pixel 7a, heeft een goed 6,1-inch oledscherm en is water- en stofdicht. Je kunt hem dus probleemloos in de regen of badkamer gebruiken. Het toestel heeft dezelfde snelle processor en evenveel werkgeheugen als de duurdere Pixel 8 en beschikt over 128 GB of 256 GB opslagcapaciteit. Wil je lang met de telefoon doen, dan is de 256GB-versie de betere keuze.

De Pixel 8a gaat een dag mee op een accubeurt en kan opladen via usb-c of een draadloze oplader. Fijn dat je twee mogelijkheden hebt, al gaat het opladen in beide gevallen relatief langzaam in vergelijking met concurrerende telefoons. Belangrijker vinden we de camera's. Die van de Pixel 8a zijn erg goed, ook in het donker.

Helemaal vrolijk worden we van het updatebeleid van de smartphone. Google geeft de Pixel 8a liefst zeven jaar updates – zowel Android-upgrades als beveiligingsupdates. Je kunt het toestel dus compleet en veilig gebruiken tot in 2031. Grote kans dat je tegen die tijd al een andere smartphone hebt.

Lees verder in onze uitgebreide Google Pixel 8a-review.

©Rens Blom

4. Google Pixel 7

Fantastisch
Conclusie

Compacte smartphone met erg goede camera's en fijne software die lang updates krijgt.

Plus- en minpunten
  • Camera's
  • Software en updatebeleid
  • Opladen duurt langer
  • Kortere accuduur

De Google Pixel 7 is een heel interessante smartphone als je geeft om rustige software met snelle en langdurige softwareondersteuning én goede camera's. Dit toestel is ontwikkeld door Google, dat ook de ontwikkelaar is van het Android-besturingssysteem waar de telefoon op draait. Dat betekent dat Android-updates en beveiligingsupdates direct van de bron komen, en snel ook. Je kunt rekenen op versie-updates 14, 15 en 16 en beveiligingsupdates tot de herfst van 2027. Fijn!

Dan de camera's. De Pixel 7 heeft er twee: een hoofdcamera en een groothoekcamera voor extra wijde beelden. De camera's werken samen met slimme Google-software om tot bijzonder scherpe, kleurrijke en realistische foto's en video's te komen. In deze prijsklasse kun je eigenlijk geen telefoon kopen met betere camera's.

Los van deze pluspunten is de Pixel 7 ook een erg prettige smartphone. Hij ligt fijn in de hand en is niet te groot (6,3 inch), is lekker snel en heeft voldoende opslagcapaciteit (standaard 128 GB). De accuduur is een nadeel, want bij zwaarder gebruik is de accu vóór het slapengaan leeg. Opladen gaat bovendien niet bijster snel, waardoor het relatief lang duurt voordat de accu weer vol is.

Lees verder: onze Google Pixel 7 review

©Joris Peterse

5. Fairphone 4

Uitstekend
Conclusie

De Fairphone 4 is ook een vreemde eend in de bijt in deze smartphonekoopgids. Het toestel wil namelijk niet de beste specificaties voor de laagste prijs bieden, zoals veel concurrerende telefoons dat proberen. Nee, de Fairphone 4 heeft ‘gewoon prima’ hardware.

Plus- en minpunten
  • Ethisch en duurzaam
  • Zelf te repareren
  • Lomp
  • Onduidelijk updatebeleid

De Fairphone 4 is ook een vreemde eend in de bijt in deze smartphonekoopgids. Het toestel wil namelijk niet de beste specificaties voor de laagste prijs bieden, zoals veel concurrerende telefoons dat proberen. Nee, de Fairphone 4 heeft ‘gewoon prima’ hardware. 

Waar deze smartphone – van een Nederlands bedrijf! – zich mee onderscheidt, is zijn aanpak. Zo is de Fairphone 4 gemaakt van zo veel mogelijk duurzaam gewonnen grondstoffen en betaalt Fairphone de Chinese fabrieksarbeiders een fatsoenlijk salaris. Daarnaast is de smartphone zo ontworpen dat je zelf de accu kunt vervangen (zeldzaam!) en andere onderdelen kunt repareren (nog zeldzamer!). Van het scherm en de camera's tot de usb-c-poort en de luidspreker; Fairphone verkoopt de onderdelen gewoon op zijn website en legt stap voor stap uit hoe je de telefoon repareert in het geval van een defect. 

Het modulaire ontwerp maakt de Fairphone 4 wel wat lomp. Fijn is dat het merk vijf jaar garantie geeft op de Fairphone 4. Fairphone belooft ook vijf jaar softwareupdates voor de telefoon, maar specificeert niet hoeveel jaar versie- en beveiligingsupdates je kunt verwachten. Dat is dan weer jammer. Hopelijk komt er met de jaren een duidelijker updatebeleid.

Lees ook onze uitgebreide Fairphone 4 review

©Wesley Akkerman

6. Samsung Galaxy S22

Goed
Conclusie

Populaire smartphone wordt steeds goedkoper, maar kan dankzij het lange updatebeleid nog jaren mee.

Plus- en minpunten
  • Prijs-kwaliteitverhouding
  • Nog jaren updates
  • Kortere accuduur
  • Geen oplader meegeleverd

De Samsung Galaxy S22 is een topsmartphone uit begin 2022, maar is vandaag de dag nog altijd een goede keuze. Niet alleen omdat hij honderden euro's goedkoper is dan bij de introductie, maar ook omdat de specificaties nog steeds prima zijn en Samsung jarenlang updates garandeert. Je kunt nog wat versie-updates verwachten en beveiligingsupdates rollen uit tot het voorjaar van 2027.

Als je de Galaxy S22 nu neemt, krijg je een relatief compact (6,1 inch) toestel met een luxe behuizing die water- en stofdicht is en draadloos kan opladen. De smartphone is redelijk goed met één hand te bedienen en heeft een erg mooi oledscherm. Ook is de Galaxy S22 lekker snel en heeft hij voldoende opslagcapaciteit: minimaal 128 GB. De drie camera's achterop bevallen eveneens goed. De hoofdcamera en groothoeklens maken mooie foto's en video's, ook in het donker. De zoomcamera is kwalitatief iets minder, maar nog steeds ruim voldoende en is een fijne toevoeging.

Over het accugedeelte zijn we wat minder enthousiast. De accuduur is aan de korte kant, Samsung levert geen oplader mee en met de juiste oplader duurt het opladen via de usb-c-aansluiting best lang. En draadloos nog langer.

Lees ook onze review van de Samsung Galaxy S22

©Joris Peterse

7. Motorola Edge 50 Neo

Uitstekend
Conclusie

Met de Edge 50 Neo levert Motorola een uitstekende midrange smartphone af. Het toestel heeft een licht en relatief handzaam ontwerp, een goed scherm, complete specificaties en krijgt vijf jaar updates.

Plus- en minpunten
  • Compact, lichtgewicht ontwerp
  • Compleet in functies
  • Slachtoffer van Motorola's strategie
  • Niet de snelste processor

De Motorola Edge 50 Neo is een uitstekende smartphone als je op zoek bent naar een middenklassemodel dat je goed met één hand kunt bedienen. Dit toestel weegt 171 gram – minder dan veel concurrenten – en heeft een 6,4-inch scherm. De kunstleren achterkant laat geen vingerafdrukken zien en biedt meer grip dan andere materialen. Het scherm is van goede kwaliteit en we zijn onder de indruk van de zee aan opslagcapaciteit (512 GB) en 12 GB werkgeheugen. Hoewel de processor niet de snelste in dit prijssegment is, doet de Motorola Edge 50 Neo het prima.

We kunnen het toestel een dag gebruiken voordat hij aan de oplader moet. Opladen kan snel via een usb-c-kabel (de adapter moet je zelf regelen) of draadloze oplader. Dat draadloos opladen is zeker niet standaard in deze prijsklasse en dus mooi meegenomen. De drie camera's achterop zijn van goede kwaliteit. Handig is de telecamera met zoomfunctie, die overdag beter werkt dan bij minder licht. Prettig is Motorola's updatebeleid van vijf jaar. Wel gek is dat de Edge 50 Neo hiermee langer updates krijgt dan duurdere Motorola-smartphones. Niet erg als je de Edge 50 Neo kiest, wel als je al een duurder Motorola-toestel hebt.

Nieuwsgierig geworden? Lees hier onze uitgebreide Motorola Edge 50 Neo-review.

©Rens Blom


8. OnePlus Nord 4

Uitstekend
Conclusie

Uitstekende smartphone krijgt lang updates en heeft een scherpe prijs.

Plus- en minpunten
  • Lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Drukke softwareschil
  • Snelle oplader niet meegeleverd

De OnePlus Nord 4 is een van onze favoriete smartphones als je maximaal 500 euro wilt uitgeven aan een nieuw toestel. Dat komt omdat de Nord 4 een prettig totaalpakket biedt. En dat begint al bij het ontwerp. De telefoon heeft een luxe en stevige behuizing van aluminium en kan tegen een regenbui. Het 6,74-inch oledscherm is groot en toont scherp beeld en mooie kleuren. Het toestel is erg snel, heeft 12 GB werkgeheugen en een ruime opslagcapaciteit van 256 GB. Je kunt voor een paar tientjes meer ook een model met 16 GB/512 GB kopen, al is die upgrade zeker niet broodnodig.

De smartphone imponeert vooral met zijn accuduur. Een bovengemiddeld grote 5500-mAh accu houdt het toestel zeker een lange dag draaiende. Jammer is dat OnePlus adverteert met een 100-watt snellader om de accu snel op te laden. Die oplaadadapter moet je echter los kopen voor een lieve 60 euro. Wij laden het toestel dan maar – langzamer – op met een andere adapter.

Blijer worden we van het updatebeleid. OnePlus geeft de Nord 4 vier jaar Android-upgrades en zes jaar lang beveiligingsupdates. Je kunt dit toestel dus heel lang comfortabel en veilig blijven gebruiken. Van de drukke OnePlus-softwareschil, die allemaal extra apps en games toevoegt, zijn we minder gecharmeerd.

Geïnteresseerd geraakt? Lees hier onze volledige OnePlus Nord 4-review.

©Rens Blom

9. Samsung Galaxy A55

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy A54 was in 2023 een van onze favoriete midrange smartphones, en zijn opvolger kan ons in 2024 goed bekoren. Samsung heeft het voor elkaar gekregen om de telefoon een meer premium gevoel te geven dan het prijskaartje doet vermoeden.

Plus- en minpunten
  • Complete smartphone
  • Vijf jaar updates
  • Opladen duurt best lang
  • Drukke software

De Samsung Galaxy A54 was in 2023 een van onze favoriete midrange smartphones, en zijn opvolger kan ons in 2024 goed bekoren. Samsung heeft het voor elkaar gekregen om de telefoon een meer premium gevoel te geven dan het prijskaartje doet vermoeden. Zo heeft de A55 een luxe behuizing van aluminium en glas, waar een uitstekend oledscherm in zit. Het scherm is beter dan dat van concurrerende smartphones.

We zijn ook blij met de water- en stofdichte behuizing, de vlotte processor en de accu die probleemloos een hele dag meegaat. De camera's bevallen ook heel aardig en het is prettig dat Samsung vijf jaar updates garandeert, zodat je de A55 veilig kunt gebruiken tot 2029.

Het is wel jammer dat Samsung de A55 niet op alle punten beter wist te maken dan zijn voorganger. Zo blijft de selfiecamera van eenvoudige kwaliteit, gaat het opladen nog steeds best traag (met 25 watt) en stopt de fabrikant zijn Android-softwareschil vol met nóg meer commerciële apps. Gelukkig kun je een groot deel van die apps gewoon verwijderen. Wij vinden al die commerciële toevoegingen echter niet thuishoren op een midrange telefoon, maar zijn onder de streep erg enthousiast over de Galaxy A55.

▼ Volgende artikel
Gezellig bij de cv-kachel: combineer warmte en sfeer in huis
Huis

Gezellig bij de cv-kachel: combineer warmte en sfeer in huis

Een knisperend houtvuur op een koude winteravond is het toppunt van gezelligheid, maar het blijft een van de minst efficiënte manieren om het huis te verwarmen. Zo'n haard wordt doorgaans alleen ingezet als aanvullende warmtebron. Toch kun je deze energie veel efficiënter gebruiken zodat niet alleen de woonkamer maar het hele huis profiteert van de haard, hout- of pelletkachel.

Dit artikel in het kort:

Als je sfeer en verwarming wilt combineren, kun je kiezen voor de zogenoemde cv-kachel. Dit is een verwarmingstoestel voor mensen die veel eigen hout hebben, die houden van de charme van een houtvuur en die de gasrekening willen verlagen. En wanneer je met een buffervat werkt, is het zelfs mogelijk om ook het kraanpwater met deze cv-kachels te verwarmen.

Handig en een grote tuin? Check dan ook dit artikel: Altijd warm en knus in de tuin zitten met een zelfgebouwde buitenhaard

De ideale warmteverdeling

Een cv-houtkachel verwarmt niet alleen de kamer waar de kachel of haard is opgesteld, maar ook het bestaande cv-systeem. Deze technologie is ondertussen sterk geëvolueerd op vlak van milieuvriendelijkheid en efficiëntie.

Bij de oudere cv-houtkachels was de warmteverdeling vaak niet optimaal. Daarmee bedoelen we dat het snel te warm werd in de woonkamer, maar dat de rest van de woning onvoldoende op temperatuur kwam. De ideale cv-kachel geeft een derde van zijn warmte af aan de woonkamer en twee derde aan de centrale warming. Het evenwicht tussen de kachelverwarming in de kamer en de verwarming van het cv-water moet goed geregeld zijn. Dat noemt men de dimensionering.

Gaat het om een kleine woonkamer, dan kan er bijvoorbeeld een kleiner kachelglas worden geplaatst. Een goede cv-kachel is zelfs uitgerust met een functie die de kachel of haard zachter of harder laat branden afhankelijk van de warmtevraag.

©https://nordicfire.nl

Werking

Laten we beginnen met een waarschuwing voor de handige Harry's … Je kunt geen bestaande houtkachel zonder risico ombouwen tot een cv-houtkachel. Begin er dus niet aan. De cv-kachel wordt aangesloten op de aanvoer- en retourleiding van het cv-systeem. Het koude water wordt aangevoerd en wanneer het water in de leiding de juiste temperatuur heeft bereikt, zal een pomp het water langs of door een warmtewisselaar leiden. Vaak is die warmtewisselaar een dunne buis in spiraalvorm, die als je hem zou uitrekken wel 35 meter lang zou zijn. De warmtewisselaar is afgescheiden van het vuur en zorgt voor een optimale luchtverdeling. Het verwarmde water wordt vervolgens door het cv-systeem gepompt dat de radiatoren of vloerverwarming verwarmt.  

Houd je voeten warm, ook tijdens de koudste dagen!

Vind jouw perfecte paar pantoffels en geniet van ultiem comfort thuis!

Buffervat of niet?

Ruwweg kunnen we de werking verdelen in twee basissystemen. In een bestaande woning met radiatoren worden de leidingen die uit de kachel komen, aangesloten op de cv-ketel. Op die manier nemen de radiatoren de energie rechtstreeks over. Wanneer het in huis voldoende warm is, valt de cv-ketel stil. Het is dus belangrijk dat de cv-kachel goed is gedimensioneerd. Dat betekent dat het vermogen van de cv-kachel is afgestemd op het vermogen van de ketel. 

© https://www.ddg.be

Het tweede systeem is bedoeld voor nieuwbouw met vloerverwarming. Daar werkt men met een buffervat van 500 à 800 liter. De cv-kachel verwarmt het water in het buffervat en daarvandaan wordt de warmte verdeeld naar de vloerverwarming. Zo'n buffervat kan ook worden aangesloten op een warmtepomp, zodat er altijd voldoende warm water is.

Een buffervat is geschikt voor systemen op lage temperatuur, zoals vloerverwarming en lagetemperatuur-radiatoren. In dat geval werken de cv-kachel en de warmtepomp samen. Is het water in het buffervat op temperatuur gebracht door de cv-kachel, dan hoeft de warmtepomp niet aan het werk. Het rendement van de optie met buffervat ligt iets hoger dan de optie zonder buffervat.

Een bijkomend voordeel van een buffervat is dat de kachel ook tapwater, bijvoorbeeld om te douchen, verwarmt. Wanneer er heel veel warm tapwater wordt gevraagd, springt de cv-ketel of warmtepomp mee in. 

© https://www.ddg.be

CV-HAARD VERSUS CV-PELLETKACHEL

Behalve dat de ene met houtblokken wordt gestookt en de andere met pellets, zijn er nog belangrijke verschillen. Bij een cv-pelletkachel zitten de belangrijkste componenten al in de behuizing: de waterpomp, een drukvat, de kranen en de beveiligingsnippels. Bij een cv-houthaard moeten die nog los worden aangeschaft en aangesloten. Dat is werk voor de specialist. Bovendien is de pelletkachel elektronisch gestuurd en zal die automatisch lager gaan stoken wanneer de warmtevraag afneemt of stopt.

© https://nordicfire.nl/

Prijzen en besparing

Je moet natuurlijk de routine hebben om consequent te stoken, hout te verzamelen en regelmatig de haard of kachel schoon te maken. Deze moeite levert je geen windeieren op. Je kunt hiermee de gasrekening met de helft verlagen. Door 's avonds te stoken en het buffervat op te warmen, kun je de dag daarna van de opgeslagen energie genieten en ben je minder de speelbal van de schommelde energieprijzen.

Een cv-kachel kost tussen de 8000 en 10.000 euro, plaatsing inbegrepen. De prijs ligt dus hoger dan die van de gascondensatieketel. Het is ook duurder dan een gewone kachel, maar het rendement is wel veel groter. Verder heeft zo'n cv-kachel nauwelijks meer onderhoud nodig dan een gewone houtkachel. Je mag de kachel zelf onderhouden, maar het is verstandig om na vijf jaar een professional te vragen om de warmtewisselaar en het ruitje na te kijken. Dit kost zo'n 200 euro. Wel kun je met een speciale borstel de warmtewisselaar reinigen.

Voordelen van een cv-kachel

  • De warmte verspreidt zich over meerdere ruimtes, dus het comfort is hoger dan bij een gewone kachel.

  • Verwarmen met hout blijft veel voordeliger dan verwarmen met gas.

  • De sfeer van een knisperend haardvuur.

  • Een cv-houtkachel kan prima gecombineerd worden met zonnepanelen. Op zonnige dagen levert de zonneboiler de warmte en op de koude dagen neemt de kachel de warmtelevering voor zijn rekening.

  • Heb je geen zin om met hout te stoken, dan neemt de cv-ketel of warmtepomp de verwarming over.

Nadelen

  • De installatie kun je niet zelf, het vereist kennis.

  • Je moet de kachel regelmatig vullen met hout.

  • Een goede cv-kachel is duur.

  • Een buffervat neemt veel ruimte in.

© https://nordicfire.nl/

En het milieu?

De Europese wet Ecodesign 2022 is streng en stelt eisen aan het minimale rendement van de producten. De fabrikanten hebben zich moeten aanpassen, want ze mogen niet langer zomaar alle houtkachels op de markt brengen. Kachels mogen nog maar 40 milligram fijnstof per kubieke meter uitstoten en moeten ze een rendement halen van minimaal 75 procent. Bij oude kachels lag het rendement op slechts 20 procent. Daarbij is de juiste installatie en het bijpassend rookkanaal ook belangrijk. 

Lees ook: Haard of houtkachel aan? Zo verbeter je de trek in de schoorsteen

Veiligheid

Het is belangrijk dat de cv-haard zijn geproduceerde warmte in het huis kwijt kan. Wanneer het water van cv-haard een te hoge temperatuur bereikt, zijn er enkele beveiligingen. Als er een te hoge temperatuur dreigt te ontstaan, wordt de warmtewisselaar langzaam gekoeld met koud leidingwater tot de temperatuur uit de gevarenzone is. Het koelwater wordt naar de riolering geleid. Hierdoor zal de cv-installatie geen druk verliezen en hoeft het systeem ook niet bijgevuld te worden.

Bovendien is er een overdrukventiel dat zorgt dat de druk niet te veel kan oplopen. Cv-kachels worden ook voorzien van een thermische beveiliging. Deze meet de temperatuur in de kachel en zal de cv-houtkachel beschermen tegen oververhitting. 


🔥Nog even sparen voor een cv-kachel? Geniet vast van de sfeer met een gezellig haardje