ID.nl logo
IP-adressen raken op: Alles over IPv6
© PXimport
Huis

IP-adressen raken op: Alles over IPv6

Het internetprotocol is een van de bouwblokken van het internet. Het regelt dat er wereldwijd gecommuniceerd kan worden tussen apparaten die elk een uniek ip-adres hebben. Die ip-adressen zijn hun identificatie, maar vormen ook meteen de reden dat we nu over moeten van IPv4 naar IPv6: de adressen zijn namelijk op. Maar wat is IPv6 precies en wat betekent het voor het thuisnetwerk?

Het internet is een ongekend succes geworden, veel groter dan de ontwerpers ooit hebben voorzien. De meeste van hun ontwerpbeslissingen staan dan ook nog fier overeind, op één na: de keuze om 32 bit te gebruiken voor de adressen van alle systemen in het netwerk.

Met 32 bit zijn er maximaal 232 (4.294.967.296) unieke ip-adressen mogelijk. Dat lijkt veel, maar is minder dan er mensen op aarde zijn en nog veel minder dan het aantal apparaten dat verbinding met het internet wil maken. De oplossing zit in het vergroten van de adresruimte van 32 bit bij versie 4 van het internetprotocol (IPv4) naar 128 bit bij versie 6 (IPv6). 

Het beschikbare aantal ip-adressen neemt hierdoor toe van 232 naar 2128, oftewel van ruim 4 miljard bij IPv4 naar 4 miljard × 4 miljard × 4 miljard × 4 miljard bij IPv6. Dat zijn 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 (of kortweg 340 sextiljoen) unieke adressen.

©PXimport

De ruim 4 miljard ip-adressen van IPv4 zijn op

-

Hoe belangrijk is het internetprotocol?

Het OSI-model is een schematische weergave van datacommunicatie. Het onderscheidt zeven lagen met elk eigen functionaliteit. De onderste twee lagen zijn het fysieke netwerk en de datalinklaag, zeg maar de kabels en het signaal dat daarover gaat. Op dit niveau handelen netwerkswitches het verkeer af op basis van het MAC-adres van elke netwerkkaart. Deze adressen zijn door de hardware bepaald en alleen bekend binnen het eigen netwerk.

Om data over meerdere netwerken te versturen, is een logische adressering nodig met zelf te configureren, wereldwijd unieke adressen. Deze functionaliteit levert het internetprotocol op laag 3. Het maakt netwerkverkeer routeerbaar, wat wil zeggen dat informatie naar elk ander ip-adres gestuurd kan worden én terug. De router, een ‘laag3-apparaat’, speelt hierbij een belangrijke rol.

Hexadecimaal

Zo eenvoudig als het klinkt, zo ingrijpend is het vergroten van de adresruimte in werkelijkheid. Niet alleen alle apparaten moeten leren om te gaan met IPv6-adressen, zelf zijn we ook zeer vertrouwd geraakt met IPv4-adressen. De 32 bits van een IPv4-adres worden doorgaans geschreven als vier blokken van elk 8 bit. En omdat je met 8 bit 256 verschillende waarden kunt aanduiden, levert dat vier keer een reeks op van 0 tot 255. In de doc-decimaal-notatie zijn dat alle combinaties tussen 000.000.000.000 en 255.255.255.255. Bijvoorbeeld 8.8.8.8 van de DNS-server van Google en 104.110.191.58 van nieuwssite Nu.nl.

Een IPv6-adres van 128 bit uitschrijven, zoals we van IPv4 gewend zijn, is praktisch onmogelijk. IPv6-adressen worden daarom niet decimaal, maar hexadecimaal genoteerd als 8 blokken van elk 16 bit (vier tekens), en tussen elk blok een dubbele punt. Hexadecimaal betekent dat we van de decimale tien cijfers (0 tot en met 9) overgaan naar zestien cijfers. Hexadecimaal voegt er ‘a’ (= 10) tot en met ‘f’ (= 15) aan toe. Zo is 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd dus een geldig IPv6-adres, maar niet makkelijk te onthouden of even te pingen.

©PXimport

Eigenlijk nog minder adressen

Het tekort aan IPv4-adressen wordt versterkt doordat 7 procent van de 4,5 miljard mogelijke adressen in gebruik is voor specifieke doelen. Zo werken de 20 miljoen ip-adressen in de reeksen 10.0.0.0 – 10.255.255.255, 172.16.0.0 – 172.16.255.255 en 192.168.0.0 – 192.168.255.255 alleen binnen een lokaal netwerk. Deze adressen, bekend van thuisnetwerken, worden niet op internet gerouteerd.

Dit geldt ook voor 0.0.0.0 – 0.255.255.255 en 127.0.0.0 – 127.255.255.255, die voor interne communicatie worden gebruikt, en de maar liefst 268 miljoen adressen in de reeks 224.0.0.0 – 239.255.255.255, die in gebruik zijn voor multicast-communicatie zoals streamingdiensten, waarbij netwerkverkeer van één naar velen gaat.

Van de 4,5 miljard IPv4-adressen zijn er maar 3,7 miljard echt bruikbaar

-

Versimpelde notatie

Om de IPv6-notatie te vergemakkelijken, is een aantal regels afgesproken om vooral het aantal nullen te beperken. Allereerst worden in elk blok de voorloopnullen weggelaten. Het blok :0db8: wordt dus geschreven als :db8:.

Voor blokken met alleen nullen gelden nog verdere regels. Staan er vanaf links gezien meerdere blokken met alleen nullen, dan worden deze helemaal weggelaten. Er worden dan alleen twee dubbele punten genoteerd, ook wanneer het dus drie of vier blokken met nullen betreft. Dat lijkt verwarrend, maar omdat het totaal aantal blokken altijd acht is, zie je direct hoeveel blokken met alleen nullen zijn weggelaten. 

Dit samenvoegen en weglaten gebeurt enkel met de eerste aansluitende blokken met alleen nullen. Staan er verder naar rechts ook nog blokken met alleen nullen, dan wordt elk daarvan apart genoteerd als :0:.

©PXimport

IPv6-adressen zijn niet alleen langer, ze zijn ook complexer in gebruik

-

Het eerdergenoemde IPv6-adres 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd wordt dus uiteindelijk geschreven als 2001:db8::34f4:0:0:f3dd. De nullen aan het begin van elk blok zijn weggelaten, het derde en vierde blok met alleen nullen zijn geschreven als twee keer een dubbele punt, en de blokken zes en zeven die ook alleen nullen bevatten, zijn elk geschreven als :0:.

Omgekeerd werkt het precies zo. Blokken met minder dan vier tekens worden aangevuld met nullen. Van 2001:db8::34f4:0:0:f3dd heeft het tweede blok maar drie tekens, daar moet dus een 0 voor. Dan staan er twee dubbele punten. Omdat het adres uit acht blokken bestaat en er hier maar zeven staan, weet je dat de :: staat voor twee blokken met elk vier nullen. 

Dan volgt er nog twee keer :0: en ook daarvan weet je dat er alleen nullen zijn weggelaten. Elk daarvan vervang je door een blok met vier nullen. En zo levert 2001:db8::34f4:0:0:f3dd toch weer het adres 2001:0db8:0000:0000:34f4:0000:0000:f3dd op.

©PXimport

Maar we hebben toch NAT?

Network Address Translation (NAT) is een verzameling technieken om adresinformatie in datapakketjes te veranderen. De router gebruikt NAT wanneer die de niet-routeerbare ip-adressen van het thuisnetwerk bij uitgaande verbindingen vervangt door het publieke ip-adres dat je van de internetprovider krijgt. Veel systemen delen dan één IPv4-adres.

Toch is NAT geen oplossing voor het tekort aan IPv4-adressen, want daarvoor heeft NAT te veel beperkingen. Zo kan niet elke netwerktoepassing er even goed mee overweg en is er ook geen echte end-to-end-verbinding tussen systemen. NAT maakt internet ook onveiliger, doordat individuele gebruikers niet meer te onderscheiden zijn. Dat maakt het opsporen en blokkeren van bijvoorbeeld fraudeurs en overlastgevers onmogelijk.

Kiest een internetprovider er vanwege de schaarste aan IPv4-adressen voor om zelf NAT toe te passen, dan verdwijnen grote groepen gebruikers achter één ip-adres. De kwaliteit en snelheid van de internetverbinding zullen hierdoor drastisch afnemen, terwijl de provider de kosten die hij hiervoor maakt alleen maar kan doorberekenen aan de klanten. Dit maakt IPv6 de enige echte oplossing voor de beperkingen van IPv4.

©PXimport

IPv6 betekent het einde van Network Address Translation

-

Het subnetmasker

In het geval van IPv4 hoort bij elk adres een netwerkmasker. Dit ligt als het ware over het IPv4-adres heen en laat zien welk deel daarvan het netwerk aanduidt en welk deel het apparaat. Veel thuisnetwerken hebben subnetmasker 255.255.255.0. Daarbij geven de eerste 24 bits van het IPv4-adres het netwerk aan en blijven er 256 ip-adressen over voor het netwerk. In plaats van het subnetmasker uit te schrijven, wordt ook wel het aantal bits genoemd. 255.255.255.0 is dan /24, terwijl /8 betekent dat alleen het eerste groepje van drie cijfers het netwerkdeel aanduidt.

IPv6 gebruikt dezelfde CIDR-notatie. Daarbij wordt alleen niet van een subnetmasker gesproken, maar van een prefix. Krijg je nu bij een internetverbinding doorgaans één IPv4-adres, met IPv6 verandert dit radicaal. De internetprovider geeft elke IPv6-klant een prefix van doorgaans /48 (KPN) of /56 (Ziggo). Dit levert enorme aantallen IPv6-adressen op. Bij /48 zijn het alleen al 65.536 lan-segmenten, waarbij elk segment /64 oftewel 18.446.744.073.709.551.616 IPv6-adressen groot is. En al deze IPv6-adressen zijn routeerbaar en kunnen dus zonder NAT met elk ander systeem op het internet communiceren.

©PXimport

IPv6 op het thuisnetwerk

Bij IPv6 stopt de router met NAT. Naast andere belangrijke taken, zoals het controleren van de communicatie middels de firewallfunctie, gaat het apparaat voortaan daadwerkelijk routeren. Omdat de communicatie nu echt end-to-end wordt, betekent dit ook dat in de logging van de server op het internet voortaan het IPv6-adres van de pc of tablet op het thuisnetwerk staat, in plaats van dat ene publieke ip-adres waarachter alle thuisnetwerkapparaten schuilgingen.

Wil je zelf juist een service aanbieden vanaf het thuisnetwerk, dan gebeurt dit bij IPv4 en NAT middels portforwarding. Op de router wordt een netwerkpoort aangewezen waarop een binnenkomende netwerkstroom zich moet melden. Die wordt vervolgens doorverwezen naar een ip-adres (op het thuisnetwerk) dat aan die portforwarding gekoppeld is.

Met IPv6 vervalt portforwarding, maar dit wil niet zeggen dat er niets geconfigureerd moet worden. Op een goede router wordt net als bij IPv4 ook al het binnenkomend IPv6-verkeer standaard geblokkeerd. Om een service op het thuisnetwerk toegankelijk te maken vanaf het internet, moet je deze actie dus nog steeds expliciet toestaan. Alleen gebeurt dit bij IPv6 niet door portforwarding, maar door deze mogelijkheid rechtstreeks in de firewall te configureren en de verbinding naar het IPv6-adres van het betreffende systeem te openen. 

Dat alle systemen met de komst van IPv6 onbeschermd toegankelijk zijn, is een van de hardnekkige sprookjes rond het nieuwe internetprotocol.

©PXimport

Een firewall zal ook elke binnenkomende verbinding naar een IPv6-adres blokkeren

-

Hoe ver zijn de providers?

Voor de internetproviders is de overgang naar IPv6 een enorm project. De uitrol naar eindgebruikers is daarvan de laatste fase. KPN biedt nagenoeg al zijn klanten inmiddels IPv6 en doet dat naast IPv4: dit wordt ‘dual-stack’ genoemd en is momenteel de meest toekomstvaste configuratie.

In vergelijking met KPN loopt Vodafone/Ziggo nog wat achter. Inmiddels is IPv6 in de helft van het vaste netwerk beschikbaar, al zijn er nog wel verschillen tussen de voormalige Ziggo- en UPC-gebieden. Actuele gegevens over IPv6 in Nederland en de mate van ondersteuning door de providers vind je via https://kwikr.nl/ipv6nl.

Meerdere adressen

Anders dan bij IPv4 heeft bij IPv6 elk systeem in het netwerk bijna standaard niet één, maar meerdere IPv6-adressen. Het eerste IPv6-adres is er zelfs al voordat IPv6 op het netwerk is geactiveerd. Dit is het link-lokaal-adres en dit begint altijd met fe80:. Het fe80-adresblok is gereserveerd voor link-lokaal unicast-netwerkadressering, niet-routeerbaar netwerkverkeer binnen het eigen netwerk.

Als er verder niets is geconfigureerd, wordt het deel van het ip-adres achter het eerste blok afgeleid van het MAC-adres van de netwerkkaart. De methode waarmee dit gebeurt, heet EUI-64 (Extended Unique Identifier). Het komt er in het kort op neer dat het MAC-adres van 48 bit in twee delen wordt opgeknipt, er wordt een extra blok FFFE ingevoegd en tot slot wordt de 7de bit van het MAC-adres omgedraaid. Deze bit staat bij een MAC-adres altijd op 0 en wordt nu dus veranderd in een 1.

Het hebben van een link-lokaal-adres is een vereiste voor IPv6 op elke netwerkverbinding. Dat geldt niet voor het tweede veelvoorkomende IPv6-adres, het Unique Local Address (ULA). Deze adressen lijken nog het meest op de private adressen van IPv4. Ze mogen vrij gebruikt worden en zijn niet centraal geregistreerd. Ze zijn routeerbaar, maar alleen binnen eigen netwerkomgevingen, niet op het grote internet.

Het derde adres is het global IPv6-adres en dit is het adres dat komt uit de prefix die wordt toegewezen door de internetprovider. Dit is het ‘echte’ IPv6-adres. Dit is er minimaal één, maar het kunnen er ook heel goed meer zijn.

De ULA-adressen zorgen ervoor dat communicatie binnen het netwerk blijft werken, ook als de global-adressering, die afhankelijk is van de toewijzing door de provider, faalt of niet beschikbaar is.

©PXimport

Bij IPv6 heeft elk systeem al snel meerdere ip-adressen

-

Ook DHCP verandert

De overgang naar IPv6 verandert ook de manier waarop systemen een ip-adres krijgen. Bij IPv4 worden in bedrijfsnetwerken ip-adressen meestal per systeem handmatig uitgegeven, terwijl thuis en op kleinere netwerken DHCP wordt gebruikt. Hierbij is er in het netwerk een DHCP-server actief, vaak een nevenfunctie van de router, die elk systeem dat verbinding maakt een ip-adres en het adres van de router geeft.

Omdat IPv6-netwerken veel groter zijn, is het handmatig toewijzen van ip-adressen praktisch ondoenlijk en zelfs ongewenst. Voor het thuisnetwerk wordt DHCPv6-PD de nieuwe standaard, waarbij de letters PD staan voor ‘prefix delegation’. De router in het thuisnetwerk vraagt aan de IPv6-DHCP-server van de internetprovider niet om een volledig adres, maar om een prefix. Zodra hij die heeft ontvangen, kan de thuisrouter uit die adresruimte van doorgaans 48 of 56 bit IPv6-adressen uitgeven aan de systemen op het thuisnetwerk, maar kan hij deze ook opdelen in meerdere kleinere IPv6-netwerken.

Hiervoor zijn in IPv6 meerdere technieken beschikbaar. Stateful Address Autoconfiguration lijkt nog het meest op DHCP zoals we dat nu kennen. De configuratie wordt verricht door een DHCPv6-server die behalve IPv6-adressen ook prefixen en zelfs adressen van DNS-servers kan meesturen.

Een tweede techniek is Stateless Address Autoconfiguration (SLAAC). Deze ligt bij thuisnetwerken meer voor de hand. De thuisrouter is dan niet meer een eigen DHCP-server, maar een DHCP-client van de DHCPv6-server van de internetprovider. De thuisrouter geeft geen IPv6-adressen uit, maar geeft slechts de prefix door die hij heeft ontvangen. Elk netwerkapparaat vult de prefix vervolgens aan volgens de EUI-64-methode.

De configuratie gebeurt dus voor een groot deel automatisch en er is geen centraal systeem dat bijhoudt welk systeem welk adres gebruikt. Een nadeel van SLAAC is dat er geen DNS-serveradressen mee worden gestuurd. De oplossing ligt vooral in combinaties van DHCP-technieken, maar dit is afhankelijk van de mogelijkheden van de router.

©PXimport

Apparatuur

Om gebruik te maken van IPv6 in het thuisnetwerk, moeten de apparaten in dat netwerk het natuurlijk ondersteunen. Voor een pc of notebook is dat geen probleem, net zomin als voor de meeste tablets en smartphones.

Het grootste probleem zijn apparaten met embedded software, zoals veel ‘slimme’ en IoT-apparaten. Zeker wanneer deze al wat ouder zijn, is de kans groot dat er geen nieuwe firmware of software is die eventueel ontbrekende IPv6-ondersteuning toevoegt. Dat is best ironisch, want juist de komst van grote aantallen van deze apparaten zorgden ervoor dat de IPv4-adressen opraakten.

Voorlopig blijft het probleem beperkt, doordat IPv4 en IPv6 nog lange tijd naast elkaar gebruikt zullen worden. Het naast elkaar gebruiken van twee verschillende netwerken wordt ook wel ‘dual-stack’ genoemd (zie kader: ‘Hoe ver zijn de providers?’). NAT blijft onverminderd actief voor al het IPv4-verkeer. Dit is eigenlijk de minst gunstige van alle mogelijke vormen van dual-stack.

©PXimport

Tijd om te beginnen

De meeste gebruikers zullen weinig merken van de overgang naar IPv6. Het is niet zoals met 5G dat het internet ineens sneller wordt en er nieuwe toepassingen ontstaan. IPv6 biedt niet echt nieuwe mogelijkheden, het is meer een noodzakelijke aanpassing van het internet om te blijven functioneren en te kunnen blijven groeien.

Technische gebruikers hebben baat bij IPv6 wanneer ze apparaten op het eigen netwerk, zoals een eigen NAS, webcam of IoT-apparaat, direct willen kunnen benaderen. Doordat IPv6 zonder NAT werkt, kan de firewall specifieker hiervoor worden geopend. Biedt de internetprovider inmiddels IPv6, dan is het tijd ermee aan de slag te gaan en te leren. Want IPv6 maakt vooral duidelijk hoezeer we verknocht zijn geraakt aan zijn voorganger.

▼ Volgende artikel
Wanneer moet je de vriezer ontdooien? Zo weet je dat het tijd is (en hoe je het aanpakt)
© Maksim Shebeko
Huis

Wanneer moet je de vriezer ontdooien? Zo weet je dat het tijd is (en hoe je het aanpakt)

De vriezer ontdooien staat bij weinig mensen hoog op het verlanglijstje. Toch is het een klus die je niet eindeloos kunt uitstellen. IJsafzetting in je vriezer kost energie, beperkt de ruimte én verkort de levensduur van het apparaat. In dit artikel lees je wanneer het tijd is voor actie én hoe je het handig en veilig aanpakt.

In dit artikel krijg je antwoord op de volgende vragen:

  • Wanneer moet je je vriezer ontdooien?
  • Waarom is het belangrijk om je vriezer regelmatig te ontdooien?
  • Hoe maak je je vriezer het beste schoon?

Lees ook: Hoe vaak moet je je koelkast schoonmaken?

Hoe weet je dat je vriezer toe is aan een ontdooibeurt?

Begin je te merken dat de lades stroef schuiven of zelfs niet meer goed dichtgaan? Dan is dat een duidelijk signaal: er zit te veel ijs tegen de wanden. Behalve dat het onpraktisch is, zorgt die ijslaag er ook voor dat je vriezer harder moet werken om koud te blijven. Dat zie je terug op je energierekening én je belast het systeem onnodig.

IJs ontstaat vooral door warme, vochtige lucht die telkens naar binnen stroomt als je de deur opent. Die lucht condenseert tegen de vriezerwanden en bevriest daar. Hoe vaker en hoe langer je de deur open laat staan, hoe sneller het probleem zich opbouwt.

Heb je een vriezer met No Frost-technologie? Dan zit je goed: die voert het vocht actief af en voorkomt ijsvorming. Toch is ook dan een regelmatige schoonmaak – een à twee keer per jaar – aan te raden. Bij oudere modellen zonder No Frost kan het nodig zijn om je vriezer elk kwartaal te ontdooien.

En ruik je bij het openen van je vriezer een muffe geur? Grote kans dat er iets mis is. Open verpakkingen, bedorven etenswaren of vocht van half bevroren producten kunnen gaan stinken. Tijd voor een schoonmaakbeurt.

Lees ook: Deze functies kun je allemaal vinden op een vriezer

©Yanukit - stock.adobe.com

Zo ontdooi en reinig je je vriezer stap voor stap

Klaar om aan de slag te gaan? Volg dan deze eenvoudige werkwijze:

Trek de stekker eruit

Veiligheid eerst: schakel de vriezer volledig uit.

Leeg de vriezer volledig

Haal alle etenswaren eruit. Gebruik een koeltas met koelelementen of zet ze tijdelijk buiten als het koud genoeg is.

Verwijder de lades

Laat ze op kamertemperatuur komen voor je ze schoonmaakt; zo voorkom je barsten of scheurtjes.

Laat het ijs smelten

Zet de deur open en wacht rustig af. Wil je het proces versnellen? Zet dan een emmer heet water in de vriezer en sluit de deur weer. Na ongeveer 30 minuten zou het meeste ijs los moeten laten.

Verwijder ijsresten voorzichtig

Gebruik nooit een mes of schroevendraaier! Neem liever een warme, natte doek of haal het ijs voorzichtig met de hand weg.

Maak de binnenkant schoon

Gebruik een sopje van warm water met een beetje afwasmiddel of soda. Vermijd agressieve geuren of chloor: die blijven hangen in het plastic.

Droog alles goed af

Zorg dat je vriezer helemaal droog is voordat je de stekker weer in het stopcontact steekt. Zo voorkom je dat er direct weer ijs ontstaat.

Zet de vriezer weer aan en vul hem opnieuw

Laat de vriezer eerst goed op temperatuur komen voordat je de producten terugplaatst. Voilà – je vriezer is weer als nieuw!

Toe aan een nieuwe vriezer? Soms is ontdooien en schoonmaken niet genoeg. Werkt je vriezer niet meer efficiënt, blijft hij lawaai maken of is het energieverbruik de pan uit gerezen? Dan is het misschien tijd om afscheid te nemen. Vooral oudere modellen zonder No Frost kunnen flink wat stroom slurpen. Een nieuwe, energiezuinige vriezer – liefst met No Frost – bespaart je tijd, geld én frustratie.

Lees ook: 12 tips tegen vieze geurtjes in huis

▼ Volgende artikel
De vergeten tools van Windows, ken jij ze nog?
© Chananporn - stock.adobe.com
Huis

De vergeten tools van Windows, ken jij ze nog?

Windows kent flink wat verborgen of mogelijk vergeten programma’s die je waarschijnlijk niet of nog nauwelijks gebruikt. Het zijn een beetje de ‘vergeten groenten’ van Windows. Denk aan het klassieke Configuratiescherm, het Windows X-menu, het venster met speciale tekens en nog meer verborgen parels. Laten we ze eens afstoffen!

In dit artikel laten we een heel aantal verborgen en/of vergeten functies van Windows zien. Misschien heb je er nog wat aan!

  • Het venster Speciale tekens
  • Snel overzicht van de aanwezige gebruikersaccounts
  • Tekst op je scherm optimaliseren
  • Schijven bekijken en beheren via Schijfbeheer
  • Opstartgedrag instellen met msconfig
  • Alle info over je pc in Systeeminformatie
  • Snel de netwerkverbinding uit- en inschakelen
  • Problemen analyseren met de Betrouwbaarheidsgeschiedenis en Logboeken
  • Klembordgeschiedenis
  • Back-ups maken via Bestandsgeschiedenis
  • Processen live monitoren met Broncontrole
  • RAM controleren met Geheugencontrole
  • Automatisch opruimen met Opslaginzicht
  • Stapsgewijze uitleg vastleggen met Stappenbeschrijving
  • Instellingen aanpassen met Lokaal groepsbeleid (Windows Pro)
  • Risicovolle software testen in Windows Sandbox (Windows Pro)

Eens wat anders? Meer dan een achtergrond: zo pas je Windows tot in detail aan

Vreemde tekens

Ben je druk aan het typen en kom je erachter dat je een vreemd teken nodig hebt? Vraag een overzicht op via het venster met speciale tekens. Dit onderdeel is diep verborgen in Windows, maar is wel handig. Het laat je snel vreemde tekens verwerken in je document, bijvoorbeeld in Word.

Open het Startmenu en typ Speciale tekens. Een overzicht verschijnt. Kies het gewenste lettertype boven in het venster. Heb je een teken gevonden, dan selecteer je het en dubbelklik je erop om het te plaatsen in Te kopiëren tekens. Klik op Kopiëren. Vervolgens kun je het teken in je eigen document plakken (met de toetscombinatie Ctrl+V). In het venster vind je ook de optie Geavanceerde weergave. Hiermee krijg je toegang tot extra opties, zoals het kiezen van een tekenset en het zoeken naar specifieke karakters door ze te beschrijven (bijvoorbeeld: ‘uitroepteken’).

Snelle toegang tot vreemde tekens, ongeacht de gebruikte app.

Gebruikersaccounts

Heb je behoefte aan een snel overzicht van de gebruikersaccounts in Windows? Je kunt een lijst opvragen. Open het venster Uitvoeren en typ Control userpasswords2. Klik op OK. Op de tab Gebruikers zie je welke gebruikers op de computer aanwezig zijn. Dubbelklik erop om de details te bekijken. Zo zie je onder meer op de tab Groepslidmaatschap welke rechten de gebruiker heeft (bijvoorbeeld Administrator of Standaardgebruiker).

Klassiek Configuratiescherm

Hoewel het Windows-instellingenvenster inmiddels het klassieke Configuratiescherm grotendeels heeft overgenomen, is de oude versie nog zeker aanwezig in Windows. Open hiervoor het Startmenu en typ Control. Via het Configuratiescherm heb je nog altijd toegang tot een flinke set instellingen.

ClearType aanpassen

ClearType is ingebakken in Windows en zorgt ervoor dat letters vloeiend op je scherm worden getoond. Wist je dat ClearType meerdere modi kent en je normaal gesproken de kans niet krijgt om de meest optimale modus voor je ogen en het gebruikte beeldscherm te selecteren? Open het Startmenu en typ cttune, gevolgd door Enter. Een wizard opent. Doorloop de verschillende vensters en geef aan van welke ClearType-modus je gebruik wilt maken.

Laat de letters op het beeldscherm er nog beter uitzien.

Schijfbeheer

Dacht je dat de verkenner alle informatie toont over de schijven en indeling van de computer? Dan heb je Schijfbeheer nog niet gezien. Open het Startmenu en typ diskmgmt.msc. Boven in het venster zie je de aanwezige schijven en partities. Je ziet van welk bestandssysteem gebruik wordt gemaakt, wat de status van de schijf is, welke capaciteit deze heeft en welk gedeelte van de schijf nog beschikbaar is. De onderste helft van het venster visualiseert de schijven en geeft aan hoe elke schijf is ingedeeld. Veel computers beschikken bijvoorbeeld over een verborgen Windows-herstelpartitie: of dat het geval is, zie je in dit overzicht. Klik erop met de rechtermuisknop voor aanvullende opties. Zo kun je hier de stationsletter aanpassen, maar ook de grootte van een partitie aanpassen. Veiligheid staat natuurlijk voorop; zorg daarom altijd voor een goede back-up van de bestanden voordat je wijzigingen aanbrengt via Schijfbeheer.

Gedetailleerde informatie over de schijven en partities.

Systeemconfiguratie

Ook deze verborgen tool mag niet ontbreken in ons lijstje: Systeemconfiguratie. Open wederom het Startmenu en tik msconfig. Het onderdeel geeft je informatie over de manier waarop Windows wordt opgestart (via de tab Algemeen), maar geeft ook controle over de services en andere onderdelen die tijdens de start worden geladen.

Open de tab Services voor een overzicht van aanwezige services. Bij Status zie je of ze actief of gestopt zijn. Verwijder het vinkje bij een service die je niet nodig hebt. Die functie is uiteraard alleen bedoeld voor de meer gevorderde gebruiker en als je weet waarvoor de services zijn bedoeld.

Op de tab Hulpprogramma’s vind je een lijst met handige programma’s en hun beschrijving. Maak je gebruik van een multibootsysteem met meerdere besturingssystemen? Op de tab Computer opstarten kun je kiezen welk besturingssysteem standaard moet worden geladen en hoelang het opstartmenu in beeld moet blijven.

Systeeminformatie

Wil je álles weten over je computer? Dan komt het onderdeel Systeeminformatie goed van pas. In het geopende Startmenu typ je msinfo. Aan de linkerkant zie je de verschillende categorieën waarover je de informatie kunt opvragen. Rechts in het venster vind je alle relevante details. Kies Systeemoverzicht voor een totaalweergave, waarin je onder meer ziet welke processor wordt gebruikt en welke versie de firmware van je computer heeft.

Wil je bepaalde informatie delen met anderen (bijvoorbeeld voor probleemoplossing), dan kies je voor Bestand / Exporteren. Je kunt de gegevens daarmee in een tekstbestand opslaan. Via het zoekvenster onderin (of via Ctrl+F) kun je met behulp van trefwoorden zoeken naar specifieke informatie.

Alles wat je moet weten over de computer vind je hier.

Netwerk onder controle

Je kent het ongetwijfeld: bij problemen even snel de netwerkverbinding willen herstellen door deze in en uit te schakelen. In Windows 11 is dat aardig weggestopt en al helemaal voor bekabelde verbindingen. Gelukkig is het klassieke Configuratiescherm-onderdeel nog beschikbaar. Open het Startmenu en typ ncpa.cpl. Het venster netwerkverbindingen verschijnt: alle draadloze én bekabelde verbindingen overzichtelijk in beeld, zonder opsmuk. Klik erop met rechts voor snelle acties, zoals Uitschakelen of Eigenschappen.

Handig: snel je netwerk in- en uitschakelen.

Betrouwbaar of niet

Windows houdt bij hoe het is gesteld met de prestaties van de machine. Heeft de computer een vastloper of gebeurt er iets onverwachts, dan wordt dit bijgehouden. De betrouwbaarheidscontrole geeft je een goed beeld van wat er mogelijk misgaat. Open het Startmenu en typ Betrouwbaarheid. Kies Betrouwbaarheidsgeschiedenis weergeven. In een tijdlijn lees je hoe de machine zich in de afgelopen tijd heeft ontwikkeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende incidenten, zoals kritieke gebeurtenissen, waarschuwingen en informatieve meldingen. Klik op een datum om te zien wat er op die dag aan de hand is. Dubbelklik op een onderdeel om de details te bekijken.

Hoe betrouwbaar is jouw computer?

Logboeken

Heb je de betrouwbaarheidsgeschiedenis bekeken en behoefte aan iets meer informatie over bepaalde gebeurtenissen op de computer? Het onderdeel Logboeken komt hiervoor van pas (in Startmenu typ je Logboeken). Klik links op Windows-logboeken. Bij Systeem zie je bijvoorbeeld welke systeemactiviteiten (inclusief fouten) hebben plaatsgevonden. Selecteer een vermelding om de details te bekijken. Op deze manier kun je eventuele fouten die je eerder in de betrouwbaarheidsgeschiedenis hebt gezien, koppelen aan meer informatie over de fout zelf.

Lokaal groepsbeleid

‘Editor voor lokaal groepsbeleid’ is niet de meest uitnodigende naam, maar in de praktijk is dit wel een interessant verborgen onderdeel van Windows 11 Pro. Hoewel dit programma primair is bedoeld voor bedrijven en netwerken met meerdere computers, kun je het ook thuis prima gebruiken om Windows naar je hand te zetten. Open het Startmenu en typ gpedit.msc. Klap de sectie Computerconfiguratie / Beheersjablonen uit. Hier vind je de verschillende Windows-onderdelen die je onder handen kunt nemen.

Via Startmenu en Taakbalk kun je bijvoorbeeld specifieke opties uit het Startmenu verwijderen of alle pop-upmeldingen laten verdwijnen. Ga wel voorzichtig te werk: dit verborgen Windows-onderdeel is krachtig en kan problemen geven als je onzorgvuldig te werk gaat. En helaas: in de Home-editie van Windows 11 is het niet beschikbaar.

Dit zijn veel opties die je normaal alleen via het Windows-register kunt aanpassen.

Geavanceerdere Windows-functies nodig?

Schaf de Pro-versie aan

Windows Sandbox

Maak je gebruik van de Pro-versie van Windows 11, lees dan even verder. Die versie bevat namelijk Windows Sandbox. Met Sandbox kun je een instantie van Windows draaien in een afgebakende omgeving (ofwel in een virtuele machine). In de Sandbox kun je vervolgens programma’s (of bestanden die je niet helemaal vertrouwt) proberen, zonder dat je hiermee je primaire Windows-omgeving vervuilt. Bij het sluiten van Sandbox wordt alles gewist: de volgende keer begin je weer met een schone lei.

Open het Startmenu, typ Windows-onderdelen en kies Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Zet een vinkje bij Windows Sandbox. Na installatie open je het via het Startmenu. Een nieuw venster met volledige Windows-omgeving verschijnt. Houd je het voor gezien? Sluit het venster simpelweg om alles te wissen.

In Windows Sandbox kun je zonder problemen zaken uitproberen.

Klembordgeschiedenis

Op een gemiddelde dag kopieer en plak je aardig wat items. Heb je een item nodig dat je eerder hebt gekopieerd? Maak dan gebruik van de klembordgeschiedenis. Druk op Windows-toets+V en zie daar: een compact venster met een overzicht van eerder gekopieerde items. Klik op het item dat je nodig hebt om het weer te plakken. Of klik op de drie puntjes om het item uit de lijst te verwijderen (als je het toch niet meer nodig hebt). Je kunt items ook vastmaken: klik op de bijbehorende punaise zodat het onderdeel altijd zichtbaar blijft. Handig!

De klembordgeschiedenis houdt bij wat je eerder hebt gekopieerd.

Bestandsgeschiedenis

We blijven nog even in de geschiedenismodus en wel met het verborgen onderdeel Bestandsgeschiedenis. Hiermee kun je kopieën maken van je bestanden en in geval van nood terugkeren naar een eerdere versie van dat bestand. Je kunt Bestandsgeschiedenis alleen gebruiken in combinatie met een externe schijf (inclusief een netwerkschijf).

Open het Startmenu en typ bestandsgeschiedenis. Klik op Inschakelen. Vervolgens geef je aan welke locatie je wilt gebruiken: klik links op Station selecteren. Wil je dat er van specifieke mappen niet een back-up wordt gemaakt, dan kies je hierna voor Mappen uitsluiten / Toevoegen en wijs je deze mappen aan. Via Geavanceerde instellingen kun je de werking verder naar je hand zetten. Zo geef je hier op hoe vaak een kopie van bestanden moet worden gemaakt en hoelang de back-ups bewaard moeten blijven. Om bestanden later terug te zetten, kies je links in het venster voor Persoonlijke bestanden terugzetten.

Broncontrole

Heb je zin om écht de diepte in te gaan, bijvoorbeeld om te zien waardoor de computer opeens trager wordt of slecht reageert? Maak dan gebruik van Broncontrole (open het Startmenu en typ broncontrole). Hier zie je per belangrijk systeemonderdeel (processor, schijf, netwerk en geheugen) hoe de prestaties zijn. Broncontrole geeft aan welke processen beslag leggen op het systeem. Reageert de computer bijvoorbeeld traag omdat de processor continu in gebruik is, dan kun je in het vak Processor de processen sorteren en ontdekken wie hieraan schuldig is. Je kunt vervolgens de boosdoener uitschakelen: klik erop met de rechtermuisknop en kies Proces beëindigen.

Windows-toets+X

Gemak schuilt soms in een klein hoekje. Ken je de toetscombinatie Windows-toets+X al? Dit menu geeft je toegang tot een flinke set handige Windows-onderdelen, zoals Taakbeheer, Zoeken, het venster Uitvoeren en de Logboeken. Bovendien kun je via dit menu de computer snel uitschakelen of je afmelden bij Windows.

Geheugencontrole

Sommige programma’s helpen je met het opsporen van mogelijke computerproblemen. Goed voorbeeld hiervan is Geheugencontrole, waarmee je het werkgeheugen van de machine controleert. Open het Startmenu en typ geheugencontrole. Zorg ervoor dat je al je werk hebt gesloten en klik op Nu opnieuw opstarten en zoeken naar problemen. De computer start opnieuw op en de controle wordt uitgevoerd. Bij eventuele problemen stelt Geheugencontrole je hiervan op de hoogte.

Het werkgeheugen neem je onder de loep met de Geheugencontrole.

Opslaginzicht

Veel van de besproken vergeten Windows-onderdelen gaan al flink wat Windows-versies mee. Dat geldt niet voor alle onderdelen, zoals Opslaginzicht. Dit onderdeel helpt je bij het in bedwang houden van de bestanden op je computer. Het maakt bijvoorbeeld automatisch ruimte vrij en verwijdert tijdelijke bestanden.

Open de Windows-instellingen (Windows-toets+I) en kies Systeem / Opslag / Opslaginzicht. Uiteraard zorg je dat de optie Windows probleemloos laten werken door automatisch tijdelijke systeem- en app-bestanden op te schonen is geactiveerd. Onder Gebruikersinhoud automatisch opschonen kun je opslaginzicht inschakelen en aangeven wanneer het moet worden uitgevoerd. Standaard is dat bij weinig vrije schijfruimte, maar dagelijks, wekelijks of maandelijks behoort ook tot de mogelijkheden. Om de controle en optimalisatie direct uit te voeren, klik je op de knop Opslaginzicht nu uitvoeren (onder in het venster).

Stappenbeschrijving

Uiteraard word je regelmatig door vrienden en familie gevraagd om ze op computergebied uit de brand te helpen. Juist dan kan het verborgen onderdeel Stappenbeschrijving goed van pas komen (open het Startmenu en typ Stappenbeschrijving). Dit programma maakt screenshots van de schermen waarin je iets uitlegt en geeft aan waarop je klikt. Op basis van die stappen kun je anderen helpen en laten zien hoe je het probleem oplost.

Klik op Opname starten en voer de stappen uit. Klik hierna op Stoppen en beoordelen. Een overzicht van alle stappen verschijnt. Via Opmerking toevoegen kun je aanvullende informatie opgeven. Klik hierna op Opslaan om het bestand als zip-bestand te bewaren en met anderen te delen. Microsoft geeft overigens al enige tijd via een melding in het programma aan dat Stappenbeschrijving wordt uitgefaseerd, maar gelukkig is dat nog niet gebeurd.

Watch on YouTube