ID.nl logo
Houd zelf de controle over je privacy
Huis

Houd zelf de controle over je privacy

Als je een beetje gemiddeld leeft, sta je waarschijnlijk in enkele honderden databases. Jij wordt namelijk op veel manieren gevolgd, zowel door de overheid als door bedrijven. Via je betaalgedrag, bonuskaarten, internetgedrag, sociale netwerken, gps-tracking via je mobieltje tot zelfs het afluisteren in je eigen huis via je slimme tv of andere apparatuur. Is er eigenlijk nog wel zoiets als privacy, en hoe houd je daar zelf nog controle over?

Het is inmiddels vier jaar nadat er miljoenen documenten van de NSA werden ontvreemd. Sinds de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden weten we hoe de Amerikaanse inlichtingendiensten iedere beweging die we online maken, kunnen volgen. Ook in Nederland is er weinig wat je online nog kunt doen dat niet kan worden opgemerkt. Enkele maanden geleden kwamen er nóg meer geheime documenten bovendrijven, dit keer over een andere inlichtingendienst (de CIA), waaruit bleek dat maar weinig ‘slimme’ apparaten zijn die níet te hacken zijn. Zulke onthullingen doen vermoeden dat het slecht gesteld is met onze privacy. Dat lijkt niet echt te verbeteren onder het bewind van de nieuwe Amerikaanse president Trump.

Ook nu we in ons eigen land verregaande bevoegdheden geven aan de AIVD en de politie, (zoals de twee recente beveiligingswetten die in het afgelopen jaar door de Tweede Kamer zijn goedgekeurd, zie paragraaf ‘Hacken door de politie’), lijkt het soms wel alsof we weinig hebben geleerd van de grootste onthullingen ooit. Maar dat is niet helemaal waar. Uit de CIA-lekken blijkt weliswaar dat de inlichtingendiensten veel mogelijkheden tot afluisteren hebben, maar ook dat encryptie werkt. Bovendien groeit het bewustzijn over veiligheid en privacy onder gebruikers. Steeds meer Nederlanders zijn zich bewust van waar ze kunnen worden afgeluisterd, maar ook van wat ze delen op diensten als Facebook en Google. En uiteindelijk is dat wat privacy is: kunnen kiezen wat je deelt en met wie je dat doet.

©PXimport

Honderden databases

Het is moeilijk te zeggen in hoeveel databases een gemiddelde Nederlandse burger staat, omdat dat vaak moeilijk te controleren is. Het zijn er waarschijnlijk wel veel meer dan je denkt. Schattingen lopen uiteen van honderden tot enkele duizenden bestanden. Dat zijn zowel overheidsdatabases als gegevensbestanden van commerciële partijen. Juist omdat Nederlanders in zoveel databases staan, is de overheid een programma begonnen waarmee een flink aantal overheidsinstellingen door al die databases naar bepaalde burgers zoeken en gegevens aan elkaar koppelen, bijvoorbeeld om fraude op te sporen. Dat programma, SyRI, werkt automatisch met big data en algoritmes. Een huis waar op papier bijvoorbeeld vijf kinderen wonen maar waar weinig water wordt verbruikt, is dan al verdacht.

Encryptie

Een van de belangrijkste tools om zelf te bepalen met wie je jouw data deelt, is encryptie. Hiermee houd je berichten geheim voor iedereen behalve de ontvanger en jijzelf. Encryptie is de laatste jaren steeds meer gemeengoed geworden. Een paar jaar geleden was het nog bijzonder als een chat-app zich specifiek richtte op privacy en veiligheid. Dat is ook waarom Telegram begin 2014 zoveel aandacht kreeg: het was één van de weinige apps die encryptie en veiligheid van gebruikers zo serieus leek te nemen. Al bleek later dat het zelfontworpen encryptieprotocol zo lek als een mandje was.

Geen luxe, maar een vereiste

Anno 2017 is goede versleuteling geen luxe meer, maar bijna een vereiste voor nieuwe apps. Zeker op smartphones is goed te zien dat het belang van encryptie wordt ingezien. Apple voegde al in 2010 versleuteling toe aan iOS 4, maar het werd pas standaard in iOS 8. In navolging daarvan is ook de opslag van Android-toestellen vanaf versie 6.0 standaard versleuteld, zodat je er alleen in kunt komen met een pincode of swipe-beweging. Ook binnen apps wordt encryptie steeds meer de standaard, een norm die door het veelgebruikte WhatsApp werd gezet. De chat-app kondigde in 2015 aan standaard end-to-end-versleuteling in te schakelen voor alle gesprekken. De uitrol ging langzaam, en gold eerst alleen voor Android- of juist iOS-gebruikers onderling en werd pas veel later voor groepsgesprekken uitgerold. Inmiddels is iedere versie van WhatsApp voorzien van aes256-encryptie, dezelfde standaard die ook wordt gebruikt bij opensource-alternatief Signal. Ook bedrijven waarvoor het bestuderen van je gesprekken een verdienmodel is, zoals Facebook en Google, moesten met respectievelijk Messenger en Allo toegeven dat gebruikers behoefte hadden aan versleuteling.

De in maart dit jaar uitgelekte CIA-documenten bevestigen dat encryptie werkt. Opsporingsdiensten worstelen er namelijk mee. Ondanks de duizenden zero-days die het agentschap tot haar beschikking had, was het ¬– als één van de machtigste instellingen ter wereld – toch niet opgewassen tegen de versleuteling die het gratis WhatsApp en Signal aanbieden. Als de CIA of NSA een bericht van WhatsApp of Signal wil onderscheppen, moet het gebruikmaken van een lek in het onderliggende besturingssysteem.

©PXimport

(On)veilig Telegram

Toen Telegram in 2014 werd uitgebracht, was het een van de meest toegankelijke apps die zich op veiligheid richtte. WhatsApp had toen nog geen versleuteling en Signal werkte nog niet op iedere telefoon. Als snel bleek Telegram echter helemaal niet zo veilig. Zo werden alle berichten op een centrale server opgeslagen en beveiligd met een inmiddels achterhaalde versleuteling (SHA1-hash). Ook bleken de makers een eigen encryptieprotocol te hebben geschreven, dat al snel door beveiligingsonderzoekers werd afgeschoten. Inmiddels lijkt Telegram juist één van de minste veilige chat-apps te zijn. Waar WhatsApp en Signal beide dezelfde encryptie gebruiken, raden we toch het gebruik van Signal aan. WhatsApp slaat namelijk nog wel metadata op en verstuurt je contactenlijst naar eigenaar Facebook. Signal slaat geen metadata op en verstuurt ook geen gegevens naar derde partijen. Nog lang niet iedereen zit op Signal, maar als jij alvast overstapt, volgen er vast meer.

De beste privacy met pgp

Encryptie is één van de belangrijkste onderdelen in de strijd voor privacy. Pgp (‘Pretty Good Privacy’) is een encryptiestandaard die zelden in opspraak komt. Het protocol wordt gebruikt om veilige e-mails te versturen en bestaat al sinds 1991. Waar de versleuteling van WhatsApp in 2014 voor veel discussie onder veiligheidsspecialisten zorgde, ligt pgp amper onder vuur. Het was de manier waarop Edward Snowden contact zocht met Guardian-journalist Glenn Greenwald... en als het voor zo’n zaak wordt gebruikt, weet je dat het met de beveiliging wel snor zit.

Dat pgp nooit zo’n probleem is geweest voor de opsporingsdiensten, heeft mogelijk te maken met het gebruiksgemak – of liever het gebrek daaraan. Wie een mail wil versturen via pgp moet daarvoor gebruikmaken van een privésleutel én een openbare sleutel. Dat is meer dan alleen een wachtwoord: iemands openbare sleutel is vaak een flinke lap tekst dat in de vorm van een asc-bestand moet worden gedownload en daarna nog in een emailcliënt moet worden geïmporteerd. Mailen met pgp lukt bovendien ook niet vanuit ieder mailprogramma, je hebt er meestal add-ons of andere extra software voor nodig. Toch zou het goed zijn als iedereen pgp zou gebruiken. Privacy begint bij jezelf. In dit artikel leggen we uit hoe je e-mail versleutelt met pgp.

©PXimport

De strijd om de iPhone

Het werd ook wel de strijd om de iPhone genoemd. De FBI riep in 2016 de hulp in van Apple om een iPhone van een terreurverdachte te bekijken. Door de encryptie die standaard op iPhones staat, bleek het voor de politiedienst niet mogelijk te zien welke informatie er op de telefoon stond. Apple weigerde echter mee te werken, zelfs toen het bedrijf daardoor voor de rechter moest verschijnen. “Als de FBI één telefoon kan kraken, kan het dat straks bij allemaal en dat is slecht voor de veiligheid van iedere iPhone-gebruiker”, redeneerde de fabrikant. De strijd bleek exemplarisch voor hoe opsporingsdiensten worstelen met achterdeuren en encryptie. En hoewel de FBI uiteindelijk via een dure methode (met NAND-mirroring) het toestel wist uit te lezen, leek vooral Apple de winnaar van het juridische conflict te zijn.

Hacken door de politie

Ondanks alle veranderingen en de bekendheid die er door NSA- en CIA-lekken zijn gekomen, lijken we in Nederland niet veel te hebben geleerd van hoe zinloos grootschalig aftappen is. Bij verschillende terroristische aanslagen kwam bijvoorbeeld opnieuw naar voren dat de daders al in beeld waren bij de politie, en dat het grootschalig aftappen van meer berichten de aanslag nooit had voorkomen. Er zijn twee belangrijke wetten in Nederland grotendeels doorgevoerd die zowel de politie als de opsporingsdiensten veel bevoegdheden geven. Namelijk de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en de Wet Computercriminaliteit III. Eerst meer over de laatste. In november 2016 stemde de Tweede Kamer in met de Wet Computercriminaliteit III, een opvolger van een oudere wet met dezelfde naam. De Wet Computercriminaliteit III moet moderner worden en meer op de toekomst zijn gericht, want op het moment dat de oude wet in het leven werd geroepen, had nog niet iedereen een smartphone bij zich en ging vrijwel alle internetcommunicatie nog over de kabel.

De wet is controversieel. Er staat een aantal zaken in het voorstel waar je flinke vraagtekens bij kunt zetten. De wet wordt ook wel de terughackwet genoemd, naar één van de opvallendste onderdelen: de politie mag met de nieuwe bevoegdheden op de computers van verdachten inbreken om daar bewijs te verzamelen of bijvoorbeeld keyloggers te plaatsen. Dat vinden veel critici al te ver gaan, maar de manier waarop de politie dat straks kan doen, is misschien wel het grootste probleem van de wet. Opsporingsdiensten mogen namelijk zogeheten zero-days gebruiken om terug te hacken: gaten in software die nog niet bekend zijn bij een fabrikant.

Het gebruik van zero-days door overheidsinstellingen is controversieel, want als de politie weet van een gat in bijvoorbeeld Windows dat Microsoft zelf nog niet heeft ontdekt, betekent het dat iedereen zo’n gat kan misbruiken. Waarom zouden bijvoorbeeld de Russen niet van datzelfde gat weten? Daar komt nog bij dat dit ervoor gaat zorgen dat zero-day-lekken nog meer geld waard worden. Behalve aan criminelen kun je, als je zo’n lek ontdekt, hem ook aan de overheid verkopen. Dit gaat ervoor zorgen dat onze software en hardware langer onveilig blijft dan nodig.

©PXimport

Decryptiebevel

Het is niet alleen de politie die steeds meer bevoegdheden krijgt. Ook de Nederlandse veiligheidsdiensten hebben onder de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de ‘WIV’, ook wel de sleepnetwet genoemd) meer mogelijkheden gekregen. Namelijk de mogelijkheid om in bulk informatie af te tappen van mobiele telefoons in een bepaald gebied. Die ‘sleepnetmethode’ werd ook genoemd in de documenten van Edward Snowden, en – erger nog – in de afgelopen jaren is keer op keer duidelijk geworden dat zulke sleepnetten helemaal niet werken om bijvoorbeeld terrorisme tegen te gaan. Daarvoor is gerichte onderschepping van data veel nuttiger.

Privacy Shield

In de strijd om privacy gaat het niet alleen om privégegevens die we zelf opslaan, maar ook om dingen die we delen op sociale media. De grote hoeveelheid informatie die we al dan niet vrijwillig aan ‘gratis’ diensten zoals Facebook en Google geven, wordt ergens opgeslagen. De vraag waar dat gebeurt is een punt van debat. Facebook is opgericht in Amerika, en hoewel het merendeel van de servers in dat land staat, heeft het bedrijf ook hoofdkantoren in Ierland en andere Europese landen. Het feit dat ieder land ter wereld eigen wetten en regels heeft voor de bescherming van persoonsgegevens, maakt het adequaat beheren van de gegevens van 1,8 miljard gebruikers van Facebook een lastig probleem. Welke regels zijn waarop van toepassing? En hoelang?

Veilige haven

Om dat te regelen hadden Europese landen tot oktober 2015 een overeenkomst met de Verenigde Staten genaamd ‘Safe Harbor’, wat een ‘veilige haven’ moest garanderen voor persoonsgegevens van Europese gebruikers. Door Safe Harbor waren de Europese privacyregels van toepassing op de gegevens van Europese burgers die in Amerika waren opgeslagen. In theorie was Safe Harbor een goed akkoord, maar in de praktijk bleken er toch een hoop haken en ogen aan te zitten. Ook dat kwam naar voren uit de gelekte documenten van Edward Snowden. Die toonden namelijk aan dat de Amerikaanse inlichtingendiensten de Europese gegevens op grote schaal aftapten, en dat dat niet rechtmatig was.

Safe Harbor werd tweeënhalf jaar geleden dan ook ongeldig verklaard door het Europees Hof. Het verdrag moest van tafel, maar dat zorgde voor problemen, omdat er dan helemaal geen goede manier was om gebruikersgegevens uit te wisselen tussen de landen. Het gevolg was een nieuw verdrag, genaamd ‘Privacy Shield’. Ook daar is veel kritiek op. Zo moet het nieuwe akkoord gebruikers wederom beschermen tegen ‘massasurveillance’, maar wordt er nergens in het verdrag gespecificeerd wat daar precies onder verstaan wordt.

©PXimport

Privacyvoorvechter

Safe Harbor werd ongeldig verklaard nadat een Oostenrijkse man eiste dat Facebook zijn gegevens verwijderde. Max Schrems had zijn Facebook-profiel verwijderd, maar het bedrijf hield zijn gegevens. Na een jarenlange juridische strijd eindigde Schrems en Facebook voor het Europees Hof van Justitie, wat resulteerde in het opzeggen van Safe Harbor. Eén van de belangrijkste nieuwe onderdelen van Privacy Shield is dat een burger altijd inzicht mag vragen in de gegevens die een bedrijf van hem/haar heeft, en dat burgers het recht hebben die gegevens te laten verwijderen. In 2015 werd er ook een andere rechtszaak gevoerd door een Spanjaard die eiste dat Google zijn naam censureerde. Sindsdien is het mogelijk om zoekmachines te vragen je naam te verwijderen uit te zoekresultaten.

Hoop

Ligt onze privacy echt zo onder vuur? En is die nog wel te redden? Wie het nieuws leest krijgt al snel het idee dat de overheid en commerciële bedrijven er alleen maar op uit te zijn om ons af te luisteren, om onze data te verzamelen. En ook dat die data bij die overheden en bedrijven helemaal niet per se veilig zijn. Toch zijn er ook positieve trends gaande. Door de Snowden-lekken zijn gebruikers veel beter op de hoogte van hoe hun privacy wordt ingeperkt. En dat betekent dat ze bewuster maatregelen kunnen nemen. Bedrijven zijn steeds meer bezig met het beschermen van gebruikersgegevens en het gebruik van beveiligingsapps en speciale privacy-vriendelijke diensten groeit hard. Google mag dan wel veel van ons weten, maar het bedrijf werkt er wel hard aan om die gegevens goed te beschermen tegen inbrekers of overheidsdiensten. Zo wordt het voor gebruikers een bewuste keuze om iets te delen en krijgen ze meer controle over de manier waarop dat gebeurt.

Privacy is een kwestie van kiezen met wie je welke gegevens wilt delen, of dat nou een overheid is, een bedrijf, of je vrienden. Het is verstandig om het heft zoveel mogelijk in eigen handen te nemen. Maak bijvoorbeeld geen gebruik van de cloud van Google of Evernote, maar bouw je eigen applicatie! Zet ook zoveel mogelijk encryptie aan, maak gebruik van veilige diensten, en bedenk vooral goed welke informatie je waar plaatst. Zo word je al snel weer de baas over je eigen gegevens!

Mijn privacy is van mij!

Eigenlijk is het te gek voor woorden dat je voortdurend moet verantwoorden waarom de overheid niet alles van je mag weten. Het lijkt namelijk alsof privacy het dan altijd verliest van bijvoorbeeld terrorisme. Het feit dat je je privacy wilt behouden, speelt vooral in op een gevoel: het gevoel dat niet iedereen alles van je hóeft te weten als je dat niet wilt. Astrid Oosenbrug (PvdA), vertelde onlangs: “Google en Facebook hoef je niet te gebruiken, er zijn alternatieven. Maar bij de overheid kan dat niet, daar is het vaak verplicht. Bovendien gaat het vaak om gevoeligere gegevens, zoals je BSN”. Eén van onze belangrijkste bezwaren tegen de dataverzameling is de slechte beveiliging. De overheid verzamelt van alles maar blijkt lang niet altijd in staat te zijn dit geheim te houden voor – potentieel kwaadwillende – individuen dan wel georganiseerde misdaad. En doordat de overheid ook je BSN aan gegevens koppelt, ligt identiteitsfraude of gegevensdiefstal op de loer. Tegelijkertijd zijn er talloze voorbeelden waarom het wel degelijk gevaren kan opleveren. Een hypothetische situatie: er wordt in meerdere gemeentes gebruikgemaakt van kenteken-parkeren. Hiervoor rijdt een scanauto rond, die registreert welke auto waar staat. Stel dat jij je auto had geparkeerd in straat X, waar op die dat ook een misdrijf wordt gepleegd. Jij was stiekem in de stad om te kijken naar trouwringen, dus wilt niet dat iemand weet dát jij daar was en waarom. De politie komt aan de deur en vraagt jou waarom je daar bent geweest. Je toekomstige vrouw staat ernaast, dus je twijfelt bij het vertellen of je daar was en waarom dan. Direct ben je verdacht!

▼ Volgende artikel
Dit moet je doen als je je Chromebook niet meer aan krijgt
Huis

Dit moet je doen als je je Chromebook niet meer aan krijgt

Heb je een Chromebook die niet meer opstart? Geen paniek. Er zijn verschillende stappen die je kunt nemen om het apparaat weer tot leven te wekken. In veel gevallen is het probleem namelijk eenvoudiger op te lossen dan je denkt.

Als je Chromebook opeens niet meer aangaat, valt dit te proberen:

  • Verwijder eventuele accessoires en dongels
  • Maak de oplaadpoort schoon
  • Staat het scherm wel aan?
  • Probeer een andere kabel
  • Controleer de batterij
  • Maak gebruik van de Powerwash

Ook interessant: Chromebook en Chromebook Plus: dit zijn de verschillen

Chromebooks staan bekend om hun gebruiksgemak en scherpe prijs, en inmiddels kunnen ze ook prima offline functioneren. Maar daar heb je weinig aan als het apparaat niet opstart. Reageert je Chromebook nergens meer op? Met deze tips vergroot je de kans dat hij toch weer meewerkt.

Koppel accessoires en dongels los

Begin bij het begin: haal alle randapparatuur uit de poorten. Denk aan usb-sticks, externe muizen of dongels. Soms zorgt een aangesloten apparaat voor een stroomprobleem of een storing, waardoor de Chromebook niet goed opstart. Doet hij het na het loskoppelen weer? Sluit de accessoires dan stuk voor stuk opnieuw aan om te ontdekken welk onderdeel de boosdoener is.

Maak van je Chromebook een alleskunner met een handige dongel.

Breid eenvoudig je aansluitmogelijkheden uit!

Reinig de oplaadpoort

Een verstopte usb-poort kan ook roet in het eten gooien. Stof of vuil belemmert soms het contact tussen kabel en apparaat. Een spuitbus met perslucht is ideaal om de poort schoon te blazen. Heb je die niet bij de hand, dan kun je ook voorzichtig een plastic tandenstoker of een wattenstaafje met een beetje isopropylalcohol gebruiken. Vermijd houten stokjes, die kunnen splinters achterlaten.

Controleer of het scherm werkt

Lijkt het alsof de Chromebook niets doet? Check dan eerst of het scherm überhaupt aanstaat. Het kan gebeuren dat iemand voor de grap de helderheid op het minimum heeft gezet. Druk een paar keer op de helderheidstoets om te zien of het beeld terugkomt. Nog steeds niets? Sluit het apparaat dan eens aan op een extern scherm om te testen of de Chromebook wel signalen afgeeft.

©Google

Gebruik een andere kabel

Geen resultaat? Probeer dan een andere usb-c-kabel. Misschien ligt het simpelweg aan een defecte oplader. Als het ledlampje aangaat bij het aansluiten van een andere kabel, weet je dat het apparaat stroom krijgt. Voor de zekerheid kun je ook een ander stopcontact proberen, al is dat zelden de oorzaak.

Check de accu

Brandt het lampje, maar weigert de Chromebook alsnog dienst, dan zou de accu weleens defect kunnen zijn. In sommige gevallen kun je die zelf vervangen, maar let op: je garantie vervalt dan meestal. Het is verstandiger om contact op te nemen met de verkoper of fabrikant. Als dat niets oplevert, kun je overwegen om een reparatiespecialist in te schakelen.

©Tada Images - stock.adobe.com

Voer een Powerwash uit

Als je Chromebook nog wel opstart maar niet goed functioneert, kan een zogenoemde Powerwash uitkomst bieden. Dit is een fabrieksreset die alle gegevens wist en het systeem schoon herstart. Zorg dus dat je belangrijke bestanden vooraf veiligstelt, bijvoorbeeld in de cloud. Zo geef je je Chromebook mogelijk een tweede leven, zonder nieuwe aan te hoeven schaffen.

Zo werkt een Powerwash:
  • Zet de Chromebook aan
  • Druk tegelijk op Ctrl+Alt+Shift+R
  • Klik op 'Opnieuw opstarten'
  • Kies in het volgende scherm voor Powerwash en klik op Doorgaan
  • Volg de instructies en bevestig de reset
  • Na afloop start je de Chromebook opnieuw op en log je in met je Google-account

Alles geprobeerd?

Hopelijk helpt dit en kun je na het uitvoeren van één van deze stappen weer gebruikmaken van je Chromebook. Zo niet en ben je van plan een nieuwe Chromebook te kopen, dan is het handig om te weten wat bijvoorbeeld de verschillen zijn tussen een normale en Plus-variant. Daarnaast gaven we eerder al wat tips over het kopen van zo'n laptopvervanger en kun je hier lezen wat vijf goede opties voor een redelijk betaalbare prijs zijn.

▼ Volgende artikel
Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger
© Family Veldman
Huis

Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger

Natuurlijk kijk je naar de capaciteit en het energielabel als je een nieuwe wasmachine zoekt. Past je dekbed erin? En hoeveel verbruikt 'ie per wasbeurt? Toch zijn dat allang niet meer de enige zaken om op te letten. Moderne wasmachines zitten vol extra's die wassen makkelijker maken, en soms zelfs een beetje leuker. Wifi, stoom, automatische dosering of juist een fluisterstille motor: dit voegen die functies toe aan jouw huishouden.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Bij het kopen van een nieuwe wasmachine zijn er een paar dingen waar vrijwel iedereen als eerste naar kijkt. Bovenaan staat de trommelcapaciteit. Die bepaalt hoeveel kilo wasgoed je per beurt kunt wassen. Een klein huishouden heeft meestal genoeg aan 7 kilo, terwijl grotere gezinnen vaak kiezen voor een model met 9 kilo of meer. Het tweede punt is het energielabel. Een zuinige wasmachine met label A verbruikt minder stroom en water, wat niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor je energierekening op de lange termijn.

Ook het toerental speelt een belangrijke rol. Hoe hoger dit aantal omwentelingen per minuut – bijvoorbeeld 1400 of 1600 – hoe droger je was uit de machine komt. Dat is handig als je geen droger hebt, of gewoon minder tijd wilt kwijt zijn aan het drogen. Daarnaast letten veel mensen op het geluidsniveau. Zeker als de wasmachine dicht bij de woonkamer of slaapkamer staat, is een stille werking prettig.

Tot slot zijn de beschikbare programma's en extra functies vaak doorslaggevend. Denk aan programma's voor sportkleding, wol of allergieën, of slimme toevoegingen zoals automatische dosering van wasmiddel of een stoomfunctie. Hoe beter de functies aansluiten op je dagelijkse wasroutine, hoe fijner de machine in de praktijk werkt. Hieronder lees je meer over slimme functies die je kunt tegenkomen op je nieuwe wasmachine en waarom ze zo handig zijn.

Wasmachines met wifi: altijd verbonden, altijd controle

Een wasmachine met wifi biedt vooral gemak. Je hoeft niet meer op te staan om te checken of de was al klaar is, want dat zie je gewoon op je smartphone of tablet. Programma's starten, pauzeren of aanpassen doe je waar je ook bent: vanaf de bank, op je werk of onderweg naar huis. Dat scheelt tijd en zorgt ervoor dat je de was kunt plannen rond jouw dag, niet andersom. Bijvoorbeeld door 's ochtends vroeg het programma alvast klaar te zetten en het pas te starten wanneer je op kantoor bent.

Slimme modellen met wifi laten je ook kiezen voor het voordeligste moment om te wassen, bijvoorbeeld tijdens daluren als stroom goedkoper is. Zo bespaar je ongemerkt energie. Daarnaast houdt de app vaak bij hoeveel stroom en water je verbruikt, en krijg je suggesties om zuiniger te wassen. Sommige modellen gaan nog verder en kiezen automatisch het programma dat het beste past bij je kleding. Zo wordt alles fris en schoon zonder dat tere stoffen beschadigen. Extra functies zoals stoom of vlekkenbehandeling zijn eenvoudig aan of uit te zetten via de app. Dat maakt wassen nauwkeuriger en persoonlijker dan ooit.

©ryanking999

Stoomfunctie: minder strijkwerk, meer hygiëne

Wie het strijkijzer liever in de kast laat liggen, heeft baat bij een wasmachine met stoomfunctie. Dankzij stoomtechnologie komt kleding minder gekreukt uit de trommel. Overhemden, blouses of katoenen jurken kun je vaak meteen ophangen, zonder dat je met een strijkplank aan de slag hoeft. Maar de voordelen gaan verder dan alleen gemak.

Stoom maakt wassen namelijk ook hygiënischer. Het dringt diep door in de vezels en doodt bacteriën, pollen en huisstofmijt – handig als je een gevoelige huid hebt of last van allergieën. Ook muffe kleding die niet echt vies is, krijgt een opfrisbeurt. Denk aan een jasje dat je aan hebt gehad in de kroeg, of een trui die lang in de kast heeft gehangen en die wat muf ruikt. Door kort te stomen is je kleding snel weer draagbaar.

Automatische wasmiddeldosering: nooit meer gokken

Hoeveel wasmiddel is genoeg? Veel mensen schenken op de gok een flinke scheut in het bakje, met als resultaat overdosering, zeepresten op kleding of juist te weinig schoonmaakkracht. Wasmachines met automatische wasmiddeldosering lossen dat probleem op. Je vult een reservoir met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter, en de machine meet zelf wat er nodig is voor elke lading was.

Dit is niet alleen beter voor je kleding – die slijt minder snel en blijft langer mooi – maar ook voor je portemonnee. Je verbruikt namelijk nooit meer dan nodig. Ook fijn: je hoeft niet bij elke wasbeurt iets toe te voegen. Vaak gaat een volle tank twintig tot veertig wasbeurten mee. Dat scheelt gedoe, voorkomt verspilling en zorgt voor een constante waskwaliteit zonder dat je ergens over hoeft na te denken.

©AEG

Superstille wasmachines: wassen zonder lawaai

Wasmachines met een laag geluidsniveau zijn ideaal voor wie zijn wasmachine in de buurt van de woon- of slaapkamer heeft staan. Een model dat tijdens het centrifugeren 73 decibel of minder produceert, valt in de categorie 'stil'. Maar wie écht stil wil wassen, kiest voor een model dat maximaal 70 decibel haalt. Dat verschil lijkt klein, maar is duidelijk hoorbaar. Elke 3 decibel extra verdubbelt namelijk de geluidsintensiteit.

Deze extra stille wasmachines zijn meestal uitgerust met een koolborstelloze motor, die nauwelijks geluid maakt. In plaats van borstels gebruikt de motor een magneetsysteem om de trommel te laten draaien. Dat scheelt wrijving én lawaai. Je kunt dus gerust een was draaien terwijl je slaapt of in een videocall zit. Ook als je gebruik wilt maken van het nachttarief, zonder dat je wakker ligt van het centrifugeren, is zo'n stille wasmachine een slimme keuze.

Tot slot

Wassen is allang niet meer gewoon een kwestie van aanzetten en wachten. De functies die je tegenwoordig kunt kiezen, maken het verschil tussen 'was erin en maar zien' en gericht, zuinig en stil wassen op jouw voorwaarden. Of je nu op zoek bent naar minder strijkwerk, een stiller huishouden, energiebesparing of vooral gemak via je smartphone: deze functies maken je leven echt makkelijker.