ID.nl logo
Houd zelf de controle over je privacy
© stock.adobe.com
Huis

Houd zelf de controle over je privacy

Als je een beetje gemiddeld leeft, sta je waarschijnlijk in enkele honderden databases. Jij wordt namelijk op veel manieren gevolgd, zowel door de overheid als door bedrijven. Via je betaalgedrag, bonuskaarten, internetgedrag, sociale netwerken, gps-tracking via je mobieltje tot zelfs het afluisteren in je eigen huis via je slimme tv of andere apparatuur. Is er eigenlijk nog wel zoiets als privacy, en hoe houd je daar zelf nog controle over?

Het is inmiddels vier jaar nadat er miljoenen documenten van de NSA werden ontvreemd. Sinds de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden weten we hoe de Amerikaanse inlichtingendiensten iedere beweging die we online maken, kunnen volgen. Ook in Nederland is er weinig wat je online nog kunt doen dat niet kan worden opgemerkt. Enkele maanden geleden kwamen er nóg meer geheime documenten bovendrijven, dit keer over een andere inlichtingendienst (de CIA), waaruit bleek dat maar weinig ‘slimme’ apparaten zijn die níet te hacken zijn. Zulke onthullingen doen vermoeden dat het slecht gesteld is met onze privacy. Dat lijkt niet echt te verbeteren onder het bewind van de nieuwe Amerikaanse president Trump.

Ook nu we in ons eigen land verregaande bevoegdheden geven aan de AIVD en de politie, (zoals de twee recente beveiligingswetten die in het afgelopen jaar door de Tweede Kamer zijn goedgekeurd, zie paragraaf ‘Hacken door de politie’), lijkt het soms wel alsof we weinig hebben geleerd van de grootste onthullingen ooit. Maar dat is niet helemaal waar. Uit de CIA-lekken blijkt weliswaar dat de inlichtingendiensten veel mogelijkheden tot afluisteren hebben, maar ook dat encryptie werkt. Bovendien groeit het bewustzijn over veiligheid en privacy onder gebruikers. Steeds meer Nederlanders zijn zich bewust van waar ze kunnen worden afgeluisterd, maar ook van wat ze delen op diensten als Facebook en Google. En uiteindelijk is dat wat privacy is: kunnen kiezen wat je deelt en met wie je dat doet.

©PXimport

Honderden databases

Het is moeilijk te zeggen in hoeveel databases een gemiddelde Nederlandse burger staat, omdat dat vaak moeilijk te controleren is. Het zijn er waarschijnlijk wel veel meer dan je denkt. Schattingen lopen uiteen van honderden tot enkele duizenden bestanden. Dat zijn zowel overheidsdatabases als gegevensbestanden van commerciële partijen. Juist omdat Nederlanders in zoveel databases staan, is de overheid een programma begonnen waarmee een flink aantal overheidsinstellingen door al die databases naar bepaalde burgers zoeken en gegevens aan elkaar koppelen, bijvoorbeeld om fraude op te sporen. Dat programma, SyRI, werkt automatisch met big data en algoritmes. Een huis waar op papier bijvoorbeeld vijf kinderen wonen maar waar weinig water wordt verbruikt, is dan al verdacht.

Encryptie

Een van de belangrijkste tools om zelf te bepalen met wie je jouw data deelt, is encryptie. Hiermee houd je berichten geheim voor iedereen behalve de ontvanger en jijzelf. Encryptie is de laatste jaren steeds meer gemeengoed geworden. Een paar jaar geleden was het nog bijzonder als een chat-app zich specifiek richtte op privacy en veiligheid. Dat is ook waarom Telegram begin 2014 zoveel aandacht kreeg: het was één van de weinige apps die encryptie en veiligheid van gebruikers zo serieus leek te nemen. Al bleek later dat het zelfontworpen encryptieprotocol zo lek als een mandje was.

Geen luxe, maar een vereiste

Anno 2017 is goede versleuteling geen luxe meer, maar bijna een vereiste voor nieuwe apps. Zeker op smartphones is goed te zien dat het belang van encryptie wordt ingezien. Apple voegde al in 2010 versleuteling toe aan iOS 4, maar het werd pas standaard in iOS 8. In navolging daarvan is ook de opslag van Android-toestellen vanaf versie 6.0 standaard versleuteld, zodat je er alleen in kunt komen met een pincode of swipe-beweging. Ook binnen apps wordt encryptie steeds meer de standaard, een norm die door het veelgebruikte WhatsApp werd gezet. De chat-app kondigde in 2015 aan standaard end-to-end-versleuteling in te schakelen voor alle gesprekken. De uitrol ging langzaam, en gold eerst alleen voor Android- of juist iOS-gebruikers onderling en werd pas veel later voor groepsgesprekken uitgerold. Inmiddels is iedere versie van WhatsApp voorzien van aes256-encryptie, dezelfde standaard die ook wordt gebruikt bij opensource-alternatief Signal. Ook bedrijven waarvoor het bestuderen van je gesprekken een verdienmodel is, zoals Facebook en Google, moesten met respectievelijk Messenger en Allo toegeven dat gebruikers behoefte hadden aan versleuteling.

De in maart dit jaar uitgelekte CIA-documenten bevestigen dat encryptie werkt. Opsporingsdiensten worstelen er namelijk mee. Ondanks de duizenden zero-days die het agentschap tot haar beschikking had, was het ¬– als één van de machtigste instellingen ter wereld – toch niet opgewassen tegen de versleuteling die het gratis WhatsApp en Signal aanbieden. Als de CIA of NSA een bericht van WhatsApp of Signal wil onderscheppen, moet het gebruikmaken van een lek in het onderliggende besturingssysteem.

©PXimport

(On)veilig Telegram

Toen Telegram in 2014 werd uitgebracht, was het een van de meest toegankelijke apps die zich op veiligheid richtte. WhatsApp had toen nog geen versleuteling en Signal werkte nog niet op iedere telefoon. Als snel bleek Telegram echter helemaal niet zo veilig. Zo werden alle berichten op een centrale server opgeslagen en beveiligd met een inmiddels achterhaalde versleuteling (SHA1-hash). Ook bleken de makers een eigen encryptieprotocol te hebben geschreven, dat al snel door beveiligingsonderzoekers werd afgeschoten. Inmiddels lijkt Telegram juist één van de minste veilige chat-apps te zijn. Waar WhatsApp en Signal beide dezelfde encryptie gebruiken, raden we toch het gebruik van Signal aan. WhatsApp slaat namelijk nog wel metadata op en verstuurt je contactenlijst naar eigenaar Facebook. Signal slaat geen metadata op en verstuurt ook geen gegevens naar derde partijen. Nog lang niet iedereen zit op Signal, maar als jij alvast overstapt, volgen er vast meer.

De beste privacy met pgp

Encryptie is één van de belangrijkste onderdelen in de strijd voor privacy. Pgp (‘Pretty Good Privacy’) is een encryptiestandaard die zelden in opspraak komt. Het protocol wordt gebruikt om veilige e-mails te versturen en bestaat al sinds 1991. Waar de versleuteling van WhatsApp in 2014 voor veel discussie onder veiligheidsspecialisten zorgde, ligt pgp amper onder vuur. Het was de manier waarop Edward Snowden contact zocht met Guardian-journalist Glenn Greenwald... en als het voor zo’n zaak wordt gebruikt, weet je dat het met de beveiliging wel snor zit.

Dat pgp nooit zo’n probleem is geweest voor de opsporingsdiensten, heeft mogelijk te maken met het gebruiksgemak – of liever het gebrek daaraan. Wie een mail wil versturen via pgp moet daarvoor gebruikmaken van een privésleutel én een openbare sleutel. Dat is meer dan alleen een wachtwoord: iemands openbare sleutel is vaak een flinke lap tekst dat in de vorm van een asc-bestand moet worden gedownload en daarna nog in een emailcliënt moet worden geïmporteerd. Mailen met pgp lukt bovendien ook niet vanuit ieder mailprogramma, je hebt er meestal add-ons of andere extra software voor nodig. Toch zou het goed zijn als iedereen pgp zou gebruiken. Privacy begint bij jezelf. In dit artikel leggen we uit hoe je e-mail versleutelt met pgp.

©PXimport

De strijd om de iPhone

Het werd ook wel de strijd om de iPhone genoemd. De FBI riep in 2016 de hulp in van Apple om een iPhone van een terreurverdachte te bekijken. Door de encryptie die standaard op iPhones staat, bleek het voor de politiedienst niet mogelijk te zien welke informatie er op de telefoon stond. Apple weigerde echter mee te werken, zelfs toen het bedrijf daardoor voor de rechter moest verschijnen. “Als de FBI één telefoon kan kraken, kan het dat straks bij allemaal en dat is slecht voor de veiligheid van iedere iPhone-gebruiker”, redeneerde de fabrikant. De strijd bleek exemplarisch voor hoe opsporingsdiensten worstelen met achterdeuren en encryptie. En hoewel de FBI uiteindelijk via een dure methode (met NAND-mirroring) het toestel wist uit te lezen, leek vooral Apple de winnaar van het juridische conflict te zijn.

Hacken door de politie

Ondanks alle veranderingen en de bekendheid die er door NSA- en CIA-lekken zijn gekomen, lijken we in Nederland niet veel te hebben geleerd van hoe zinloos grootschalig aftappen is. Bij verschillende terroristische aanslagen kwam bijvoorbeeld opnieuw naar voren dat de daders al in beeld waren bij de politie, en dat het grootschalig aftappen van meer berichten de aanslag nooit had voorkomen. Er zijn twee belangrijke wetten in Nederland grotendeels doorgevoerd die zowel de politie als de opsporingsdiensten veel bevoegdheden geven. Namelijk de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en de Wet Computercriminaliteit III. Eerst meer over de laatste. In november 2016 stemde de Tweede Kamer in met de Wet Computercriminaliteit III, een opvolger van een oudere wet met dezelfde naam. De Wet Computercriminaliteit III moet moderner worden en meer op de toekomst zijn gericht, want op het moment dat de oude wet in het leven werd geroepen, had nog niet iedereen een smartphone bij zich en ging vrijwel alle internetcommunicatie nog over de kabel.

De wet is controversieel. Er staat een aantal zaken in het voorstel waar je flinke vraagtekens bij kunt zetten. De wet wordt ook wel de terughackwet genoemd, naar één van de opvallendste onderdelen: de politie mag met de nieuwe bevoegdheden op de computers van verdachten inbreken om daar bewijs te verzamelen of bijvoorbeeld keyloggers te plaatsen. Dat vinden veel critici al te ver gaan, maar de manier waarop de politie dat straks kan doen, is misschien wel het grootste probleem van de wet. Opsporingsdiensten mogen namelijk zogeheten zero-days gebruiken om terug te hacken: gaten in software die nog niet bekend zijn bij een fabrikant.

Het gebruik van zero-days door overheidsinstellingen is controversieel, want als de politie weet van een gat in bijvoorbeeld Windows dat Microsoft zelf nog niet heeft ontdekt, betekent het dat iedereen zo’n gat kan misbruiken. Waarom zouden bijvoorbeeld de Russen niet van datzelfde gat weten? Daar komt nog bij dat dit ervoor gaat zorgen dat zero-day-lekken nog meer geld waard worden. Behalve aan criminelen kun je, als je zo’n lek ontdekt, hem ook aan de overheid verkopen. Dit gaat ervoor zorgen dat onze software en hardware langer onveilig blijft dan nodig.

©PXimport

Decryptiebevel

Het is niet alleen de politie die steeds meer bevoegdheden krijgt. Ook de Nederlandse veiligheidsdiensten hebben onder de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de ‘WIV’, ook wel de sleepnetwet genoemd) meer mogelijkheden gekregen. Namelijk de mogelijkheid om in bulk informatie af te tappen van mobiele telefoons in een bepaald gebied. Die ‘sleepnetmethode’ werd ook genoemd in de documenten van Edward Snowden, en – erger nog – in de afgelopen jaren is keer op keer duidelijk geworden dat zulke sleepnetten helemaal niet werken om bijvoorbeeld terrorisme tegen te gaan. Daarvoor is gerichte onderschepping van data veel nuttiger.

Privacy Shield

In de strijd om privacy gaat het niet alleen om privégegevens die we zelf opslaan, maar ook om dingen die we delen op sociale media. De grote hoeveelheid informatie die we al dan niet vrijwillig aan ‘gratis’ diensten zoals Facebook en Google geven, wordt ergens opgeslagen. De vraag waar dat gebeurt is een punt van debat. Facebook is opgericht in Amerika, en hoewel het merendeel van de servers in dat land staat, heeft het bedrijf ook hoofdkantoren in Ierland en andere Europese landen. Het feit dat ieder land ter wereld eigen wetten en regels heeft voor de bescherming van persoonsgegevens, maakt het adequaat beheren van de gegevens van 1,8 miljard gebruikers van Facebook een lastig probleem. Welke regels zijn waarop van toepassing? En hoelang?

Veilige haven

Om dat te regelen hadden Europese landen tot oktober 2015 een overeenkomst met de Verenigde Staten genaamd ‘Safe Harbor’, wat een ‘veilige haven’ moest garanderen voor persoonsgegevens van Europese gebruikers. Door Safe Harbor waren de Europese privacyregels van toepassing op de gegevens van Europese burgers die in Amerika waren opgeslagen. In theorie was Safe Harbor een goed akkoord, maar in de praktijk bleken er toch een hoop haken en ogen aan te zitten. Ook dat kwam naar voren uit de gelekte documenten van Edward Snowden. Die toonden namelijk aan dat de Amerikaanse inlichtingendiensten de Europese gegevens op grote schaal aftapten, en dat dat niet rechtmatig was.

Safe Harbor werd tweeënhalf jaar geleden dan ook ongeldig verklaard door het Europees Hof. Het verdrag moest van tafel, maar dat zorgde voor problemen, omdat er dan helemaal geen goede manier was om gebruikersgegevens uit te wisselen tussen de landen. Het gevolg was een nieuw verdrag, genaamd ‘Privacy Shield’. Ook daar is veel kritiek op. Zo moet het nieuwe akkoord gebruikers wederom beschermen tegen ‘massasurveillance’, maar wordt er nergens in het verdrag gespecificeerd wat daar precies onder verstaan wordt.

©PXimport

Privacyvoorvechter

Safe Harbor werd ongeldig verklaard nadat een Oostenrijkse man eiste dat Facebook zijn gegevens verwijderde. Max Schrems had zijn Facebook-profiel verwijderd, maar het bedrijf hield zijn gegevens. Na een jarenlange juridische strijd eindigde Schrems en Facebook voor het Europees Hof van Justitie, wat resulteerde in het opzeggen van Safe Harbor. Eén van de belangrijkste nieuwe onderdelen van Privacy Shield is dat een burger altijd inzicht mag vragen in de gegevens die een bedrijf van hem/haar heeft, en dat burgers het recht hebben die gegevens te laten verwijderen. In 2015 werd er ook een andere rechtszaak gevoerd door een Spanjaard die eiste dat Google zijn naam censureerde. Sindsdien is het mogelijk om zoekmachines te vragen je naam te verwijderen uit te zoekresultaten.

Hoop

Ligt onze privacy echt zo onder vuur? En is die nog wel te redden? Wie het nieuws leest krijgt al snel het idee dat de overheid en commerciële bedrijven er alleen maar op uit te zijn om ons af te luisteren, om onze data te verzamelen. En ook dat die data bij die overheden en bedrijven helemaal niet per se veilig zijn. Toch zijn er ook positieve trends gaande. Door de Snowden-lekken zijn gebruikers veel beter op de hoogte van hoe hun privacy wordt ingeperkt. En dat betekent dat ze bewuster maatregelen kunnen nemen. Bedrijven zijn steeds meer bezig met het beschermen van gebruikersgegevens en het gebruik van beveiligingsapps en speciale privacy-vriendelijke diensten groeit hard. Google mag dan wel veel van ons weten, maar het bedrijf werkt er wel hard aan om die gegevens goed te beschermen tegen inbrekers of overheidsdiensten. Zo wordt het voor gebruikers een bewuste keuze om iets te delen en krijgen ze meer controle over de manier waarop dat gebeurt.

Privacy is een kwestie van kiezen met wie je welke gegevens wilt delen, of dat nou een overheid is, een bedrijf, of je vrienden. Het is verstandig om het heft zoveel mogelijk in eigen handen te nemen. Maak bijvoorbeeld geen gebruik van de cloud van Google of Evernote, maar bouw je eigen applicatie! Zet ook zoveel mogelijk encryptie aan, maak gebruik van veilige diensten, en bedenk vooral goed welke informatie je waar plaatst. Zo word je al snel weer de baas over je eigen gegevens!

Mijn privacy is van mij!

Eigenlijk is het te gek voor woorden dat je voortdurend moet verantwoorden waarom de overheid niet alles van je mag weten. Het lijkt namelijk alsof privacy het dan altijd verliest van bijvoorbeeld terrorisme. Het feit dat je je privacy wilt behouden, speelt vooral in op een gevoel: het gevoel dat niet iedereen alles van je hóeft te weten als je dat niet wilt. Astrid Oosenbrug (PvdA), vertelde onlangs: “Google en Facebook hoef je niet te gebruiken, er zijn alternatieven. Maar bij de overheid kan dat niet, daar is het vaak verplicht. Bovendien gaat het vaak om gevoeligere gegevens, zoals je BSN”. Eén van onze belangrijkste bezwaren tegen de dataverzameling is de slechte beveiliging. De overheid verzamelt van alles maar blijkt lang niet altijd in staat te zijn dit geheim te houden voor – potentieel kwaadwillende – individuen dan wel georganiseerde misdaad. En doordat de overheid ook je BSN aan gegevens koppelt, ligt identiteitsfraude of gegevensdiefstal op de loer. Tegelijkertijd zijn er talloze voorbeelden waarom het wel degelijk gevaren kan opleveren. Een hypothetische situatie: er wordt in meerdere gemeentes gebruikgemaakt van kenteken-parkeren. Hiervoor rijdt een scanauto rond, die registreert welke auto waar staat. Stel dat jij je auto had geparkeerd in straat X, waar op die dat ook een misdrijf wordt gepleegd. Jij was stiekem in de stad om te kijken naar trouwringen, dus wilt niet dat iemand weet dát jij daar was en waarom. De politie komt aan de deur en vraagt jou waarom je daar bent geweest. Je toekomstige vrouw staat ernaast, dus je twijfelt bij het vertellen of je daar was en waarom dan. Direct ben je verdacht!

▼ Volgende artikel
Gourmetten zonder stank: 10 ideeën die écht werken
© NilsZ - stock.adobe.com
Huis

Gourmetten zonder stank: 10 ideeën die écht werken

Gourmetten is misschien wel dé nationale volkssport tijdens de feestdagen. Maar hoe leuk de avond ook is, de ochtend erna is vaak minder feestelijk. Die doordringende vetlucht die in je gordijnen, bank en kleding is getrokken, ben je liever kwijt dan rijk. Met deze tien tips – verdeeld over wat je eet en wat je doet – blijft je huis een stuk frisser!

Dit gaan we doen

Stankvrij gourmetten is een kwestie van goede voorbereiding én de juiste nazorg. We splitsen de tien tips daarom op. We beginnen bij de basis: ingrediënten en spullen die nauwelijks rook veroorzaken. Vervolgens geven we je praktische hacks om, mocht er toch wat gourmetlucht blijven hangen, die direct weer uit je woonkamer te krijgen, zodat je de volgende ochtend wakker wordt in een fris huis.

Lees ook: Gourmetten nieuwe stijl: topfavoriet met een eigen twist

Ingrediënten & materialen

De meeste stank ontstaat niet door het gourmetstel zelf, maar door wat we erop leggen. Verbrande boter, karamelliserende suikers en spetterend vet zijn de grote boosdoeners. Met een paar slimme aanpassingen aan je boodschappenlijstje ben je de rookwolken voor.

Tip 1: Investeer in hittebestendige olie

De fout die bijna iedereen maakt: bakken in roomboter of standaard olijfolie. Deze vetten verbranden snel bij de hoge temperaturen van het gourmetten, wat zorgt voor die zware, scherpe walm. Kijk in de supermarkt eens schuin boven de olijfolie; daar vind je rijstolie of arachideolie. Deze oliesoorten hebben een veel hoger rookpunt en blijven stabiel als ze heet worden. Wil je het jezelf helemaal makkelijk maken? Koop dan een bakspray. Daarmee nevel je de pannetjes of de plaat licht in, waardoor je nooit te veel gebruikt en het vet niet onnodig staat te walmen.

Tip 2: Laat de kant-en-klare marinades staan

Die voorgemarineerde schotels uit de supermarkt zijn makkelijk, maar funest voor de luchtkwaliteit. De marinades zitten namelijk vaak vol suiker en water. Zodra dat de hete pan raakt, verbrandt de suiker en verdampt het vocht, met veel rook tot gevolg. Je kunt beter ongemarineerd vlees of vis kopen. Wil je toch smaak? Gebruik dan een dry rub (een droog kruidenmengsel) om het vlees vooraf te kruiden. Als je echt van sausjes houdt, kun je die beter koud op je bord toevoegen dan warm in het pannetje.

Tip 3: Kies voor 'droger' vlees en meer groente

Hoe meer vet er in het vlees zit, hoe meer het spettert en rookt. Hamburgers, worstjes en speklapjes zijn in feite kleine rookbommen. Kies liever voor magere opties zoals biefstuk, kipfilet, kalkoen of witvis. Daarnaast kun je de geuroverlast flink beperken door de verhouding vlees/groente om te draaien. Plakjes courgette, paprika, champignons en aubergine bakken vrijwel geurloos. Met een goede mandolineof groentesnijder maak je in een handomdraai dunne plakjes die snel gaar zijn, waardoor je minder lang hoeft te bakken.

Tip 4: Vervang die oude, bekraste pannetjes

Kijk voordat je begint eens kritisch naar je huidige gourmetstel. Zitten de pannetjes vol krassen en is de antiaanbaklaag versleten? Dan koekt je eten sneller aan, wat zorgt voor verbrandingsluchtjes die je de dag erna nog ruikt. Het is vaak helemaal niet nodig om een compleet nieuw apparaat te kopen; veel fabrikanten verkopen losse pannetjes of nieuwe bakplaten. Voor een paar tientjes bak je weer op een glad oppervlak, heb je minder olie nodig en ben je niet de hele avond bezig aangekoekte resten weg te schrapen.

Tip 5: Gebruik een gourmetstel met keramische coating

Ben je toch toe aan een heel nieuw apparaat? Let dan goed op de coating. Tegenwoordig zijn er gourmetstellen met een keramische bakplaat. Deze kunnen vaak hogere temperaturen aan zonder dat de laag beschadigt en ze zijn veel makkelijker schoon te maken.

Watch on YouTube

Zo ga je de strijd aan met de luchtjes in huis

Zelfs met de beste ingrediënten ontkom je niet aan enige baklucht. Gelukkig zijn er genoeg manieren om te voorkomen dat die geur permanent blijft hangen.

Tip 6: Zet een aromadiffuser aan

Een geurkaars maskeert de lucht vaak alleen maar, waardoor je een weeïge mengeling krijgt van lavendel en hamburger. Een betere optie is een elektrische aromadiffuser (ook wel vernevelaar genoemd). Dit apparaat verspreidt via koude waterdamp een constante, frisse geur naar keuze door de kamer, zonder dat er verbranding aan te pas komt. Kies voor essentiële oliën die bekend staan om hun verfrissende werking, zoals citroengras, eucalyptus of dennen. De waterdamp helpt bovendien meteen tegen de droge lucht in huis als de verwarming hoog staat.

Tip 7: Laat de luchtreiniger draaien

Misschien heb je er al eentje staan, en anders is dit het moment: de luchtreiniger. Let er bij aanschaf op dat het apparaat een koolstoffilter heeft, want alleen HEPA is niet genoeg voor kookluchtjes. Een koolstoffilter absorbeert gassen en geuren. Zet het apparaat niet pas aan als je naar bed gaat, maar laat hem al draaien zodra het gourmetstel aangaat. Heb je een modern exemplaar met een app? Zet hem dan alvast op de hoogste stand voordat de eerste walm ontstaat.

Tip 8: Ventileer flink

Ramen openzetten klinkt logisch, maar doe het wel slim. Eén raampje op een kier doet weinig. Je hebt trek nodig. Zet aan weerszijden van de woning een raam of rooster open zodat de luchtstroom de damp direct meeneemt. Vind je het te koud worden? Zet de verwarming gerust tijdelijk wat hoger; de kosten daarvan wegen niet op tegen de stomerijkosten van je gordijnen. Plaats eventueel een simpele tafelventilator in de buurt van het gourmetstel (niet erop gericht, maar richting het open raam) om de rook een handje te helpen de juiste kant op te gaan.

Tip 9: Azijn & koffie

Het is een klassieker uit grootmoeders tijd, maar hij werkt nog steeds: azijn neutraliseert. Je kunt bakjes azijn neerzetten, maar voor het zware werk kun je na het eten beter even een pannetje water met een flinke scheut schoonmaakazijn op het fornuis koken. Laat de afzuigkap uit en laat de damp door de kamer trekken. Vind je de azijnlucht zelf te heftig? Gooi er dan wat citroenschillen, een kaneelstokje of kruidnagel bij. Zo ruikt je huis direct weer naar winterse gezelligheid in plaats van naar een snackbar. Wat ook kan, is koffie. Zet na het eten een paar schaaltjes met gemalen koffie (snelfiltermaling) in de woonkamer. De koffie neutraliseert de zware baklucht en vervangt deze door een neutraal, aards aroma. Voor een nog sterker effect kun je wat koffiebonen op een warme onderzetter leggen; door de restwarmte verspreiden ze een subtiele geur die de gourmetlucht naar de achtergrond verdrijft.

Tip 10: Maak meteen met schoon

Het is verleidelijk om na het eten uit te buiken op de bank en de ravage te laten voor wat het is. Doe het niet. Zolang het gourmetstel vet en warm in de kamer staat, blijft het geur verspreiden. Haal direct na het eten een stuk keukenrol over de plaat. Gebruik daarna een sopje van afwasmiddel en warm water om de plaat en de tafel (want ja, vetnevel komt overal) af te nemen. Geloof ons, door hier na het eten even een paar minuten tijd voor vrij te maken, bespaar je jezelf de volgende ochtend een hoop gourmetluchtfrustratie!

▼ Volgende artikel
Slimme stekker voor kerstverlichting: hier moet je op letten
© detry26 - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Slimme stekker voor kerstverlichting: hier moet je op letten

Er zijn weinig dingen zo gezellig als kerstverlichting. Maar laten we eerlijk zijn: elke avond achter de bank of onder de boom kruipen (🤬 naalden in je knieën) om de stekker eruit te trekken: kan dat niet handiger? Zeker wel: met een slimme stekker maak je in één klap je 'domme' lichtsnoeren slim.

In dit artikel

Kerstverlichting slim maken hoeft niet ingewikkeld te zijn. In dit artikel lees je waar je op let bij het kiezen van een slimme stekker voor de feestdagen, welke modellen in Nederland goed scoren en hoe je een handig tijdschema instelt. Ook leggen we uit wat wel en niet kan met slimme stekkers, bijvoorbeeld als je verlichting wilt laten meebewegen met muziek.

Lees ook: Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met een slimme stekker, ook wel smart plug genoemd, stuur je de kerstverlichting aan via je telefoon, stel je tijdschema's in of roep je simpelweg naar je slimme speaker dat de kerstboom aan moet. Maar waar moet je op letten bij de aanschaf en welke stekkers zijn nu echt handig voor die specifieke kerstsituatie? Wij leggen het uit.

Waar moet je op letten bij een slimme stekker voor kerst?

Niet elke slimme stekker is even geschikt voor de decembermaand. Het eerste waar je goed op moet letten is het formaat van de stekkerbehuizing. Kerstverlichting zit namelijk vaak met meerdere adapters en stekkers in één verdeeldoos. Veel oudere modellen slimme stekkers zijn vrij breed, waardoor ze onbedoeld de stopcontacten links en rechts ervan blokkeren. Zoek daarom specifiek naar een compact of smal ontwerp, zodat je geen kostbare stroompunten verliest rondom de kerstboom.

Daarnaast is de manier waarop de stekker verbinding maakt, het zogenaamde protocol, een belangrijke keuze. De meest laagdrempelige optie is een wifi-stekker. Deze werkt direct samen met je router zonder dat je extra kastjes nodig hebt, wat het ideaal maakt voor beginners. Heb je echter al slimme verlichting zoals Philips Hue of IKEA Tradfri, dan is een stekker met het Zigbee-protocol vaak slimmer. Deze stekkers vormen samen een eigen netwerkje, waardoor je wifi niet overbelast raakt als je veel lampjes ophangt. Tegenwoordig zie je ook steeds vaker 'Matter' op de verpakking staan; dit is de nieuwe standaard die garandeert dat de stekker moeiteloos samenwerkt met zowel Apple, Google als Amazon.

Vergeet ook de locatie van je verlichting niet. Wil je lampjes in de heg, aan de schutting of langs de gevel slim maken, gebruik dan nooit een binnenstekker. Voor buitengebruik is een model met een IP44-certificering nodig. Dat betekent dat de behuizing beschermd is tegen spatwater, zoals regen of opspattend water, en geschikt is voor normaal gebruik buitenshuis. Let wel op: IP44 is niet waterdicht. De stekker mag dus niet onder water liggen en ook niet langdurig in een plas staan. Een plek waar water kan blijven staan, bijvoorbeeld op de grond zonder goede afwatering, is daarom minder geschikt. Je kunt dan beter een stekker met IP65 of hoger kiezen.

Tot slot kan een slimme stekker waarbij je het energieverbruik kunt aflezen in de app (zoals de TP-Link Tapo P115)  een fijne extra optie zijn. Zeker oudere kerstverlichting kan ongemerkt veel stroom verbruiken. Een stekker die het verbruik meet, geeft je inzicht en helpt je grip te houden op de energierekening in december.

©ID.nl

Lees ook: Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue

Zo stel je het perfecte tijdschema in

Het grote voordeel van een slimme stekker is dat je hem één keer instelt en er vervolgens niet meer naar om hoeft te kijken. Maar wat is nu een handig schema? Wij raden aan om te werken met een schema dat gebaseerd is op jouw leefritme én de stand van de zon.

Een ideaal weekschema voor werkende mensen begint vaak 's ochtends vroeg. Stel de stekker zo in dat de kerstverlichting rond 06:30 of 07:00 uur aangaat. Er is niets fijner dan opstaan in een donker huis waar de kerstboom al gezellig staat te branden. Laat de verlichting automatisch weer uitgaan rond 09:00 uur, wanneer je naar je werk vertrekt of het daglicht fel genoeg is.

Voor de avondinstelling is de 'zonsondergang-functie' (astro-timer) de beste optie. Bijna elke app van slimme stekkers heeft deze functie. Hiermee gaan de lampjes automatisch aan zodra het buiten donker wordt, wat in december al rond 16:30 uur kan zijn. Zo kom je nooit thuis in een donker huis. Stel als eindtijd een vast moment in waarop je meestal naar bed gaat, bijvoorbeeld 23:30 uur. Zo voorkom je dat de boom de hele nacht stroom staat te verbruiken voor de kat of de inbrekers. Heb je vakantie? Gebruik dan een aangepast schema. Laat de verlichting bijvoorbeeld pas om 09:30 uur aanspringen (lekker uitslapen!), zet hem uit tussen 11:30 en 16:00 uur (wanneer je veel daglicht hebt), laat hem daarna weer aanspringen en stel in dat alles weer uitgaat wanneer jij naar bed gaat.

FAQ: Kan ik mijn kerstboom laten knipperen op Spotify-muziek?

Een veelgestelde vraag is of je met een slimme stekker je kerstverlichting kunt laten meebewegen op de maat van je favoriete kerstplaylist op Spotify. Het korte antwoord is: nee, dat is met een slimme stekker helaas niet mogelijk en zelfs af te raden.

Een slimme stekker is namelijk een mechanische schakelaar. Als je die heel snel achter elkaar aan en uit zou laten gaan om een 'disco-effect' te creëren, hoor je de stekker niet alleen constant klikken, maar zal hij door de slijtage ook binnen de kortste keren kapotgaan. Bovendien zit er vaak een kleine vertraging op het wifi-signaal, waardoor het licht nooit strak in de maat zou lopen.

Wil je toch een lichtshow op 'All I Want for Christmas is You'? Dan heb je geen slimme stekker nodig, maar slimme verlichting. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de speciale kerstverlichting van het merk Twinkly of de Festavia-snoeren van Philips Hue. Deze systemen zijn digitaal en kunnen via hun app (en een koppeling met Spotify of de microfoon van je telefoon) wél vloeiend van kleur veranderen en knipperen op de beat, zonder dat er iets slijt. Gebruik de slimme stekker dus puur voor het aan- en uitzetten van je traditionele 'domme' verlichting.

Watch on YouTube

Koopgids: 5 slimme stekkers voor je kerstverlichting

Philips Hue Smart Plug: voor iedereen die al slimme lampen van Philips Hue in huis heeft, is de Philips Hue Smart Plug veruit de meest logische keuze. Deze stekker integreert naadloos met je bestaande Hue Bridge en app. Het grote voordeel hiervan is dat je kerstboom direct onderdeel wordt van je lichtscènes. Als je via je slimme speaker het commando geeft om de 'Kerstsfeer' te activeren, gaat zowel je boom als je normale sfeerlicht in de juiste dimstand aan. Hij werkt via Zigbee, maar ondersteunt ook bluetooth voor directe aansturing.

Lees ook: Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

TP-Link Tapo P115: als je zoekt naar een betaalbare en zeer compacte oplossing, dan is de TP-Link Tapo P115 een goede kandidaat. TP-Link staat bekend om betrouwbare smarthome-producten voor een zachte prijs en dit model is zo klein ontworpen dat hij in een stekkerdoos geen andere stopcontacten blokkeert. De stekker werkt direct op je wifi-netwerk, dus je hebt geen extra hub nodig. Een prettige bijkomstigheid is dat dit kleine apparaatje ook nog eens nauwkeurig je stroomverbruik meet via de bijbehorende app.

Hombli Smart Outdoor Socket: wie lampjes wil in de voortuin of op het balkon, kan niet om de Hombli Smart Outdoor Socket heen. Hombli is een Nederlands merk dat bekendstaat om gebruiksvriendelijkheid en deze stekker is speciaal gebouwd voor buiten. Hij is robuust, heeft een IP44-classificatie en een stevig klepje dat het stopcontact beschermt tegen vocht en vuil. Via de app stel je eenvoudig in dat de buitenverlichting automatisch aangaat bij zonsondergang en weer uitgaat wanneer jij naar bed gaat.

Innr Smart Plug (SP 240): wil je wel gebruikmaken van het stabiele Zigbee-netwerk, bijvoorbeeld in combinatie met een Homey of Hue Bridge, maar vind je de originele Philips-stekker aan de prijzige kant? Dan is de Innr Smart Plug het perfecte alternatief. Innr specialiseert zich in producten die compatibel zijn met grote systemen, maar dan voor een lagere prijs. De SP 240 is slank vormgegeven en werkt in vrijwel alle gevallen vlekkeloos samen met je bestaande Zigbee-setup. Let er wel op dat deze stekker, wanneer gekoppeld via de Hue Bridge, niet zichtbaar is in Apple HomeKit.

Eve Energy: voor de Apple-gebruiker die zijn hele huis bedient via de Woning-app op de iPhone, is de Eve Energy de beste keuze. Deze robuuste stekker ondersteunt de moderne standaarden Matter en Thread. Dit zorgt ervoor dat het apparaat razendsnel reageert en het bereik van je smarthome-netwerk vergroot zonder je wifi te belasten. Handig: de app geeft uiterst gedetailleerde grafieken over je stroomverbruik en de geschatte kosten. 

©Philips

Kerstverlichting

Vrolijke lichtjes in de tuin