ID.nl logo
Lettertype-management: zo beheer je je fonts
© Reshift Digital
Huis

Lettertype-management: zo beheer je je fonts

Lettertypes bepalen de uitstraling van je document. De keuze van het juiste lettertype is vooral een kwestie van persoonlijke smaak, maar als je typografische bibliotheek uitpuilt van honderden geïnstalleerde fonts, hoe kun je er dan nog slim gebruik van maken en er niet door overweldigd raken?

Tip 01: Installeren

Er is maar weinig zo eenvoudig als het installeren van een nieuw lettertype. Je dubbelklikt op het lettertypebestand en krijgt een voorvertoning van alle letters en cijfers en een voorbeeldzin te zien. Ben je tevreden met hoe alles eruitziet, dan kun je heel gemakkelijk het lettertype aan je systeem toevoegen door op de knop Installeren te klikken. Wanneer je daarna een programma als Word opent, zal de nieuwkomer in de lijst met lettertypes staan. Lees ook:15 tips en trucs voor Microsoft Word.

©PXimport

Tip 02: Opschonen

Heb je – wellicht zo dadelijk, na het lezen van dit artikel – wel erg veel lettertypes geïnstalleerd, dan is het handig om te weten hoe je een grote schoonmaak houdt. Er zijn hiervoor vanuit Windows twee mogelijkheden: verbergen of verwijderen. Open het onderdeel Lettertypen via het Configuratiescherm. Klik je met de rechtermuisknop op een lettertype, dan kun je het lettertype onder meer Verwijderen of Verbergen. De eerste keuze, verwijderen, is definitief. Verborgen lettertypes blijven in het systeem staan, maar zijn niet zichtbaar in je programma’s. Om een verborgen lettertype weer terug te halen, selecteer je het en klik je via de rechtermuisknop op Weergeven om het weer actief te maken.

©PXimport

Tip 03: Voorbeeld

Wanneer je in het overzicht van geïnstalleerde lettertypes met de rechtermuisknop klikt op een lettertypebestand, zie je daar ook de optie Voorbeeld. Deze voorbeeldweergave van het lettertype kun je desgewenst meteen naar de printer sturen. Om speciale lettertekens te vinden, zoals het symbool voor copyright, gebruik je in het venster Lettertypen de opdracht Een teken zoeken. In het bovenste vakje selecteer je het lettertype dat je wilt gebruiken en vervolgens klik je in het rooster op het gezochte karakter. Daarna kun je het letterteken gewoon kopiëren en plakken in een tekstdocument.

©PXimport

Tegenwoordig kun je ontzettend veel lettertypes installeren voordat dit je pc zal vertragen

-

Font versus lettertype

Het woord ‘font’ verwijst naar het Latijnse woord van gieten. De term stamt uit de tijd toen de letters nog in lood, antimoon of tin werden gegoten. De begrippen font en lettertype worden vaak door elkaar gebruikt. De drukker had van hetzelfde lettertype verschillende sets letterblokjes nodig. Voor Garamond Standaard 10 had hij een afzonderlijk bakje fonts, en voor Garamond Italic 12 een ander bakje fonts. Nog steeds is een font een lettertype in een bepaalde tekenstijl, zoals standaard, vet, cursief of vet cursief.

©PXimport

Tip 04: Standaardlettertypes

Op de huidige generatie pc’s kun je ontzettend veel lettertypes installeren zonder dat je computer daar last van heeft. Eventuele vertraging merk je pas op wanneer een programma zijn keuzemenu voor lettertypes te langzaam opbouwt. Maar zelfs op een pc met weinig RAM-geheugen kun je probleemloos met 1.000 lettertypes werken. Onder aan het venster Lettertypen vind je het aantal lettertypes in jouw besturingssysteem terug.

Om terug te keren naar de oorspronkelijke set lettertypes die meegeleverd werd met het Windows-systeem, klik je in het venster Lettertypen aan de linkerkant op Lettertype-instellingen en kies je voor Standaardlettertype-instellingen herstellen. Deze standaardlettertypes horen bij het besturingssysteem en mag je dan ook niet verwijderen. Ze zijn geoptimaliseerd voor het scherm en niet voor afdrukken. Als je nieuwe fonts van internet downloadt, zijn dat meestal TrueType-bestanden (.ttf). Deze lettertypes kun je naar believen vergroten, zonder kwaliteitsverlies. Het OpenType-font (.otf) werd ontworpen door Microsoft en duikt daarom vooral op in Windows-toepassingen. Als laatste heb je nog PostScript-lettertypes (.pfb), deze worden standaard door Adobe geleverd voor professioneel gebruik.

©PXimport

Tip 05: Fontbanken

Via online fontbanken heb je een ruime keuze aan lettertypes. Een goed lettertype ontwerpen is echter een gespecialiseerd vak en tussen de gratis fonts vind je helaas veel broddelwerk. Websites als www.dafont.com of www.1001freefonts.com verdelen hun aanbod in verschillende categorieën. In beide bronnen zitten bovendien een heleboel dingbats. Dingbats zijn afbeeldingen, pictogrammen of ornamenten die je, net als letters, via het toetsenbord invoert. Wil je het lettertype van Metallica, Apple, Walt Disney of Coca Cola gebruiken? Op www.flexfonts.nl vind je ze in alfabetische volgorde.

Google trakteert op meer dan 800 kwalitatieve fontfamilies

-

Comic Sans-haat

Van de duizenden lettertypes is er één die de gemoederen blijft verhitten: Comic Sans. Het Microsoft-lettertype werd in de vroege jaren 90 ontworpen voor een reeks cartoons. Op typografisch vlak is dit lettertype inderdaad een draak. De verdeling van het gewicht (de dikte van de lijnen) is niet goed en het evenwicht tussen de letters in woord is verstoord. Designers verafschuwen het font massaal, terwijl doe-het-zelf ontwerpers vaak teruggrijpen naar deze sympathieke klassieker. Ondertussen bestaan er zelfs verschillende haatsites over dit lettertype.

©PXimport

Tip 06: Google Fonts

Google trakteert je op meer dan 800 kwalitatieve fontfamilies. Om snel het juiste lettertype te vinden, gebruik je de opties aan de rechterkant van je scherm. Je hebt keuze uit schreefletters (Serif) of schreefloze letters (Sans Serif), zie ook het kader ‘Over de schreef’. Er zijn lettertypes die lijken op een handschrift (Handwriting) en lettertypes die allemaal dezelfde breedte innemen (Monospace). Om deze fonts te downloaden, maak je eerst een selectie door op de plustekens bij de fontfamilie te klikken. Daarna klik je op de zwarte balk onderaan waar je ze door middel van de downloadpijl naar je computer kunt downloaden.

Om het installeren van Google Fonts nog makkelijker te maken, is er de tool SkyFonts. Kies na de installatie bij Services voor Google Fonts. Vanaf dan hoef je voor het installeren van een lettertype alleen nog maar Google Fonts te selecteren, op SkyFonts te klikken en te bevestigen met Add. Wanneer je deze app samen met Windows of macOS laat opstarten, kun je gebruikmaken van de synchronisatiefunctie zodat op al je computers dezelfde Google Fonts beschikbaar zijn.

©PXimport

Over de schreef

Schreeflettertypes hebben klein randje als decoratie aan de buitenkanten van diverse letters. Die schreven zorgen dat de tekst serieuzer overkomt. Bovendien ondersteunt zo’n schreef de leesrichting. Vandaar dat veel boeken en kranten een lettertype met schreef gebruiken. Bij signaalwoorden, woorden die je in een oogopslag leest, gebruikt men vaak schreefloze letters. Titels en informatie op verkeersborden zijn daarom schreefloos.

©PXimport

Font Pair

Met zo’n toevloed aan Google Fonts is het voor een niet-specialist vaak moeilijk een goede combinatie te selecteren. Want hoe weet je nou welke verschillende lettertypes mooi bij elkaar passen? Op Font Pair krijg je een overzicht van fontparen die uitstekend met elkaar samen gaan. Als je zo’n tandem hebt gevonden, kun je het duo in één keer downloaden.

©PXimport

PrintMyFonts maakt het makkelijk om lettertypes te vergelijken

-

Tip 07: PrintMyFonts

Wedden dat er op jouw harde schijf een heleboel fonts staan waarvan je geen idee hebt hoe ze op papier overkomen? Het gratis programma PrintMyFonts voor Windows, macOS en Linux toont alle geïnstalleerde en nog niet geïnstalleerde lettertypes die het op je computer aantreft. Door een proefzin in te typen, kun je zien hoe de tekst daadwerkelijk oogt. Heb je nog een map met niet-geïnstalleerde lettertypes, dan kun je die toevoegen door ze naar PrintMyFonts te slepen of ze toe te voegen via Add Files. Ook die niet-geïnstalleerde lettertypes komen dan in de lijst te staan. De lijst met lettertypes kun je afdrukken of exporteren naar een afbeelding (bmp, jpg of png). Wanneer je de geëxporteerde afbeelding in dezelfde map als de lettertypes bewaart, zie je in een oogopslag hoe de fonts eruitzien, zonder het programma te hoeven openen.

Je kunt PrintMyFonts ook vanaf een usb-stick laten werken als portable app, zodat je altijd snel voorbeelden van fonts kunt bekijken.

©PXimport

WhatTheFont

Soms heb je op een website of in een publicatie een bepaald lettertype gezien waarvan je de naam niet kent. In dat geval kun je de lettertekens laten herkennen via de webdienst WhatTheFont. Zorg dat je een duidelijke digitale afbeelding hebt van het lettertype. Wanneer het gaat om tekens op een website, kun je het beste een schermafbeelding maken. WhatTheFont presenteert de mogelijke oplossingen en zet de meest waarschijnlijke fontnaam bovenaan. Indien de automatische herkenning van WhatTheFont toch faalt, kun je beroep doen op de expertise van het forum.

©PXimport

Tip 08: Beheerder NexusFont

De ware fan wil natuurlijk genieten van een ruime keuze lettertypes, maar toch zijn programma’s minimaal belasten. In dat geval ben je aangewezen op een fontmanager. Zo’n beheerprogramma maakt het mogelijk dat je een basisverzameling aanhoudt en tijdelijk de lettertypebestanden installeert die je voor een bepaalde klus nodig hebt. Via www.xiles.net haal je het gratis Nederlandstalige programma NexusFont op waarmee je alle lettertypes in verschillende groottes, met verschillende stijlen en met elke gewenste proeftekst bekijkt. NexusFont scant bij het starten razendsnel alle geïnstalleerde lettertypes. Ben je benieuwd naar de bijzondere tekens van de lettertypes, dan open je via de tweede knop van links de Karaktermap. Hier zie je een overzicht van alle karakters in het geselecteerde lettertype. Wil je zo’n teken gebruiken in een tekst, dan kun je het hier direct selecteren en kopiëren en vervolgens daar plakken waar je het nodig hebt.

©PXimport

Met NexusFont kun je probleemloos met fonts werken die niet daadwerkelijk geïnstalleerd zijn

-

Tip 09: Sets en groepen

Het grootste nadeel van een overvloed aan lettertypes is niet eens het risico op vertraging van het systeem, maar het vinden van het juiste lettertype. Dat is met een grote fontbibliotheek iets als zoeken naar een speld in een hooiberg. De kracht van NexusFont zit hem in de organisatiemogelijkheden. Klik met de rechtermuisknop in de linkerbalk om een nieuwe set of groep aan te maken die je aan verschillende taken koppelt. Daarna sleep je de geselecteerde fonts uit het hoofdvak in de nieuwe sets of groepen. Een groep gebruik je om fontmappen te verzamelen. Dat kunnen ook mappen zijn met fonts die niet in het systeem geïnstalleerd zijn, maar die ergens op de harde schijf staan. Wanneer de mappen aan een groep zijn toegevoegd, kun je ze zien in Nexus Font.

Een set gebruik je om lettertypes toe te wijzen aan een bepaalde taak. Stel dat je voor een maandelijkse nieuwsbrief een paar verschillende lettertypes wilt gebruiken, dan bewaar je die in een set, zodat je ze snel kunt laden wanneer je aan die nieuwsbrief werkt. De rest van de maand heb je ze niet nodig, dus schakel je de set daarna weer uit zodat de lettertypes niet ‘in de weg zitten’ in je programma’s.

©PXimport

Tip 10: Niet geïnstalleerd

Een andere, zeer handige, functie van NexusFont is dat je mappen met niet-geïnstalleerde lettertypebestanden kunt activeren. Klik op een groep met de rechtermuisknop, selecteer de opdracht Map toevoegen en navigeer naar de map met niet-geïnstalleerde lettertypes. Zolang NexusFont actief is, kun je deze niet-geïnstalleerde lettertypes gebruiken in allerlei programma’s. Ben je klaar met je werk en sluit je NexusFont af, dan zijn de geselecteerde lettertypes niet langer te gebruiken. Je kunt eenvoudig zien of een lettertype geïnstalleerd is op het systeem waarop je werkt: in de linkerkolom zie je de groep Installed. Als je daarop klikt zie je alle geïnstalleerde lettertypes. Bovendien herken je een geïnstalleerd lettertype aan het Windows-vlaggetje voor zijn naam.

©PXimport

Tip 11: Op een usb-stick

Wanneer je NexusFont op een usb-stick plaatst, samen met je collectie lettertypebestanden, heb je zowel de fontmanager als de bibliotheek met je favoriete fonts steeds bij de hand. Op die manier heb je op iedere laptop of desktop toegang tot al je favoriete lettertypen, zonder dat je iets hoeft te installeren. Overigens is het ook mogelijk om met dit programma lettertypes te installeren en te de-installeren via het menu Lettertype.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.